mysteryland schreef:
Met een strak gezicht staarde Amelia door het raam naar buiten, dat uitzicht gaf over de voortuinen van het paleis. Het was lente, de bloemen en bomen waren volop in bloei en de kleuren gaven een prachtig gezicht. Maar dat was niet waar Amelia naar keek. Haar blik was gericht op de grote deuren die binnen een moment kon openen. Deuren die het pad leidden naar het binnenplein, waar zojuist een paard en wagen binnen zou komen om de gerepareerde wapens van het paleis terug te brengen. Het was niet zozeer de vracht waar Amelia op zat te wachten, maar het was de zoon van de smid, die zijn vader trouw hielp aan zijn vak.
''Amelia, wat ben je aan het doen?''
Amelia schrok op van de bekende stem die hard door de lege gangen klonk. Voor een moment was ze diep in gedachten verzonken, waardoor ze niet doorhad dat er iemand bij haar kwam staan, wat niet zo vreemd was, want ze stond in een van de vele gangpaden van het paleis. Amelia draaide zich opzij en keek naar haar oudere broer, Edwin.
''Niks, ik was enkel in gedachten.'' Sprak ze onschuldig. ''Waar dacht je aan?'' Edwin was een zorgzame broer, maar het was soms lastig als hij alles wilde weten. Er waren ook dingen die Amelia liever voor zichzelf hield. Ze probeerde iets te bedenken wat ze kon noemen, maar ze was slecht in liegen en zelfs een zwak excuus bedenken kon ze niet. Het bleef daarom ongemakkelijk stil totdat Edwin gerust verder praatte. ''Amelia, je bent toch niet het feest van vanavond vergeten hé?'' Vroeg hij toen. Amelia keek naar haar broer. Het feest van vanavond was ze inderdaad vergeten, maar dat zei ze niet. ''Waarom denk je dat?'' Vroeg ze, waarna ze haar blik weer ergens anders op richtte. ''Omdat je zussen zich aan het voorbereiden zijn, evenals de rest van het paleis. En het is belangrijk voor je toekomst, misschien zal je een toekomstige partner vinden.'' Amelia zuchtte om zijn woorden. Het was niet wat ze wilde horen. Ze wilde geen partner vinden. Dat was wel het laatste waar ze momenteel aan kon denken. Ze vond het vervelend dat Edwin, als wijze broer en troonopvolger haar daar zo vaak aan herinnerde.
''Ik heb nog genoeg tijd om me klaar te maken, maak je geen zorgen.'' Ze gunde Edwin een glimlach, en staarde uit het raam. Haar hart maakte een sprongetje toen ze zag wie er door de poort naar binnen kwam, en ze wist dat het nu tijd was om naar beneden te lopen. ''Ik zie je later, Edwin.''
Ze ontweek de blik van Edwin, en liep langs hem heen. Ze durfde hem niet aan te kijken, wetend dat haar blik gedachten zou verraden, die ze niet met hem wilde delen. Gedachten over de komst van haar beste vriend, zoals ze die elke week had. De ontmoetingen die ze met de zoon van de smid had waren geheim, en het was absoluut de bedoeling dat dat ook zo bleef. Een vrouw van haar welstand hoorde niet met jongens zoals hem af te spreken. Niet alleen zou ze haar koninklijke familie een schande doen als ze erachter kwamen, daarnaast zou ze Kai dan ook nooit meer kunnen zien, en zou ze hem en zijn vader in moeilijkheden brengen. Dat wilde ze natuurlijk voorkomen, en ging daarom discreet om met het geheim dat ze met alleen hem deelde.
Ze keek nog enkele keren achterom zodra ze door de gangen was doorgelopen, tot ze zeker wist dat haar broer haar niet zou volgen. Ze wilde geen enkel risico nemen.
Toen ze zeker wist dat ze alleen was, liep ze richting de bibliotheek. Daar verschoof ze met al haar kracht een van de boekenkasten, waarachter een geheime deur te vinden was. Ze lette goed op dat er niemand in de ruimte was, die zowel haar en de geheime doorgang zou ontdekken. Gelukkig was ze alleen in de ruimte, en niet veel later volgde ze de bekende weg door de oude gangpaden die ze wekelijks maakte. Wekelijks, om haar vriend te ontmoeten.
In haar hand had ze een fakkel dat ze gebruikte om haar weg te vinden, al was het slechts een lange en smalle gang. Ze had de weg kunnen vinden, door met haar hand langs de muur te voelen. Maar dat deed ze niet. Ze wilde zichzelf niet vies maken, en trok tevens daarom haar jurk lichtjes omhoog.
Een glimlach verscheen op haar gezicht toen ze de bekende stem van haar vriend hoorde. Langzaam kwam ze dichterbij, totdat ze vanzelf Kai zag staan. Een grote glimlach ontstond op haar gezicht bij het zien van haar vriend, al was het schemerig, hem herkende ze uit duizenden.
''Hey!'' Zei ze toen, waarna ze de fakkel in de houder zette, zodat ze het niet hoefde vast te houden. ''Hoe gaat het, hoe is het met je vader?'' Er waren zoveel dingen die ze wilde vragen, dingen die ze wilde vertellen, dat haar enthousiasme niet te verbergen was. Het voelde fijn om bij hem te zijn, om even haarzelf te kunnen zijn, maar het was tegelijkertijd bedrukkend. Want hun tijd samen was maar kort.
@Vadrouille