Demish schreef:
Uiterlijk negentientachtig. Dat was het jaartal waarvan hij had verwacht uiterlijk erin te lezen. Hij had zelfs nog negentienveertig genoemd. Hij mocht blij zijn dat ze niet in dat jaartal leefden, want dat viel midden in de tweede wereldoorlog. Iets wat de meeste mensen wel wisten. Hij had echter zo nonchalant gezegd dat hij de tijd niet bij had gehouden, dat Rain niet meer wist wat ze met zijn antwoorden moest, behalve ontkrachten dat ze niet meer in de twintigste eeuw waren. ‘Nou, het is dus 2018,’ liet ze hem nogmaals weten. Haast veertig jaar na het jaartal wat hij had genoemd. Het begon vreemder en vreemder te worden en de sfeer in de winkel werd er ook niet beter op.
‘Kaibad National Forest? Maar dat is, dat is meer dan 200 mijl hier vandaan,’ stamelde Rain verbaasd. Hij kon dat toch niet serieus menen? Het was dan wel een bekend bos in de staat van Arizona, maar het was ontzettend ver van Phoenix. Het lag zelfs nog dichter bij de staat Nevada. Hij kon daar niet helemaal vandaan zijn gekomen. Maar, waarom zou hij daar over liegen? Hij leek het echt te menen. Misschien was dit wel weer een deel van een waanbeeld. Was het een naam die hij ooit een keer had onthouden en noemde hij het nu. Het kon niet dat een mens zo ver had gelopen, niet zonder een goede uitrusting en voldoende slaap, eten en drinken. Het leek erop alsof deze man geen van alle had gehad.
Eindelijk gaf hij haar een naam. Eentje die, ondertussen, niet meer heel gebruikelijk was voor de tijd waarin ze leefden. Rain had nog nooit iemand gehoord die Castiel had geheten. Cas, die naam kende ze wel. Casper, ook dat kende ze. Al zei een naam vaak niets. Haar naam was immers ook iets ongebruikelijker dan de namen die de meeste meisjes kregen.
Wat er voor Rain haar ogen gebeurde, vond ze moeilijk om te bevatten. Het ene moment had Castiel voor haar gestaan. Het andere moment leek hij binnen een seconde te zijn verplaatst naar een deel van de winkel dat ze zich in de schaduw bevond. Ze rook de geur van verband vlees, afkomstig van de man die haar winkel binnen was gekomen. Brandwonden hadden zich op zijn huid gevormd, maar leken ook langzaamaan weer te verdwijnen naarmate de tijd verstreek. Dat was… Onmogelijk? Men verbrandde niet zomaar, niet op die manier althans. Daarnaast had hij ook zo snel bewogen dat zij het nauwelijks had kunnen zien. Nu leek hij erg angstig in de schaduw te staan, zich verstoppend voor het licht van de zon. Rain wist niet wat er gebeurde. Eerst had ze gedacht dat hij degene was die niet mentaal in orde was, maar het leek nu alsof haar hersenen degenen waren die spelletjes met haar aan het spelen waren.
‘Heb je… Verbrandde je nou zojuist in de zon?’ vroeg ze. Het was haast onmogelijk, maar ze had het toch echt gezien. Rain liep naar de plek waar hij zojuist had gestaan. De gevallen ring viel haar nu pas op. Ze bukte om het sieraad op te pakken en legde het in de palm van haar hand. De zetting was gemaakt van metaal, wellicht zilver. Aan het model te zien was het duidelijk een oude ring. Eentje die door vele generaties had geleefd en wellicht door was gegeven van vader op zoon. De steen in het midden van de ring had een prachtige, donkerblauwe kleur. Rain herkende het als Lapis Lazuli. Een steen die stond voor het kennen van eigen kracht, eerlijkheid en het bewandelen van het eigen pad. Ook was het, zogezegd, een bevorderlijke steen voor relaties, zowel in vriendschap als in de liefde.
Twijfelend keek ze van de ring naar de jongeman, Castiel. Aan zijn blik te zien wilde hij deze graag terug, maar Rain wist niet of ze dat zomaar kon doen. Er gebeurden hier teveel vreemde dingen. Hij had gedacht dat ze in de twintigste eeuw hadden geleed, hij was zojuist verbrand in de zon en hij kende de maand juli niet. Haar gezonde verstand probeerde haar nog altijd te vertellen dat er iets met hem aan de hand was, dat hij hulp nodig had. Rain kon echter niet anders dan twijfelen aan wie er hier voor haar stond, of wat. Ze wist dat het gek was om te denken, maar het leek alsof hij niet zomaar een man was.
Haar grootouders hadden haar vroeger vaak verhalen verteld. Over heksen, weerwolven en vampiers. Vampiers die verbrandden in de zon, die keer op keer de wereld hadden geprobeerd te verpesten en de heksen die de wereld zo glorieus hadden gered. Maar vampiers dronken bloed, vielen mensen aan. Dat had hij nog niet gedaan. Daarnaast was het slechts een verzinsel geweest, een mythe. Het was onmogelijk dat er een vampier voor haar stond. Simpelweg buitengewoon onmogelijk.
‘Het lijkt erop dat je deze nodig hebt,’ zei Rain, nog niet zeker over alles wat er nu gebeurde. Er was echter maar één manier om al haar zorgen, twijfels en gedachten op orde te krijgen en dat was door het aan hem te vragen, hopend dat hij eerlijk antwoord zou geven. ‘Als jij me vertelt wie je vent, wat je bent, Castiel Novak, dan beloof ik je dat je de ring terugkrijgt,’ vertelde ze hem. Dit was gekkenwerk. Als hij echt was wat zij dacht dat hij was, waarom zou hij haar dan niet aanvallen en de ring terugpakken?
‘Want dit… Dit kan niet. De oude kleren, denken dat we nog in de twintigste eeuw leven, alle opvattingen die je tot nu toe hebt gedeeld. Ik weet dat het onmogelijk is, maar het lijkt alsof je niet uit deze tijd komt. En als dat echt zo is, dan…’ Ze kon het niet eens uitspreken. Als hij echt al langer op deze aarde leefde, dan was er haast nog maar één verklaring voor.
@HarryStyles