Demish schreef:
‘Ik wilde er eentje voor je tekenen,’ zei Rhi, zonder verder in te gaan op de eenhoorn en of die wel of niet in hun leerlingenkamer was. Natuurlijk zou zoiets niet zomaar in een leerlingenkamer rondlopen, maar in Edyn haar hoofd was vaak nog van alles mogelijk.
De kerkers waren een plek waar Rhi zich thuis voelde. Het was afgelegen, weg van alle drukte. Zoals Edyn had opgemerkt was het er inderdaad wat frisser, maar het had haar nooit echt dwars gezeten. Rhi zou dit altijd verkiezen boven een volle leerlingenkamer waar iedereen door elkaar praatte. Natuurlijk waren er ook in Slytherin leerlingen die hele verhalen aan elkaar vertelden, maar het was nooit zo druk en chaotisch als hoe Rhi de Hufflepuff leerlingenkamer voorstelde. Daarnaast kon ze ook altijd naar haar eigen kamer gaan, waar ze blij mee was. Ze zou niet weten wat ze zou moeten als ze haar kamer zou moeten delen. Al was een erger kamergenootje dan Edyn haast niet mogelijk. Die had altijd willen praten over van alles en nog wat en ze was altijd ontzettend vroeg wakker. Rhi was nou niet echt een ochtendmens, dus ze was blij dat ze nu om acht uur het bed uit kon rollen als haar les om half negen begon, in plaats van dat ze al rond zonsopgang werd gewerkt door Edyn. Toch vond ze het voor een keertje niet erg om Edyn in haar kamer te hebben, zeker niet na wat er vanavond was gebeurd.
Ze had Edyn meegenomen de leerlingenkamer in, wat de aandacht trok. Iedereen wist dat het blonde meisje hier niet hoorde te zijn, maar geen van hen durfde er iets van te zeggen. Veel leerlingen waren ook niet meer aanwezig in de kamer. Michael zat op één van de banken voor zich uit te staren, wat Rhi knap vond met een pony zo lang als de zijne, en twee anderen zaten samen aan een tafel nog ergens aan te werken.
Edyn had de ramen al opgemerkt, die uitkeken op het meer dat naast het kasteel lag. Rhi had er nooit over verteld, omdat het in haar ogen niet heel belangrijk was. Het water was over het algemeen erg troebel, dus veel was er niet eens te zien. Zo nu en dan zwom er eens Grindylow voorbij zwemmen, maar heel interessant vond Rhi het niet. Edyn hield echter van alles wat bewoog en ademde, dus natuurlijk had ze Rhi haar hand meteen los gelaten en was ze naar de ramen gerend. Iets wat Rhi maar liet gebeuren, want ze wist dat Edyn op dit moment toch niets liever zou willen dan voor het raam zitten en wachten totdat ze iets voorbij zou zien zwemmen.
‘Je kunt niet veel zien, zeker niet als het donker is,’ liet Rhi haar weten. Hoe dieper je in het meer kwam, hoe donkerder het ook werd. Zeker nu het nacht was, was er vrij weinig te zien. Gelukkig ging het meer nog veel dieper dan de kelder en zaten ze maar een paar meter onder het wateroppervlak. Toch was het redelijk lastig om er iets in te zien. Misschien dat het voor Edyn wel anders was, want dat was voor haar over het algemeen het geval.
‘Ik ga even mijn spullen weg leggen. Ik ben zo weer terug.’ Ze hoopte dat Edyn daar zou blijven zitten, maar waarschijnlijk zou dat wel het geval zijn. Als je aan Edyn zou vertellen dat er een eenhoorn langs zou kunnen vliegen, dan zou ze hier ook de hele nacht blijven zitten. Tenzij ze zou weten dat het pegasussen waren die vlogen en niet eenhoorns. Waarschijnlijk wist ze dat wel, bedacht Rhi zich. Edyn wist lang niet veel, maar van wezens en dieren had ze een oneindige kennis.
Rhi liep naar haar kamer en borg daar haar spullen op. Ze controleerde haar bezem nog voor eventuele, kleine spinnen en ze haalde opgelucht adem toen ze er geen één zag. De bezem legde ze weer onder haar bed, haar mantel hing ze op en haar vieze schoenen trapte ze uit. Als laatste pakte ze de Marauders Map, die ze mee had genomen om door het kasteel te slippen zonder betrapt te worden.
‘Snode plannen uitgevoerd,’ fluisterde ze zacht, waarna ze toekeek hoe het langzaam weer terugkeerde naar een blank stuk permanent. Met een spreuk verstopte ze de kaart weer achter de gordijnen van haar bed. Ze verzamelde haar tekenspullen en keek om zich heen. Ze graaide een sprei van Jackie van haar voeteneinde en liep er vervolgens mee terug naar de leerlingenkamer.
Toen ze terug kwam, stond Edyn nog altijd voor het raam. Michael, wie nu nog maar de enige leerling was die aanwezig was naast Edyn, vond haar duidelijk heel interessant. ‘Waag het niet, Clifford,’ mompelde Rhi toen ze langs hem heen liep. Edyn zou toch met iedereen praten, maar het leek Rhi geen goed idee als ze met Michael in gesprek zou raken. Hij was haast het tegenovergestelde van Edyn.
Rhi liep naar Edyn doe en reikte de sprei naar haar uit. ‘Omdat je het koud had.’
Vervolgens ging ze op de grond zitten. Ze sloeg haar schetsboek open en zocht naar een lege pagina, zodat ze zou kunnen beginnen aan haar tekening van de eenhoorn.