Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Mai
Check het forum voor gezelligheid!!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
12 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
5SOS AU♦ So open your eyes and see
Elysium
Internationale ster



Edyn had in de afgelopen jaren wel heel wat vrienden gemaakt. Dat kwam deels omdat ze zo goed om ging met Linn. Het meisje lag goed bij iedereen, waardoor Edyn ook de meeste mensen leerde kennen. Zowel Ashton als Naylene, waren eerst bevriend geweest met Linn, voordat Edyn ook met ze om was gegaan. Ondertussen was ze wel gek op de twee leerlingen die een jaar hoger zaten. Al bleven Linn en Calum wel haar beste vrienden. Die twee vertrouwde ze met alles. Daarom wisten de twee ook hoe ze in de keukens moesten komen. Vroeg ze Pixie altijd om naar hen te zoeken als ze zelf even heen moest. Dat had ze net ook gedaan en Edyn was blij dat Pixie dat ook echt had gedaan. Het hondje had nog best wel een verdwaald kunnen raken in het bos. Ondanks dat het hondje echt perfect naar haar luisterde en waarschijnlijk de hele tijd naast haar was blijven lopen.
Nu had Edyn haar hondje goed vast, wat er meteen voor had gezorgd dat Pixie zich veel meer op zijn gemak voelde. Edyn had ondertussen wel een beetje proberen te luisteren naar wat er om haar heen gebeurde. Ze had het geen vervelend idee gevonden om met Linn mee te gaan naar de leerlingenkamer. Ze had best haar pyjama aan willen trekken en gewoon een tijdje beneden in de zitzakken willen zitten. Dan kon ze Linn misschien ook nog uitleggen dat het haar echt heel erg speet. Ondanks dat het niet haar schuld was! Het was vanaf het begin niet de bedoeling geweest dat ze in haar eentje het bos in zou gaan.
Toch leek Rhi een ander idee te hebben over waar ze naar toe zouden gaan. Edyn zou met haar mee mogen naar de leerlingenkamer. Waardoor ze een beetje verward raakte. Ze wilde niet kiezen tussen haar vrienden en haar zusje, die ze ook echt als een vriendin zag.
Gelukkig leek Rhi de keuze al voor haar te maken. Ze kreeg niet eens helemaal mee hoe, maar toen Rhi haar vervolgens aanspoorde om mee te gaan, wilde Edyn dat ook wel echt doen. Ze gaf Linn nog een kus op haar wang.
"Ik zal je morgen alles vertellen." Beloofde Edyn nog. Voordat ze wegliep met Rhi. 
Ergens vond Edyn het wel heel erg spannend. Ze had de leerlingenkamer van Slytherin nog nooit gezien. Ze wist dat hij ergens in de kerkers was. Ze had wel eens meegekregen dat Rhi een kamer had voor haarzelf. Iets wat haar helemaal niet leuk leek? Edyn was juist heel erg blij dat ze samen met de meisjes uit haar eigen jaar op een kamer kon slapen. Van haar broers had ze gehoord dat het ook zo was in Gryffindor. Terwijl ze van Calum en Naylene had meegekregen dat ze bij Ravenclaw met z’n tweeën op een kamer sliepen. Iets wat ze echt heel erg jammer vond voor haar vrienden! Ze wisten ze niet echt hoe het was om een groot slaapfeestje te hebben iedere dag! Want zo voelde het een beetje. Ondanks dat ze soms wel echt een slaapfeestje hielden. Dan legden ze alle matrassen in het midden en dan vertelden de meiden genoeg verhalen aan elkaar!
Vanavond zou Edyn ook een soort van slaapfeestje hebben met Rhi. Ze zou immers bij haar op de kamer slapen! Edyn ging er in ieder geval vanuit dat ze gewoon bij Rhi mocht slapen. Het was ondertussen al wel wat later. Niet dat Edyn veel slaap nodig had. Die kon echt midden in de nacht naar bed gaan en alsnog om een uur of zes op staan.
"Ooh het is hier best fris." Merkte Edyn op, toen ze eenmaal dieper de kerkers in liepen. Ze vond het ook gewoon helemaal geen leuke plaats om een leerlingenkamer te hebben. Er waren helemaal geen ramen! Geen zonlicht, helemaal niets. Hier konden planten niet eens groeien omdat ze warmte nodig hadden. Ze had het al niet heel erg op het lokaal dat ze hadden voor Potions. Het was geen plaats waar Edyn echt heel erg graag was. Al zou ze voor de leerlingenkamer wel een uitzondering maken. Ze was er met Rhi en haar zusje had gezegd dat ze eenhoorn zou gaan zien!
"Heb jullie een eenhoorn in jullie leerlingenkamer?" vroeg Edyn zachtjes. Daar had het voor haar wel op geleken. Ze had het echter niet willen vragen waar de rest bij was. Maar nu was ze toch wel heel erg nieuwsgierig. Al was ze ook wel een beetje nerveus. Wat nou als ze weer geen eenhoorn zou zien? Dan zou ze echt heel erg verdrietig worden. Ze had het net echt vreselijk gevonden! 
Uiteindelijk stopte het tweetal voor een stenen muur. Edyn keek verbaasd om zich heen. Waren ze verkeerd gelopen? Daar leek het namelijk wel een beetje op. Deze weg liep dood! Daar hadden ze niet heel erg veel aan.
Edyn keek vol verbazing toe, toen de stenen begonnen te verschuiven en er uiteindelijk een doorgang ontstond naar de leerlingenkamer. Edyn hield de hand van Rhi zo goed mogelijk vast. Ze wist niet wat er ging gebeuren als ze naar binnen zou gaan. Bij haar eigen leerlingenkamer, was het zo dat er mensen onder azijn werden gegooid als ze niet echt in de leerlingenkamer hoorden. Al was het voor hen iets anders om in de leerlingenkamer te komen. Ze hadden niet echt een wachtwoord, maar meer een deuntje dat ze op de vaten die voor de leerlingenkamer stonden, moesten spelen.
Edyn liep verder met haar zusje. Ze zag misschien geen eenhoorn, maar er was iets wat haar meteen opviel. Dat waren de ramen! Of eerder hun uitzicht!
"Ooh Rhi je hebt nooit verteld dat jullie in het meer konden kijken!" Edyn liet Rhi al los en rende naar de ramen. Ondanks dat ze wel langs een paar leerlingen moest lopen, die een beetje aan het mompelen aan het waren.
Demish
Internationale ster



‘Ik wilde er eentje voor je tekenen,’ zei Rhi, zonder verder in te gaan op de eenhoorn en of die wel of niet in hun leerlingenkamer was. Natuurlijk zou zoiets niet zomaar in een leerlingenkamer rondlopen, maar in Edyn haar hoofd was vaak nog van alles mogelijk. 
De kerkers waren een plek waar Rhi zich thuis voelde. Het was afgelegen, weg van alle drukte. Zoals Edyn had opgemerkt was het er inderdaad wat frisser, maar het had haar nooit echt dwars gezeten. Rhi zou dit altijd verkiezen boven een volle leerlingenkamer waar iedereen door elkaar praatte. Natuurlijk waren er ook in Slytherin leerlingen die hele verhalen aan elkaar vertelden, maar het was nooit zo druk en chaotisch als hoe Rhi de Hufflepuff leerlingenkamer voorstelde. Daarnaast kon ze ook altijd naar haar eigen kamer gaan, waar ze blij mee was. Ze zou niet weten wat ze zou moeten als ze haar kamer zou moeten delen. Al was een erger kamergenootje dan Edyn haast niet mogelijk. Die had altijd willen praten over van alles en nog wat en ze was altijd ontzettend vroeg wakker. Rhi was nou niet echt een ochtendmens, dus ze was blij dat ze nu om acht uur het bed uit kon rollen als haar les om half negen begon, in plaats van dat ze al rond zonsopgang werd gewerkt door Edyn. Toch vond ze het voor een keertje niet erg om Edyn in haar kamer te hebben, zeker niet na wat er vanavond was gebeurd.
Ze had Edyn meegenomen de leerlingenkamer in, wat de aandacht trok. Iedereen wist dat het blonde meisje hier niet hoorde te zijn, maar geen van hen durfde er iets van te zeggen. Veel leerlingen waren ook niet meer aanwezig in de kamer. Michael zat op één van de banken voor zich uit te staren, wat Rhi knap vond met een pony zo lang als de zijne, en twee anderen zaten samen aan een tafel nog ergens aan te werken.
Edyn had de ramen al opgemerkt, die uitkeken op het meer dat naast het kasteel lag. Rhi had er nooit over verteld, omdat het in haar ogen niet heel belangrijk was. Het water was over het algemeen erg troebel, dus veel was er niet eens te zien. Zo nu en dan zwom er eens Grindylow voorbij zwemmen, maar heel interessant vond Rhi het niet. Edyn hield echter van alles wat bewoog en ademde, dus natuurlijk had ze Rhi haar hand meteen los gelaten en was ze naar de ramen gerend. Iets wat Rhi maar liet gebeuren, want ze wist dat Edyn op dit moment toch niets liever zou willen dan voor het raam zitten en wachten totdat ze iets voorbij zou zien zwemmen. 
‘Je kunt niet veel zien, zeker niet als het donker is,’ liet Rhi haar weten. Hoe dieper je in het meer kwam, hoe donkerder het ook werd. Zeker nu het nacht was, was er vrij weinig te zien. Gelukkig ging het meer nog veel dieper dan de kelder en zaten ze maar een paar meter onder het wateroppervlak. Toch was het redelijk lastig om er iets in te zien. Misschien dat het voor Edyn wel anders was, want dat was voor haar over het algemeen het geval.
‘Ik ga even mijn spullen weg leggen. Ik ben zo weer terug.’ Ze hoopte dat Edyn daar zou blijven zitten, maar waarschijnlijk zou dat wel het geval zijn. Als je aan Edyn zou vertellen dat er een eenhoorn langs zou kunnen vliegen, dan zou ze hier ook de hele nacht blijven zitten. Tenzij ze zou weten dat het pegasussen waren die vlogen en niet eenhoorns. Waarschijnlijk wist ze dat wel, bedacht Rhi zich. Edyn wist lang niet veel, maar van wezens en dieren had ze een oneindige kennis.
Rhi liep naar haar kamer en borg daar haar spullen op. Ze controleerde haar bezem nog voor eventuele, kleine spinnen en ze haalde opgelucht adem toen ze er geen één zag. De bezem legde ze weer onder haar bed, haar mantel hing ze op en haar vieze schoenen trapte ze uit. Als laatste pakte ze de Marauders Map, die ze mee had genomen om door het kasteel te slippen zonder betrapt te worden.
‘Snode plannen uitgevoerd,’ fluisterde ze zacht, waarna ze toekeek hoe het langzaam weer terugkeerde naar een blank stuk permanent. Met een spreuk verstopte ze de kaart weer achter de gordijnen van haar bed. Ze verzamelde haar tekenspullen en keek om zich heen. Ze graaide een sprei van Jackie van haar voeteneinde en liep er vervolgens mee terug naar de leerlingenkamer.
Toen ze terug kwam, stond Edyn nog altijd voor het raam. Michael, wie nu nog maar de enige leerling was die aanwezig was naast Edyn, vond haar duidelijk heel interessant. ‘Waag het niet, Clifford,’ mompelde Rhi toen ze langs hem heen liep. Edyn zou toch met iedereen praten, maar het leek Rhi geen goed idee als ze met Michael in gesprek zou raken. Hij was haast het tegenovergestelde van Edyn.
Rhi liep naar Edyn doe en reikte de sprei naar haar uit. ‘Omdat je het koud had.’
Vervolgens ging ze op de grond zitten. Ze sloeg haar schetsboek open en zocht naar een lege pagina, zodat ze zou kunnen beginnen aan haar tekening van de eenhoorn.
Elysium
Internationale ster



Iedere leerlingenkamer was anders. Ze pasten bij de mensen die ze voor zeven jaar moesten bewonen. De leerlingenkamer van Hufflepuff bevond zich ook onder de grond, net zoals die van Slytherin. Daar was het echter nooit koud. Wanneer je de leerlingekamer in liep, werd je meteen omringt door de warmte. De ruimte was dan wel onder de grond, maar er waren genoeg manieren om aan daglicht te komen, waardoor de plaats de meest mooie kleuren aan kon nemen. Planten groeiden perfect op de plaats en die waren dan ook overal te zien.
Voor Edyn was het een heel ander gezicht nu ze ineens in de leerlingenkamer van Slytherin was. Ze had geweten dat de leerlingenkamer in de kerkers had gezeten. Ze had echter nooit kunnen dromen dat er een ruimte was in Hogwarts, waar ze het meer echt perfect kon zien. Niet eens van de bovenkant, maar ze kon echt in het meer kijken!
De blonde Hufflepuff had niet eens echt door dat Rhi weg was gegaan. Ze was zo druk met het water. Ze was zelfs een klein beetje jaloers dat ze hier zelf niet iedere avond kon slapen of dat ze niet elke dag voor de ramen kon zitten. Ze zag het voor zich dat iedereen dat hier deed. Dat ze gewoon in de rij stonden om al het moois van het meer te zien.
Op het moment was het donker. De meeste mensen zouden de vissen en andere wezens die in het meer zwommen, niet kunnen zien. Voor Edyn lag dat net een beetje anders. Het was niet zo dat haar ogen uitstekend waren. Ze kon echt niet in het donker alles zien. Maar dieren hoefde ze niet perse van dicht bij te zien om te weten dat ze er waren. Er was een gevoel in haar lichaam dat Edyn aangaf dat er een wezens of een dier in de buurt was. Nu was Pixie natuurlijk ook in de buurt. Die zat zelfs nog in Edyn haar armen en op een gegeven moment had hij zijn pootjes ook tegen het raam aan gezet. 
Pixie was echter niet de enige die in Edyn haar ogen nieuwsgierig was geweest naar de dieren aan de andere kant van het glas. Toen Edyn even om had gekeken had ze Michael in haar richting zien kijken. Nadat ze haar jaargenootje een glimlach toe had geworpen, had Edyn zich weer omgedraaid in de richting van het meer. Dat was echter het moment dat Rhi terug was gekomen.
Edyn keek met een glimlach naar Rhi, toen ze zag dat ze de sprei van haar moeder mee had genomen. "Dankjewel." Zei Edyn zachtjes. Ze had het inderdaad koud gehad. Iets wat ze al weer een beetje vergeten was. Maar nu kwam er wel weer een rilling over haar rug heen lopen. 
Edyn ging door haar benen, zodat ze Pixie voorzichtig op de grond kon zetten. Het hondje deed al precies wat Edyn ook in haar gedachten had gehad. Hij liep naar Michael toe. Pixie was gek op mensen. Natuurlijk het meest op Edyn, maar dat was niet gek. Het leek alsof Edyn haast kon communiceren met het hondje. Daarvoor waren soms niet eens woorden van het meisje nodig, zoals het nu ging. Pixie was echter ook gehecht aan de andere leerlingen in het kasteel. Hij zocht vaak genoeg de aandacht op van mensen die hem voorbij liepen. Wanneer hij dat niet voor elkaar kreeg, ging hij op zoek naar Linn of Calum, die hem altijd wel aandacht zouden geven. Edyn twijfelde er niet over dat haar hondje nu aandacht zou gaan zoeken bij Michael en dat hij die waarschijnlijk ook wel zou krijgen.
Ondanks dat Rhi terug was en ze had beloofd had om een eenhoorn te teken, was Edyn nog iets te afgeleid door het water. Toen ze eenmaal weer stond, helemaal in de sprei genesteld, bedacht Edyn zich dat ze vast de enige was die op het moment iets in het water kon zien. Daarbij wilde ze wel voorzichtig wat van de wezens lokken. Daarom concentreerde het meisje zich zo goed mogelijk op het water en niet veel later, verschenen er kleine lichtbolletjes aan de andere kant van het dikke raam, dat het water tegen hield. 
Het duurde niet lang voordat de eerste wezens naar het raam kwamen zwemmen. Naast een paar vissen, waar Edyn al vrolijk genoeg van werd. Zag ze uiteindelijk ook een paar Selkies haar kant opkomen. De wezens waren voor andere mensen misschien schrikbarend. Het waren geen mooie zeemeerminnen, zoals er wel konden zijn. Het leek net alsof ze bezeten waren door een kwade geest. Voor Edyn was dat niet zo. Ze vond de wezens prachtig. Daarom kwam haar gezicht ook steeds dichter bij het raam. 
"Kijk het zijn Selkies!" Edyn wilde niet alleen maar tegen Rhi praten, omdat Michael ook nog in de ruimte was en het was niet netjes om dan zomaar iemand te vergeten! Daarbij had ze de lichtjes toch ook wel een beetje gemaakt zodat de rest het ook kon zien. Het had echter ook geholpen met het loken van een paar van de wezens. Edyn haar avond leek op deze manier niet meer kapot te kunnen. Het was haast alsof ze helemaal vergeten was wat er nog niet eens een uur geleden precies was gebeurd. Zelfs een paar minuten geleden was ze nog verdrietig geweest. Nu leek ze dat wel weer vergeten te zijn.
Demish
Internationale ster



Soms was het wel handig dat Edyn zo snel afgeleid was. Enkele minuten geleden was ze nog verdrietig geweest omdat ze geen eenhoorn had gezien en iedereen een beetje boos op haar was geweest, maar nu leek ze dat allemaal alweer te zijn vergeten omdat ze bij Rhi mocht slapen, haar hondje weer bij haar was en ze in het meer kon staren. Ook zou ze nog een tekening van een eenhoorn krijgen. Het was niet veel, maar het meisje leek er genoegen mee te nemen. Iets wat voor Rhi wel heel goed uit was gekomen.
Rhi haar pleegzusje mocht dan even oud zijn als zij, ze was zelfs nog iets ouder, maar Edyn leek ondertussen al lang niet meer op het kleine meisje dat ooit Hogwarts binnen was gehuppeld. Ze had nog steeds hetzelfde huppeltje, haar naïviteit was er niet minder op geworden en ook haar grote, blauwe ogen die iedereen altijd met verwondering aankeken, waren er nog.  Rhi had echter al wel wat lichamelijke veranderingen gespot bij Edyn. Jackie had het de puberteit genoemd en ze had Rhi verzekerd dat het ook nog wel bij haar zou gebeuren, want het was bij iedereen anders. Voor Rhi maakte het niet veel uit, zeker niet hoe ze soms zag hoe jongens naar Edyn staarden als ze door de gangen huppelde. Ze was een knap meisje, dat wist Rhi ook wel, maar ze vond het maar niks dat sommigen zo naar Edyn keken, vooral omdat ze wist hoe naïef Edyn kon zijn. Ook Michael keek op dit moment naar Edyn alsof ze het meest bijzondere was wat hij ooit had gezien. Rhi probeerde het voornamelijk te negeren door zich bezig te houden met haar tekening, maar ze wist dat hij aan het staren was.
Gelukkig had Edyn haar hondje op de grond gezet en zorgde die voor wat afleiding bij Michael, al was het heel typisch dat het hondje meteen naar het nieuwe mens was gelopen. Ze zeiden vaak dat hondjes op hun baasjes konden gaan lijken in hun gedrag, en aangezien Edyn altijd nieuwsgierig was naar alles en iedereen, was Pixie dat ook. Daarom stond het hondje nu aan de voeten van Michael en was hij hem nieuwsgierig aan het besnuffelen. De jongen leek het niet heel erg te vinden. Rhi kon zelfs zien hoe hij het hondje optilde en op zijn schoot zette. Iets waardoor het hondje zijn handen meteen begon af te likken.
‘Ik dacht dat honden nooit toe werden gelaten op Hogwarts,’ zei Michael, waarschijnlijk om een gesprek te beginnen met Edyn. Die was echter zo geïntrigeerd door alles wat er voor haar aan het zwemmen was, dat ze de jongen niet eens leek te horen. Iets wat alleen maar beter was, vond Rhi.
‘Hij luistert heel erg goed. Daarom mag het.’ Dat was in ieder geval wat Rhi er van wist. Ze had begrepen van Edyn dat ze hem, aan het begin van haar tweede jaar, had gevonden op het station. Net voordat ze de trein in zouden gaan. Edyn, zoals ze was, had het hondje meegenomen. Iets wat eigenlijk niet had gemogen, maar ze was opzoek gegaan naar professor Longbottom en na heel wat ge-overleg, had het hondje mogen blijven. Edyn was door het dolle heen geweest. Rhi moest toegeven dat het hondje wel echt heel erg goed luisterde. Al was het af en toe wel een vreemd beest.
Rhi ging weer verder met haar tekening, wat betekende dat het korte gesprek af was gelopen. Ze had de meeste lijnen van de eenhoorn nu wel geschetst, wat betekende dat ze de lijnen nu wat dikker aan kon zetten en dat Edyn straks een tekening van een eenhoorn zou hebben. Het was dan wel geen echte eenhoorn, maar het was iets.
Edyn kirde vrolijk iets over Selkies en toen Rhi opkeek naar het raam, zag ze inderdaad dat er Selkies voor langs zwommen. Ze waren alles behalve sierlijk of mooi, zoals zeemeerminnen vaak beschreven werden. Selkies waren haast het lelijke tweelingzusje van de zeemeermin. Edyn leek het echter niet erg te vinden, ze leek zelfs dolblij dat de Selkies op haar lichtjes af kwamen lopen.
Michael maakte aanstalten om van de bank af te gaan, om de Selkies te bekijken, maar Rhi wierp hem een dodelijke blik toe. Ze wist precies wat er in zijn hoofd speelde en ze zat er niet op te wachten dat iemand zoals Michael om zou gaan met haar pleegzusje. Michael was over het algemeen een behoorlijk apart figuur en soms leek het alsof hij niks anders deed dan voor zich uitstaren. Hij was het tegenovergestelde van Edyn en Rhi hield hem liever zo ver mogelijk bij haar in de buurt.
Heel even leek het er op alsof Michael niet naar haar zou luisteren, maar hij verschoof zich uiteindelijk alleen maar iets op de bank. Pixie was van zijn schoot af gesprongen en rende vrolijk naar het raam, zodat hij weer naast Edyn kon zitten om samen met haar naar de wezens te kijken.
‘Pixie vind ze in ieder geval leuk,’ mompelde Rhi. Zij hoefde niet echt iets te weten van die wezens.
Elysium
Internationale ster



Selkies waren niet zo elegant als zeemeerminnen, ondanks dat ze familie van elkaar waren. De kleine wezens hadden zelfs iets lelijks en engs over zich heen. Toch hadden ze ook iets heel erg sierlijks. In ieder geval als je het aan Edyn vroeg. De grote ogen van de wezens leken de lichtjes zo goed mogelijk in de gaten te houden, waardoor ze lichtelijk aan het glimmen waren.
Voorzichtig liet Edyn zich op de grond zakken. Een deel van de sprei drukte ze onder zich, zodat ze geen koude billen zou krijgen. De rest van de sprei had ze gebruikt om zelf in weg te kruipen. Haar gezicht kwam er nog wel uit, zodat ze goed naar het water kon kijken. De Selkies waren zich een klein beetje aan het uitsloven door allemaal trucjes te doen in het water. Edyn moest er zachtjes om giechelen. Ze vond het er echt heel erg leuk uit zien. Als je haar hier liet zitten, kon ze echt zo uren blijven. Zeker omdat de wezens het echt naar haar zin hadden.
Pixie was naar zijn baasje gelopen. Hij had plaats genomen naast haar. Edyn merkte echter dat het hondje het ook een beetje fris begon te krijgen. Iets wat ze niet eens gek vond. De ruimte was ook best koel. Het water buiten was ook niet heel erg warm, dus daar kwam het vast van af. In combinatie met het feit dat hier de zon nooit echt in scheen, was het niet heel erg gek.
Edyn pakte Pixie op, waardoor ze ook een beetje opzij keek en zag hoe Rhi aan het tekenen was. Iets wat ze Edyn inderdaad had beloofd. Ze vond het niet netjes om dan niet te gaan kijken. Als het goed was mocht ze hier blijven slapen en had zelfs Rhi nog wel uitzicht op het meer! Iets wat Edyn echt geweldig leek. Om wakker te worden met een paar vissen of zelfs wezens die langs vlogen. Op het moment had ze echter iets meer interesse in de eenhoorn. Als het aan haar had gelegen had Edyn die vanavond in het echt gezien. Iets wat niet was gelukt. Waarom, snapte ze zelf ook nog niet echt. 
Edyn draaide zichzelf voorzichtig om met Pixie in haar handen, zodat ze uiteindelijk naast Rhi zat. Daar zette ze Pixie op haar schoot en sloeg ze de sprei weer helemaal om haar lichaam en die van het hondje heen. 
"Dat is beter he schatje?" Honden konden er iets beter tegen dan mensen. Edyn merkte in de winter echter wel dat het hondje het fijner vond om dicht tegen haar aan te liggen in bed. Zo konden zede warmte samen delen. In de zomer lag Pixie ook wel in Edyn haar bed, maar dan vaak aan het voeteneinde, totdat het weer achter werd. 
"Heb je alles goed bekeken?" Edyn praatte nog een beetje in de sprei, waar Pixie ondertussen was gaan liggen. Het hondje was nieuwsgierig en ze wist zeker dat hij alles even had bekeken. In dit gedeelte van het kasteel was hij immers nog nooit geweest. Daar kwam hij niet zomaar. Nou had Edyn ook niet heel erg vaak gezien dat Pixie veel aan was gehaald door Slytherins. Anders had ze het niet erg gevonden om hem mee te laten gaan met Rhi. Iets wat Pixie ook wel eens deed met Calum en Naylene, die allebei gek waren op het hondje. 
Edyn wist haast wel zeker dat Pixie het net ook leuk had gehad bij Michael. Die jongen kende ze echter amper? Dus ze zou haar hondje hier niet zomaar achter laten. Ook omdat Rhi het best druk had met Quidditch! Iets waar Edyn heel erg trots op was. Als ze Rhi moest spelen, dan was ze als hardste aan het schreeuwen. Ondanks dat ze het wel een beetje moeilijk vond als ze tegen Ravenclaw moest. Want dan wilde ze ook Calum aanmoedigen. Wat ze ook wel deed! In haar ogen kon het allebei tegelijk! Het gebeurde ook niet zo vaak, waar ze stiekem wel een klein beetje blij mee was. 
Voorzichtig liet Edyn haar hoofd tegen de schouder van Rhi aan rusten, terwijl ze naar het papier keek, waar zich ondertussen al een eenhoorn begon te vormen. Edyn was gek op Rhi haar tekenkunsten. Ze werd enthousiast als haar zusje aan het tekenen was. Zeker als ze samen in het bos waren. Dan kreeg Rhi het op de een of andere manier voor elkaar om de dieren die voor hen zaten, op het papier te krijgen. Edyn wist dat Rhi ook nog nooit een eenhoorn had gezien, maar het wezen wat op papier kwam was alles wat Edyn ooit over een eenhoorn had gelezen en gedacht. Het zag er in haar ogen prachtig uit.
"Hij is echt heel erg mooi." Zei Edyn dan ook zachtjes. Iets wat ze ook echt meende. Ze vond het nog steeds jammer dat ze vandaag geen eenhoorn had gezien in het bos, maar dit was al heel wat. Als het kon dan zou ze de tekening houden, als Rhi hem zelf niet wilde. Edyn wilde de tekening graag op haar kamer ophangen, waar wel meer dingen hingen. Onder andere heel veel foto’s van haar met haar vrienden. Maar ze had ook wel her en der plantjes staan, wat wel meer mensen deden in de Hufflepuff leerlingenkamer.
Demish
Internationale ster



Het was haast onmogelijk voor de vierdejaars om elkaar niet te kennen. Een hele grote groep waren ze niet. Ze hadden zelfs Potions met de gehele jaarrang. Toch vond Rhi zichzelf vaak met de Gryffindors gemixt als ze andere lessen had, wat betekende dat Edyn vaak lessen had met de Ravenclaws. Ze had haar daar nog nooit over horen klagen, aangezien het betekende dat ze bij Calum kon zitten. Zelf had Rhi het ook nooit erg gevonden om lessen te volgen met Luke, maar nu vond ze het behoorlijk irritant. Toch wist ze zeker dat Michael en Edyn elkaar wel kenden van de lessen Potions, en misschien ook wel van een ander les die zij niet volgde, aangezien ze na het derde jaar ook de keuze hadden gehad om vakken te laten vallen en anderen te volgen. Toch vond ze het niet nodig dat die twee elkaar beter zouden leren kennen. Iets wat Michael wel van plan leek te zijn.
Gelukkig was Edyn opgestaan van haar plekje voor het raam, waar ze voor had gezeten met het dekentje zo om haar heen gewikkeld dat Rhi alleen nog haar gezicht een stukje had kunnen zien vanaf de zijkant, en was ze naast haar komen zitten. Rhi kreeg zelfs een stukje van de sprei over zich heen. Iets wat typisch Edyn was. Ze zou nooit zo egoïstisch zijn om de deken alleen voor haarzelf en haar hondje te gebruiken, ondanks dat Rhi niet één keer had geklaagd dat ze het koud had. 
Edyn had haar hoofd op Rhi haar schouder laten zakken. Normaal gesproken had Rhi haar schouder meteen omhoog bewogen, zodat Edyn zou snappen dat ze zoiets niet moest doen, maar voor nu liet ze het maar even. Het meisje had een hoop meegemaakt en Rhi voelde zich nog steeds deels verantwoordelijk voor wat er was gebeurd. Als zij niet had geklaagd over Edyn, dan waren die meiden nooit op het idee gekomen om Edyn het bos in te sturen. Rhi zou wel duidelijk maken dat al dit soort grapjes eerst via haar zouden gaan. Zeker als het ging om Edyn. Ze hoopte dat Edyn niet aan Jackie, haar pleegmoeder, zou vertellen wat er was gebeurd. Natuurlijk zou Edyn dan ook wel vermelden dat Rhi haar had geholpen, maar Jackie was een stuk slimmer dan haar dochter en die zou ook wel door hebben dat er een band was tussen de Slytherin meisjes en Rhi zelf.
Ze keek op van haar tekening en glimlachte licht. Ze kende enkel de eenhoorn van plaatjes uit boeken en schilderijen. In haar ogen was het een paard met een hoorn, dus ze had geprobeerd om het paard zo gedetailleerd mogelijk te tekenen en vervolgens de hoorn zo te plaatsen dat het realistisch had geleken. Edyn vond hem mooi, maar Rhi moest toegeven dat Edyn al snel iets mooi of bijzonder vond. Toch was ze blij om een glimlach op het gezicht van haar pleegzusje te geven.
Ze plaatste de laatste details en tikte er vervolgens met haar potlood op, waarna de eenhoorn vrolijk rond begon te hinniken. ‘Hij is af,’ zei Rhi tegen Edyn, maar voordat ze het blad er uit zou scheuren, wilde ze eerst nog iets van Edyn weten: ‘Hoe gaan we hem noemen?’
‘Kunnen we hem een naam geven?’ vroeg Edyn stilletjes. ‘Luistert hij dan ook?’
Rhi wist niet echt of hij zou luisteren. Het was een tekening. Maar het portret van de Fat Lady luisterde ook als je haar zo aansprak en uiteindelijk was dat ook een betoverde tekening. Dus misschien zou de eenhoorn ook wel luisteren. ‘We kunnen het proberen.’
Edyn staarde een tijdje bedenkelijk naar de eenhoorn op het blaadje, wie haar afwachtend terug aanstaarde. Rhi wist eerlijk gezegd niet wat voor naam ze moest verwachten van Edyn, aangezien het letterlijk van alles kon zijn.
‘Tauriel,’ besloot Edyn uiteindelijk. ‘Dat betekent: dochter van het bos.’
Rhi knikte en boog zich over haar schetsboek, zodat ze de naam er zo sierlijk mogelijk bij kon schrijven. Zodra ze de naam er bij had geschreven, scheurde ze het blaadje uit haar schetsboek en gaf ze die aan haar pleegzusje.
‘Zullen we naar bed toe gaan?’ vroeg Rhi aan Edyn. Niet alleen omdat het al best laat was en ze één van de weinige studenten waren die nog niet in hun bed lagen, maar ook omdat de andere Slytherin ondanks haar waarschuwingen toch naar Edyn bleef kijken. Rhi zat er niet op te wachten dat hij alsnog een gesprek zou beginnen met haar pleegzusje. Daarnaast wist ze dat Edyn heel nieuwsgierig was naar haar kamer, dus dat zou ze op dit moment wel kunnen gebruiken. Edyn had zich namelijk heel erg verbaasd toen Rhi in haar eerste jaar op Hogwarts had verteld dat ze een kamer voor haarzelf had, in plaats van dat ze hem deelde met andere meisjes. Edyn had zelfs gevraagd of ze dat niet jammer vond, maar Rhi vond de rust heerlijk. Als ze elke avond met giebelende meiden op een kamer zou moeten liggen, zoals Edyn haar avonden altijd beschreef, zou ze gek worden.
‘We kunnen de sprei over mijn dekens leggen, zodat het niet te koud is.’ Ondertussen was Rhi wel geweld aan de iets koudere temperatuur in de kerkers. Ze had het eigenlijk nooit echt erg gevonden. Voor leerlingen die dat wel vonden, bestonden er gelukkig allerlei oplossingen. Sommigen hadden een haard op hun kamer, anderen lieten vuur ronddwarrelen in hun kamer. Geheel veilig was het niet, maar Rhi had nog nooit gemerkt dat er iets vlam was gevat. Daarnaast was het ook niet haar kamer, dus veel maakte het haar eigenlijk niet uit.
Elysium
Internationale ster



De lessen begonnen steeds serieuzer te worden. De O.W.L.’s kwamen steeds dichterbij. Er waren ondertussen genoeg mensen die bezig waren met de toetsingen van de vakken aan het einde van het jaar. In iedere les werd wel over gesproken. Stof werd herhaald. Toch was er ook tijd om iets over nieuwe onderwerpen te leren, of ze in de praktijk te behandelen.
De leerlingen van het vijfde jaar van de afdelingen Ravenclaw en Hufflepuff hadden op dit moment Defence Against the Dark Arts. In de afgelopen jaren hadden ze het onderwerp van vandaag al wel eens behandeld. Er was echter niet meer gedaan dan het onderwerp benoemen. Daar kwam vandaag toch wel verandering in. Iedereen zou bezig moeten met de Boggart. 
Mevrouw Lowell had de leerlingen van de twee afdelingen gevraagd om alles op te ruimen in het klaslokaal, wat ze hadden gedaan zonder hun magie te gebruiken. De twee klassen hadden de meeste van de lessen samen, daaruit waren ook wel veel vriendschappen ontstaan. Er was geen strijd zoals het bij Slytherin en Gryffindor wel was. Dat konden de leerlingen wel merken als ze eens een les hadden met z’n allen. 
Naylene vond het altijd fijn als ze les had met Hufflepuff. Dat had ze vanaf het eerste jaar al gevonden. De andere twee afdelingen waren in haar ogen nog luidruchtig. Hufflepuffs konden dat ook zijn. Dat was vooral uit gezelligheid, die Nay ook niet altijd heeft kunnen waarderen. Toch waren de mensen uit Slytherin en Gryffindor in haar ogen soms nog erger. 
De afgelopen tijd vond Naylene haar vakken met Hufflepuff nog iets leuker. Sinds ze Ashton had leren kennen, waren de twee goed met elkaar omgegaan. Ook in de lessen. In de meeste lessen die ze samen hadden, zaten ze dan ook vaak naast elkaar. Nou was Naylene nooit diegene die veel praatte tijdens de lessen, iets wat nu ook niet was veranderd, toch genoot ze van de momenten dat Ashton naast haar zat. Als ze opzij keek en hij op dat moment ook naar haar keek, kreeg ze vaak genoeg een glimlach te zien, waardoor ze zelf ook moest glimlachen. 
Op dit moment stond Naylene ook bij Ashton. Ze wist niet wat ze moest verwachten van de Boggart. Ze had er wel over gelezen. Een Boggart zou de angst van diegene die het dichtste in de buurt stond. Niemand wist echt hoe een Boggart er uitzag. Hij nam voor iedereen een andere vorm uit, wat natuurlijk niet zijn eigen vorm was. Naylene vroeg zich wel af hoe haar lerares het voor elkaar had gekregen om het wezen te vangen, want ze wist dat het alles behalve makkelijk was.
Iets wat ook niet makkelijk zou worden, was deze les zelf. Naylene snapte daarom ook niet waarom iedereen enthousiast aan het praten was. Om haar heen klonk enthousiast gepraat, zelfs gelach. Het gelach zou straks vast en zeker van pas komen. Als Boggarts ergens een hekel aan hadden, dan was het gelach. Daarvoor zou er wel eens gelachen moeten worden, wat moeilijk was je ergste angst voor je ogen stond. Angsten waren de dingen die men zo ver mogelijk wegstopte. Dingen waar niemand aan dacht. Iedereen had er wel een paar, niemand kon geheel zonder angst leven. Het zat soms diep in je geworteld, op andere momenten stond het op de voorgrond, nam het je hele lichaam over.
Naylene wist niet wat ze moest verwachten. Ze vond meerdere dingen niet prettig. Ieder mens had wel meer dan één angst. Naylene was alles behalve gek op slakken en ook kikkers bezorgden haar een rilling die over haar lichaam liep. Toch kon de Boggart nog zoveel andere vormen aannemen, dat Naylene echt niet wist wat ze moest verwachten. De kist, die centraal in de ruimte stond, maakte haar wel een klein beetje zenuwachtig. 
"Ik snap niet waarom iedereen zo blij is." Verwoordde Naylene haar gedachten, op zo’n manier dat alleen Ashton het hoorde. Ze probeerde wel een beetje te doorgronden wat hij er precies van vond. Het leek niet alsof hij er tegenop zag. Heel erg blij leek hij er echter ook niet mee te zijn. Naylene vroeg zich wel een beetje af waar de Boggart bij Ashton in zou veranderen. De twee hadden genoeg gesprekken gehad. Ze hadden het gehad over de diepste onderwerpen. Al was het ook wel eens voorgekomen dat de twee het over iets totaal nutteloos hadden gesproken en dat er heel erg veel gelach had geklonken. 
Naylene was gek op haar vriendschap die ze met Ashton had. Het was niet een jongen waarvan ze had gedacht dat hij haar beste vriend had kunnen worden, omdat ze op het eerste gezicht zo anders waren. De twee hadden echter ook genoeg vlakken waar ze elkaar raakten. Ze dichten hetzelfde over veel onderwerpen en als ze het niet met elkaar eens waren, probeerden ze altijd wel de andere kant ook mee te nemen. Hun vriendschap was heel erg anders dan Naylene had met anderen, het was dieper. Op sommige momenten vroeg Naylene zich af of er alleen vriendschap zat of dat het meer was. Ze was alleen niet hoe ze over dat onderwerp zou moeten beginnen zonder iets te verpesten.
Demish
Internationale ster



De les Defense Against the Dark Arts stond redelijk hoog op het lijstje van Ashton. Hij had het altijd interessant gevonden, vooral omdat er ook echt doe-lessen bij hadden gezeten en hij was meer een doener dan een denker. Naast het feit dat ze spreuken soms mochten oefenen, vond hij het ook fijn dat het een les was die hij samen met Naylene had. Hij kon zich haast niet voorstellen dat hij de eerste drie jaar van zijn schoolleven door was gegaan zonder Naylene. Nu zat hij in hun gedeelde lessen vaak naast haar, leerden ze samen en soms probeerde hij haar over te halen om mee te gaan naar Hogsmeade, maar dat laatste was hem nog niet gelukt. Iets wat hij jammer vond, want hij wist zeker dat Naylene het stadje geweldig zou vinden. Gelukkig konden ze ook genoeg dingen samen doen in het kasteel van Hogwarts zelf.
Les werd misschien niet als leuk ervaren door iedere leerlingen, maar als hij samen met Naylene een les had, dan had Ashton vaak een glimlach op zijn gezicht. Hij vond het fijn om haar te zien. Het maakte hem vrolijk, zelfs het vooruitzicht al. Ondanks dat Naylene altijd haar best deed om op te letten, kon Ashton wel met haar praten. Soms was staren zelf genoeg. Hij vond het leuk om te zien hoe ze zich concentreerde en hoe ze zo snel mogelijk alles over probeerde te schrijven met haar ganzenveer, waarna ze er dan achter kwam dat hij een tekeningetje op haar perkament had gekrabbeld.
Vandaag was echter geen les waar perkament bij nodig was. Het was één van de lessen die Ashton het leukste vond, al wist hij niet of het onderwerp hem wel echt aan stond.
‘Ik denk dat ze blij zijn omdat we nu geen theorie krijgen,’ mompelde Ashton, terwijl hij zijn klasgenoten nog eens goed bestudeerde.
Ondanks dat zijn klasgenoten redelijk enthousiast leken te zijn over de Boggart die Professor Lowell had meegenomen voor hen, was Ashton er niet zeker van of hij zich ook zo voelde. Vond hij het jammer dat ze geen aantekeningen zouden moeten maken? Absoluut niet. Hij had echter nog wel genoeg opgelet om te weten dat een Boggart iemand zijn diepste angst zou laten zien. Angsten waren iets raars, vond Ashton. Ondanks dat hij veel met Naylene en zijn vrienden deelde, wist bijna niemand waar hij precies bang voor was en nu zou de hele klas dat te zien krijgen. Hij zou dan wel niet de enige zijn, maar angst was iets subjectiefs. Misschien zouden anderen wel lachen om hetgeen wat voor hem zou verschijnen, of juist andersom. Hij zou zelf nooit iemand uitlachen om een angst, hoe irrationeel die misschien ook zou zijn. Hij wist echter niet of hij dat ook voor anderen kon zeggen. Wel was hij blij dat hij bij de Ravenclaws zat, aangezien die misschien net meer rekening hielden met de omgeving en de personen er in. Al was het vooral fijn dat Naylene nu naast hem stond. Hij wist dat wat er ook zou gebeuren, hij altijd haar zou hebben om op terug te vallen. 
Professor Lowell had zich weer voor de groep geplaatst en ze wachtte geduldig tot de vijfdejaars weer stil waren gevallen, zodat ze met haar uitleg kon beginnen. ‘Als het goed is, weten jullie allemaal wat een Boggart doet.’ De meeste mensen om Ashton heen begonnen te knikken. Ze hadden het wezen al vaker besproken in de les. Ze hadden er alleen nog nooit mee geoefend.
‘Weet iemand nog welke spreuk tegen een Boggart kan worden gebruikt?’ Automatisch gingen Ashton zijn ogen naar Naylene. Hij wist dat zij het wist. Elke antwoord waar de professors naar zochten, had Naylene al lang opgeslagen in haar hoofd. Vaak gaf ze het antwoord ook, waardoor ze weer punten verdiende voor Ravenclaw, maar dit keer bleef Naylene stil. Ashton had al wel aan haar gemerkt dat ze niet heel enthousiast was over deze les. Zoiets merkte je, als je elkaar al een tijdje kende. Zelf stond hij ook niet te springen om de Boggart aan te pakken, maar snapte heel erg goed waarom Naylene dat ook niet wilde.
Een andere Ravenclaw had zijn hand opgestoken en hij had de beurt gekregen van de professor. ‘De spreuk die je tegen een Boggart kan gebruiken, is Riddikulus. Het is hierbij de bedoeling dat je je sterk inbeeld dat je angst iets grappigs overkomt, zodat het niet meer eng is. Gelach brengt een Boggart vreselijk in de war. Hij kan er niet tegen.’
‘Heel erg goed,’ complimenteerde professor Lowell de jongen. Ashton wist zeker dat Naylene het ook wel had geweten. ‘Laten we hem allemaal eerst een keer oefenen, zonder toverstokken. Zeg mij na: Riddikulus!’
Ashton herhaalde de spreuk, samen met de andere leerlingen. Na nog twee keer leek de professor wel te denken dat ze de uitspraak van de spreuk te pakken hadden. ‘Onthoud goed: een Boggart haat gelach.’ Daarna vertelde ze een grapje, waarschijnlijk om de wat nerveuzere leerlingen op hun gemak te stellen. 
Nadat het gelach weg was gestorven, gebaarde de professor naar haar leerlingen. ‘Kom, allemaal in een rijtje. Dan gaan we één voor één iedereen langs. Als het echt uit de hand loopt, maar daar ga ik niet vanuit, dan spring ik er tussen en zorg ik dat de Boggart weer in de kist beland.’
Natuurlijk begonnen de leerlingen meteen te dringen om een rij te maken. Ashton kreeg het voor elkaar om ergens in het midden te staan, met Naylene voor zich. Hij was blij dat hij niet als eerste hoefde, maar ook opgelucht dat hij niet tot het einde van de les zou moeten wachten om zijn angst te zien. 
Elysium
Internationale ster



De eerste vijf jaar waren de lessen Defence Against the Dark Arts verplicht voor alle leerlingen. Na de O.W.L.’s mochten ze dan kiezen of ze verder wilden met de vakken of niet. Dit was echter wel afhankelijk van de prestatie die ze leverden tijdens de toetsing. Deze toetsing was best omvangrijk, zeker als je je bedacht dat er in dezelfde tijd alle andere vakken ook werden getoetst. Voor Defence Against the Dark Arts hiel het in dat de leerlingen zowel een theorie als praktijk examen moesten worden doorlopen.
Naylene wist misschien niet wat haar precies te wachten stond, maar ondertussen was het meisje al lang voorbereid op de examens aan het einde van haar jaar. Het meisje was zelfs al bezig met haar N.E.W.T.’s, die ze in haar laatste jaar pas zou hebben. Ze herhaalde heel veel van de stof en natuurlijk probeerde ze soms ook spreuken uit. Het was echter niet zo makkelijk om te doen, omdat bij sommige onderwerpen wel echt iets meer nodig was dan haar toverstok en een simpele slak. Eén van de spreuken die Naylene nog nooit had kunnen oefenen was hetgeen waar ze juist vandaag mee kon oefenen. Normaal zou het meisje blij zijn geweest, ze mocht iets nieuws leren, maar op het moment voelde ze zich niet zo vrolijk.
"Volgens mij hebben ze niet eens door wat hen staat te wachten." Mompelde Naylene. Ze snapte echt niet waarom mensen zo rustig konden blijven. Zelf probeerde ze dat ook wel te doen, maar het was niet zomaar iets om je diepste angst onder ogen te moeten komen! Zeker als je niet helemaal zeker wist wat er straks zou gaan verschijnen.
"Ik hoop dat ze dit niet voor de O.W.L.’s doen." Ondanks dat Naylene niet wist wat ze moest verwachten van haar Boggart, wist ze wel zeker dat het niet heel erg makkelijk was. Normaal gesproken kon ze zich heel eenvoudig concentreren op de spreuken die ze uit moest spreken. Nou was het lachen gewoon iets wat Naylene raar vond. Niet dat ze zelf zo’n mopperkont was, waar geen glimlach van af kon komen. Ze zou zo echter wel iets moeten verzinnen waardoor het beeld voor haar grappig zou zijn! In haar ogen was dat moeilijk als je verstijfd was van angst. Als Naylene kon kiezen, zou ze liever voor een Dementor staan. Daar had ze misschien ook geen ervaring mee, maar het leek haar alsof de druk toch wat minder zou zijn.
Alles ging een beetje langs Naylene heen, ze had ook echt geen zin om antwoord te geven op de vraag die Professor Lowell stelde. Echt lachen om haar grapje kon Naylene vervolgens ook niet. Ze snapte niet hoe haar Professor dit kon behandelen met een lach op haar gezicht, alsof het niet serieus werd genomen! Dit onderwerp was heel erg serieus. Natuurlijk kon het zo zijn dat de leerlingen ooit een Boggart tegen zouden komen en dan moesten ze wel weten hoe ze zich er tegen moesten verdedigingen, toch vond Naylene het niet nodig om dit klassikaal te doen. 
Veel kon het meisje uit Ravenclaw er niet aan doen, het gebeurde allemaal. Er werd een rij gevormd door de mensen die er duidelijk wel zin in had. De sfeer leek er best wel goed in te zitten, want er klonk overal gepraat en gelach. Mensen waren zelfs aan het dringen om zo ver mogelijk naar voren te komen.
Naylene stond zelf ergens in het midden, met Ashton achter zich. Ze had het geluk dat ze behoorlijk lang was, wat betekende dat ze zo over de meeste leerlingen heen kon kijken om te zien wat er gebeurde.
De eerste leerling was iemand uit Hufflepuff, een meisje met wie ze Ashton wel eens had zien praten, al praatte Ashton met iedereen. Aan de houding van het meisje te zien, was ze niet bang voor wat er komen ging. Professor liet de Boggart uit de kist en al snel leek hij zich te veranderen in de ergste angst van het meisje: Een vreselijk grote kakkerlak. Uit de rest van de klas klonken wat kreetjes van afkeer en ook het meisje zelf, leek het niet geweldig te vinden. Toch lukte het haar redelijk goed om zich er van af te wenden. Ze sprak de verbannings-spreuk uit en al snel had de kakkerlak niet alleen een vol gemake-upt gezicht, maar ook een rokje uit. Hierdoor klonk er heel wat gelach door de hele ruimte. Zelfs Naylene moest er een klein beetje om lachen.
Het leek alsof iedereen een andere angst had. Met iedere leerling die naar voren stapte, kwam iets heel anders tevoorschijn. Ook wist iedereen een eigen manier te vinden om iets grappigs te maken van hun angst, waardoor de Boggart zich weer terug trok in zijn kist. 
Naylene was het nare gevoel bijna kwijt, totdat ze door kreeg dat ze aan de beurt was. Niemand stond meer voor haar, wat betekende dat nu haar zou gaan verschijnen. Ze had zich dingen bedacht, maar niets was zo erg als hetgeen wat voor haar verscheen. De jongen, met rode haren, die ze op de grond zag liggen, zorgde er voor dat haar hele lichaam verstijfde. Naylene wist niet meer hoe ze moest bewegen, ze wist ook totaal niet meer wat ze doen. Ze was aan de grond genageld. 
Demish
Internationale ster



Het vijfde jaar was een belangrijk jaar. Leerlingen werden in de eerste weken al bekogeld met preken over hoe belangrijk de O.W.L’s wel niet waren, wat voor invloed het zou hebben op hun latere leven. Want door goede cijfers op hun O.W.L’s zouden halen, zouden de leerlingen verder kunnen met die vakken in hun N.E.W.T’s. Die waren dan weer belangrijk voor de banen die ze later graag zouden willen aannemen. Dat alles klonk nog ontzettend ver weg, maar dag na dag kwam het toch steeds een beetje dichterbij. Iets wat de meeste leerlingen wel nerveus maakte. Ook Ashton begon de druk steeds iets meer te voelen, maar hij was ontzettend blij dat hij Naylene had. Iemand met wie hij kon studeren en die ook de moeite nam om zijn huiswerk samen met hem door te nemen, want zij had het vaak al af voordat Ashton er aan begonnen was.
Toch was er ook nog iets anders waardoor het vijfde jaar voor Ashton belangrijk was geworden. Toen hij ergens in het midden van augustus de brief had gekregen van school, waarin altijd vermeld stond welke boeken hij aan moest schaffen voor dit jaar, was er nog een envelop bij de post gekomen. Eentje waarin had gestaan dat hij tot Prefect was verkozen voor zijn afdeling. Hij had zijn geluk niet op gekund, want niet iedereen werd zomaar Prefect. Het waren toch een soort toonbeelden van de afdeling, zeker voor de eerstejaars. Die werden vaak de eerste week door de Prefects begeleid. Het was Ashton zijn taak geweest om hen welkom te laten voelen op de school en hen een beetje de weg te wijzen. Ondanks dat het nu al bijna het einde van oktober was, probeerde hij zo nu en dan toch nog aan de eerstejaars te vragen hoe het ging. Ze voelden toch nog een beetje als zijn verantwoordelijkheid.
Het had hem verbaasd dat Naylene geen Prefect was geworden. Ze had uitstekende cijfers en ze had een fijne stem om naar te luisteren. Ze kon heel erg goed uitleggen en Ashton wist zeker dat ze het met gemak voor elkaar zou hebben gekregen om de eerstejaars uit Ravenclaw het naar hun zin te maken op Hogwarts. Misschien had ze er wel geen tijd voor gehad, met haar drukke schema, en had de school dat geweten. Vreemd genoeg leek de school altijd meer te weten.
Een beetje afwezig keek Ashton naar de rest van zijn klasgenoten. Hij vond het best interessant om te zien waar de mensen voor hem bang voor waren. Hij had al kakkerlakken gezien, slangen, clowns, eigenlijk de typische dingen waar men bang voor was. Bij de ene leerling had het wat langer geduurd dan bij de ander, maar uiteindelijk lukte het iedereen om hun Boggart in iets grappigs te veranderen. Iets waardoor Ashton uiteindelijk ook wel beter was gaan oplassen. 
Plotseling was het Naylene haar beurt. Heel veel verder naar voren gestapt was ze niet, maar toch was het voor de Boggart duidelijk wie er voor hem stond. Ashton hield zijn adem in. Hij wist niet waar Naylene precies bang voor was. Misschien haar ouders, wat hij gokte op basis van de verhalen die hij van haar had gehoord, maar het leek hem sterk dat haar ouders uit de kist zouden kruipen.
Er klonken geschrokken kreten van leerlingen door de kamer toen de Boggart van Naylene zijn vorm aan had genomen. Hij was veranderd in een jongen met rood haar, die roerloos op de grond lag. Zijn huid was lijkbleek en ondanks dat Ashton zijn gezicht niet kon zien, wist hij heel erg goed wie het was. Het was de broer van Naylene.
Zonder er bij na te denken stapte Ashton naar voren. Hij trok Naylene naar achteren en stapte zelf nog voor haar, zodat hij in het zicht van de Boggart stond. De roodharige jongen leek niet te bewegen, maar hij had overduidelijk door dat er nu iemand anders voor hem stond. Zijn lichaam nam een andere vorm aan en binnen een paar seconden stond Ashton oog in oog met een grote mensenhaai. 
Het gebrek aan water leek de haai niet te deren, want hij begon woest rond te happen, opzoek naar iets waar hij zijn tanden stevig in zou kunnen zetten.
Ashton kon zijn eigen benen voelen trillen en ook het heffen van zijn toverstok ging niet zo soepel als hij gewend was, maar diep van binnen was hij al lang blij dat hij Naylene weg had gehaald bij haar Boggart.
De haai beet opnieuw en Ashton moest naar achteren springen, net zoals vele anderen. Hij slikte en probeerde zich te concentreren op een grappig iets. Op iets wat de haai er zo stom zou doen uitzien dat Ashton er niet meer bang voor zou kunnen zijn.
‘Riddikulus!’ schreeuwde Ashton naar de haai, terwijl hij zijn toverstok er ook naar wees. Op dat moment hapte de haai weer, maar dit keer ging het anders. De rijen scherpe tanden waren veranderd in een mond vol knuffels en ook de haai zelf zag er behoorlijk zacht en knuffelig uit, waardoor de meeste leerlingen moesten lachen. Ashton richtte zich echter op Naylene, wiens gezicht nog steeds lijkwit was.
‘Gaat het met je?’ vroeg hij zachtjes. Hij wist waarom haar broer daar had gelegen. Naylene had het verhaal vorig jaar aan hem verteld, op een avond waarop ze eigenlijk huiswerk hadden moeten doen. Tot op de dag van vandaag kon hij niet geloven dat de ouders van Naylene hun eigen zoon hadden vermoord, alleen maar omdat hij geen magische krachten had bezeten. Naylene had het zien gebeuren en ze had er nu nog steeds last van, wat eigenlijk niet meer dan logisch was. Ashton had echter niet verwacht dat een Boggart had kunnen veranderen in iemand die al dood was geweest.
Troostend legde hij zijn hand op haar schouder. ‘Wil je anders even naar buiten?’
Elysium
Internationale ster



Angst was iets wat zich diep in je hulde. Ieder mens had een angst, sommigen groot, anderen klein. Een mens kon meerdere angsten hebben. Voor de ene persoon was een angst altijd aanwezig. Zo waren er mensen die bang waren voor grote groepen en hier vaak mee te hadden. Bij andere personen zat de angst zo diep dat ze er zelfs misschien niet eens bewust van waren. Hoe het ook was, ieder persoon had wel een angst. Een persoon zonder angst bestond niet. Het zou zelfs heel erg gevaarlijk zijn wanneer mensen geen angsten hadden. Angst zorgde er immers voor dat iemand zichzelf of anderen probeerde te beschermen. Wanneer mensen niet bang zouden zijn voor vuur, zouden ze er misschien wel in blijven staan en uiteindelijk dood gaan. 
Hoe normaal het hebben van een angst aan de een kant ook was, zo irrationeel kon een angst aan de kant ook zijn. Er waren mensen bang voor dingen die waarschijnlijk nooit zouden gebeuren. De angst om geraakt te worden door de bliksem was zo heel erg klein. Kleine spinnetjes die je op zouden eten, waren ook niet iets wat snel zou gaan gebeuren. De meeste angsten waren irrationeel. Het zou nooit kunnen gebeuren als de die persoon in het hoofd had. Toch zat het er en in vele gevallen was het niet weg te krijgen. 
In Naylene haar geval was het misschien logisch dat de meest traumatische gebeurtenis in haar leven ervoor had gezorgd dat er nu een diepgewortelde angst bij het meisje zat. Zelf had ze nooit verwacht om haar broer op de grond te zien liggen. Het zorgde voor een raar gevoel dat door haar hele lichaam leek te stromen. De eerste twee seconden was ze heel erg blij geweest om de jongen te zien, maar al snel had ze door gehad dat hij niet meer had geleefd. Het had haar terug gebracht naar wat er al die jaren geleden was gebeurd. Naylene had zich klein gevoeld, ze had geen idee gehad wat ze precies had moeten doen. Ze was niet eens in staat geweest om iets te doen!
Zelfs toen Ashton voor haar was gesprongen, bleven de ogen van Naylene gericht op de grond. De jongen die er had gelegen was ondertussen verdwenen, maar ze kon zweren dat ze hem nog zag liggen. Ze kon de pijn voelen die ze had gevoeld op de middag dat het was gebeurd. Pijn die ze jaren lang met zich mee had gedragen, maar wel zo ver mogelijk naar binnen had proberen te stoppen. Op het moment ging dat niet. Het leek alsof ze ergens van de wereld af. Zelfs huilen leek ze niet te kunnen, zo geschrokken was.
Op het moment dat Ashton haar vroeg of het met haar ging, was Naylene nog steeds niet echt in de ruimte. Het duurde een hele tijd voordat het tot haar door drong wat de jongen haar had gevraagd. Heel voorzichtig schudde ze met haar hoofd. Het ging niet. Ze niet verwacht dit te zien en zeker niet om al deze gevoelens van pijn vandaag te voelen. 
Naylene had nooit gewild dat er andere mensen van haar jaar er over hadden geweten. Ze hoefde niet aan te worden gekeken alsof er mensen medelijden met haar hadden, terwijl ze normaal gesproken nooit echt aandacht aan haar besteden. Ze had het hen niet willen vertellen. Nu maakte haar het eigenlijk niet veel uit. Het was wel het laatste waar ze aan dacht. Er gingen allemaal gedachten over Chris door haar heen en dat was dan ook het enige waar ze echt aan kon denken.
Voorzichtig knikte Naylene toen de volgende woorden van Ashton bij haar naar binnen drongen. Ze wilde dol graag naar buiten. Ze wilde ergens anders naar kijken dan de plaats op de grond waar haar dode broer net had gelegen. Ze zou het niet trekken als ze hier nog langer moest blijven staan.
Er klonken genoeg stemmen om Naylene heen. Er waren een paar mensen die vroegen of het wel ging. Er waren anderen die met elkaar aan het mompelen waren en Naylene kon zelfs zweren dat ze haar professor hoorde. Al die dingen maakten haar niet uit. Ze probeerde zich te concentreren op de stem van Ashton, die haar nog zachtjes vertelde dat ze naar buiten zouden gaan. 
Pas toen Naylene buiten het lokaal was, kon ze opkijken. Nog steeds was het beeld niet van haar netvlies af en dat zou ook een hele tijd duren. Het was de laatste tijd juist beter gegaan. Ze had minder vaak last van de nachtmerries die ze in het begin wel had gehad. Het beeld van haar broer was nog wel eens verschenen, maar het was in een goede manier geweest. Nu was ze weer helemaal terug naar die duistere plaats.
Voorzichtig sloeg Naylene haar armen om Ashton heen. Ze besefte maar al te goed dat hij haar had geholpen, iets waar ze hem heel erg dankbaar voor was. Anders had ze er vast een tijdje moeten staan totdat professor Lowell in had gegrepen, wat ze bij de rest ook had gedaan! Naylene had het echt niet aangekund om nog langer naar dat beeld te kijken. Ze kon het nu ook niet aan! Ondertussen waren de tranen wel in haar ogen komen te staan, maar ze hield ze ook niet echt meer tegen. 
Demish
Internationale ster



Dat het niet handig was om een beest los te laten dat iemand zijn grootste angst zou weerspiegelen, was misschien een understatement. Toch was het logisch dat professor Lowell er voor had gekozen om deze les in het vijfde jaar te houden. Het was belangrijk voor de leerlingen om te weten hoe ze zich zouden moeten verweren tegen de zwarte kunsten en zoiets leerde je eigenlijk alleen maar door het ook echt te doen. Vijfdejaars hadden al redelijk wat verweringspreuken geleerd en voor hun O.W.L’s zouden ze ook deze kennis moeten beheren. Ashton was één van de leerlingen die de spreuk zonder moeite uit had gevoerd, maar hij moest toegeven dat hij er niet eens zo mee bezig was geweest.
Ashton had vrijwel geen tijd gehad om te denken aan zijn eigen angst. Natuurlijk had de grote haai hem wel iets gedaan en hij had zelfs een keer weg moeten springen voor de scherpe tanden van het dier, maar in zijn hoofd was hij veel meer bezig geweest met Naylene en wat zij op dat moment had moeten voelen. Voor haar was haar broer zien iets onmogelijks. Hij was dood, dus hij hoorde hier niet meer te zijn. Dit was dan maar een Boggart geweest, maar voor Ashton had de haai ook levensecht geleken, dus waarom zou het voor Naylene dan ook niet zo zijn geweest? Hij kon zich nog nauwelijks beseffen wat hij net had gedaan, maar hij had Naylene meteen willen helpen en daarom was hij, zonder na te denken, voor haar gesprongen en had hij zijn eigen Boggart aangepakt.
Professor Lowell had hen toestemming gegeven om naar buiten te gaan en Ashton had snel zijn eigen tas en die van Naylene gepakt, waarna hij haar naar buiten had geleid. Ondanks dat hun klasgenoten het goed hadden bedoeld en zelfs aan Naylene hadden gevraagd of het allemaal wel met haar ging, was het beter als ze nu even een rustig plekje op zouden zoeken. Ashton wist niet of Naylene er over wilde praten of niet, maar als ze dat wilde, dan zou hij dat samen met haar doen. 
Eenmaal buiten in de gang duurde het niet lang voordat Naylene haar armen om Ashton heen sloeg en ze begon te huilen. Ashton was geen expert als het ging om huilende mensen, hij had ook liever dat de mensen om hem heen aan het lachen waren, maar hij wilde Naylene niet verdrietig zien. Het brak zijn hart, wetend waarom ze aan het huilen was. Hij sloeg dan ook zijn armen stevig om haar heen en streek geruststellend met zijn hand over haar rug. 
Ashton was altijd iemand die wel wist wat hij moest zeggen. Hij had op alles een antwoord en hij vertelde graag zijn verhalen, maar hij wist nu niet zo goed wat hij tegen Naylene moest zeggen om haar te kalmeren. Hij wilde zeggen dat het hem speet en dat het vast verschrikkelijk moest zijn geweest om haar broer daar zo te zien liggen, maar hij wist niet of dat wel de juiste woorden zouden zijn. Het was haast vanzelfsprekend dat het verschrikkelijk was geweest om zoiets te zien. Als Ashton zijn eigen broertje en zusje zo zou zien liggen, zou hij het waarschijnlijk ook alles behalve leuk vinden. 
In het geval van Naylene was het nog vele malen erger. Haar broer was vermoord door zijn eigen ouders en zij had het gezien. Ze was er bij geweest. Als Ashton het zich goed kon herinneren, had ze er zelfs bij moeten zijn, zodat haar ouders haar iets duidelijk hadden kunnen maken. Ashton wist dat er vreselijke ouders bestonden, zijn eigen vader was er immers vandoor gegaan, maar dit was nog vele malen erger. Ouders hoorden hun eigen kinderen niets aan te doen, of ze nou magisch waren of niet. 
Ashton wist dat er een plek was waar Naylene graag naar toe ging als ze haar broer echt mistte: het verboden bos. Het was een plek waar leerlingen niet mochten komen, zoals de naam al suggereerde. Naylene kwam er echter wel eens en ze was nog nooit betrapt. Ze had Ashton verteld over de wezens die daar rondliepen, genaamd Thestrals. Ashton wist er niet veel van, enkel wat Naylene aan hem had verteld. Ze zouden op gevleugelde, uitgehongerde paarden lijken met een zwarte, leerachtige huid. Het belangrijkste aan de wezens was dat alleen mensen die iemand dood hadden zien gaan, de Thestrals konden zien. Dat betekende dat Ashton ze zelf niet zou kunnen zien, maar hij wist nog niet of hij dat ook zou erg zou vinden.
‘Wil je anders even naar het bos?’ vroeg hij zachtjes. Hij probeerde expres niet het woord “verboden” er voor te zeggen, mocht er een docent in de buurt zijn die hen zou horen. Ashton was dan wel prefect, wat betekende dat hij zelf iets meer regels kon buigen als andere leerlingen, maar ze zouden hem en Naylene nooit laten gaan. Waarschijnlijk ging professor Lowell er ook vanuit dat ze weer terug zouden keren naar de les, maar Ashton zag dat eerlijk gezegd niet gebeuren. Niet in de staat waarin Naylene nu verkeerde. 
Elysium
Internationale ster



Hogwarts bereidde iedereen voor op het echte leven dat ze na school zouden krijgen. Aangezien de meeste leerlingen in de tovenaarswereld woonden of daar zouden gaan woonden, was het nodig om alle gevaren te behandelen. Daarvoor was de les Defence against the Dark Arts ook ingericht. Het was best logisch dat ze dan uiteindelijk ook Boggarts zouden behandelen. Riddikulus was daarbij ook nog één van de spreuken die de leerlingen zouden moeten laten zien tijdens hun examens. 
Naylene wilde niet eens denken aan het feit dat ze dit nog een keer zou moeten doen. Zeker niet als er zoiets als haar cijfers vanaf hingen. Het was behoorlijk belangrijk om dat goed te doen. Nu kon ze er niet eens over nadenken! Ze wilde nu ook echt niet nadenken over wat er net allemaal was gebeurd. Het was behoorlijk heftig! De beelden speelden zich nog zo levendig voor haar ogen op. Ze had het idee dat Chris ieder moment naar buiten kon lopen. Stiekem hoopte ze dat het zo was.
Al jaren lang had Naylene één wens, wat was dat ze haar broer graag nog een keer wilde zien. Het liefst zou ze willen dat ze hem nog een keer vast kon houden en hem vertellen dat ze dat ze wel trots op hem was zoals hij was geweest. In haar ogen was er helemaal niets mis met hem geweest. Hij was niet goed geweest in magie, hij had die kracht gewoon niet gehad. Wat kon! Er waren kinderen van twee Muggle ouders die wel krachten hadden, terwijl er kinderen waren van tovenaars die zelf die krachten niet hadden. Naylene was juist trots op haar broer geweest, daarom had ze ook zeker geweten dat hij het heel goed had gedaan op zijn eigen manier. Waarschijnlijk had hij een leuke Muggle baan gevonden, want die waren er genoeg! Misschien had hij daar zelfs iets kunnen studeren. Uiteindelijk had Naylene hem genoeg dingen over Hogwarts willen vertellen. Iets wat ze nu nog steeds wel wilde. Iets wat ze soms ook wel deed. Als ze bij de Thestrals was, dan had ze het gevoel dat Chris ook bij haar was. Soms kwamen er dan wel woorden naar hem toe.  
De vingers van Naylene hadden zich om de stof van de mantel van Ashton heen geklemd. Ze was niet iemand die in het openbaar huilde. Ze kon zich niet herinneren wanneer iemand haar had zien huilen. Ze hield er niet van, mensen hoefden dat niet te zien. Als ze eens wilde huilen deed ze dat op een plek waar ze alleen was. Het gebeurde niet vaak, maar soms moest ze er alles even uit laten.
Op dit moment was het iets anders. Ze had niet echt controle over haar tranen. Het liefst hield Naylene ze tegen. Ze wilde niet huilen. Ze wilde ook vergeten wat er net allemaal was gebeurd. Dat ze haar broer zo had zien liggen was echt iets wat haar hart had gebroken en daardoor wist ze echt niet meer hoe ze om moest gaan met de hele situatie. 
Gelukkig voor Naylene hoefde ze deze situatie niet in haar eentje aan te gaan. Ashton was erbij. Hij had haar net heel erg goed geholpen! Hij was gewoon voor haar gesprongen, wat ze echt heel erg lief van hem had gevonden. Het betekende heel veel voor haar dat Ashton voor haar was gesprongen. Hij had het aangedurfd om zijn ergste angst onder ogen te komen, om er voor te zorgen dat ze Chris niet meer zo had zien liggen. 
Het liefst wilde Naylene, Ashton bedanken. Iets wat gewoon niet ging omdat ze zo aan het huilen was. Het leek Ashton niet heel erg veel uit te maken dat ze op het moment niet kon praten. Hij stelde zelfs iets voor wat Naylene zelfs fijn vond. Het bos was altijd haar plaatsje geweest sinds ze de Thestrals daar een keer had gevonden. 
Voorzichtig knikte Naylene. "G-graag." Kwam er stotterend over haar lippen heen. 
Naylene liet Ashton voorzichtig los, anders zouden ze niet samen naar het bos kunnen lopen. Vrijwel meteen zocht Naylene voor de hand vast Ashton. Op het moment wilde ze een klein contact hebben. Het voelde als een soort van kleine troost. 
Zo liep het tweetal ook naar het bos. Het was een plaats waar Naylene, Ashton nog nooit mee naar toe had genomen. Het was een beetje haar eigen plaatsje. Nu wilde ze Ashton daar wel tot toelaten. Ze had hem al wel vaker verteld over de plaats en ver de wezens die zich daar bevonden. Ze wist echter ook wel dat Ashton ze niet zou kunnen zien. Het zou ook voor een stukje onbegrip kunnen zorgen. Er waren ook wel eens mensen bij de koetsen geweest dat anderen zich niet aan moesten stellen. Ashton zou dat niet doen, zeker niet nu en Naylene vond het ergens wel fijn dat ze hem nu kon meenemen. Het zou ook een plaats zijn waar ze rustiger zou worden.
Het was rustig op het terrein. De meeste leerlingen zaten in de les. Het was dan ook een tijd waarop iedereen echt les had. Daardoor konden Naylene en Ashton ongezien naar het bos komen. In die tijd probeerde Naylene haar tranen een beetje onder de controle te krijgen. Ze was behoorlijk druk bezig met gewoon goed lopen, omdat ze door de schrik toch ook behoorlijk was gaan trillen. Ondertussen had ze dat al wel onder controle. De schrik zat er echter nog wel in. 
Demish
Internationale ster



Het verdriet van Naylene vond hij uiterst naar om te horen. Ergens was hij blij dat ze bij hem durfde te huilen, want dat betekende dat ze hem vertrouwde. Toch wilde hij haar niet zo zien. Hij had liever een vrolijke Naylene, die naast hem op de grond van de astronomietoren lag om samen met hem naar de bewegende planeten te kijken. Hij hield van de rustige momentjes waarop ze met haar vinger de verschillende planeten en manen aanwees, terwijl ze hem er over vertelde. Toch wist hij dat hij op dit moment niet veel aan haar verdriet kon doen en dat er ook een plaats zou moeten zijn waar ze het kwijt zou kunnen. Dat hij die plaats was, was ontzettend bijzonder en deed Ashton dan ook hopen dat Naylene voor hem voelde wat hij ook voor haar voelde. Toch was dat moeilijk te zeggen als het ging om zo’n situatie.
De manier waarop Naylene hem meenam naar het Verboden Bos deed Ashton denken aan zijn tweede jaar. Op een avond waarop hij, samen met Linn, nog in de Common Room had gezeten omdat Linn heel bezorgd was geweest om Edyn. Toen Edyn eenmaal terug was gekomen, had het meisje hem en Linn in vertrouwen genomen over de keukens van de school. Op dat moment had Ashton wel geweten dat er keukens waren geweest, want al het eten had ergens vandaan moeten komen, maar hij had er verder nooit bij stil gestaan wie al dat eten dan had gemaakt. Het was een geheim geweest dat Edyn had ontrafeld en ze had het aan Linn, en Ashton zelf, willen laten zien. Edyn had hen meegenomen naar de keukens, al wist Ashton tot op de dag van vandaag niet hoe hij er precies in moest komen, en daar had hij alle huiselven gezien. Het waren hele vriendelijke wezens geweest en hij wist van Edyn dat ze nog veel meer deden dan alleen zorgen voor het eten. Zo maakten ze ook de leerlingenkamers schoon en hielden ze een oogje in het zeil.
Het Verboden Bos was een hele andere locatie, maar het was er wederom eentje die met hem gedeeld werd in vertrouwen, al had Edyn hem niet helemaal vertrouwd. Hij had zijn ogen dicht moeten doen toen ze voor het schilderij hadden gestaan. Voor het Verboden Bos was er geen geheime ingang. Ondanks dat het verboden toegang was voor leerlingen, konden ze er vrij gemakkelijk in en uit lopen. Zelfs Hagrid, de halfreus die aan de rand van het bos woonde, leek er niet echt op te letten of de regels wel werden nageleefd en de leerlingen wel echt buiten het bos bleven. Iets wat Ashton en Naylene nu niet deden.
Tijdens het lopen was Naylene wel iets rustiger geworden, waar Ashton blij mee was. Hij vond het niet fijn om haar te horen snikken, want dan wilde hij er meteen iets aan doen. Iets wat niet altijd ging en hij had ook geweten dat dit verdriet veel te groot was voor hem alleen om te troosten. Naylene had haar dode broer op de grond zien liggen. Ashton kon zich niet eens voorstellen hoe het zou zijn als zijn zusje daar zou liggen, maar dat was anders. Naylene haar broer was al dood en dit was waarschijnlijk de eerste keer dat ze hem weer had gezien.
Eenmaal in het bos was het rustig. Door de grote, dikke bomen viel er iets minder zonlicht binnen, maar Ashton vond het tot nu toe een vrij normaal bos. Hij wist dat er wezens zouden moeten zijn die gevaarlijk zouden zijn voor de leerlingen, maar hij wist vrijwel zeker dat die veel dieper in het bos zouden zitten. Zo had Edyn hem verteld over de spinnen die ze tegen was gekomen in het bos, die nacht dat ze allemaal uit bed waren gegaan om haar te zoeken, waarna Edyn opeens samen met Rhi het trappenhuis in was komen vliegen. Ondanks dat reusachtige spinnen behoorlijk eng klonken, was Ashton niet bang dat hij ze tegen zou komen. Hij was daarnaast ook veel te gefocust op alles wat er voor hem gebeurde, alsof hij toch verwachte iets te zien van de Thestrals.
‘Zijn ze er al?’ vroeg hij voorzichtig aan Naylene. Hij vond het lastig om in te schatten. Naylene had de wezens al wel aan hem beschreven, dus hij kon zich een voorstelling maken van hoe ze er uit zouden moeten zien, maar met zijn ogen zou hij ze nooit kunnen zien. Dat was iets waar hij dankbaar voor moest zijn, dat wist hij maar al te goed, maar toch voelde het vreemd. Het was iets wat hij en Naylene niet echt zouden kunnen delen en dat was wel wat hij het liefste wilde. Als het kon, zou hij alles met haar delen.
Ashton zijn groenbruine ogen gleden rond de omgeving. Bij ieder geritsel zou het een Thestral kunnen zijn die tevoorschijn zou komen. Elk takje dat brak, zou kunnen komen door de hoeven van het wezen, maar het zou net zo goed iets anders kunnen zijn. Hij wist oprecht niet of ze al in de buurt waren, maar hij ging er vanuit dat Naylene hem het aan zou geven als ze er eentje zou zien. 
Elysium
Internationale ster



Nooit had Naylene gedacht dat ze zulke sterke vriendschappen zou ontwikkelen op Hogwarts. Voor haar was het juist de plek geweest waar ze dingen had moeten leren en in haar hoofd was dat ook het enige waar ze mee bezig had moeten zijn. Iets wat heel erg snel was veranderd toen ze Linn had leren kennen. In dat zelfde jaar was ook Michael op school gekomen, net zoals haar neefje. Het had gezorgd voor heel wat leuke momenten, waar Naylene ook echt wel van had kunnen genieten.
Vriendschap was een band die heel erg bijzonder was. Toen Naylene, Ashton had leren kennen in haar eerst jaar, had ze nooit gedacht dat de twee zulke goede vrienden hadden kunnen worden. In haar ogen was het gewoon een luidruchtige jongen uit Hufflepuff geweest. Hij was goed geweest in vrienden maken.
Nu waren ze een paar jaar laten en had de wat luidruchtige jongen uit Hufflepuff, Naylene haar hart gestolen. Niet alleen op een vriendschappelijke manier. Niet dat het meisje op het moment bezig was met wat er tussen hen zat. Ze vond het echter wel heel bijzonder wat Ashton voor haar had gedaan. Hij was door het vuur voor haar gegaan. Niet in de meest letterlijke manier. Hij was wel zijn angst onder ogen gekomen, wat vast niet iedereen had gedaan.
Nu waren ze samen in het bos, wat misschien niet de beste plaats was om te komen. Een paar weken geleden had Naylene zich nog heel erg zorgen gemaakt omdat ze had gehoord dat Edyn het verboden bos binnen was gelopen. Het meisje liep heel erg achter met haar spreuken, daarbij zag ze het gevaar van sommige dingen niet in. Iets wat in Naylene haar ogen heel erg gevaarlijk had kunnen zijn. Iets wat het uiteindelijk ook was geweest! Ze was zelfs Acromantula’s tegen gekomen! Wat heel erg gevaarlijk kon zijn!
Het voorval zorgde er niet voor dat Naylene op het moment met een ander gevoel in het bos zat. Ze kwam nooit na de zonsondergang in het bos. Daarbij ging ze nooit echt heel erg diep. De Thestrals bevonden zich vaak aan de rand van het bos en op de een of andere manier leken ze precies te weten wanneer ze zich in het bos bevond. Het waren slimme wezens, dat wist Naylene al door haar onderzoeken, maar soms vroeg ze zich af of Edyn gelijk had wanneer ze vertelde dat er echt met wezens te communiceren viel. Het was vast zo op een zekere hoogte, maar het waren geen mensen. Ze konden niet alles begrijpen.
Naylene schudde voorzichtig haar hoofd op de vraag van Ashton. Ze kon zich voorstellen dat het voor hem een rare situatie was. Ze waren op iets aan het wachten waarvan hij zich niet veel voor kon stellen.
Naylene had geprobeerd om Ashton een zo’n duidelijk mogelijke beschrijving te geven van de wezens. Alles wat ze had verteld, had ze geen recht gedaan. In Naylene haar ogen waren het de mooiste wezens die er bestonden. Het waren geen eenhoorns, geen mooie Veela’s of zeemeerminnen. Voor Naylene waren de Thestrals veel meer dan dat. Het waren wezens die haar iets dichter bij haar broer brachten. 
Thestrals waren eigenlijk best sierlijke wezens. Ze maakten niet veel lawaai als ze liepen en als je goed naar de manier keek waarop ze liepen, was daar echt iets van een paar in te zien. Een soort van trots.
Die trots lieten ze ook zien toen ze voorzichtig het tweetal in het bos naderden. Ze leken een beetje sceptisch te zijn, omdat Naylene niet in haar eentje was. Het was niet iets wat ze gewend waren. In het begin was ze vaak in haar eentje geweest. Als Naylene nu met iemand anders in het bos kwam, was het Linn en die kon de wezens ook zien. De Thestrals hadden ook echt wel door wanneer iemand ze niet kon zien. 
"Ze zijn er." Fluisterde Naylene voorzichtig. Ze wilde de wezens niet afschrikken door haar stem. Ondanks dat de ze behoorlijk gek op haar waren. De Thestral die in haar eerste jaar nog zo klein was geweest, was ondertussen heel erg gegroeid en rende vaak nog op haar af. Hij was dan ook diegene die als eerste naar hen toe kwam. 
"Hallo." Klonk Naylene haar stem zachtjes, hij was nog steeds behoorlijk zwak van het gehuil. Nu zaten de tranen ook nog steeds dichterbij dan het lachen. Deze plaats liet haar alleen nog maar meer denken een Chris, wat op het moment een zware taak was. 
"Dit is Ashton. We weten dat hij jullie niet kan zien, maar hij wilde graag mee komen deze keer." Als Naylene niet zo verdrietig was geweest, had ze om zichzelf moeten lachen. Ze gedroeg zich nu echt als Edyn. Alsof de Thestrals ieder moment met haar konden gaan praten, iets wat ze echt niet zouden doen.
Toch leek het wezen zich wel meer op zijn gemak te voelen en daarom ging Naylene ook voorzichtig over zijn kop heen met haar hand. 
Dat gaf voor de rest ook aan dat het veilig was en al snel kwamen er meer van de kudde dichterbij. Een van hen was zelfs aan de hand van Ashton aan het snuffelen. Naylene kon zich alleen maar indenken dat het er vreemd moest voelen.
"Volgens mij vinden ze het wel oké."
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste