Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Mai
Check het forum voor gezelligheid!!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
14 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
O | Endure and survive
Hadesu
Wereldberoemd



Auw. Fuck. Die woorden deden veel meer pijn dan hij wilde laten blijken, maar het leek wel alsof ze haar voet op zijn hart had geplant en nog even extra gestampt had. Alsof ze een kussen tegen zijn gezicht duwde en hem daarmee alle adem benam. Hij kreeg het benauwd, warm, koud, alles tegelijk. Zijn lichaam trilde van de emotie. Meerdere malen opende hij zijn mond om iets te zeggen, maar hij kreeg de woorden zijn strot niet uit. Hij kon het niet zeggen. Hij wilde haar vertellen wat er aan de hand was. Waarom hij zo'n klootzak leek. Hij wilde helemaal geen klootzak zijn, niet naar haar toe. En hoewel hij wist dat hij het er zelf naar gemaakt had, snapte hij niet dat ze het niet zelf bedacht had. Tranen prikten achter zijn oogleden, maar hij knipperde ze weg. Fuck dat, hij ging hier niet staan huilen om dit. Het duurde nog even voordat hij zijn mond teruggevonden had, maar toen keek hij haar eindelijk aan. 'Waarom? Omdat ik wilde dat ik hem was, Charlotte.' Zijn stem was gespeend van alle emotie. Hij kon de woorden anders niet uit zijn strot krijgen zonder zwak te zijn. Hij kon sowieso de woorden niet uit zijn mond krijgen. Hij kon het niet. Hij schudde zijn hoofd, durfde haar nauwelijks meer aan te kijken. Duidelijker dan dit ging hij het niet kunnen zeggen. Begreep ze dan wat hij bedoelde? Wat hij voelde? Maar daar ging het helemaal niet om, zij hield van Ryan en daar kon hij niet tussen komen. Hoeveel pijn het hem ook deed, zijn plaats was overduidelijk niet meer bij haar. Dat ze hier ruzie over moesten maken, bewees dat maar weer. Dus hij keek op, herpakte zijn houding. Negeerde haar gezichtsuitdrukking. 'Vergeet het. Morgen ben ik hier weg. Dan heb je ook geen last meer van deze ongelofelijke klootzak en kan je je focussen op de liefde van je leven.' Hij glimlachte, maar de glimlach was alles behalve oprecht. Zonder op haar reactie te wachten, draaide hij zich om en hij begon weer te lopen, in de richting van de door Sam aangewezen geïnfecteerden. Los van wat ze hier gezegd hadden, moest hij nog steeds een opdracht voltooien. Met of zonder haar, dat maakte niet meer uit. Morgen was hij hier toch weg.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Hij… Dean. Ryan. Hij wilde… Wat? 
Verstoten stond ze daar, terwijl honderden gedachten door haar hoofd spookten, gepaard met tientallen verschillende emoties. Ze was boos. Net vooral op Dean, nu voornamelijk op haarzelf. Schuld. Spijt. Hoe had ze het nooit gezien? Verward. Verbaasd. Na zijn afstandelijkheid, was dit wel het laatste wat ze verwacht had. Wanneer was het gekomen?  
Charlotte leunde tegen een boom, liet haarzelf langzaam omlaagglijden. Tranen prikten in haar ogen, net zoals ze bij hem hadden gedaan. Ze had heus wel gezien dat het hem pijn deed, dat de glimlach nep was. Verdomme. Waarom zei je die dingen net allemaal? Waarom heb je het nooit opgemerkt? 
En nu? Nu was ze hem kwijt. Morgen was hij weg. Weg van het kamp, weg uit haar leven. Ineens voelde ze zich weer het stadsmeisje. Bang, kwetsbaar en alleen. Charlotte trok haar knieën op, vergat compleet dat er een groep geïnfecteerden rondliep. Ze wilde met hem mee. Het zou haar een worst wezen wat ze achter zou laten. Het kamp was prettig. Ze vond de vele contacten om haar heen fijn en het helpen van de kinderen was iets waar ze veel waarde uit haalde. En Ryan… Hij was leuk, maar absoluut niet de liefde van haar leven. Waarom was ze zo’n ongelooflijke sukkel dat ze niet doorhad hoe Dean zich voelde? Maar was dat wel zo? Misschien had ze het onbewust geweten. Niet voor niets had ze liever niet in het openbaar met Ryan willen zijn. Niet voor niets wilde ze geen officiële relatie beginnen met Ryan. Maar, was dat alleen omdat ze de gevoelens van Dean wilde sparen? 
Charlotte’s lichaam schokte bij het horen van het eerst gevuurde schot. Ze begroef haar gezicht in haar knieën, negeerde de overige schoten. Ze wilde met Dean mee, maar ze was ervan overtuigt dat hij niet op haar aanwezigheid te wachten zat. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Misschien had hij het niet moeten zeggen. Aan de reactie van Charlotte, of eerder het gebrek daaraan, merkte hij dat ze niet wist wat ze ermee moest. Hij had gewoon zijn mond moeten houden, niet zo achterlijk moeten zijn. Wat had hij willen bereiken door dat te zeggen? Dat ze hem om de hals zou vliegen, zeggen dat ze voor altijd bij hem wilde blijven? Zoals ze had gezegd die nacht dat ze dronken was? Als hij oprecht had geloofd dat dat zou gebeuren, was hij wel heel hoopvol. En achterlijk.
De geïnfecteerden waren nauwelijks zijn aandacht waardig. Dean zijn frustratie had een hoogtepunt bereikt en dat resulteerde in mischien wel de meest brute slachtpartij ooit. Binnen enkele minuten lang het groepje geïnfecteerden er dood bij, doorboord door meerdere kogels per lichaam. Dean had het goed aangepakt, met twee pistolen geschoten. Twee keer zo snel, twee keer zo veel vuurkracht. En nu waren ze allemaal dood. Dat was dan ook het enige waar hij goed in was, voor de rest was hij een mislukkeling. Hij checkte of alles dood was, waarna hij terug liep naar het kamp. Onderweg passeerde hij Charlotte, maar hij durfde haar niet eens aan te kijken. Niet na wat hij had gezegd en wat zij had gedaan. Of, niet had gedaan. In plaats daarvan liep hij naar Sam, een eindje verderop en hij deed snel verslag van wat er gebeurd was met het groepje geïnfecteerden. Hij voegde er heel terloops aan toe dat hij morgen zou vertrekken en hoewel het de oudere man duidelijk pijn deed dat te horen, knikte hij slechts. Sam had geweten dat dit eraan zat te komen. ‘Charlotte blijft?’
Dean haalde zijn schouders op. ‘Dat lijkt me wel. Ze heeft niet gezegd dat ze hier weg wilde.’ Ze had ook niet gezegd dat ze wilde blijven, maar de boodschap leek duidelijk en Sam knikte. Hij leek nog iets te willen zeggen, maar hield zich op het laatste moment in. Het deerde Dean niet meer. Fuck, als hij overmorgen opgevreten zou worden door geïnfecteerden, zou het hem ook niet meer boeien. Wat was het nut nog?

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



De uren die volgden, gingen als een waas aan haar voorbij. Ze had tijd nodig om na te denken. Ze wilde niet bij Dean zijn, maar ook zeker niet bij Ryan. Die jongen had niets verkeerd gedaan, maar zijn aanwezigheid was behoorlijk verwarrend. In plaats daarvan had Charlotte een andere man opgezocht, of beter gezegd: jongetje. Kinderen waren eerlijk, konden verhelderend zijn met hun vragen en Timothy had al eerder gedacht dat Dean en zij een stel waren. Samen liepen ze door het bos, richting de waterval. Charlotte vertrouwde haarzelf genoeg om het jongetje te beschermen en aangezien eerder die dag het hele bos opgeschoond was door de zoektocht naar geïnfecteerden, verwachtte ze dat de kust veilig was. 
‘Hé, Tim, mag ik je wat vragen?’ 
Het jongetje leek het niet eens erg te vinden dat ze zijn verhaal onderbrak. Het was toch niet een heel interessant verhaal. ‘Tuurlijk! Vraag maar raak.’ 
Hoe bracht ze dit? Het jongetje zou waarschijnlijk toch niet begrijpen waar ze mee zat, maar dat maakte niet uit. Het was zijn eerlijkheid die ze wilde, niet zijn gemaakte adviezen. Daarvoor had ze ieder ander kunnen aanspreken. ‘Weetje nog toen in het huisje? Toen dacht je dat Dean en ik… nou ja, je dacht dat hij mijn vriendje was, toch.’ Bedenkelijk knikte het jongetje. ‘Waarom dacht je het?’ 
Hij haalde zijn schouders op. ‘Jullie leken verliefd.’
‘Maar waardoor leken we verliefd?’
Timothy hield zijn hoofd wat schuin. ‘Geen idee. Ik denk dat het gewoon de kleine dingen zijn? Weet ik veel, ik kende jullie pas net.’ 
Charlotte stopte met lopen. Jullie leken verliefd. Jullie. Zíj ook. Was zij ook verliefd? Op Dean? Ineens dacht ze terug aan de tijd die ze samen hadden doorgebracht. De keer dat ze huilend in zijn armen had gestaan. Dezelfde dag als dat ze vol enthousiasme haar eerste schot loste. Haar blik viel op haar onderarm, waar de dunne, sierlijke lijnen getekend stonden. Was dat echt allemaal vriendschappelijk geweest? 
‘Hij gaat weg,’ fluisterde Charlotte. 
‘Dean?’ vroeg Timothy. ‘Waarom?’
Om háár. Omdat ze hem gekwetst had en niet zo’n klein beetje ook. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Hij ging inderdaad weg. Na een ongemakkelijke laatste nacht in dezelfde tent als Charlotte, ging Dean weg. Hij had er nog over nagedacht, misschien gehoopt dat Charlotte zich zou bedenken en met hem mee wilde gaan. Egoïstisch, dat was hij. Sam en Evan hadden geen pogingen gedaan om hem op andere gedachten te brengen. In plaats daarvan gaven ze hem voldoende voorraden mee voor een paar dagen en zorgden ze ervoor dat Dean niet zonder munitie zou komen te zitten de komende tijd. Hij was hun dankbaar voor hun begrip voor de situatie. Net zoals al die jaren geleden respecteerden ze zijn keuze en lieten ze hem gaan. Het was niet dat ze niet om Dean gaven, maar ze gaven om zijn verlangen naar rust. Dus toen hij de volgende dag de laatste dingen in zijn tas stopte, was hij dan ook verbaasd dat Sam nog een keer langskwam. Ergens leek het wel alsof de man echt verdrietig was dat Dean zou vertrekken. Dat was een raar idee.
'Je komt nog wel een keer langs, toch?' vroeg de grote kerel. 'En het liefst zonder dat er bijna tien jaar verstrijken.' De flauwe grap maakte dat Dean glimlachte. De glimlach bereikte zijn ogen misschien niet, maar het was een lach. 'Ik zal m'n best doen, Sam,' antwoordde hij.
'We blijven waarschijnlijk toch in deze omgeving hangen. Het is hier veilig. Je weet ons te vinden.'
'Ja, echt. Dit keer zal ik terugkomen.'
De man gaf hem een vriendschappelijke klap op zijn schouders. 'Dan wens ik je veel geluk, Dean. Richting het westen is een kleine Firefly-bunker. Verlaten, waarschijnlijk. Maar ik vermoed dat er nog wel voorraden liggen. Als ik jou was, zou ik die kant op reizen.'
Dean stelde het advies van de man op prijs en knikte. 'Dank je, Sam. Doe de groeten aan Evan, als hij terugkomt.' Dean had de avond ervoor al afscheid genomen van de andere vent, die de nachtelijke wacht op zich had genomen en nu lag te slapen.
'En Charlotte?' Sam sprak het eindelijk uit. Dean keek naar de tent, waar het meisje nog zou liggen. Precies zoals hij had gewild. Hij wilde geen afscheid van haar nemen. Dat zou raar voelen, pijn doen. Dean haalde zijn schouders op, maar met moeite. Hij was niet zo onverschillig als hij leek. 'Zeg haar maar dat het me spijt en dat ik hoop dat ze mijn woorden kan vergeten,' mompelde hij, 'dan weet ze wel wat ik bedoelde.'
Sam knikte. Dean stelde het op prijs dat de vent niet door bleef vragen. Nu was het Dean zijn beurt om de brede vent een klap op zijn schouder te geven. 'Kop op, Sam. Ik zal heus niet doodgaan, oké? Beloofd.'
De man glimlachte flauw. 'Dat hoop ik, Dean.'
Met die woorden slingerde Dean zijn goed gevulde tas over zijn schouder wen hij begon te lopen in de richting die Sam gesuggereerd had. Hij keek nog een keertje om, over alle tenten die daar stonden en zijn ogen bleven even hangen op de tent die hij met Charlotte had gedeeld. Ryan kon dan mooi zijn plaats in nemen, nu. Hij stak een hand op naar Sam, die dit gebaar beantwoordde. Toen draaide hij het kamp de rug toe en begon te lopen, de gevaarlijke buitenwereld in.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Die nacht had ze amper geslapen. Tot laat in de nacht had ze liggen woelen, had ze nagedacht over wat ze wilde. Wilde ze met hem mee? Wilde ze alles wat ze samen hadden opgebouwd verliezen?  Of bleef ze liever hier? Op het kamp waar ze zich langzamerhand op haar gemak was gaan voelen? Wilde ze blijven bij de jongen waarvan ze wist dat het tijdelijk was? Want eerlijk was eerlijk, ze had nooit échte gevoelens voor die jongen gehad. 
Uiteindelijk was ze in slaap gevallen. Haar dromen reflecteerden haar twijfels, maakten alles des te verwarrender. De herinneringen tussen Dean en haar vloeiden door haar droom. De positieve, maar ook negatieve herinneringen. Steeds weer zag ze de vertederde glimlach op zijn gezicht, keer op keer. Hoe had ze nooit gezien dat hij haar leuk vond? 
Zodra ze haar ogen opende, vulde een leegte haar lichaam. De slaapzak naast haar was verdwenen. Dean was verdwenen. Het was alsof hij een deel van haar met zich had meegenomen, hoe cliché dat ook mocht klinken. Een hele tijd bleef ze in haar tent liggen. Lusteloos. Ze had geen zin de anderen onder ogen te komen. Hij was weg. Haar reisgenoot was weg. Haar maatje. Misschien was hij zelfs wel haar beste vriend te noemen. Ze miste zijn aanwezigheid nu al. Zijn soms wat nukkige blik, die haar soms in lachen deed uitbarsten. De blik die zij soms kon laten verdwijnen. Ze bedacht zich dat er nog zoveel van hem was wat ze wilde weten. Ze had al een hoop van zijn tatoeages gezien, maar nog nooit had ze deze allemaal kunnen bestuderen of had ze het verhaal erachter gehoord. Ze draaide zich op haar rug, sloot haar ogen en drong de brok in haar keel weg. Het was te laat. Ze wilde naar hem toe, ze wilde al haar woorden terugnemen, hem vertellen dat de relatie van Ryan en haar niets voorstelde, maar het was te laat. Hij zou een behoorlijk stuk op haar voorlopen, helemaal met zijn tempo. Helemaal nu zijn enkel weer genezen was en hij geen rekening met haar hoefde te houden, noch zijn eigen verwondingen. 
Na een hele tijd kwam Charlotte ook naar buiten. Ze ontliep Ryan, had even geen zin in zijn aanwezigheid. Het was niet eerlijk, want die jongen had niets misdaan. Hij zou waarschijnlijk niet eens weten waar haar afstandelijkheid vandaan zou komen. Ze nam een stuk fruit en ging op een van de boomstronken zitten rondom het kampvuur, dat nu nog uit was. Ze staarde naar de appel in haar handen. Ze had helemaal geen zin in eten. Op dit moment had ze nergens zin in. 
Een schaduw viel over haar heen toen een grote man naast haar plaatsnam. Ze hoefde niet op te kijken om te weten wie het was: Sam. Zou ze wegmoeten? Ze had haar plek hier alleen maar te danken aan Dean, wie wist hadden ze nu genoeg van haar. 
‘Ik heb Dean gesproken voor hij wegging.’ Er lag spijt in zijn stem. Het was duidelijk dat de man om de getatoeëerde jongen gaf. Hij moest als een zoon voor hen zijn, toen ze hem vonden was hij nog echt een jongetje. ‘Het spijt hem en hij hoopt dat je zijn woorden kan vergeten.’
Ineens sprongen de tranen in haar ogen. Zijn woorden vergeten? Dat was het enige waar ze aan kon denken. Hij wilde dat hij Ryan was. Hij had gevoelens voor haar. Hij gáf echt om haar. Hoe kon ze dat vergeten, na alles wat ze over hem heen had gegooid? Ze was zó ongelooflijk egoïstisch geweest. Ze moest haar best doen om niet in huilen uit te barsten naast deze man. 
Ze ademde diep in en keek voor haarzelf uit. ‘Hoe lang wist je het al?’ Het was duidelijk dat de man Dean goed kende, waarschijnlijk beter dan Dean zichzelf kende. Charlotte wierp haar blik op de man naast haar. Hij had een meelevende blik in zijn ogen. Zijn uiterlijk was vrij agressief, maar er schuilde een klein hart achter. 
‘Al vanaf de dag dat hij hier met je binnenkwam.’ 
Dat maakte het enkel erger. Ze was ontzettend blind geweest. 
‘Charlotte… Je bent hier welkom, ik wil dat je dat weet. Je kunt hier blijven zo lang je wilt, we zullen je opnemen als een van ons. Maar, als je je bedenkt, ik heb Dean richting een Firefly-bunker gestuurd. Het is nog niet te laat. Denk erover na.’ Met die woorden liet hij haar achter. Het was nog niet te laat. Was dat zo? 
Met moeite had Charlotte haar appel weggewerkt, had ze de wacht overgenomen, nam ze de tijd om na te denken over de woorden van Sam. Denk erover na. Het is nog niet te laat. In de namiddag zocht Ryan haar op. Hij kwam naast haar zitten, zonder iets te zeggen. Een gepaste afstand tussen hen. Na een aantal minuten van breekbare stilte, was het Charlotte die haar mond opentrok. 
‘Het spijt me.’ 
‘Niet doen,’ antwoordde hij. Nu pas keek ze opzij. Hij leek ergens mee te zitten. ‘Ik weet waarom je zo afstandelijk bent, Char.’ 
O ja? Dan wist hij meer dan zijzelf. ‘Is dat zo?’ 
Hij glimlachte weemoedig. ‘Je vindt mij niet leuk. Ik merk het aan je.’ 
Shit. Moesten ze dit gesprek nú voeren? Charlotte wierp haar blik op de grond. ‘Het spijt me…’ 
Ryan legde zijn hand op de hare en kneep er bemoedigend in. ‘Niet doen…’ 
‘Ik vind je leuk, maar niet op-’
‘Niet op de manier zoals je hém leuk vindt.’
Wacht, wat? Wie? 
‘Hou jezelf niet voor de gek, Charlotte. Het is die getatoeëerde klootzak die je hart gestolen heeft, niet ik. Hij is het die je laat blozen, die een oprechte lach op je gezicht tovert.’ 
In een vogelvlucht gingen de herinneringen aan haar voorbij. Het was waar. Meerdere keren had hij haar laten blozen, had ze een warm gevoel gekregen van zijn aanraking of aanwezigheid. Het was hij aan wie ze continu dacht, degene bij wie ze wilde zijn. Hij was degene die ze bij zich wilde hebben. Hij was het wiens warmte ze wilde voelen. Hij had gelijk. De gevoelens die ze geblokkeerd had, bang voor wat het hen zou brengen, maar ze waren er wel degelijk geweest. Ineens barste ze in huilen uit. De tranen liepen over haar wangen. Bang dat ze te laat was. Boos dat ze het nooit eerder gemerkt had. Schuldig voor het gedrag dat ze vertoond had. Ryan troostte haar door een vriendschappelijke knuffel. Suste haar. En na enkele minuten na een ongemakkelijke huilsessie, veegde hij haar tranen weg en fluisterde hij haar toe: ‘Ga. Nu is het nog niet te laat.’


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Het kostte hem moeite, om niet om te kijken. Alsof hij verwachtte dat er iemand achter hem aan kwam. Eerst had hij nog gedacht de snelle voetstappen van Timothy te horen, de kleine jongen. Maar toen hij zich uiteindelijk toch omdraaide, bleek dat niet zo te zijn. Natuurlijk niet, het joch zou heus niet zomaar achter Dean aan komen lopen. Het was niet alleen gevaarlijk, maar de twee hadden ook nog eens niet echt een goeie band gehad. De kans was groter dat het joch bij Charlotte was, haar wakker probeerde te maken en aan háár vroeg waar hij gebleven was. Ja, dat was waarschijnlijk het geval. Niemand behalve Evan en Sam gaf daadwerkelijk genoeg om Dean om daadwerkelijk achter hem aan te komen en van die twee had hij afscheid genomen. Het was klaar zo. Hij ging niet achtervolgd worden, door niemand niet.
Hoewel hij niet veel pauzes had, reisde hij ook niet op een belachelijk snel tempo. Dat lukte niet. Hij voelde zich rusteloos, maar tegelijkertijd lusteloos. Hij had geen zín om snel te lopen. Geen zin om pauze te nemen. Geen zin om stuk fruit te eten, dat Sam hem op het laatste moment nog had gegeven. De man met de gigantische baard gaf veel om Dean en dat wist hij. Dat was de enige reden dat hij de appel opat. Dat was tenminste iets dat je al lopende op kon eten. Hij hoefde er verder niets voor te doen.
Hij was op weg naar de bunker. Vanuit daar zou hij wel zien wat hij verder ging doen. Nu hij alleen was, leek het allemaal een stuk nuttelozer om van te voren plannen te maken. Toen hij met Charlotte reisde, had hij dat gedaan. Dan wist zij waar ze aan toe was en wist hij waar ze naartoe gingen. Makkelijker. Handiger. Nu hij alleen was, kon hij doelloos rondzwerven wat hij wilde. Hij wist waar hij ongeveer zat, wist welke bunkers er in de buurt zaten en nadat hij de door Sam aangewezen bunker bezocht had, zag hij wel wat hij ging doen. Er was een dorpje in de buurt, misschien zou hij daar wel een een kijkje nemen. Een blik in het leven van andere menen werpen. In al die jaren sinds de uitbraak van de rare ziekte had de wereld op een aantal plekken stilgestaan. Kleine dorpen, verlaten alsof het spooksteden waren. Maar als Dean terugdacht aan het bed waar hij in de boerderij op geslapen had, leek het wel heel aanlokkelijk om daarheen te gaan. Hij had nu eenmaal aan Sam beloofd om niet dood te gaan. Dus zou hij moeten overleven, zelfs al zag hij niet meer waarvoor. Al die jaren had hij op wraak geleefd, in de stad had hij geleefd op het idee van een normaal leven, dat nooit kwam. Met Charlotte, leefde hij voor haar. Daar kwam het eigenlijk op neer. Hij leefde om haar te beschermen en haar te leren zichzelf te beschermen. Nu dat niet meer nodig was, waar leefde hij nog voor? Voor de belofte die hij aan Sam gemaakt had.
Sam had hem geen indicatie gegeven hoe ver het reizen zou zijn naar de bunker en Dean had geen haast, dus hij hield zijn rustige tempo aan. Op een gegeven moment nam hij zelfs een momentje om te jagen: Een vogel die probeerde weg te vliegen werd door zijn kogel geraakt en viel dood neer. Dat betekende dat hij vers vlees kon eten, vanavond. Hoezee. De vogel werd van zijn veren ontdaan terwijl Dean, nog steeds op zijn dooie gemak, door liep. De dag vorderde en hij liet een spoor van veren achter zich, maar ook dat deerde hem niet. Pas tegen het vallen van de avond realiseerde hij zich dat het tijd werd om te stoppen en te gaan slapen. Na de omgeving gecheckt te hebben, liep hij een kleine jagershut binnen die zeer toevallig aan de rand van het bos had gestaan. Het was klein, kaal en het matras van het bed ontbrak. Maar, de muren zouden een bepaalde veiligheid garanderen en de kou wat meer buiten houden. Het was niet warm meer, 's avonds. Steeds vaker zou hij echt op zoek moeten gaan naar onderdak om de nachten te kunnen overleven zonder dood te vriezen.
Gelukkig was er wel een soort van open haardje, dat hij aanstak. De geplukte vogel werd boven het vuur gehangen om te roosteren en Dean maakte het zich gemakkelijk. Voor zo ver dat ging. Hij miste de aanwezigheid van een partner, iemand om deze maaltijd mee te delen. Iemand die gewoon naast hem zat, aanwezig was en een stom verhaal vertelde over het schoonmaken van een wond met zeep. Ja, hij miste iemand. Maar die iemand had haar keuze gemaakt en Dean zou er maar vrede mee moeten hebben. Ze zou aan hem geen verhalen meer komen vertellen en hij wist nu al dat hij de weinige herinneringen die hij met haar had, voor altijd zou koesteren. De verhalen die ze aan hem verteld had, in zijn hoofd nog honderd keer terug zou luisteren. De afstand tussen hen mocht dan wel helpen tegen de afstandelijke, koele opmerkingen, het hielp niet tegen alles. Zo stelde hij zich nu voor dat zij naast Ryan bij het voor van die avond zat, ongegeneerd te flikflooien nu hij er niet meer was. Er was geen noodzaak voor haar om zich nog in te houden, nu.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



‘Dus, wat ga je doen?’ 
Charlotte veegde haar tranen weg en haalde haar schouders op. Twijfels zoemden door haar hoofd en weerhielden haar ervan om logisch na te denken. ‘Wat als hij geen zin in mij heeft? En, wat als ik het niet eens red om hem leven te bereiken.’ 
Ryan schudde glimlachend zijn hoofd, waarna hij haar bemoedigend over haar rug streelde met zijn hand. ‘Ik weet zeker dat hij opgelucht zal zijn je te zien. Daar hoef je je geen zorgen over te maken. En wat betreft de reis… Ik denk dat je meer gegroeid bent dan je zelf denkt. Het zal zwaar zijn, maar ik denk dat je prima in staat bent jezelf te verdedigen. Sam zal je vast genoeg eten meegeven.’
De opbeurende woorden hielpen wel. Het kostte haar nog steeds moeite, maar ze was wel degelijk in staat om een geïnfecteerde te doden. Een groepje zou een uitdaging worden, maar het was niet onmogelijk. Met een beetje geluk zou ze Dean binnen een paar dagen vinden. Als ze vanavond nog zou vertrekken, dan… Ging ze dit echt doen? Zou ze de jongen achternagaan? De jongeman voor wie ze was gevallen, zonder dat ze het zelf door had gehad. 
‘Maar doe me een lol. Blijf vanavond nog hier, neem je rust, pak een goede maaltijd. Dan kun je daarna alle verloren tijd inhalen. Zorg dat je uitgerust op pad gaat.’ 
Dat was wel een goed idee, ja. Ze kon vannacht wel gaan, maar na haar gebroken nacht van vannacht, was het een onbegonnen zaak om nu nog te vertrekken. Waarschijnlijk zou ze in haar eentje in de wildernis ook weinig slaap pakken. Dan was het verstandiger om deze nacht hier te blijven. 
Ja. Ze ging dit doen. 
Dankbaar keek ze naar de jongen naast haar. ‘Dankjewel, Ryan…’ Zonder deze toespraak, wist ze niet wat ze gedaan had. Het verbaasde haar wel. Hij leek het niet bepaald leuk te vinden, tuurlijk niet. Maar hij deed het wel. Hij had haar ervan overtuigt waar ze aan toe was, wat ze moest doen om écht gelukkig te worden. 
De rest van de avond had ze voorbereidingen getroffen. Ze had samen met Sam een plattegrond doorgenomen, waarop hij haar liet zien waar de bunker was en welke route Dean hoogstwaarschijnlijk zou volgen. Hij had haar eten meegegeven, meer dan hij eigenlijk kon missen, maar hij stond erop dat ze het met zich mee zou nemen. Ze had haar tas al zo goed als ingepakt, enkel de spullen die ze de volgende ochtend nog zou gebruiken, moesten er nog bij in. En tot slot had ze afscheid genomen van de mensen die haar dierbaar waren. De volgende ochtend zou ze vroeg vertrekken en de kans was groot dat nog niet iedereen wakker was rond die tijd. Het afscheid van de familie Janes was nog wel het moeilijkst. Timothy en Ryan hadden een plek in haar hart gevonden en ergens zag ze er tegenop hen nooit meer te zien. Maar, dat gat was minder groot dan het gat dat Dean had achtergelaten. 
De nacht had ze goed doorstaan. Ondanks dat ze bang was om helemaal alleen de wereld in te trekken, keek ze uit naar het moment dat ze Dean weer zou zien. Haar beslissing gaf haar een soort rust die ze al in tijden niet meer gevoeld had. De volgende ochtend was ze al vroeg op, de zon stond nog laag aan de hemel. Met de zware rugtas op haar rug en een appel in haar hand, liep ze weg bij het kamp. 
Tot gauw, Dean. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Yeah right, tot gauw m’n ass. Dean had de nacht doorgebracht in het hutje en eigenlijk had hij verrassend goed geslapen. De stilte om hem heen en het gebrek aan zorgen deden hem goed. De situatie mocht dan wel niet helemaal zijn hoe hij wilde, er was een bepaald soort rust te vinden in het idee dat er nu niets meer was om voor te vechten. Dus bleef hij langer in de jagershuis dan hij misschien had gewild, de zonnestralen kwamen al door de ramen naar binnen toen hij eindelijk klaar was om te vertrekken. Niet dat het nog uitmaakte, hij had geen haast om verder te reizen.
De zon scheen die tweede dag vrij fel en hij was blij dat hij conditietrainingen had gedaan met Charlotte. Zo kon hij iets langer en iets sneller lopen zonder moe te worden. Hij probeerde zo veel mogelijk door de schaduw te lopen, al verbrandde zijn huid niet snel: de tatoeages werden er sneller lelijk van en hij had niet de apparatuur om ze goed mooi te houden. Dus, zo veel mogelijk probeerde hij de huid te beschermen. Als er iets was dat hij graag mooi wilde houden, waren het toch wel de tatoeages. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de herinneringen die eraan kleefden. 
Hij dacht aan de afgelopen weken en de tatoeage die hij voor Charlotte had ontworpen. Zou ze er spijt van hebben gekregen? Nu hij weg was en zij bij Ryan was, zou ze balen dat ze hem de tatoeage had laten zetten? Was het nu een pijnlijke herinnering geworden aan een vriendschap die hij verpest had? Gelukkig viel het kunstwerk te verbergen met een lange mouw, dan hoefde ze er niet iedere dag naar te kijken. Zijn blik gleed naar zijn eigen arm, die bedekt was met zwarte lijnen. De tatoeage die hij als allereerste had laten zetten, omringd door vele andere tekeningen. Het was eigenlijk tijd voor een nieuwe, aangezien hij de afgelopen tijd veel had meegemaakt. Sinds hij uit de stad vertrokken was, waren er veel geïnfecteerden gesneuveld door zijn hand. Een gedenkteken was op zich niet misplaatst. Misschien, als hij in de bunker de juiste spullen kon vinden, dat hij het zou overwegen. Alles om bezig te blijven, toch? 
Op links stond een boerderij. Iets groter dan het gebouw dat hij en Charlotte enkele tijd geleden hadden gevonden en hoewel hij er niets te zoeken had, liep hij toch op het gebouw af. Bij het openen van de deur realiseerde hij zich dst het gebouw volledig bedekt was in sporen. Hij kon zich omdraaien en weggaan, maar besloot dat hij daar geen zin in had. Hij zette zijn masker op en liep naar binnen. Al was er voor hem niets in het gebouw te vinden, er zouden sowieso geïnfecteerden zijn en Dean had wel even zin om er een paar af te slachten. Dan had hij niets anders om zich druk om te maken. Hij trok zijn wapen en een zaklamp, waarna hij de gang in liep. Het huis was overduidelijk al een tijdje verlaten, de bewonders waren waarschijnlijk dood of zelf geïnfecteerd geraakt. Er stond een half opgegeten maaltijd in de keuken, die ongelofelijk verrot was. Het was een tijd geleden dat hier iemand levend was geweest.
er klonk wat geluid van boven. Nou, dan moest hij daar maar eens heen gaan. Hij liep naar de trap, die krakte toen hij naar boven begon te lopen. Een naar geklik klonk iets verderop. Ja, de trap had hem waarschijnlijk verraden. Hij hield zijn wapen gereed, klaar om in actie te komen als er iets bewoog.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Moedig was ze vertrokken van het kamp, maar dat gevoel zakte haar al gauw in de schoenen. Steeds meer werd ze er bewust van dat er alleen voor stond. Niemand die haar zou komen redden. De grootste vraag was nog wel voor hoe lang ze alleen zou zijn. Voor hetzelfde geldt liepen ze elkaar de volgende dag tegen het lijf, maar dat was slechts valse hoop. Charlotte was zich ervan bewust dat de kans groot was dat ze elkaar nooit zouden vinden. Wie wist had hij niet eens geluisterd naar het advies van Sam, wie wist liep hij een volstrekt andere richting op dan zij. 
De angst keerde langzaam terug. Haar leven was de afgelopen weken vrij zorgeloos geweest. Er was een hoop gebeurd, er was altijd gevaar, maar ze had duidelijk het gevoel gehad het aan te kunnen. Daar wel, waar tientallen mannen met wapens in hun handen de wacht hielden. Hier was dat compleet anders. Bij elk geluidje dat ze hoorde, keek ze angstig in de richting waar het vandaan was gekomen. Het zou een zware nacht worden. Misschien zou ze een boom moeten vinden waar ze in kon schuilen. Nu was boomklimmen niet bepaald haar specialiteit, het was maar de vraag of dat een haalbaar idee was. 
Haar hart maakte een klein sprongetje. Witte veren lagen op de grond, lieten een spoor achter. De veren waren bevuild, maar leken nog geen eeuwigheid in het zand te liggen. Zou het van Dean zijn? Zou hij al lopend het beest hebben ontdaan van zijn veren? Het kon van iedere ander zijn. Zoveel mensen hadden het spoor achter kunnen laten, maar het gaf haar hoop. Wat als ze wel in dezelfde richting liepen? Dan moest ze er enkel voor zorgen dat haar tempo hoger was dan die van Dean. Dat was al een uitdaging op zich: Deans conditie was beter dan de hare. Op het kamp had ze haar conditietraining wel degelijk voortgezet, maar ze bleef een achterstand hebben op de jongeman die al jarenlang zijn conditie getraind had. Ze hoopte maar dat ze hem niet teveel had weggejaagd met haar acties, waardoor hij het liefst zo snel mogelijk zo ver als hij kon bij het kamp vandaan was. 
De zon stond vrij laag aan de hemel, toen Charlotte een jagershut aantrof. Twijfelend stond ze voor het houten gebouw. Het bood perfecte beschutting. Het zou haar eerste nacht wat dragelijker maken, maar het was nog vroeg. Een tijd die ze goed kon gebruiken om nog enkele meters te maken. Daarbij, ondanks dat de honger langzaam begon op te dagen, had ze nog niet per se de behoefte om te stoppen. Het was echter de vraag of ze een gelijkwaardige of betere slaapplek dan deze zou vinden. Haar vingers gleden over de ruwe, houten muur. Wie wist had hij hier ook geslapen, had hij met hetzelfde dilemma gezeten. Dat idee warmde haar op, zorgde ervoor dat ze het aanbod niet af kon slaan. Desnoods zou ze vroeg slapen, zodat ze de volgende dag weer vroeg zou kunnen vertrekken. Dat klonk als een goed alternatief. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Hoe stil hij ook probeerde te zijn, de trap werkte niet mee. Uiteindelijk besloot Dean maar te gaan voor de grote verrassingsaanval. Dat hield in dat hij zijn wapen getrokken hield, naar boven snelde en schoot op het eerste dat hij zag bewegen. De verrassing was vooral voor hem: Hij had geen enkel idee hoeveel geïnfecteerden er boven waren en of hij het zou overleven. Even voelde hij de adrenalinerush die hij vroeger ook gevoeld had. Dezelfde spanning die Charlotte ook gevoeld moest hebben toen ze voor de eerste keer haar pistool afvuurde, de eerste keer dat ze die Clicker doodde en op vele andere momenten. Het waren deze momenten, waarop hij het leven niet zeker was, dat hij weet wist waarvoor hij leefde. Hiervoor. Voor het leven, voor het overwinnen. Dat de verdieping die hij opgestormd was, overlopen was met Clickers en een enkele Stalker, deerden hem niet zo veel. De eerste viel al voor de anderen door hadden dat er een levende onder hen was. De tweede viel voordat ze in beweging konden komen. De derde en vierde stierven door dezelfde kogel, die eerst het gezicht van de ene doorboorde en zich daarna in de schedel van de ander nestelde. De Stalker leek meer geluk te hebben, die wist een klauwachtige hand om zijn arm te klemmen. Dean liet zijn zaklamp vallen, gaf de Stalker een flinke trap om los te komen, waarna hij een mes uit zij laars tevoorschijn haalde en de keel van deze geïnfecteerde doorsneed.
Daarna was het ineens heel rustig. De lijken lagen verspreid over de bovenverdieping en het geklik was gestopt, een teken dat er niets meer te vrezen was. Hij raapte zijn zaklamp weer op en besloot een volledige inspectie van deze verdieping te doen, al verwachtte hij niet dat er iets te vinden was. Daar ging het ook niet om. Hij wilde er zeker van zijn dat geen van de geïnfecteerden het zou overleven, of dat hij misschien iets gemist had.
Dat bleek niet het geval en een halfuurtje later stond Dean weer buiten. De frisse lucht deed hem goed, al had hij er natuurlijk zelf voor gekozen om naar binnen te gaan. Hij zuchtte nog eens diep, maakte een ronde om het huis en concludeerde dat er écht niets te vinden was. Hij bleef nog even bij het gebouw, twijfelend of hij nog iets moest doen met het verlaten en met sporen besmette bouwwerk. Uiteindelijk besloot hij het niet te doen, hij had al lang genoeg getreuzeld. Hij zette zijn weg voort, al begon de avond al te vallen. Enkele honderden meters bij het gebouw vandaan vond Dean een comfortabele boomstam, waar hij besloot te overnachten. Van slaap zou weinig komen, maar hij kom hier in ieder geval eventjes uitrusten. Morgen kon hij weer verder.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Die nacht had ze amper geslapen. De muren boden veiligheid, maar toch leek ze daar niet volledig op te kunnen vertrouwen. Het was alsof ze haarzelf de rust niet gunde. Wetende dat Dean enkel verder bij haar vandaan zou gaan. Daarnaast voelde de muren niet als een garantie voor veiligheid. Het zou niet moeilijk zijn om hierbinnen te komen. Ze was vast af en toe in slaap gevallen, maar een volledige nachtrust had ze niet gekregen. Verre van zelfs. Het bos lag nog gehuld in de schaduw van de nacht toen Charlotte besloot haar tocht voort te zetten. 
Het was die dag dat ze voor het eerst getest werd. Het gekreun was haar vanaf een afstandje opgevallen en voor korte tijd was ze bang geweest dat het geluid afkomstig was van een pas gebeten runner. Een pas geïnfecteerde Dean… Van achter had hij op hem geleken. Hij had dezelfde donkere haren, maar de tatoeages ontbraken. Met trillende handen had Charlotte haar wapen geladen en hield ze het wapen op hem gericht. Ze liet een kogel los, die zich door de nek van het wezen wurmde. Met een klap viel de geïnfecteerde op de grond. Gehaast liep ze eropaf, gaf ze het wezen een klein schopje om te controleren of al het leven uit hem verdwenen was. Toen hij doodstil bleef liggen, ging ze ervan uit dat het veilig was. Ze greep de overleden mag bij zijn schouder en duwde hem op zijn rug, waardoor zijn gezicht zichtbaar was. Natuurlijk was het Dean niet, dat had ze al kunnen herkennen aan de ontbrekende tatoeages. Dat was ook niet waarom ze het lijk omdraaide. Een zilveren embleem bungelde om zijn nek, met daarop het logo van de Fireflies. Het shirt eronder was aan flarden gescheurd, met een paar diepe tandafdrukken in zijn schouder. Het bloed was opgedroogd en de schimmel begon zich langzaam door de wond heen te dringen. Hij zat tussen fase een en twee in, wat betekende dat hij de infectie niet lang geleden was opgelopen. Dat kon maar een ding betekenen: er waren meerdere geïnfecteerden. Dat idee beangstigde haar. Als er een tweetal Clickers op haar af zouden rennen, betwijfelde ze of het haar zou lukken hen te doden. Wat als er hier ergens een Bloater verstopt zat? Dat zou ze geen tweede keer overleven. Helemaal niet alleen. 
Ze vervolgde haar tocht. De zon stond al vrij hoog aan de hemel toen Charlotte een afgelegen huisje tegenkwam. In eerste instantie had ze er voorbij willen lopen, maar wat als Dean erbinnen was geweest? Wat als hij er nog steeds binnen zat? Het was het kijken waard. Een korte controle. Ze stapte op het huis af. De verf bladerde van de muren. De veranda kraakte onder haar gewicht. Charlotte wierp een blik door het raam, waar het zicht geblokkeerd werd door een dikke, vieze mist. Dean zou hier niet zijn nacht hebben doorgebracht, daar was ze van overtuigt. Tenzij… Direct dreef ze dat idee uit haar hoofd. De mist duidde erop dat er geïnfecteerden hadden geleefd in het huis. Maar, geïnfecteerden waren geen gevaar voor Dean. Zonder moeite kon hij de wezens ombrengen. Maar wat als het hem niet lukte? Wat als het er teveel waren? Wat als er eentje verstopt zat in de voorraadkast achter hem, hem verraste en daarbij zijn tanden in zijn huid plantte? Charlotte klopte een keer op de deur, controleerde of ze iets van geluiden van binnen hoorde komen. Het bleef akelig stil. Dat leek een goed teken? Tenzij hij zichzelf daarna… Charlotte schudde haar hoofd, pakte haar gasmasker uit haar tas en plaatste deze op haar gezicht. Maar een manier om daarachter te komen. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Ze zou hem toch wel mis blijven lopen. Hoewel Dean de nacht maar enkele honderden meters bij het gebouw vandaan had doorgebracht, was hij al lang en breed weer vertrokken tegen de tijd dat Charlotte daar aan kwam. Die nacht had hij minder goed geslapen, zijn dromen geteisterd door een pas geïnfecteerde Charlotte. Het kamp, dat hij achtergelaten had, overlopen door Clickers. Sam en Evan, die elkaar naar het volgende leven hadden geholpen toen ze gebeten waren. Het was bijna een opluchting toen de eerste zonnestralen hem die ochtend wekten uit een lichte slaap. Zonder een ontbijt te nuttigen kwam hij overeind, pakte zijn spullen en zette zijn reis voort. De bunker die Sam hem had gewezen, kon nu niet ver weg meer zijn. Na vandaag zou Dean al drie dagen onderweg zijn en hoewel Sam goed voorbereid was en de omgeving Goes kende, geloofde hij niet dat de grote kerel hem op een reis zo ver weg zou sturen zonder een tijdsindicatie te geven. Als hij morgen niet bij de bunker aan kwam, zou hij zijn route wijzigen. Er waren genoeg andere mogelijke bestemmingen en zat andere plekken waar hij nieuwe voorraden zou kunnen verzamelen. Waarom hij naar de bunker ging, wist hij eigenlijk helemaal niet. Misschien puur omdat Sam het gesuggereerd had en Dean de suggesties van de grote kerel ten harte wilde nemen. 
Na de enerverende dag van daarvoor leek vandaag bijna saai te zijn. De zon scheen, maar de bomen boden voldoende schaduw en hoewel hij op zijn hoede bleef voor eventuele aanvallen van Stalkers, Runners of Clickers, leek dat niet nodig te zijn. Dat maakte de dag alleen maar eenzamer en hij begon zich af te vragen hoe hij dat al die jaren volgehouden had, in volledige eenzaamheid. Hij miste Charlotte, haar luchtige verhalen en haar angst voor situaties die voor hem van weinig betekenis waren. Hij miste haar vragen, haar wil om steeds meer te leren over de omgeving. Zonder afleiding van geïnfecteerden, voelde Dean zich alleen maar eenzaam. De adrenaline die hij gisteren had gevoeld, was al lang weer weggeëbd en het was maar de vraag of hij die weer terug kon krijgen, nu alle situaties saaier leken.
Het was pas toen de schemering begon te vallen dat het weer een beetje interessant was. Terwijl Dean op zoek was naar een plek om te overnachten, hoorde hij een geluid. Geen Clicker, maar een wild beest. In de schaduwen bewoog het en zonder risico te nemen, schoot hij. Toen hij erheen liep om te kijken wat het was, bleek het een klein zwijntje te zijn. Een baby nog, bijna. Zijn moeder was niet te zien dus Dean nam aan dat het beest toch al ten dode opgeschreven was. Dat betekende dat hij in ieder geval weer een verse maaltijd had voor die avond. Bijna liet hij zijn aandacht verslappen, maar op het laatste moment hoorde hij het geluid achter zich. Met een ruk draaide hij zich om, zag de Clicker tijdig en doodde het ding vlak voordat het zijn tanden in Dean zijn arm zette. Het schot op het zwijntje had blijkbaar toch een geïnfecteerde gealarmeerd. Dean hoopte maar dat het de enige was. Hij schopte het lijk aan de kant en liep met zijn avondeten in de hand door, op zoek naar een plek om te overnachten.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Geen Dean. Vandaag niet. De dag ervoor niet. De dag erna niet. Het kon een goed teken zijn. Het zou betekenen dat hij zijn reis voortzette zoals hij altijd al gedaan had. Ze was hem in elk geval nog niet dood tegen gekomen, al zou hij niet zo snel uit het veld te slaan zijn. Niet zoals zij. Het bewijs daarvan vond ze in het met Sporen gevulde huisje. Verschillende geïnfecteerden lagen op de bovenverdieping. Voor hem was het een kleine klus, terwijl Charlotte al moeite had gehad met die enkele geïnfecteerde die ze in het bos was tegen gekomen. 
Nadat Charlotte elke kamer gecontroleerd had, liep ze terug naar buiten. Wat gefrustreerd gooide ze haar gasmasker op de grond. Ze liet haarzelf via de muur omlaagglijden en verborg haar gezicht in haar handen. Continu was ze bang. Niet alleen vanwege de dreiging van geïnfecteerden om haar heen, maar ook om het feit dat ze Dean niet zou vinden. De wereld was groot. De kans was groot dat ze altijd langs elkaar zouden blijven reizen, maar nooit samen. En, dan was er nog de angst dat ze hem vond. De angst dat ze een dode Dean aantrof. Iemand die zichzelf had neergeschoten, omdat hij nooit als geïnfecteerde rond zou willen lopen. Ze vroeg zich af hoe het met hem was. Zou hij spijt hebben van zijn vertrek? Zou hij boos op haar zijn, omdat ze hem niet direct gevolgd was? Zou hij hoop hebben dat ze hem volgde? Van dat laatste wist ze vrijwel zeker dat het niet zo was. In zijn ogen zou het valse hoop zijn. Hij dacht dat ze gelukkig met Ryan een tent zou delen. Hij had geen idee dat ze hem volgde. Zou hij erin vertrouwen dat ze het kon? Dat ze alleen wist te overleven? Er was nog maar een nacht verstreken. Het was amper een prestatie te noemen, al helemaal omdat ze de nacht had doorgebracht in een toch wat veiligere omgeving. 
De rest van die dag legde Charlotte zoveel mogelijk kilometers af. De angst dat de afstand tussen alsmaar groter zou worden, was haar motivatie. Ondanks dat ze toen de zon onderging behoorlijk uitgeput was, bleef ze doorlopen. Haar schouders deden pijn van de zware rugtas. Haar voeten protesteerden bij elke stap die ze zette. Haar maag zeurde om eten. Haar keel was droog en veroorzaakte een piepende ademhaling. Maar ze wilde niet stoppen. Nog niet. 
Sterren stonden hoog aan de hemel, toen Charlotte haarzelf vermoeid neer liet zakken bij een boom. Terwijl ze naar haar flesje reikte en haar dorst leste, scande ze de omgeving af. De bomen om haar heen waren hoog. Te hoog voor haar om in te klimmen. Er was weinig beschutting, dus vreemdelingen zou ze vanaf een afstandje aan zien komen. De schaarste aan beschutting zorgde er echter ook voor dat er een behoorlijke tocht opstak, helemaal nu de temperatuur zich langzaam ging gedragen naar het seizoen waar ze zich in bevonden. Charlotte schraapte wat bladeren bij elkaar, zocht wat gevallen takken en probeerde een vuurtje te maken. Niet zo snel als Dean het voor elkaar kreeg, maar na een halfuur geprutst te hebben, werd ze eindelijk verwarmd door de vlammen. Nu moest ze de nacht zien te overleven. Rusten was prima, maar slapen zou geen optie zijn. Niet zo open en bloot op de grond. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Uiteindelijk had hij eigenlijk niets kunnen vinden. Helemaal niets. Normaal was er wel een boom of een struik die voldoende beschutting bood om in ieder geval een beetje rust te kunnen pakken, maar zelfs daar leek nu geen sprake van te zijn. Daarom moest hij maar gewoon een plek tegen een boom aan zoeken, een vuurtje bouwen en het kleine zwijntje roosteren. Het vet droop in het vuur en het geknetter van de vlammen zou iedere geïnfecteerde in de straal van een kilometer moeten alarmeren. Gelukkig bleek er niemand in de buurt te zijn verder in Dean kon in relatieve rust zijn avondmaaltijd nuttigen. Een waar feestmaal, net zoals de vogel die hij daarvoor gegeten had. Het was best luxe, zo. Al was het allemaal niet optimaal, niet zoals hij het had gewild, met het eten was weinig mis.
Na nog een onrustige nacht stond Dean de volgende ochtend weer vroeg op. De smeulende resten van zijn vuurtje werden uit getrapt en hij kwam wederom in beweging. Het begon nu al repetitief te voelen. De dagen waren saai en eentonig zonder de afwisseling die Charlotte had geboden. Hij wilde niet meer aan haar denken, maar blijkbaar kon hij haar toch niet helemaal uit zijn gedachten bannen. Wat zou ze aan het doen zijn? Hij was nu al drie nachten weg, al drie nachten had ze zonder hem doorgebracht. Was ze gelukkiger zo? Hij hoopte het oprecht. Nu hij verder van de situatie af stond, was het voor hem makkelijker om dat te denken. Als zij nu gelukkig was, dan was het goed. Beter, in ieder geval. Het zou nooit meer echt goed zijn. Dean sloot zijn ogen eventjes, genoot van de zachte zonnestralen die zijn huid kietelden. Het was bijna idyllisch, op deze manier. Met een stuk vlees dat nog over was van de avond ervoor in zijn linkerhand, zette hij zijn reis voort. Die bunker zou  niet naar hem toe komen, hij zou echt zelf naar het gebouw toe moeten reizen. Vandaag zou hij het onding bereiken, verdorie. Dan kon hij daarna écht zijn eigen weg gaan, doen wat hij wilde. Of wat hij niet wilde. Het was maar net wat hem beter uit kwam.
Hij had een loos dreigement gesproken. Enkele uren na zijn vroege vertrek kwam hij het gebouw van de fireflies tegen, dat herkenbaar was door het logo dat op de deur gespoten was. Hij wapende zich voor het ergste, maar hoopte ergens dat het gewoon leeg zou zijn. Met een wapen in de hand opende hij de zware deur. Niets. Geen sporen, geen geluiden van Clichers, helemaal niets. Het was bijna een wonder, een gelukkig toeval, dat er niets zat. Voor het eerst leek het wel alsof Dean eens geen moeite hoefde te doen voor de buit die in het hart van de bunker verstopt zou liggen. Hij liep naar binnen, pakte wel een zaklamp omdat de lampjes gesprongen leken te zijn. Geen lijken, geen sporen. De grotere provisieruimte was verlaten. Snel griste de jongeman voorraden van de kasten en stopte deze in zijn tas. De muren maakten hem toch iets claustrofobisch, dus uitrusten zou hij buiten doen. Dan zou hij ook een plan kunnen maken voor zijn volgende bestemming.

@Amarynthia 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste