Paspoort
Familie: Phienicopteridae
Grootte: 80 tot 145 centimeter lang
Gewicht: 1,9 tot 3 kilogram
Leefgebied: Ondiepe, zoute of kalkrijke meren
Eieren: 1 ei per broedperiode
Phoenicopteridae oftewel de Flamingo is een vogel die eerst bij de categorie ooievaarachtigen hoorde, maar is later ingedeeld bij zijn eigen categorie: de Flamingo. Dit komt omdat de dieren wel iets weg hadden van de futen en de duiven, maar verder niets gemeen hadden met de ooievaar.
Flamingo's hebben bijzondere lange poten en een enorm lange hals. Een flamingo staat vaak op één poot, men dacht dat dit was om in een bepaalde rust stand te zijn. Echter zijn er ook andere theorieën.
Theorie 1: Met een poot in het water zorgt het dier ervoor dat zijn lichaam afkoelt. Als ze twee poten zouden gebruiken, zou het koelingsproces te snel gaan.
Theorie 2: Het is mogelijk dat het dier wegzakt in de modder, door op één poot te staan kan de flamingo ervoor zorgen dat als hij wegzakt, hij zichzelf door middel van zijn andere poot weer uit de modder kan halen.
Er zijn veel verschillende soorten flamingo's die ieder een Latijnse naam hebben gekregen:
- Chileense Flamingo; Phoenicopterus chilensis. Deze flamingo vind je in Zuid-Amerika.
- Kleine Flamingo; Phoeniconaias minor. Deze flamingo komt voor in Noordwest India, de Perzische Golf en Oost-Afrika.
- Andes Flamingo; Phoenicoparrus andinus. Zijn leefgebied zit eigenlijk al in de naam, namelijk Chileense Andes.
- James' Flamingo; Phoenicoparrus jamesi. Zij komen voor in Andes van Peru en Noord Chili.
- Gewone Flamingo; Phoenicopterus roseus. Deze kan je vinden in Nederland.
- Rode Flamingo; Phoenicopterus ruber. Deze laatste soort is te vinden in het Caraïbisch gebied.
Alle Latijnse namen hebben een woord die in meerdere soorten voorkomen. Deze namen geven het 'geslacht' aan. Onder dit geslacht kunnen meerdere soorten vallen.
De mooie roze kleur van de flamingo komt door het voedsel dat zij eten. Flamingo's eten algen en kleine kreeftjes, de voedingstof uit deze diertjes heet cartenoïde.
Op het moment dat ze niet deze voedingstof binnen krijgen, worden flamingo's wit.
Tijdens de broedperiode gaat het vrouwtje opzoek naar een mannetje. Tijdens deze zoektocht is het belangrijk dat het mannetje een vrouwjte imponeert. In het dierenrijk zijn hier regels aan verbonden. Een mannetje imponeert het vrouwtje door bepaalde dansachtige bewegingen.
Een flamingo legt per broedperiode één ei. De broedperiode duurt 28 dagen, een nestperiode duurt 75 dagen.
Op het moment dat het kuiken geboren wordt, is hij grijs met een roze snavel en opgezwollen poten. Later verkleurt hij naar dezelfde kleuren als zijn soort. De flamingo is samen met de duif een van de weinige soorten vogels die hun kuikens voeden met melk. De melk bestaat uit bloedlichaampjes. Zowel het mannetje als het vrouwtje kan melk geven.