morgenstern schreef:
Toen ik enkele seconden zo had gezeten, besloot ik om te vertrekken. Mijn eten was helemaal op en ik had geen honger meer, ik kon dus beter weer naar boven gaan, waar ik mijn spullen nog wat kon opruimen, ook al was alles eigenlijk wel al proper. Ik neem mijn kommetje in mijn hand en loop naar de deur die leid naar de eetkamer zodat ik het kon wegzetten. Voor ik de deur open, zie ik dat Manu echt niet meer kan, maar de rest van zijn eten gewoon niet durft over te laten. Even maak ik me zorgen over hem en vraag me af of hij misschien echt een eetstoornis heeft, maar verval uiteindelijk al weer vlug in mijn gewoontes en maak een stomme opmerking. "Je zult er niet van dood gaan als je iets over laat hoor." Zeg ik terwijl ik mijn blik even op hem richt, maar dan al door de deur naar de keuken verdwijn. Meteen loop ik mijn vader tegen het lijf, die me vriendelijk begroet. Ik mompelde hallo terug, maar had niet echt de neiging om een gesprek met hem te beginnen. Hij dacht misschien dat alles oké was, maar hij was eigenlijk de reden geweest voor alles. Omdat hij was vertrokken, was dit alles gebeurd en daarvoor kon ik hem gewoon niet vergeten. Ik was niet verdrietig ofzo omdat hij was vertrokken, neen. Ik had nooit een leven gehad met hem erbij. Maar als hij niet was vertrokken, was er wel geen tweede man in mijn moeder haar leven gekomen. Vlug zette ik mijn kommetje weg en glimlachte naar hem voor ik de ruimte verliet. Ik had geen zin in een gesprek, dus gaf ik hem ook niet de kans om er één te beginnen. Met snelle passen liep ik de trap op, waarna ik enkele gangen door liep en uiteindelijk aankwam bij mijn nieuwe kamer. Ik stak de sleutel die ik van Manu had gekregen in het slot en deed de deur open, waarna ik die meteen sloot achter mijn rug. Ik had geen zin om ook maar met iemand te praten, maar aangezien Manu, zoals hij zelf zij, nooit op zijn kamer was, was deze plek dus perfect daarvoor. Ik liet me neerploffen op mijn bed, waardoor het blad met de drie bloeddruppels naast me lag. Ik nam het even in mijn hand, maar wist dat het gewoon allemaal een droom was geweest. Een die te mooi was om waar te zijn. Ik laat mijn blik van het blad afglijden en laat het op de grond vallen. Het schuift naar het midden van de kamer, maar ik had geen zin om het op te rapen, dus liet ik het gewoon liggen en liet mezelf tot rust komen op mijn bed. Na enkele seconden zette ik me alweer recht en mijn blik viel opnieuw op het potje antidepressiva. Waarom had mijn moeder het me gegeven? Ze wist dat ik de pillen nooit zou nemen, zelfs niet als ze me zou dwingen. Ze wist dat de pillen het begin waren geweest van alle ellende en toch wou ze dat ik ze nam? Ze wist waar de pillen me aan herinnerde, maar daar had ze allemaal niet aan gedacht. Ze wou gewoon van me af zijn en dit was de makkelijkste oplossing voor haar geweest. In een vleug van woede neem ik het potje in mijn hand en gooi het op de grond. Het deksel vliegt er af en de helft van de pillen vliegen uit het doosje. Meteen vlieg ik met mijn knieën op de grond met de bedoeling de pillen terug in het doosje te doen. Maar waarom zou ik dat doen? Ik wou de pillen niet nemen, waarom zou ik ze bijhouden?
---
Is nix hoor (:
Sorry, heb zelf ff lang haha
@SeriouslyLisa