Hadesu schreef:
Alex wees de weg en hij volgde, niet wetende waar ze precies naartoe gingen. Niet dat het veel deerde, hij had geen exact doel voor ogen en niemand om mee te spreken. Ze beantwoordde zijn vragen, wat hem eraan herinnerde dat er een aantal vragen van haar waren geweest die hij niet beantwoord had. Mocht ze daar nog antwoord op willen, zou ze er opnieuw over moeten beginnen. Het was raar om zo, vanuit het niets, antwoord te gaan geven op die vragen. Tenminste, zo voelde het.
Dus normaal reisden ze door, in tegenstelling tot zijn oude groep. Dat er mensen achter bleven, was niet iets wat wekelijks gebeurde, maar wel iets wat steeds vaker voorkwam. Hij begreep het wel. Op een gegeven moment moest je wel moe worden van het reizen, toch? Al leek Alex die mening niet de delen, want hij dacht uit haar eerdere woorden op te maken dat zij sowieso niet ging blijven. Toch vroeg ze naar de veiligheid van de mensen die hier zouden blijven en hij begreep waarom ze hem buiten gehoorsafstand van de andere mensen had gebracht. Er werden wederom vragen gesteld, die hij nu wel beantwoorden kon. 'Zelfs als ze niet direct achter mij aan zijn gegaan of me zijn blijven volgen, denk ik dat ze hier uiteindelijk wel zullen zijn. Deze mensen, met die beesten, doen dit puur om levens te ruïneren. Komen ze niet over een week, dan wel over een maand. Ze lijken erop uit te zijn om iedereen te vernietigen.' De woorden brachten rillingen op zijn eigen lichaam, vooral veroorzaakt doordat hij de beelden van eerder weer voor zich zag. De koude drang om te vernietigen, simpelweg vernietigen wat ze hadden opgebouwd. De voorraden, de dieren... Deze mensen hadden niet gehandeld om te overleven, maar om te vernietigen.
Hij bracht veel zorgen met zich mee. In een andere situatie had hij daarom kunnen lachen, maar hij wist dat Alex gelijk had. Door hier te komen, bracht hij dit hele kamp in gevaar. Tanya, die hij net ontmoet had, zou dankzij hem in een gevaarlijke situatie terecht komen, simpelweg doordat ze had besloten om hier te blijven. Hij voelde zich er schuldig over, zelfs al kon hij er niet echt wat aan doen dat ze hem van de grond hadden opgeraapt.
'Een aantal, ja. Ik denk tien procent van ons. Er waren een heleboel verschillende soorten talenten, zoals wij ze noemden. Soms ging het om iets kleins, zoals een beter gehoor of een scherpere reuk. Soms om andere dingen. Een van de mannen was erg krachtig, zonder daar echt voor te hoeven trainen.' Hij dacht terug aan de kerel, hoe snel hij ten onder was gegaan toen de horde wolven op hem sprong. Je had niets aan kracht als je zo belaagd werd, door een aanval die zo goed gecoördineerd was. 'Ben jij de enige in dit kamp dan, die zo'n zesde zintuig heeft?'
@TheBurrow