schreef:
Het voelde vreemd om te werken voor anders mensen. Normaal gesproken waren er altijd mensen die voor Eleonore werkten, maar nu waren de rollen omgedraaid. Nog nooit had ze moeten werken voor haarzelf, aangezien ze daar haar eigen mensen voor had. Ze begon spierpijn te krijgen van de keren dat ze de spons over het dek liet gaan. De hoge zon zorgde ervoor dat ze het steeds warmer kreeg. Haar kleding was ook veel te warm voor het weer. Kleine zweetdruppeltjes stonden op haar voorhoofd, als oorzaak van de hoge temperatuur. 'Uwe hoo-... Eleonore, ben je oké?', hoorde ze één van de dienstmeisjes zeggen. Haar blik had ze op Anna gefocust. Met een korte knik liet ze blijken dat ze het kon volhouden. Het was vreemd voor haar om dit te doen, maar ze moest laten zien dat ze het kon. Ze wist dat de piraten haar niet vertrouwden en ze zouden het al helemaal niet vertrouwen als ze niks zou doen. Haar losse haar zat haar in de weg, maar aangezien haar sieraden waren weggenomen kon ze het nergens mee vastmaken. Ze besloot om het te negeren en door te gaan met het dek. Het ging sneller dan verwacht. Op een snelle tempo hadden ze al de helft van het dek schoongemaakt. De houten planken zagen er beter uit dan eerst en door het laagje water dat op het hout lag leek het alsof het glom. Ergens was ze trots dat ze het kon, maar ergens was ze geïrriteerd dat ze zich zo liet behandelen. Toch wilde ze haar ring uiteindelijk weer rondom haar vinger hebben, waar hij ook hoorde. Langzaam had ze opgekeken wanneer ze haar naam hoorde roepen. Algauw ontmoette haar blik die van Oliver, waarna ze algauw keek naar het sieraad in zijn hand. Algauw rolde de ring over het dek, richting haar. Gauw had ze gebukt om haar verlovingsring op te pakken. Blij deed ze hem weer rondom haar vinger, waarna ze rechtop stond. Voor kort had ze richting Oliver geglimlacht, hem enigszins bedankt.
Ts -> a couple of minutes later.
'Eindelijk', verzuchtte ze wanneer ze de vieze spons in het water gooide. Uitgeput leunde ze even tegen de helling van het schip. 'Dankjewel voor jullie hulp', had ze tegen de dienstmeisjes gezegd. Het leek erop dat ze de compliment goed opnamen. Een korte glimlach kwam op hun gezichten. Voor even had ze naar haar jurk gekeken, die volledig nat was geworden door het vieze water. Ook die van de dienstmeisjes was volledig vies. Ze hadden nieuwe kleding nodig en dat was overduidelijk. Toch wist ze dat ze het niet aan Oliver kon vragen, wetend dat hij haar enkel uit ging lachen. 'Dus, jullie zijn de nieuwe dames waar iedereen het over heeft', een vrouwenstem vulde haar oren. Algauw had ze opgekeken, gekeken naar de vrouwelijke verschijning voor haar. Haar zwarte haren vielen als golven over haar schouder heen en haar blauwe ogen leken dezelfde kleur te zijn als de oceaan waarop ze vaarden. Niet wetend wat ze moest zeggen, keek ze haar enkel aan. 'Eleonore, toch?', zei ze. Haar ogen liet ze paar keer op en neer gaan, haar volledig bekeken. Hoewel ze zulke aandacht was gewend, voelde ze zich ergens ongemakkelijk. Het leek er niet bepaald op dat ze welkom waren op het schip en al helemaal niet doordat zij haar naam met walging uitsprak. Ze wist niet wie het was en wat ze van hun wilde, maar aan haar blik te zien leek het erop dat ze hun niet op het schip wilde. 'Jullie kunnen beneden kleding halen, de eerste deur links. Het lijkt erop dat jullie het wel nodig hebben', had ze enkel gezegd. Algauw had ze zich omgedraaid, doorgelopen naar één van de bemanningsleden. Of ze te vertrouwen was wist ze niet, maar ze wist wel dat ze kleding nodig had.
Beneden was het erg donker, maar ze hadden wel kleding gevonden. Het leek op de kleding die de vrouw aanhad. De outfit bestond uit een grote, witte blouse, een grote riem en een broek met een paar laarzen. Tot haar verwachtingen leek het veel comfortabeler dan ze dacht, het zat zelfs lekkerder dan haar eigen jurk. De jurken hadden ze ergens in een hoek opgevouwen, wetend dat ze er niks meer aan hadden. Ze liep uit de kamer, totdat iemand haar tegen de wand aanduwde. 'Weet je wat we met dieven doen?', grijnsde de man. Hij pakte haar hand en duwde het tegen de wand aan. Kort gelach was duidelijk te horen, waarna ze die richting inkeek. De vrouw van net stond toe te kijken, maar wanneer ze haar blik zag, liep ze algauw weer het dek op. Ze wist dat ze niet te vertrouwen was. 'We hebben niks gestolen... we mochten dit aan van de vrouw', zei Suzan. De piraat keek haar enkel aan, grijnzend. Ergens wist ze dat ze niet naar hun zou luisteren. Zijn mes had hij tegen haar pols gelegd en wanneer ze de koude metaal tegen haar pols aanvoelde, probeerde ze zich los te wringen uit zijn greep. 'Nee, nee, sorry!', riep ze. Langzamerhand zag ze zijn gezichtsuitdrukking veranderen. Irritatie was duidelijk te zien.
'Ik heb niks gestolen.'
@Kittenpainfull