Ik hoor de vogels fluiten, maar zie ze niet. Ik hoor de wind waaien, maar voel hem niet. Ik zie wat rozen, maar ruik ze niet. Ik eet wat eten, maar proef het niet. Ik loop wat rondjes heen en weer. Ik mis jou steeds meer en meer. Ik wil de tijd kunnen terug draaien, terug naar hoe het was. Ik mag niet eigenlijk niet klagen, maar heb toch nog zoveel vragen. Waarom moest je weg, dat is de vraag die ik nog heb, maar het antwoord ligt ver weg. Ik zou je willen vertellen hoeveel ik van je hou, maar daar is het te laat voor, ik sta alleen in deze kou.
Ik open mijn ogen en zie de mist, verderop fiets jij als ik me niet vergis. Als een donder bij bliksem fiets ik achter je aan, Ik kijk nog eens goed.. Het was maar een waan. Hij leek op jou, ik ging maar gauw. Ik fietste verder door het licht, het is de toekomst, waar ik me voortaan op richt.
Ik weet dat het een super slecht gedicht is, maar verveelde me dusja.