Padaung stam De padaung stam is één van de verscheidene bergstammen uit Thailand. De stam wordt wel niet erkend door Thailand zelf, aangezien het vluchtelingen zijn. Het volk was gevlucht voor militairen die de stam wilden uitroeien. Deze stam heeft ongeveer 6000 leden die vooral in het Noorden van Thailand leven. In feite kennen de meeste mensen deze stam onder een andere naam, namelijk de langnekken. Deze benaming komt omdat men denkt dat de nek van de vrouwen langer wordt door de ringen die ze om hun hals dragen. In feite is dit niet correct, het zijn namelijk de schouders die naar beneden worden gedrukt.
De ringen Waarom men deze ringen nu precies draagt, is nog steeds onbekend, al doen twee verhalen de ronde. De eerste mogelijkheid is dat ze de ringen dragen als schoonheidsideaal. Hoe meer ringen de vrouw draagt, hou schooner de vrouw in kwestie wordt gezien. Ze dragen ook ringen aan hun armen en hun benen, deze zijn even belangrijk dan diegene om hun nek. De tweede mogelijkheid zou zijn om zich te beschermen tegen de aanvallen van tijgers. Door de koperen ringen zouden de tijgers niet in de nek van de vrouwen kunnen bijten, aangezien de nek de beste plek is om een prooi zo snel mogelijk te doden. Wanneer de meisjes een leeftijd van 5 jaar bereiken krijgen ze hun eerste ring. Hoe ouder ze worden, hoe meer ringen ze rond hun nek krijgen.
Hun geloof Het geloof is verdeeld in drie geloven: het Boeddhisme, Christendom en Animisme. Deze verdeling komt vooral door de kolonisaties doorheen de jaren. Zo is bijvoorbeeld onder het Brits koloniaal bestuur een groot deel van de stam bekeerd tot het Christendom. Het Animisme is geen religie op zich maar bestaat uit kenmerken van alle religies ter wereld. Hun belangrijkste kenmerk is dat ze geloven in goede en kwade geesten. Waardoor men ook offers brengt om deze goedgezind te stemmen.
Toeristische attractie Heel wat vrouwen willen niet dat hun dochters deze ringen dragen, maar ze worden verplicht door de Thaise overheid. Heel wat mensen reizen naar het noorden van Thailand om deze stam in het echt te kunnen zien leven. De toeristen betalen geld om de stam te mogen bekijken. Een deel van dit geld gaat naar de stam zelf, die het dan investeert zoals in infrastructuur en voeding.
Ondanks dat wij, het Westen, dit mensonvriendelijke vinden, zijn deze mensen gelukkig. Hieruit kunnen we concluderen dat cultuurverschillen niet slecht zijn. Alles hangt af van de gewoontes, behoeften, normen en waarden.