D E A D L I N E Je hebt tot 26-01-2015 23:59 om de nagekeken tekst naar SoldToADemon te mailen, met als onderwerp 'Grammar nazi gezocht'. P R I J Z E N #1 - 15 cr #2 - 10 cr #3 - 5 cr
N O T E Je hoeft niet per se alle fouten eruit te halen. Stuur de fouten op die je vindt (nummer ze van 1 t/m 13, citeer de zin waar je de fout vond, geeft de fout aan en zet erachter hoe het wel moet) en wie weet heb jij alsnog de meeste gevonden van iedereen en maak je nog kans op de eerste plek. Mocht het zo zijn dat je een fout vindt die ik over het hoofd heb gezien, dan geldt die als bonuspunt! (:
Doordat er wel eens iemand aan mij vraagt of ik een verhaal of stuk tekst op grammatica- of spelfouten na wil lezen, kreeg ik het idee voor deze competitie, aangezien ik benieuwd ben wie er hier allemaal een oog voor taal heeft. Hieronder staat een kort verhaaltje, geschreven in tegenwoordige tijd, met daarin 13 fouten. Denk hierbij aan grammatica, interpunctie, formulering of gewoon een 'simpele' spelfout. Sommige zie je zo, sommige zijn lastiger te vinden. Goed zoeken dus!
T H E S T O R Y (316 WOORDEN) ‘Goedemiddag,’ Ik draai mijn hoofd om bij het horen van een stem, maar het bleek enkel een al wat oudere man te zijn die een andere man, gehuld in pak, begroedt bij het uitstappen van de trein en vervolgens klaagt over dat de kaartjes hedendaags zo duur kosten. Ik weet niet waarom ik zo schrikachtig reageer op het minste of geringste geluidje, maar ik kon het gewoon niet helpen. Ik ben zenuwachtig voor de ontmoeting, dat mag duidelijk wezen. Maar of dat de enige reden is dat ik hier sta te friemelen aan de kleding die ik draag, me af vraag of wat ik draag überhaupt wel geschikt is voor een ontmoeting als deze en zowat een nekhernia krijg omdat ik continue om me heen blijf kijken, is nog maar de vraag. Misschien was het een slecht idee geweest. Misschien heb ik moeten luisteren naar wat me vertelt werd toen mijn ouders zeiden dat het niet veilig is, maar ik, koppig als altijd, heb doorgezet totdat ik mijn zin kreeg. Punt is, nu het moment dichterbij komt, begin ik te twijfelen of het nog wel mijn zin is. ‘Hanna?’. Nogmaals draai ik mijn hoofd om. Daar staat ze, met het hengsel van een rode sporttas over haar schouder geslagen, een tas die zo te zien zwaar weegt, en een brede glimlach, die ik na even twijfelen beantwoordt. Ze is geen vieze, oude man, heeft geen rimpels rond haar ogen. Het is een normaal meisje, net zoals ik me al had voorgesteld toen ik haar voor het eerst online had gesproken. Plotseling lijken mijn zorgen haast kinderlijk en nietszeggend, zo snel verdwijnen ze wanneer ze op me af loopt en me omhelst. Ik knuffel haar automatisch terug. Dit is mijn beste vriendin, zelfs al is dit de eerste keer dat we elkaar in het echt zien, maar ik heb niet langer twijfels: het word een geweldige dag.