schreef:
Lilith
Het was uitermate fascinerend hoe de mensen allemaal verschillende reageerden op de situatie. Wie er voor haar uitsprong, was de jongen met het pikzwarte haar en de nonchalante houding. Het was voor haar onzeker wie hier de leiding had. Aan de lichaamstaal was het moeilijk af te leiden, het leek wel alsof iedereen hier tegen elkaar opboksten en ze zich in een kudde jonge hengsten bevond, klaar om te strijden voor de macht. De jongen op wie ze haar ogen liet rusten, leidde de kudde richting een nieuwe kamer. Gedwee volgde ze, hoofdzakelijk uit nieuwsgierigheid. Niemand in deze ruimte zou haar tot iets dwingen en het overleven, dus alles wat ze nu deed, deed ze omdat ze het wou. Mochten ze weten wie ze in hun handen hadden, zouden die grijnzen om hun lippen gauw vervagen. Al was dat net haar sterkte, ze kon haar identiteit niet blootgeven. Het was nog te vroeg om eerlijk te zijn. Daarvoor moesten ze eerst bewijzen dat ze het waard waren haar te helpen bij haar zoektocht. Nog belangrijker was dat ze hen volledig moest kunnen inschatten. Als ze een gevaar voor haar dochter zouden vormen, dan kon ze hen nu net zo makkelijk van binnenuit volledig uitschakelen.
Een paar handen dwong haar op een houten stoel en het was bijna lachwekkend dat ze haar vastbonden. Ze konden net zo goed een draak proberen te bedwingen met een zijden draadje. Lichtjes geamuseerd door hun onwetendheid, sloop er een grijns om haar lippen. Het slimste bij mannen was om hun gezag niet te ondermijnen, maar na al haar jaren van rebellie, vond ze het moeilijk om te doen alsof ze minderwaardig en minder krachtig was dan deze miezerige hoop menselijke mannen samen. De haat en ruwe handelingen die tegenover haar gesteld werden, weerspiegelden algauw in haar ogen. Steeds meer besloop haar het gevoel dat ze die arrogante grijnzen van hun gezichten wou scheuren met haar handen.
De machtsstrijd in de kamer ging verder. Toen er nog een man opstond, volgde de jongen met de zwarte haren meteen. Beide kwamen ze dichter naar haar toe. Tussen de twee speelde er zich veel af, ze voelde zelfs wat moordlust van de jongen afdruipen, waar ze hem groot gelijk in gaf. De andere man zag er ondraaglijk uit, vooral de arrogantie was vervelend. Tot haar grote verbazing, nam hij zelfs de leidersrol over van de jongeman. Met een kwade ondertoon, zette hij het gesprek in gang. Het was duidelijk, ze wisten nog niet veel over haar, maar ze vermoedde dat ze haar minstens als een opperdemon inschatten. Vandaar de zware kettingen die veel krachten dempten, maar nog genoeg om stiekem iedereen net dat beetje koud zweet te bezorgen door iedereen te laten overvallen met een licht gevoel van angst. Een beetje spelen kon geen kwaad, het was al zo lang geleden dat ze op aarde was geweest. Na al die tijd in de hel, was ze absoluut niet meer de jonge onschuldige vrouw die ze ooit was geweest.
"Mijn naam is Luna en ik kom hier voor hem. Kunnen jullie nu vertrekken? Ik wil hem graag onder vier ogen spreken."
Niemand in deze ruimte interesseerde haar, ze wou de jongen met het zwarte haar alleen spreken, dus knikte ze samen met haar woorden zijn kant op. Of haar orders opgevolgd zouden worden, wist ze niet. Al hoopte ze voor hen van wel, want langzaamaan bekroop een gevoel van ongeduld haar. Dit spelletje kon leuk worden, maar ze wist niet in wiens handen haar liefste dochter was. Eliora, God is mijn licht. Lilith hoopte oprecht voor haar kind dat God haar licht was en over haar zou waken ditmaal. Ze wou niet dat het meest onschuldige wezen ter wereld opnieuw in handen van het duister zou vallen, alleen en weerloos. Als ze een hart had, dan brak het aan de gedachte dat het kind met die grote, blauwe ogen en roze wangetjes een eenzame dood had geleden. Als dit opnieuw zou gebeuren, zou er ditmaal wel iemand voor boeten. Al vocht ze zich opnieuw een weg door de aarde naar boven.