Amarynthia schreef:
Tranen gleden over haar wangen. Ze was overstuur. In paniek. Haar lichaam trilde. Haar blik was wazig van de dichte, vochtige laag die op haar netvlies lag. In het begin had dat haar ervan weerhouden te schieten, bang dat ze in haar onvoorzichtigheid Dean zou raken. Vanaf het moment dat een van de wolven aan Deans arm hing, was dat iets wat ze achter zich gelaten had. Ze telde haar kogels niet, had geen idee hoeveel ze verspilde en hoeveel voorraad ze nog in haar magazijn had. Het enige waar ze aandacht voor had, was het schouwspel onder haar. Dean was zwaargewond, lag nu hopeloos op de grond, terwijl een viertal wolven zich op hem stortte. De bruin met witte ondergrond mengden zich nu met de grote plas bloed. Hij verloor veel te bloed in veel te korte tijd. Fuck. Was dit het dan? Zou hij na al die tegenslagen zo om het leven komen? Nee. Nee, dat mocht ze niet laten gebeuren.
Ze werd roekeloos. Daar waar ze altijd geleerd had om enkele seconden de tijd te nemen om te richten voor ze een schot losliet, vlogen de kogels nu aan een stuk achter elkaar. Veel waren mis, maar sommigen waren gemeen raak. Ze wist zelfs een van hen in hun kop te raken, waardoor het beest door zijn benen zakte en hierdoor half op Dean viel. Als ze nu iets van vuur bij zich gehad had, had ze de beesten weg kunnen jagen met de vlammen. Nu moest ze het doen met een halfvol magazijn dat er verdacht snel doorheen ging.
‘Hou vol,’ fluisterde ze, haar stem schor van alle emoties. De wolven deinsden steeds meer achteruit, lieten Dean onderhand met rust. Een gevoel van walging trok door haar lichaam bij het zien van het bloed dat uit hun bekken droop. Deans bloed. Fuck.
Al grommend en al piepend werd de afstand vergroot, tot ze zich uiteindelijk omdraaiden en het op een rennen zette. Juist, daar gaat jullie feestmaal. Zonder na te denken over de gevolgen kwam Charlotte uit de boom.
Shit.
Charlotte knielde naast Dean neer. Hij hield zijn gezicht nog altijd verborgen, bang dat er een onverwachtse nieuwe klap zou volgen. Zijn gehavende hand drukte hij tegen de wond in zijn buik. Verdomme. Ze zag zoveel wonden. Te veel. Het was haast hopeloos. Niet veel mensen zouden deze hoeveelheid wonden overleven en Dean ook niet als ze niet zou opschieten. Charlotte liet zacht en snel haar vingers over zijn gezicht glijden, in de hoop tot hem door te dringen en hem te laten weten dat hij veilig was, voor nu. ‘Dean, hou vol. Ik haal je hier weg. Hou alsjeblieft vol…’
Oké. En nu een beetje tempo. Charlotte kwam overeind, pakte de wolf die door zijn kop geschoten was beet en trok hem met al haar macht van hem af. Dean kreunde onder de handeling, waardoor Charlotte met doodsangst naar haar vriend keek. Was hij oké? Nee, natuurlijk niet. Wat was dat nu weer voor stomme vraag? Hij leefde, maar daarmee was alles gezegd.
Opnieuw knielde Charlotte naast hem neer. Hij bewoog nog, hij reageerde nog deels op haar reactie wat enkel te danken was aan de enorme adrenalinestoot die hij gekregen moest hebben. Hopelijk zou het voldoende zijn om hem nog overeind te krijgen. Zij was niet zo sterk als hij, zij zou hem niet op haar rug kunnen dragen. Het enige wat ze kon doen was hem ondersteunen. ‘Oké, hou vol. Ik haal je hier weg, maar daar heb ik je hulp wel bij nodig, oké? Ik ga je nu overeind helpen, dat kan pijn doen.’ Haar stem was zacht en zorgzaam. Ze probeerde zo rustig mogelijk te klinken, maar met alle paniek in haar lichaam was het moeilijk dat compleet verborgen te houden.
Vlug controleerde Charlotte haar magazijn. Zes kogels. Het was krap, maar niet onmogelijk.
Charlotte plaatste een hand onder zijn rug en probeerde hem omhoog te duwen. Dean kreunde, kuchte zelfs iets, waardoor ze voelde hoe zijn hele lichaam samentrok. ‘Ik weet het,’ fluisterde ze, ‘het doet pijn, maar hou vol.’ Ze kon het niet vaak genoeg zeggen. Hij mocht niet opgeven. Dit mocht niet zijn einde zijn.
Met een arm onder zijn schouder probeerde ze hem overeind te krijgen. Dat ging niet direct goed. Dean was duidelijk niet goed in staat om op zijn eigen benen te staan en dus moest Charlotte zijn hele gewicht dragen. Ze veranderde haar houding iets, waardoor zijn lichaam iets meer op het hare zou leunen, waarna ze een nieuwe poging deed. Wankelend kwam ze overeind, maar ze stond. Het liefst zou ze naar de basis gaan. Daar waren mensen die ook daadwerkelijk verstand hadden van geneeskunde. Helaas was de basis een aanzienlijk stuk verder lopen en waren dat kostbare minuten die Charlotte liever niet verloor. Dan maar naar het huisje.
Charlotte zette grote stappen, merkte hoe Dean zijn best deed om met haar mee te lopen, maar zonder al te veel effect. Zijn voeten sleepten mee over de grond en af en toe merkte ze dat hij zijn voeten verplaatste in de hoop het haar iets gemakkelijker te maken. Hoe gehavend hij ook was, hij zou altijd nog rekening met haar houden. Sukkel. Waarom had hij haar als eerste in de boom geduwd, wetend dat de wolven zo dichtbij waren?
‘Niet wegzakken, oké? Blijf bij bewustzijn, hou vol.’
Hou vol. Godverdomme Dean, hou vol. Ze kon hem niet verliezen. Ze wilde hem niet kwijt.
Om hem bij zinnen te houden, begon Charlotte tegen hem te praten, vertelde ze hem een verhaal. Ze vertelde het eerste wat in haar opkwam. Misschien had ze het hem al een keer verteld, misschien ook niet. Het ging erom dat hij haar stem hoorde, hopend dat het voldoende zou zijn om hem bij zinnen te houden. ‘Probeer je te focussen op mijn stem, oké?’ Hou vol. ‘Toen ik nog klein was kwamen mijn broer en ik hier regelmatig. Soms, wanneer we eigenlijk alleen in de achtertuin mochten spelen, gingen we alsnog stiekem hierheen. Mijn ouders wilden eigenlijk niet dat we hier teveel kwamen, al helemaal niet in de avond. Ze vertelden toen al dat er wolven waren in de omgeving, maar ik dacht altijd dat het een verhaal was om ons bang te maken. Nou, niet dus.’ Ondanks alle emoties in haar lichaam, grinnikte ze. Ze vertelde over verschillende spelletjes die Chris en zij altijd speelden in het bos. Ze vertelde over het ontstaan van hun boomhut en de nodige ruzies die daarbij waren komen kijken. Ze brabbelde aan een stuk door, in de overtuiging dat het hem bij zinnen zou houden.
Abrupt stopte Charlotte met lopen. Met haar vrije hand greep ze naar haar pistool. Oké, fuck. Hier had ze niet goed over nagedacht. Dean leunde op haar rechterschouder, waardoor haar rechterarm bezet was. Dat was haar arm waar ze de meeste kracht in bezat, maar het was ook haar schietarm. Sowieso was Charlotte niet gewend om met een hand te schieten. Niet dat ze veel keus had nu. De Clicker kwam met hoge snelheid op hen af. Hij had de schoten gehoord moeten hebben, het luide gegrom en gepiep van de wolven. Zouden er meer geïnfecteerden op af gekomen zijn? Charlotte hoopte van niet.
Met haar linkerhand richtte Charlotte haar pistool op de dichterbij komende geïnfecteerde. Ze voelde amper angst voor het afgrijselijke ding. Het enige waar ze op dit moment bang voor was, was dat ze Dean zou verliezen.
Hou vol.
Ze liet een kogel los. Mis. Fuck. De terugslag was iets groter dan ze gewend was. Oké, nog een keer. Charlotte ademde diep in voor ze nog een kogel losliet. Jackpot! De kogel boorde zich door zijn met schimmel overgroeide oog, waardoor het wezen met een doffe klap op de grond viel. Ze waren het bos bijna uit. Bijna.
‘Sorry voor de kleine onderbreking. We gaan gauw verder.’
De toch voelde tien keer zo lang dan de heenweg. Charlotte voelde hoe haar armen verzuurd raakten, maar geen moment liet ze dat haar afleiden. Ze zag hoe bloed op de grond drupte, voelde hoe de warme vloeistof zelfs haar kleren doordrenkte. Ze wierp een blik op Dean, stopte daarmee haar verhaal. Zijn ogen waren gesloten, maar ze kon merken dat hij nog bij bewustzijn was. Ze merkte het aan het feit dat hij niet zijn volledige gewicht op haar liet vallen. Hij was er nog. Ver weg misschien, maar hij was er nog. Oh god, hou vol…
De rest van de reis had ze verder gesproken, al stopte ze haar verhaal direct zodra ze voor de voordeur stonden. ‘We zijn er bijna, nog heel eventjes.’ Ze graaide in haar zak naar de sleutels, waarna ze met verkleumde en met rood bevuilde handen het slot opende. Eenmaal binnen liep Charlotte direct naar de woonkamer. Geen tijd om ook nog naar boven te lopen. Ze liet Dean op de bank neerzakken, bijna direct zakte hij omlaag. De kleding die hij droeg was bijna geheel veranderd in de donkerrode kleur. Hij was een enorme hoeveelheid bloed verloren. Gevaarlijk veel.
Het was misschien wel het laatste wat nu nodig was, maar Charlotte kon zich niet langer inhouden. Ze pakte zijn gezicht met twee handen vast en drukte haar lippen op die van hem, waarna ze haar voorhoofd tegen die van hem liet leunen. ‘We zijn binnen, je bent veilig. Ik ga je wonden verzorgen, oké? Blijf bij me.’ Ze wachtte niet op antwoord. In plaats daarvan liet ze hem los en begon ze de spullen bij elkaar te rapen. Alcohol, schone doeken, dekens, verband, pincet en naald en draad. Charlotte had nooit eerder gehecht, maar had Dean het zien doen en ze had weinig keus. Sommige wonden konden niet anders. Charlotte ontdeed Deans bovenlichaam van zijn kleding. Hij trilde. Kwam het door de kou, de pijn of door alle adrenaline? Waarschijnlijk alle drie.
Haar eerste aandacht ging naar zijn buik. Zijn complete huid was roodgekleurd door de dikke substantie. Een diepe wond zat rechts onderin zijn buik en ze kon zien hoe er nog steeds bloed uit de wond stroomde. De kogel was niet door zijn rug geschoten, wat betekende dat de kogel nog in zijn lichaam moest zitten. De hoop zakte haar in de schoenen. Ze had hier geen verstand van. Hoe moest ze dan zo’n gehavend lichaam behandelen? Misschien had ze toch naar de basis moeten gaan…
Goed. Daar was het nu te laat voor. Focus. Charlotte hield met haar linkerhand een doek dat doordrenkt was met alcohol vast en met haar rechterhand hield ze de pincet vast. ‘Oké, daar gaan we dan. Dit kan pijn doen.’
@Hadesu