Nome is een stad in Alaska, ondertussen heel bekend geworden door de goudkoorts, maar in 1924 was het nog maar een heel klein dorpje met een groot probleem. Er leefden rond de 5000 mensen, waaronder veel kinderen, toen de epidemie uitbrak: difterie.
Er was maar één arts in Nome en een paar zusters om hem bij te staan, lang niet genoeg om alle patiënten, voornamelijk kinderen, te behandelen en vaak moesten ouders zelf dus ook helpen, met de kans om ziek te worden. Medicijnen waren in het begin wel aanwezig, echter raakten deze erg snel op en de dokter, Curtis Welch, stuurde meteen bericht naar de dichtstbijzijnde grote stad (Juneau) om meer medicijnen te sturen, zeker aangezien de winter eraan zat te komen en het dan niet meer mogelijk was om de medicijnen te vervoeren. Dit bericht kwam pas veel te laat in Juneau aan, het was een vroege winter en de havens waren al helemaal dicht gevroren, schepen konden niet meer vertrekken en in Nome was de medicijnvoorraad ondertussen helemaal op, een aantal kinderen waren al aan difterie gestorven. Juneau stuurde bericht terug dat ze op geen enkele manier bij Nome konden komen, de boten konden niet varen, het was voor vliegtuigen onmogelijk om te vliegen in de sneeuwstormen en de trein kon maar tot een bepaald punt komen. Mensen vreesden voor Nome, maar er was niets wat ze konden doen.
Natuurlijk was het onmogelijk voor Nome om het hierbij te laten zitten, de toekomst van het stadje, maar nog belangrijker van haar kinderen stond op het spel en mensen doen de vreemdste dingen als het om hun kroost gaat. Echter, was het besluit dat ze namen niet verrassend, heel slim zelfs. Op 24 januari 1925 werd in Nome een spoedvergadering gehouden, Mark Summers stelde voor om met twee teams sledehonden de medicijnen op te halen van de trein. Nome gebruikte al jaren sledehonden om de post op te halen en voor races, de honden kenden de weg en die medicijnen moesten toch opgehaald worden.
Iedereen stemde in met het plan van Summers, het was niet dat ze veel meer keuze hadden, alleen gingen ze het wel met nog meer dan twee teams doen, hoe sneller alles ging, hoe beter het was. 27 Januari kwam het pakket met medicijnen aan in Nenana, verder kon de trein niet komen, waar het eerste team sledehonden al klaar stond. Meestal werd er om de vijftig kilometer gewisseld van team, maar sommigen liepen wel tachtig of honderdvijftig kilometer aan één stuk! Het een na laatste team dat de medicijnen aangereikt kreeg, was veruit het snelste team. Gunnar Kaassen, met als leidende hond Balto, was zo verschrikkelijk snel dat het team waar hij de medicijnen aan over moest dragen, nog niet eens klaar was! Uiteindelijk heeft hij de honden de opdracht gegeven om door te gaan, door sneeuw en ijs, met veruit de slechtste weersomstandigheden op het pad, maar zij brachten de medicijnen naar Nome.
Balto werd een hele beroemde hond na deze reis, hij stond model voor het standbeeld dat geplaatst werd ter ere van alle teams die Nome gered hadden en ging met zijn baasje, Klaassen, het hele land door, iedereen wilde de hond zien die ''Nome gered had''. Niet iedereen was hier blij mee, er waren teams die meer kilometers afgelegd hadden dan Balto, maar er werd niet geklaagd, niet veel tenminste, omdat mensen nu tenminste zagen dat sledehonden wel degelijk het betrouwbaarste waren. Een stuk betrouwbaarder dan al die techniek tenminste.
[SPOILER HIERONDER]
Later zijn er nog drie films gemaakt over Balto, de eerste film begint met dat je oma Rosie met een kleinkind naar een standbeeld ziet zoeken, uiteindelijk komen ze bij het beeld van Balto aan en haar kleinkind vraagt wat er zo speciaal is aan die hond. Rosie begint te vertellen en zo kom je uit bij het verhaal, natuurlijk is het een stuk kinderlijker gemaakt, het is een kinderfilm, maar je krijgt wel een beetje een beeld van de omstandigheden waarin die mensen leefden. In de film is er geen estafette, maar dan gaat één team alles ophalen, dat team verdwaalt en uiteindelijk is Balto degene die het team en de medicijnen terug brengt. Op het einde kom je er pas achter dat een van de zieke kinderen Rosie heet, oma Rosie, de mevrouw opzoek naar het standbeeld van Balto, haar redder.