Demish schreef:
‘Don’t flatter yourself, West. You could never scare me that easily.’ Het was niet helemaal waar, want ze was wel degelijk geschrokken toen de telefoon door de lucht was gevlogen en hij naar buiten was gestormd, klaar om wie dan ook aan te vallen. Maar ergens van schrikken en er daadwerkelijk bang voor zijn, daar zat een groot verschil tussen. En nu hij zo voor haar stond, kon hij haar onmogelijk angst inboezemen.
Zijn handen om haar gezicht verrasten haar meer dan ze durfde toe te geven. Ze waren warm, iets klam. Maar het voelde veilig. Gepaard met zijn onderzoekende blik en zijn vraag, besefte ze dat Archer om haar gaf. En dat hij, als hij het had geweten, er voor haar zou zijn geweest. Ieder beetje woede dat ze voor hem had gevoeld, verdween. Alsof een grote golf alles weg had gespoeld. Ze kon niet boos op hem zijn, niet nu hij zo tegenover haar stond.
‘I’m okay,’ fluisterde, al was dat nauwelijks de waarheid. Fysiek was ze in orde. Ze hadden haar niet geslagen, ze had niet hoeven vechten voor haar plek. Mentaal was ze moe, uitgeput zelfs. Vanaf het moment dat ze te horen had gekregen dat ze haar plek had kunnen verliezen, had ze strak van de spanning gestaan. Dat, gecombineerd met de plotselinge verschijning van haar zus en de woede waarmee ze naar Archer was gestapt, hadden meer van haar lichaam gevraagd dan dat ze door had gehad.
‘They didn’t do anything. I’m just… Tired,’ bekende ze. Alles wat ze in de afgelopen tijd mee had gemaakt, had ze overleefd op adrenaline en de motivatie om Archer te vinden.
Zonder er bij na te denken sloeg ze haar armen om zijn middel, waarna ze haar hoofd tegen zijn borstkas legde. Ze sloot haar ogen en probeerde zich te focussen op zijn hartslag. Hij klonk te hoog, maar dat weet ze aan de inspanning die hij net had geleverd. Hij was behoorlijk van slag geweest. Net zoals zij.
Archer zijn handen gleden in haar haren, daarna naar haar rug. Haar gedachten schoten terug naar de avonden in de verschillende motels. De avond waarop ze bij hem in bed was gekropen omdat ze niet had kunnen slapen, hoe hij haar warm had gehouden. Het was een herinnering die haar verwarmde, op een compleet andere wijze dan als ze terugdacht aan de avond waarop ze elkaar hadden opgezocht om er voor te zorgen dat de ander voor even geen pijn meer zou lijden. Op wat voor manier dan ook.
‘I’m sorry too. When you weren’t there…’ Ze schudde haar hoofd. ‘I thought that maybe – maybe you didn’t care.’
@Paran0id