Amarynthia schreef:
Noah Lucian Cohen - Demon - Schaduwsturen
~
Een diepe duisternis omhelsde hem. Een duisternis die de mensheid beangstigde, zelfs traumatiseerde. Hij zou liegen als hij zei dat hij dat nooit uitgeprobeerd had. Sterker nog, hij had het vaak genoeg gedaan om zelfs tot een ijzersterke conclusie te komen. Hijzelf voelde zich eerder comfortabel in de duisternis. Het was zijn oorsprong, zijn kracht.
In een afgelopen steegje zocht hij het licht op. De duisternis droop van hem af, terwijl hij onaangedaan de schaduw uitstapte. Het was zijn favoriete gave: schaduwreizen. Waar schaduw was, kon hij komen. Het maakte niet uit wat ertussen schuilde, enkel de duur van het reizen werd iets langer. Echter was de reistijd lang niet vergelijkbaar met die eindeloze vliegreizen. Om van Amerika naar China te reizen, raakte hij slechts een uur kwijt. Leuke toevoeging was dat hij mensen met zich mee kon brengen, maar hij was niemand tegengekomen die het leek te waarderen. Hun verlies.
Een spierwit gebouw lachte hem tegemoet. Wit. Hij haatte die kleur. Een extra reden waarom hij geen zin had in de aankomende bijeenkomst. Het zou de eerste keer zijn dat ze bij elkaar kwamen. Van vrijwel elke soort een. Waarom uitgerekend hij gekozen was, was hem onduidelijk. Hij was bekwaam in zijn gave, kon zich makkelijk verplaatsen en hij kon zich schuilhouden in de schaduw. Allemaal positieve eigenschappen van zijn gave, maar niet de meest machtige gave. Er waren genoeg Demonen sterker dan hij, populairder dan hij en met grotere invloeden. Hij voelde zich vrij onbelangrijk ten opzichte van hen. Misschien was hij ook niet de eerste persoon die ze in gedachten hadden, maar was hij de enige die ja had gezegd. De meeste Demonen waren niet zo welwillend wat betreft medewerking. Het waren einzelgängers, die het liefst hun dag verdeden met het brengen van een beetje duisternis in deze vredige wereld. De verleiding om het verzoek af te wijzen, was voor hem eveneens groot geweest. Toch had hij besloten het een kans te geven, wetende dat hun geheime levens in gevaar waren. Als het zo door ging, zou het niet lang duren voordat de stervelingen op de hoogte waren van al deze mythische wezens.
Zonder uit te kijken, stak hij de drukke straat over. Hij was die eikel waarvoor mensen hard op de rem moesten en waar mensen een ochtendhumeur aan overhielden. Nonchalant liep hij het gebouw binnen, richting de lift, waar hij zoals aangegeven was de bovenste etage aanklikte. Hij had net zo goed direct naar de gewenste locatie kunnen gaan, maar hij besloot voor deze keer voor een normale entree te gaan. Vooruit dan maar. Al ergerde hij zich nu al aan het ouderwetse lift-muziekje. Met een luide bel liet de lift weten dat hij was aangekomen op de juiste etage. Spierwitte muren lagen verscholen achter een aantal groene planten, die de kaalte verborgen. Hij vond die strakke, moderne inrichting maar niets. De gang leidde naar een grote ruimte, waar de tafels in een U-vorm waren opgesteld. Ramen ter grootte van de muur dienden ervoor om de inzittenden te voorzien van een schitterend uitzicht, was het niet dat dit uitzicht werd geblokkeerd door andere wolkenkrabbers. Hij kwam als een van de laatsten binnen in het stelletje chaoten. Nog nooit had hij zoveel soorten bij elkaar gezien. Een meermin die in haar menselijke vorm was, een vampier, een weerwolf, een elf. Je kon het zo gek niet bedenken.
‘Natuurlijk, het is altijd wachten op dezelfde,’ zei een boomnymf met een duidelijke verwijtende ondertoon.
Een nonchalante grijns verscheen op zijn gezicht. ‘Ik verdoe mijn tijd liever niet met het onnodig wachten.’
‘Nee, die tijd verdoem je liever met het misleiden van meisjes,’ mompelde de meermin. Daar kon hij niet tegenin gaan.
Hij was niet de meest geliefde soort. Waarschijnlijk zouden de meesten hun vinger naar hem, de vampier of weerwolf wijzen. Al geloofde Noah er meer in dat het juist een van die sprookjesachtige-lievelingen was. Schijnheilig en onzorgvuldig als ze waren. Zijzelf waren niet de meest mensvriendelijke soort, maar wisten wel hun sporen uit. Die domme nymfen zouden zoiets uit stommiteit vergeten.
‘Genoeg,’ begon de draen, een meisje dat kon veranderen in een draak, ‘laten we starten.’