Altrados schreef:
Somehow doet mijn spellingscontrole het niet in word, dus sorry voor fouten. Heb grotendeels er hopelijk uit gehaald
“Meneer…?” Ze trok zijn aandacht naar hem toe en Benajmin moest een paar keer knipperen om weer tot zinnen te komen. Het zweet stond hem op zijn voorhoofd en hij voelde zijn vingers onrustig beven in zijn broekzakken. Hij balde zijn vuisten en forceerde een glimlach, subtiel maar aanwezig, zoals hij zichzelf aangeleerd had. Het blonde meisje achter de balie viel er voor, en glimlachte met sprankelende ogen terug. “Heeft u al een keuze kunnen maken?”
Benjamin hief zijn blik op naar de vele keuzes die boven zijn hoofd zweefden. De led-verlichting van het bord was net wat te vel, de letters net wat te klein en de cafetaria net wat te druk. Hij veegde in een korte beweging zijn voorhoofd af en reikte naar zijn portemonnee in zijn kontzak. In het geval van geen keuze kunnen maken, nam hij maar gewoon “Een caffeine vrije cappuccino, alsjeblieft.”. Hij trok zijn pinpas en hield die omhoog.
“Welke naam mag ik er op schrijven?” Vroeg ze, terwijl ze de middelgrote beker pakte. Benjamins gedachtestroom begon nogmaals te haperen, zoals ze dat die hele middag op het vliegveld al leken te doen, en hij antwoordde bijna met ‘Benji’. “Doe maar Ben.” Hij legde zijn pinpas op het pinapparaat terwijl het meisje zijn bestelling opnam op de computer. Na een reeks aan bliepjes bedankte ze hem, en reikte naar een stift. Het meisje zette de stift tussen haar tanden en trok de dop er af. Met de dop tussen haar lippen begon ze in diepe concentratie zijn naam op haar beker te schrijven. Even later stond Benajmin in de rij voor het afhalen van zijn bestelling.
Terwijl Benjamin aan het wachten was, begon er iets in zijn tassen te trillen. Hij zuchtte, ritste zijn tas open en viste zijn telefoon uit zijn zorgwekkend lege tas. Het was een klaptelefoon, erg old fashionend, iets waar Eva hem altijd op een warme manier mee had bespot. Benjamin klopte de telefoon open, maar wist alvorens wie er belde.
Eev <3
Met een brok in zijn keel wachtte hij tot ze neerlegde en stopte de telefoon in zijn broekzak. De stress werd Benjamin bijna te veel, en hij onderdrukte de neiging uit de rij weg te rennen, op zoek naar een rustige plek om weg te duiken van de realiteit. Niet alleen op het vliegveld, maar ook in zijn hoofd was het druk en onbegrijpelijk chaotisch. Ongemerkt ging zijn linkerhand naar zijn rechter elleboog, waar hij aan droge stukjes huid begon te pulken om zichzelf rustig te krijgen. Tegen de tijd dat hij zijn beker van de man achter de balie aannam was zijn elleboog schaal en pijnlijk, een veel prettigere gemoedstoestand dan de stress die hij een paar tellen eerder ervoer. Hij negeerde de man volkomen, pakte de beker, en zette het op een lopen. Benjamin onderdrukte de drang om te rennen, maar hij vroeg zich af hij daar geheel en al in slaagde. Gelukkig waren er genoeg gehaaste reizigers om hem heen.
Toen hij vijf minuten wandelen verwijdert was zakte hij neer in een stoel in het hoekje van een wachthal. Hij wist niet zeker waar hij was, maar in de waas van verwarring en stress maakte hem ook niet uit. Er waren zo veel mensen en geluiden om hem heen, het was gewoon te veel… Vroeger kon hij er veel beter tegen, hoe drukker hoe beter. Het liefst was hij avonden lang op het strand met vrienden, ging hij zo vaak als mogelijk naar festivallen, hing hij met vrienden na stage of lessen in de mediatheek. Tegenwoordig sloot hij alle ramen en deuren om het geluid van oneindige stromen autos en voetgangers in Londen buiten te sluiten. Hij sliep geregeld met oordopjes in, durfde niet meer met de fiets van a naar b te gaan en werd misselijk tijdens het doen van boodschappen. Eva had zich zorgen gemaakt om de grote verandering in zijn gemoedstoestand, maar hij had het gewijdt aan het feit dat hij moest wennen aan het drukke leven in Londen. Dat geloofde ze niet meer en netzomin geloofde ze nog dat het goed met hem ging.
Het probleem was juist dat het goed met hem ging. Of niet? Eigenlijk wist Benjamin het zelf ook niet meer… Het was alsof zijn lichaam de laatste weken in brand stond. Het begon een paar maanden geleden, rond oud en nieuw. Hij was samen met Eva naar de vuurwerkshow geweest bij de Big Ban, waar ze samen hadden gedanst en champange hadden gedronken met een grote groep onbekenden en toeristen. Die nacht begon zijn tattoeage te branden, had hij spierpijn in zijn schouderbladen en kreeg hij kramp in zijn armen en benen. Wanneer hij liep, zwom of een andere vorm van duursport deed viel het mee, maar wanneer hij rustig op de bank zat of een lange tijd stil stond nam de pijn toe. De pijn was nooit erg genoeg om er een oplossing voor te vinden, maar aanwezig genoeg om irritant te zijn.
Ook op dat moment, in de luchthaven, begonnen zjn benen te zueren. Zoals altijd wanneer de krampen begon deed Benajmin wat oefeningen. Hij spande zijn spieren enkele tellen, waarna hij ze weer ontspande. Tegen de tijd dat zijn koffie af begon te koelen zakte het vervelende gevoel weg, waarnaar Benjamin iets ontspande en weer achterover in de stoel ging zitten.
Toen de telefoon weer afging in zijn tas wierp hij zijn bagage van schoot en schoof het onder de stoel. Het was remoerig om hem heen, iets wat nu welkom was sinds het het geluid van zijn telefoon dempte. Door de jaren heen was Benjamin goed geworden in het negeren en uitsluiten van oproepen. Hij had zichzelf aan moeten leren om Eva direct op te nemen, in plaats van te wachten tot ze in ieder geval drie keer had gebeld in een tijdsbestek van dertig minuten. Eva was laaiend op hem geworden en Benjamin gaf haar geen ongelijk. Als er wel ooit iets ernstigs gebeurde was Benjamin onbereikbaar, zelfs voor zijn verloofde.
En wat was hij haar dankbaar dat ze hem daarin had gecorrigeerd. Hij herinnerde zich nog goed de dag dat Eva als voetganger betrokken was geraakt bij een auto ongeluk. Hoe het ongeluk plaats had gevonden kon ze niet meer vertellen, evenmin konden de bestuurders van de autos een goed geformuleerde omschrijving bieden, wat wel het geval was geweest was dat Eva in aanraking was gekomen met een tollende auto en ze tegen een vuilniscontainer langs de weg was gelanceerd. Ze had een gat in haar hoofd en een flinke hersenschudding er aan over gehouden, maar ze had zichzelf enigszins van schade kunnen behoeden door de winterkleding en vele sjaals die ze altijd droeg. Dat was overigens ook de eerste (en laatste keer) dat Benjamin haar veel te uitgebreide sjaal collectie prees.
De gedachte aan Eva maakte Benjamin gelukkig en diep triest tegelijkertijd. Hij miste haar, een soort gevoel wat onbeschrijfelijk was. Het voelde alsof hij een long of lever mistte; iets cruciaals en onvervangbaar. Eva was voorheen zijn beste vriendin aan deze kant van de oceaan. Zij was de basis van zijn leven hier in Engeland, van zijn familie aan vrienden die hij hier de laatste zeven jaar op had gebouwd. Zij was zijn eerste gesprek na uren in het vliegtuig te hebben gezeten, zijn eerste in zoveel dingen in zijn nieuwe leven. En nu was ze een toekomstige moeder, maar Benjamin wist niet of hij haar toekomstige man kon of mocht zijn. Hij wist niet of hij ooit nog zijn eerste kind geboren kon zien worden, hem of haar vast kon houden en in slaap kon wiegen. Hij was er klaar voor een vader te worden, klaar voor om een groter huis aan te schaffen, een vaste baan te accepteren… Klaar voor een leven.
Maar Benajmin had niet het recht om dat alles te hebben. Dat werd hem maar al te duidelijk toen zijn totem zijn leven overnam, zijn leven benam. Hij keek naar zijn rechterarm, naar het levende bewijs van de kracht die hem schuil ging. Het leek een tatoeage die gezet was, maar de tatoeage die van nature zijn huid kleurde was hier en daar enkel aangestipt of iets vervormd. Dat zijn gezicht gespaard was gebleven was zijn geluk geweest, maar zijn gehele rechterkant van zijn lichaam was gesierd, van zijn tenen tot aan zijn vingertoppen. Eva vond het prachtig, maar zij dacht – evenals ieder ander – dat zijn totem een vogel was. Maar hoe leg je uit dat jij de totem draagt van een dier die je zelf niet eens kent? De angst die een begin maakte aan zijn vlucht naar Engeland borrelde langzaam naar boven. Het was een bekend gevoel, een gevoel dat hij eens in de zoveel tijd weer spontaan kreeg om hem er aan te herinneren wat hij had gedaan.
“Godver.” Vloekte Benjamin binnensmonds. Hij stond voor de spiegel in de douche, waar hij een blik wierp op zijn rug. De tatoeage werd steeds meer aanwezig, steeds duidelijker, en steeds groter. Het leek zijn weg te klauwen van zijn rug, over zijn heupen naar zijn borst. Nu al zag Benajmin zelfs de vertakkingen ontstaan richting zijn schouderbladen en bovenbeen. De huid was rauw en rood met hier en daar korsten van nachtenlang irritatie en krabben. De laatste dagen knipte hij zijn nagels tot aan het leven, hopend dat het hemzelf iets zou beperken in het mutileren van zijn huid, want daar was zij totem zelf al goed genoeg in. Zijn ouders vroegen zich af waarom Benjamin zijn witte tanktops had vervangen door donkerdere t-shirts, want Benajmin hield helemaal niet van donkere, droevige kleren. Daneyon was er overigens ook niet erg blij mee, want die kreeg Benajmins oude kleren toegeworpen door zijn ouders, die vonden het zonde van het geld om nieuwe kleren voor hem te komen. Benjamin vond dit ook niet terecht, maar hij had tegenwoordig genoeg zorgen aan zijn hoofd om die van zijn broertje ook op zich te nemen. Hun zusje had het geluk dat zij het enige meisje was, zij kreeg niet de oude kleren van haar broer toegewezen maar ontving altijd nieuwe kleding.
“Benji, schiet eens op!” Celestes bonkte bij elke woord hard op de deur. “Je staat al vet lang onder de douche!”
“Jaja, C, geef me even de tijd om aan te kl-!” De deur sloeg open en Benjamin slaakte een kreet, terwijl hij verwoed naar een handdoek “Serieus C?!”
Celeste begon hartelijk te lachen terwijl ze hem richting de deur wees. “Nu weg.”
Benjamin pakte een tweede handdoek en begon de handdoek te roeren in de lucht. Celeste Begon haar shirt over haar hoofd vol krullen uit te trekken en zag niet wat Benjamin van plan was. Benjamin sloeg in een snelle beweging de handdoek naar voren en terug, en het uiteinde ketste pijnlijk tegen haar onderrug. Celeste gilde, draaide zich om en probeerde Benjamin te schoppen. Haar auto immuun ziekte resulteerde in beperkte kracht en behendigheid en dus zorgde Benjamin altijd dat hij langzamer reageerde. Of Celeste wist of hij het speelde of niet wist Benjamin nog steeds niet, maar het deed Benjamin goed om haar pijnlijke blik om te zien slaan in een blik van triomf toen ze hem tegen zijn bovenbeen schopte en Benajmin gromde van de pijn. “Watje.” Lachte ze. Eerlijk, deze keer deed hem het daadwerkelijk pijn. Zijn huid deed al dagen pijn… Maar dat wist niemand en hij was het ook niet van plan te zeggen. Zijn ouders hadden al genoeg zorgen aan hun hoofd.
Benjamin liep lachend de douche uit en sloot de deur achter zich. Onderweg naar zijn kamer klopte hij op de deur van Daneyon en opende het voorzichtig. “Morgen. Kom je zo uit bed? Celeste is nu even in de douche, maar dan kun je alvast ontbijten.”
Die ochtend leek het begin van een goede ochtend, maar het voelde verkeerd. Benjamin wist dat, op het moment dat hij die ochtend de tatoeage aanzienlijk had zien groeien, er iets stond te gebeuren. Iets zorgelijks, als een spanning die groeide en uiteindelijk zou ontploffen, maar waarvan je niet precies wist hoe lang het nog zou duren en wanneer dat moment was. Die ochtend had Benjamin een mok met koffie door de kamer gegooid, voor het eerst een vuistgevecht gehad met zijn broer en voor het eerst zijn zusje aan het huilen gemaakt.
Maar het leek een ochtend zoals elke andere ochtend, net zoals deze ochtend als elke andere ochtend had geleken.
Benjamin keek naar zijn lege mok, naar het nummer dat het meisje naast zijn naam had geschreven. Hij kwam langzaam weer bij zinnen en knipperde verwoed met zijn ogen. Benjamin stond op, liep naar de prullenbak en gooide de beker er in. Vervolgens pakte hij zijn tas, waar op dat moment zijn telefoon weer in begon te trillen, en gooide de tas over zijn schouder. Benajmin marcheerde naar de de gate, waar hij incheckte en door het personeel werd gefouilleerd terwijl zijn tas door röntgen ging. Het duurde niet lang, want Benjamin had niet veel kleren aan en weinig bagage mee, dus hij was snel weer opweg naar de BTW-vrije winkels. Eenmaal in de winkels zocht hij naar een interieur winkel, waar hij een zo lelijk mogelijke kaars kocht voor Celeste. Het was juli, en over twee dagen was Celeste jarig, de dag waarom Benjamin aan zou komen bij zijn ouderlijk huis. Hij stond niet te popelen om zijn ouders weer te zien, om zijn zus onder ogen en te komen en om zijn vete met zijn broer weer aan te moeten gaan, maar het was nodig. Als hij het niet deed, zouden zijn broer en zus hetzelfde kunnen overkomen als hem, en hij gunde dat hun het minst.
@Amarynthia