Amarynthia schreef:
Paniek overviel haar. Voor een moment leek de tijd stil te staan. Verschillende gedachten raasden door haar hoofd, maar geen was duidelijk te onderscheiden. Het was een wirwar van gedachten, zorgen en emoties. Haar handen trilden en tranen zorgden voor een vertroebeld beeld. Haar leven stortte letterlijk in. Al haar dierbaren waren weg, alles waar ze voor gewerkt had.
Kristina vermande haarzelf en richtte haar aandacht op de vrouw, die met een angstige blik een voorzichtige stap achteruit gezet had.
Een verontschuldiging was misschien op z’n plaats geweest, maar op dit moment kon Kristina het niet opbrengen om formaliteit voorop te stellen. ‘Ik ben verdwaald,’ zei ze na een weloverwogen keuze wat betreft haar woordkeuze. Verdwaald in tijd, maar dat zei ze er niet bij.
De woorden leken de vrouw iets op haar gemak te stellen. ‘Je draagt gekke kleding, jongedame.’
Kristina wierp een blik omlaag. Ze droeg een strakke, donkere broek met een effen shirt met driekwartsmouwen. Helemaal geen bijzondere outfit, maar als ze naar de kleding van de vrouw keek, geloofde ze dat ze hier niet vaak vrouwen zagen in een lange broek. ‘Daar was ik me niet van bewust, het spijt me.’ Kristina legde haar hand op haar voorhoofd en keek om haar heen. Ze had geen idee wat ze moest doen. Of beter gezegd, wat ze kòn doen. Ze draaide zich opnieuw naar de vrouw. ‘Alstublieft, help me.’
De vrouw leek nog altijd niet op haar gemak en wat angstig zette ze haar mand op de grond. Ze deed haar mantel af en stak deze naar haar uit. ‘Ik kan u weinig bieden, maar wellicht zal dit helpen.’
Kristina probeerde haar een dankbare blik toe te schenken, maar de chaos in haar hoofd belemmerde haar acties. ‘Dank u zeer,’ zei Kristina, niet helemaal zeker wat het juiste taalgebruik was.
‘Als u me nu laat gaan…’
‘Oh, ja, tuurlijk. Het spijt me, ik wilde u niet afschrikken. Sorry. Heel erg bedankt. Eh, fijne dag nog verder?’ ratelde Kristina. De vrouw pakte haastig de mand op en draaide zich om. Kort keek ze Kristina argwanend aan, niet zeker wetende of ze wel te vertrouwen was. Kristina kon haast niet geloven dat ze bang voor haar was, al had ze op dit moment weinig tijd om erover na te denken. Ze trok de mantel over haar schouders. Het was een lang gewaad, maar aangezien de vrouw een stuk korter was geweest, kwam de stof tot halverwege haar schenen. Ze viel in elk geval een stuk minder op.
En nu? Ze wreef met haar handpalm onder haar ogen langs, om de opkomende tranen te doen verdwijnen. Ze moest haarzelf vermannen. Ze had er niets aan om nu in een zielig hoekje te huilen. Ze moest een uitweg vinden. Misschien moest ze wel gewoon weer naar de treurwilg toe, wellicht was dat de weg terug.
Het duurde even voor ze de plek had teruggevonden. In haar verwarde staat eerder was ze willekeurig een weg opgegaan, zonder aandacht te besteden aan de kant die ze opliep. Toch lukte het haar om de grote boom terug te vinden. Met grote passen stapte ze op het natuurverschijnsel af, om vervolgens haar hand op de schors te leggen. ‘Breng me terug, alsjeblieft…’
@marlee