Demish schreef:
Het waren misschien niet de woorden die Ashton zelf al eerder in hun relatie had laten vallen, maar hij hoorde ze wel weerklinken in haar boodschap. Naylene wilde voor hen vechten. Hun relatie was belangrijk voor haar en dat maakte ze aan hem duidelijk met zoveel liefde in haar woorden dat Ashton alleen maar kon concluderen dat ze hem zojuist op haar eigen manier had verteld dat ze van hem hield. Als je zo graag wilde dat iemand in je leven zou blijven en het zich ook niet voor zou kunnen stellen als dat niet zo zou zijn, dan was er spraken van gevoelens. Hele sterke gevoelens, vond Ashton. Als Naylene nog niet klaar was om het met andere woorden uit te drukken, dan was dat goed. Dit was voldoende, zoals hij al aan haar had verteld.
Ashton knikte bedachtzaam op haar woorden. Natuurlijk kon ze hem niet beloven dat het nooit meer zou gaan gebeuren. Ieder mens had ruimte nodig. Naylene misschien net iets meer dan ieder ander. Dat was iets wat hij van haar moest accepteren, maar tegelijkertijd moest hij ook leren hoe hij haar die ruimte kon geven zonder dat hij zichzelf er mee in de weg zou zitten. Het was een proces, maar wel eentje die ze samen door zouden maken. Naylene had gelijk. Mocht er weer een moment komen waarop zoiets voor zou vallen, dan zouden ze weer samen zitten en het bespreken. Misschien niet direct, maar vroeg of laat zouden ze elkaar wel weer vinden. Dat hadden ze tot nu toe altijd gedaan.
Nu het gesprek was gehouden en de meeste dingen waren gezegd, voelde Ashton zich nog meer uitgeput dan dat hij al had gedaan. Een gaap kon hij dan ook niet onderdrukken, terwijl hij zijn hoofd tegen dat van Naylene aan liet rusten.
‘Heb je vannacht geslapen?’ vroeg Naylene aan hem, bezorgdheid kenmerkte haar woorden.
‘Nauwelijks,’ gaf Ashton toe. Hoe had hij ook kunnen slapen? Het hele gebeuren had maar door zijn hoofd heen gespookt en het had hem ook niet geholpen dat Linn en Calum nog vrolijk hadden gepraat. Hoe erg hij het Calum ook gunde, op dat moment was hij wel jaloers geweest dat hij niet zelf met Naylene op de bank had gezeten om de nacht vol te praten.
‘We kunnen naar de kleedkamer gaan? Dan kan je daar eventjes op de bank liggen.’
Ashton schudde meteen zijn hoofd. Nu een dutje doen zou niet de oplossing zijn. Het zou tijd wegnemen van Naylene, maar ook van zijn voorbereiding op de show. Hij had dan nog een paar uur voordat ze op zouden moeten, maar dat betekende niet dat hij het zou verspillen aan slaap. Dat zou hij vannacht ook nog kunnen doen.
‘Ash,’ zei Naylene. Ze haalde haar hoofd van zijn schouder, waardoor Ashton ook gedwongen werd om zijn hoofd omhoog te halen en haar aan te kijken. Naylene ging door zijn geverfde, zwarte haren. ‘Vannacht was niet de enige nacht dat je niet goed hebt geslapen, of wel?’
Ashton schudde zijn hoofd. Het was al meerdere nachten aan de gang. Na vandaag zou het vast een stuk beter gaan.
‘We kunnen ook rustig zitten in de kleedkamer,’ stelde Naylene voor. ‘Misschien is Cal daar ook met Watts.’ Watts. De laatste keer dat Ashton de hond had gezien, had hij naar hm gegromd. Logisch, wist Ashton nu. Hij was te dicht bij Naylene gekomen en Watts had het gemerkt. Hij hoopte dat Watts zou zien dat alles nu opgelost was en dat hij het vertrouwen in Ashton weer terug zou vinden.
Naylene raadde zijn gedachte. ‘Watts ziet vast dat het weer oké is als ik ook naast je sta en zit. Kom.’ Naylene was al opgestaan en had haar handen uitgestoken naar hem. Ashton knikte en pakte haar handen aan, zodat hij overeind kon komen.
Naylene kon echter niks zonder hem, aangezien zij geen idee had waar de kleedkamer zich bevond. Ashton besloot om haar hand vast te houden, zodat hij haar rond kon leiden in het gangenstelsel.
Eenmaal aangekomen bij de kleedkamer klonk het behoorlijk stil. Toen Ashton de deur opende, was er niemand aanwezig. Ook Watts niet, wat vast betekende dat hij nog bij Calum en Linn was. Misschien hadden ze hem even meegenomen naar buiten.
Naylene had al plaatsgenomen op de bank en had haar armen gespreid, zodat Ashton bij haar kon komen liggen. Met semi-tegenzin nam Ashton de plek in op de bank. Hij kon niet echt klagen, aangezien hij Naylene had gemist en hij het fijn vond om tegen haar aan te liggen. ‘Ik ga nog steeds niet slapen.’
‘Dat hoeft ook niet,’ zei Naylene lachend, terwijl ze haar armen om zijn lichaam heen vouwde. ‘We kunnen praten, of muziek luisteren. Of iets anders doen.’
‘Ik heb het gemist om met je te praten,’ gaf Ashton toe. Natuurlijk waren er genoeg anderen om hem heen, maar niemand kon met hem praten zoals Naylene dat deed. Ze daagde hem echt uit en hij haar ook. Dat maakte dat het, in zijn ogen, altijd een goed gesprek was. Zelfs als ze een goedbedoelde discussie hadden en zij hem bewust liet winnen, waarvan Ashton niet wist of Naylene merkte dat hij dat door had. Het maakte hem ook niks uit, want het was wederom iets wat Naylene deed omdat ze van hem hield. Ook al durfde ze dat zelf nog niet te vertellen.