Demish schreef:
Van het ene vervoersmiddel waren ze naar het andere gegaan. Waar eerst alle studenten van Hogwarts in één trein hadden gemoeten, werden ze nu verdeeld. De eerstejaars werden opgewacht door een reusachtige man genaamd Hagrid. Anderen werden meegenomen naar koetsen die voort werden getrokken door onzichtbare paarden die hen naar het kasteel zouden brengen.
De treinreis van Rhi was behoorlijk rustig verlopen. Tenminste, als ze de paar kleine verstoringen niet meerekende. Ze had de blonde jongen die haar, naar haar mening, teveel en te nutteloze vragen had gesteld, niet meer gezien. Ze had in alle rust op het dak kunnen liggen, totdat er op de één of andere manier studenten achter waren gekomen dat er iemand op het dak had gelegen. Sommigen waren naar de achterkant van de trein gekomen om te kijken of het echt waar was, van anderen had ze enkel stemmen gehoord. Terwijl zij, nog altijd op haar rug liggend, op het dak had gelegen, had ze van onderen allerlei stemmen gehoord. Jammer genoeg hadden haar twee oudere pleegbroers ook bij die stemmen gehoord en het had dan ook niet lang geduurd voordat Evan en Ethan bij haar op het dak hadden gezeten. In eerste instantie had ze geweigerd om van het dak te gaan, vooral omdat de twee blonde jongens in haar ogen niets over haar hadden te zeggen, maar uiteindelijk had ze geen keuze gehad. Ethan had haar namelijk gewoon opgetild. Daar was ze het niet mee eens geweest en daarom had ze de rest van de reis ook met een chagrijnig gezicht door de trein gelopen.
Rhi had het behoorlijk vreemd gevonden dat toen ze uit de trein was gestapt, ze niet mee had gemogen met de ouderejaars. Een oude, grote man had hen verwezen naar het meer en een paar bootjes. Terwijl iedereen enthousiast reageerde, was Rhi vooral nieuwsgierig naar waar de ouderejaars dan naar toe gingen en of dat interessanter was dan een paar bootjes die uit henzelf naar het kasteel zouden varen. Ze moest toegeven dat het er indrukwekkend uitzag. Het kasteel, het grote meer en alle bootjes met lampionnen. Ze wist ook dat haar pleegzusje Edyn het helemaal geweldig zou vinden, wat nog een reden was om het meisje te ontwijken.
Rhi liet haar ogen bedenkelijk over de bootjes glijden. Ze zou er niet aan ontkomen om bij iemand in een bootje te stappen. Dat betekende dat ze nu de minst stomme mensen uit zou moeten zoeken om bij te zitten. Net toen ze had besloten in welk bootje ze zou stappen, hoorde ze de stem van Edyn. Zuchtend draaide Rhi zich naar het blonde meisje om, wie nog een ander meisje aan haar hand had. Natuurlijk, dacht Rhi. Edyn praatte tegen alles wat los en vast zat.
‘Er is niks gebeurd,’ zei Rhi en ze haalde haar schouders op. Het was vanaf het begin al haar bedoeling geweest om Edyn te ontwijken en ze was juist zo blij dat het voor een groot deel van de reis was gebeurd. Rhi bekeek het meisje dat met Edyn mee was gelopen. Aan de bloemen in haar haren gezien was Edyn helemaal los gegaan met haar speciale trucje. Er was echter nog niet meer dan een zachte begroeting uit het meisje gekomen. Ondanks dat Rhi liever een stil iemand naast zich had dan iemand als Edyn, wilde ze niet met de twee meisjes in een bootje.
Vanuit haar ooghoeken zag ze de jongen wie ze ontmoet had op het dak van de trein en ze besloot dat zelfs hij op dit moment beter gezelschap zou zijn dan de twee meisjes. ‘Ik ga,’ meldde ze Edyn, zonder zich verder voor te stellen aan het andere meisje. Ze liep om de meisjes heen en stapte snel in het bootje waar de blonde jongen al in was gestapt. Met haar erbij, was het bootje vol. Iets wat het magische bootje zelf ook leek te weten, want hij begon zich al langzaam te bewegen door het water.
Een beetje verbaasd en met enigszins met een slecht gevoel bleef Linn achter met Edyn nog altijd aan haar zijde. Ze had niet meteen direct verwacht dat ze naast Edyn nog een nieuwe vriendin zou maken, maar dat het meisje haar enkel had bekeken en zich vervolgens weer om had gedraaid, vond ze wel heel erg. Volgens Edyn was haar pleegzusje juist best aardig? Ze had wel gezegd dat ze het misschien niet altijd liet zien, maar dat het er wel zat. Misschien was dat wel zo, maar had ze gewoon geen interesse gehad in Linn. Het zou niet de eerste keer zijn, maar Linn vond het jammer dat het zusje van Edyn, wie ze na een paar uur in de trein steeds aardiger begon te vonden, haar juist niet aardig leek te vinden.
‘Oh, ze heeft vast al vrienden gemaakt! Jammer, want ik wilde met z’n drietjes in een bootje!’ zei Edyn, wie duidelijk niet leek te merken wat er net was gebeurd. Linn nam het haar ook niet echt kwalijk. Ze had in de afgelopen paar uur wel gemerkt dat Edyn echt iemand was die alleen maar keek naar het positieve en al het mooie om haar heen, zoals het kasteel en het meer met de bootjes. Het laatste wat Linn wilde was negatief doen, want ze was nog altijd bang dat Edyn haar vroeg of laat toch niet zo leuk zou vinden.
‘Kom, dan zoeken wij ook een bootje!’ Edyn had haar hand al vastgenomen, zodat ze samen opzoek naar een bootje konden gaan. Linn glimlachte flauw en liet zich meetrekken door het enthousiaste meisje. Ze had door Edyn haar actie nog niet eens tijd gehad om naar het kasteel zelf te kijken. Toen ze eenmaal haar plekje in had genomen in één van de bootjes, kon ze dat pas echt doen. Het kasteel zag er precies uit zoals ieder ander kasteel uit een sprookjesboek. Ondanks dat het omringd was door bossen en een meer, viel het op. Er waren zeker vijf torens en allemaal verschillende muren. Linn gokte dat de school minstens tien keer zo groot was als haar oude school, en dat was alleen nog maar wat ze van buiten kon zien.
Het bootje waar ze samen met Edyn en nog een paar anderen in zaten, begon te bewegen zonder dat er iemand roeide. Toen Linn om keek naar de andere bootjes, zag ze dat er in geen van de bootjes iemand zat om te sturen. Toch leken de bootjes precies te weten waar ze naartoe gingen.
Ondanks dat Linn en Edyn best veel hadden gepraat, al was het vooral van Edyn haar kant gekomen, leek Edyn nog lang niet uitgepraat te zijn. Al merkte Linn dat ook Edyn behoorlijk onder de indruk was van de omgeving, net zoals zijzelf. Al was het voor Linn één grote reis geweest die vol aan elkaar had gehangen van nieuwe dingen waar ze onder de indruk van was geweest. Ze was onder de indruk geweest van Edyn en haar gehele houding, maar ook van de jongen met gekleurd haar en van het verhaal dat rond de trein was gegaan dat er een meisje op het dak had gelegen alsof het de normaalste zaak van de wereld was geweest.
De twee meisjes waarmee ze in het bootje zaten, zaten een beetje te giechelen en te fluisteren. Linn kon nog net opvangen hoe het ene meisje iets zei over de vleugels van Edyn. Ze kon het niet precies verstaan, maar het was niet heel aardig. Ondanks dat Linn het liefst aardig wilde worden gevonden door iedereen, wilde ze vooral Edyn als haar vriendinnetje behouden en daarom schraapte ze ook haar keel. ‘Edyn, mag ik je vleugeltjes een keer lenen? Als je dan ook mijn haar doet met dezelfde soort kleur bloemen, dan past het allemaal bij elkaar!’ Ze durfde niet direct te zeggen dat de meisjes hun mond moesten houden, maar Edyn had haar vandaag heel erg geholpen en daarom wilde Linn hetzelfde voor Edyn doen.
‘Heeft zij jouw haar gedaan?’ vroeg één van de meisjes nieuwsgierig en onder de indruk, waarop Linn meteen knikte. ‘Ja, Edyn is daar echt heel goed in! Ze heeft de vlecht en de bloemen met magie gedaan!’
Iedereen was enthousiast over het kasteel. Zelfs Michael kon zijn enthousiasme niet echt tegenhouden. Het enige wat hij jammer vond was dat hij met een bootje het meer over moest in plaats van dat hij samen met de ouderejaars naar het kasteel zou reizen. Ergens was hij ook wel weer blij dat hij even zonder Naylene en de anderen ergens kon zitten, want Calum en Naylene hadden het naar zijn mening iets te goed met elkaar kunnen vinden. Het was niet zo dat hij zijn vrienden geen nieuwe vrienden gunde, maar Calum was wel zijn vriend en hij had gehoopt dat ze samen een leuke treinreis zouden hebben. Uiteindelijk was het lang niet zo spannend geweest als dat hij had gehoopt, wat deels was gekomen door Naylene en Calum die het over dingen als school hadden gehad.
Hij en Calum hadden echter snel een bootje gevonden en het had niet lang geduurd voordat het bootje zichzelf vooruit had geduwd. Michael wist vrijwel zeker dat dit één van de laatste momenten was die hij met Calum zou hebben. Het was hem namelijk wel duidelijk dat Calum eerder bij Naylene in het huis zou worden gedeeld dan dat hij ook bij Slytherin zou komen, ondanks dat de zus van Calum ook in Slytherin zat. Naylene had hem nog wel verteld dat er een kans bestond dat ze samen les zouden krijgen, in wat voor huis ze ook zouden belanden. Volgens Naylene waren de meeste lessen namelijk gemixt.
Michael keek naar het kasteel en vervolgens naar zijn vriend. Het leek alsof iedereen die al in een bootje zat, alleen maar aandacht had voor het kasteel. Michael moest ook wel toegeven dat het er heel indrukwekkend uitzag en dat hij niet kon wachten om er naar binnen te gaan. Er zou zoveel gaan gebeuren in dat kasteel. Ze zouden er lessen krijgen, maar er zouden ook veel andere dingen gebeuren. Michael en alle andere leerlingen zouden hier immers het hele jaar doorbrengen. Alleen voor de vakanties zouden ze naar huis kunnen, maar voor de rest zou dit hun thuis worden. Michael was toe aan een nieuw thuis, ondanks dat hij niets te klagen had over het huis van zijn ouders. Hij was gewoon toe aan iets nieuws. Iets spannends en hij hoopte dat Hogwarts hem dat zou kunnen bieden.
Hij begon een beetje heen en weer te bewegen in het bootje, waardoor het bootje zelf begon te wiebelen. Niet erg genoeg om hen om te kiepen, dus er zat niet heel erg veel gevaar in. ‘Het duurt wel lang zo,’ deelde Michael mee, al was het eigenlijk meer klagen. Er roeide misschien niemand, maar het bootje ging ook niet met een grote snelheid richting het kasteel. Ondertussen had Michael het gebouw wel bestudeerd en moest hij wachten totdat ze aan zouden meren. De twee anderen in het bootje van hem en Calum leken elkaar ook te kennen, aangezien ze met elkaar in gesprek waren. Het gesprek vond Michael echter ook niet boeiend genoeg.
‘Denk je dat we in hetzelfde huis komen?’ vroeg Michael uit het niets aan Calum. Hij vroeg zich eigenlijk wel af of Calum er hetzelfde over dacht als hij. Misschien had Calum wel het idee dat ze alsnog bij elkaar zouden komen, maar Michael wist ook wel dat Calum slim was. Die had er vast ook wel over nagedacht en misschien had hij zich ook al wel bedacht dat er een grote kans was dat ze niet bij elkaar zouden belanden. Michael was wel nieuwsgierig naar hoe Calum daar over dacht en of hij er ook al over na had gedacht hoe het tussen hen zou gaan als ze niet bij elkaar in één afdeling zouden belanden.
Van het ene vervoersmiddel waren ze naar het andere gegaan. Waar eerst alle studenten van Hogwarts in één trein hadden gemoeten, werden ze nu verdeeld. De eerstejaars werden opgewacht door een reusachtige man genaamd Hagrid. Anderen werden meegenomen naar koetsen die voort werden getrokken door onzichtbare paarden die hen naar het kasteel zouden brengen.
De treinreis van Rhi was behoorlijk rustig verlopen. Tenminste, als ze de paar kleine verstoringen niet meerekende. Ze had de blonde jongen die haar, naar haar mening, teveel en te nutteloze vragen had gesteld, niet meer gezien. Ze had in alle rust op het dak kunnen liggen, totdat er op de één of andere manier studenten achter waren gekomen dat er iemand op het dak had gelegen. Sommigen waren naar de achterkant van de trein gekomen om te kijken of het echt waar was, van anderen had ze enkel stemmen gehoord. Terwijl zij, nog altijd op haar rug liggend, op het dak had gelegen, had ze van onderen allerlei stemmen gehoord. Jammer genoeg hadden haar twee oudere pleegbroers ook bij die stemmen gehoord en het had dan ook niet lang geduurd voordat Evan en Ethan bij haar op het dak hadden gezeten. In eerste instantie had ze geweigerd om van het dak te gaan, vooral omdat de twee blonde jongens in haar ogen niets over haar hadden te zeggen, maar uiteindelijk had ze geen keuze gehad. Ethan had haar namelijk gewoon opgetild. Daar was ze het niet mee eens geweest en daarom had ze de rest van de reis ook met een chagrijnig gezicht door de trein gelopen.
Rhi had het behoorlijk vreemd gevonden dat toen ze uit de trein was gestapt, ze niet mee had gemogen met de ouderejaars. Een oude, grote man had hen verwezen naar het meer en een paar bootjes. Terwijl iedereen enthousiast reageerde, was Rhi vooral nieuwsgierig naar waar de ouderejaars dan naar toe gingen en of dat interessanter was dan een paar bootjes die uit henzelf naar het kasteel zouden varen. Ze moest toegeven dat het er indrukwekkend uitzag. Het kasteel, het grote meer en alle bootjes met lampionnen. Ze wist ook dat haar pleegzusje Edyn het helemaal geweldig zou vinden, wat nog een reden was om het meisje te ontwijken.
Rhi liet haar ogen bedenkelijk over de bootjes glijden. Ze zou er niet aan ontkomen om bij iemand in een bootje te stappen. Dat betekende dat ze nu de minst stomme mensen uit zou moeten zoeken om bij te zitten. Net toen ze had besloten in welk bootje ze zou stappen, hoorde ze de stem van Edyn. Zuchtend draaide Rhi zich naar het blonde meisje om, wie nog een ander meisje aan haar hand had. Natuurlijk, dacht Rhi. Edyn praatte tegen alles wat los en vast zat.
‘Er is niks gebeurd,’ zei Rhi en ze haalde haar schouders op. Het was vanaf het begin al haar bedoeling geweest om Edyn te ontwijken en ze was juist zo blij dat het voor een groot deel van de reis was gebeurd. Rhi bekeek het meisje dat met Edyn mee was gelopen. Aan de bloemen in haar haren gezien was Edyn helemaal los gegaan met haar speciale trucje. Er was echter nog niet meer dan een zachte begroeting uit het meisje gekomen. Ondanks dat Rhi liever een stil iemand naast zich had dan iemand als Edyn, wilde ze niet met de twee meisjes in een bootje.
Vanuit haar ooghoeken zag ze de jongen wie ze ontmoet had op het dak van de trein en ze besloot dat zelfs hij op dit moment beter gezelschap zou zijn dan de twee meisjes. ‘Ik ga,’ meldde ze Edyn, zonder zich verder voor te stellen aan het andere meisje. Ze liep om de meisjes heen en stapte snel in het bootje waar de blonde jongen al in was gestapt. Met haar erbij, was het bootje vol. Iets wat het magische bootje zelf ook leek te weten, want hij begon zich al langzaam te bewegen door het water.
Een beetje verbaasd en met enigszins met een slecht gevoel bleef Linn achter met Edyn nog altijd aan haar zijde. Ze had niet meteen direct verwacht dat ze naast Edyn nog een nieuwe vriendin zou maken, maar dat het meisje haar enkel had bekeken en zich vervolgens weer om had gedraaid, vond ze wel heel erg. Volgens Edyn was haar pleegzusje juist best aardig? Ze had wel gezegd dat ze het misschien niet altijd liet zien, maar dat het er wel zat. Misschien was dat wel zo, maar had ze gewoon geen interesse gehad in Linn. Het zou niet de eerste keer zijn, maar Linn vond het jammer dat het zusje van Edyn, wie ze na een paar uur in de trein steeds aardiger begon te vonden, haar juist niet aardig leek te vinden.
‘Oh, ze heeft vast al vrienden gemaakt! Jammer, want ik wilde met z’n drietjes in een bootje!’ zei Edyn, wie duidelijk niet leek te merken wat er net was gebeurd. Linn nam het haar ook niet echt kwalijk. Ze had in de afgelopen paar uur wel gemerkt dat Edyn echt iemand was die alleen maar keek naar het positieve en al het mooie om haar heen, zoals het kasteel en het meer met de bootjes. Het laatste wat Linn wilde was negatief doen, want ze was nog altijd bang dat Edyn haar vroeg of laat toch niet zo leuk zou vinden.
‘Kom, dan zoeken wij ook een bootje!’ Edyn had haar hand al vastgenomen, zodat ze samen opzoek naar een bootje konden gaan. Linn glimlachte flauw en liet zich meetrekken door het enthousiaste meisje. Ze had door Edyn haar actie nog niet eens tijd gehad om naar het kasteel zelf te kijken. Toen ze eenmaal haar plekje in had genomen in één van de bootjes, kon ze dat pas echt doen. Het kasteel zag er precies uit zoals ieder ander kasteel uit een sprookjesboek. Ondanks dat het omringd was door bossen en een meer, viel het op. Er waren zeker vijf torens en allemaal verschillende muren. Linn gokte dat de school minstens tien keer zo groot was als haar oude school, en dat was alleen nog maar wat ze van buiten kon zien.
Het bootje waar ze samen met Edyn en nog een paar anderen in zaten, begon te bewegen zonder dat er iemand roeide. Toen Linn om keek naar de andere bootjes, zag ze dat er in geen van de bootjes iemand zat om te sturen. Toch leken de bootjes precies te weten waar ze naartoe gingen.
Ondanks dat Linn en Edyn best veel hadden gepraat, al was het vooral van Edyn haar kant gekomen, leek Edyn nog lang niet uitgepraat te zijn. Al merkte Linn dat ook Edyn behoorlijk onder de indruk was van de omgeving, net zoals zijzelf. Al was het voor Linn één grote reis geweest die vol aan elkaar had gehangen van nieuwe dingen waar ze onder de indruk van was geweest. Ze was onder de indruk geweest van Edyn en haar gehele houding, maar ook van de jongen met gekleurd haar en van het verhaal dat rond de trein was gegaan dat er een meisje op het dak had gelegen alsof het de normaalste zaak van de wereld was geweest.
De twee meisjes waarmee ze in het bootje zaten, zaten een beetje te giechelen en te fluisteren. Linn kon nog net opvangen hoe het ene meisje iets zei over de vleugels van Edyn. Ze kon het niet precies verstaan, maar het was niet heel aardig. Ondanks dat Linn het liefst aardig wilde worden gevonden door iedereen, wilde ze vooral Edyn als haar vriendinnetje behouden en daarom schraapte ze ook haar keel. ‘Edyn, mag ik je vleugeltjes een keer lenen? Als je dan ook mijn haar doet met dezelfde soort kleur bloemen, dan past het allemaal bij elkaar!’ Ze durfde niet direct te zeggen dat de meisjes hun mond moesten houden, maar Edyn had haar vandaag heel erg geholpen en daarom wilde Linn hetzelfde voor Edyn doen.
‘Heeft zij jouw haar gedaan?’ vroeg één van de meisjes nieuwsgierig en onder de indruk, waarop Linn meteen knikte. ‘Ja, Edyn is daar echt heel goed in! Ze heeft de vlecht en de bloemen met magie gedaan!’
Iedereen was enthousiast over het kasteel. Zelfs Michael kon zijn enthousiasme niet echt tegenhouden. Het enige wat hij jammer vond was dat hij met een bootje het meer over moest in plaats van dat hij samen met de ouderejaars naar het kasteel zou reizen. Ergens was hij ook wel weer blij dat hij even zonder Naylene en de anderen ergens kon zitten, want Calum en Naylene hadden het naar zijn mening iets te goed met elkaar kunnen vinden. Het was niet zo dat hij zijn vrienden geen nieuwe vrienden gunde, maar Calum was wel zijn vriend en hij had gehoopt dat ze samen een leuke treinreis zouden hebben. Uiteindelijk was het lang niet zo spannend geweest als dat hij had gehoopt, wat deels was gekomen door Naylene en Calum die het over dingen als school hadden gehad.
Hij en Calum hadden echter snel een bootje gevonden en het had niet lang geduurd voordat het bootje zichzelf vooruit had geduwd. Michael wist vrijwel zeker dat dit één van de laatste momenten was die hij met Calum zou hebben. Het was hem namelijk wel duidelijk dat Calum eerder bij Naylene in het huis zou worden gedeeld dan dat hij ook bij Slytherin zou komen, ondanks dat de zus van Calum ook in Slytherin zat. Naylene had hem nog wel verteld dat er een kans bestond dat ze samen les zouden krijgen, in wat voor huis ze ook zouden belanden. Volgens Naylene waren de meeste lessen namelijk gemixt.
Michael keek naar het kasteel en vervolgens naar zijn vriend. Het leek alsof iedereen die al in een bootje zat, alleen maar aandacht had voor het kasteel. Michael moest ook wel toegeven dat het er heel indrukwekkend uitzag en dat hij niet kon wachten om er naar binnen te gaan. Er zou zoveel gaan gebeuren in dat kasteel. Ze zouden er lessen krijgen, maar er zouden ook veel andere dingen gebeuren. Michael en alle andere leerlingen zouden hier immers het hele jaar doorbrengen. Alleen voor de vakanties zouden ze naar huis kunnen, maar voor de rest zou dit hun thuis worden. Michael was toe aan een nieuw thuis, ondanks dat hij niets te klagen had over het huis van zijn ouders. Hij was gewoon toe aan iets nieuws. Iets spannends en hij hoopte dat Hogwarts hem dat zou kunnen bieden.
Hij begon een beetje heen en weer te bewegen in het bootje, waardoor het bootje zelf begon te wiebelen. Niet erg genoeg om hen om te kiepen, dus er zat niet heel erg veel gevaar in. ‘Het duurt wel lang zo,’ deelde Michael mee, al was het eigenlijk meer klagen. Er roeide misschien niemand, maar het bootje ging ook niet met een grote snelheid richting het kasteel. Ondertussen had Michael het gebouw wel bestudeerd en moest hij wachten totdat ze aan zouden meren. De twee anderen in het bootje van hem en Calum leken elkaar ook te kennen, aangezien ze met elkaar in gesprek waren. Het gesprek vond Michael echter ook niet boeiend genoeg.
‘Denk je dat we in hetzelfde huis komen?’ vroeg Michael uit het niets aan Calum. Hij vroeg zich eigenlijk wel af of Calum er hetzelfde over dacht als hij. Misschien had Calum wel het idee dat ze alsnog bij elkaar zouden komen, maar Michael wist ook wel dat Calum slim was. Die had er vast ook wel over nagedacht en misschien had hij zich ook al wel bedacht dat er een grote kans was dat ze niet bij elkaar zouden belanden. Michael was wel nieuwsgierig naar hoe Calum daar over dacht en of hij er ook al over na had gedacht hoe het tussen hen zou gaan als ze niet bij elkaar in één afdeling zouden belanden.