Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Mai
Check het forum voor gezelligheid!!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
10 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
O | Endure and survive
Amarynthia
Internationale ster



Ja. Het was mogelijk. Het kon. En hoewel zijn reactie in het begin wat ingetogen was, merkte ze aan hem dat het idee hem enthousiast maakte. Ze merkte het aan de manier waarop hij een kus op haar voorhoofd drukte, hoe hij zijn vingers over de vervormde huid liet glijden en ze op de manier probeerde te onthouden. Ze merkte het aan de manier waarop hij antwoordde. Niet alleen gaf hij wat praktische informatie, ook controleerde hij of ze achter haar keus stond. Ondanks zijn eigen enthousiasme, paste hij nog steeds op haar, wilde hij zeker weten dat ze achter haar keuze stond. Ze was zich op de hoogte van de nadelen. Net als haar eerste tatoeage zou het niet weg te nemen zijn, zou ze de rest van haar leven naar de lijnen moeten kijken. Ze zou een ontwerp moeten kiezen waar ze niet alleen nu blij mee zou zijn, maar ook over twintig jaar, misschien zelfs over vijftig jaar als ze die leeftijd mocht bereiken. Maar, nu ze in de Firefly-basis leefden kwamen er enkele nadelen bij. Haar broer vond het niks om te zien dat ze een tatoeage had. Waarschijnlijk zou hij niet heel blij worden van een zichtbare tweede. De kans was echter groot dat hij het Dean kwalijk zou nemen, dat hij Dean de schuld zou krijgen van die extra permanente lijnen. Daarnaast was het de vraag hoe anderen erop zouden reageren. Het scheelde dat ze haar kenden, dat ze het zusje van de grote baas was. Met dat in hun achterhoofd zouden ze bij haar minder de associatie maken die ze bij Dean wel hadden. Toch heerste er nog altijd een soort taboe over tatoeages heen en Charlotte vreesde dat men daar wel aan zou moeten wennen. Toch wogen de nadelen niet op tegen haar besluit. Het was hun probleem, niet de hare. Het enige waar ze tegenop zag, was de mogelijke pijn. Charlotte kon een mieperd zijn en ze was bang dat de aangedane huid gevoeliger zou zijn. Maar ook dat weerhield haar er niet van om deze stap te zetten. Helemaal niet nadat ze de twinkeling in Deans ogen had gezien. 
Charlotte tilde haar hoofd iets op, kuste Deans kaaklijn. ‘Ik weet het zeker,’ fluisterde ze. ‘Ik heb er meerdere keren over nagedacht, ik wist alleen niet in hoeverre het kon en…’ hoe hij over het idee zou denken. Ze zou zoiets niet doen als hij er niet blij mee geweest was. Tuurlijk, ze moest het voor haarzelf doen, maar tegelijkertijd vond ze het net zo belangrijk wat hij ervan vond. Charlotte glimlachte en keek naar Dean. ‘Ik kijk er nu al naar uit.’ 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



‘Kijk, een eekhoorntje!’
‘Waar dan?’
‘Daar!’ Charlotte wees overdreven naar de bomen en hoewel Dean oprecht zijn best deed, zag hij het beest nergens. Hij schudde zijn hoofd.
‘Ik denk dat je het je verbeeld hebt, Char.’
‘Niet waar! Hij zat er echt.’ Ze gaf hem een plagende duw en hoewel Dean zijn evenwicht makkelijk kon houden, liet hij zich gewillig door zijn vriendin aan de kant duwen. Beiden lachten, hun stemmen verbraken de stilte die in het bos had gehangen.
Nieuwjaar was alweer enkele weken geleden en de sneeuw was al gesmolten. Hoewel het nog steeds koud was buiten, leek het ergste gepasseerd en Dean en Charlotte hadden van deze dag gebruik gemaakt om een wandeling te maken. Ze hadden bij Christian aangegeven dat ze tegen het avondeten wel weer terug zouden zijn, maar hadden vandaag voor zichzelf. En dat was ook wel eens goed. De afgelopen weken was alles weer beter geworden. Na de intieme nacht die ze gedeeld hadden, deels gestimuleerd door de alcohol, leken Dean en Charlotte weer dichter naar elkaar toe gegroeid te zijn. Het voelde weer als vanouds, voordat Jane alles had verpest. Natuurlijk was nog niet alles perfect, maar ze waren op de goede weg. Charlotte leek opgewekter, enthousiaster. De wond op haar been was in zoverre geheeld dat ze weer was gaan trainen en zelfs dat leek stukken beter te gaan dan voorheen, puur door de instelling die ze had. Met voorzichtige woorden zou Dean zelfs durven zeggen dat hij gelukkig was.
‘Oh, daar!’ zei hij ineens, wijzend op een klein diertje dat direct wegschoot toen hij zijn stem verhief. Charlotte had echter tijdig de juiste kant op gekeken en knikte heftig. ‘Ik zei het toch?’
Hij omhelsde haar. ‘Je had gelijk,’ zei hij, zijn gezicht verborgen in haar haren. Voor de verandering had ze deze los, omdat ze vandaag toch niet gingen trainen. En hij vond het heerlijk om er doorheen te kunnen strijken.
Het leek wel alsof de wereld normaal was. Alsof ze gewoon een verliefd stelletje waren dat een boswandeling maakte, op zoek naar de eerste eekhoorntjes van het jaar. Het enige wat eraan deed herinneren dat de wereld niet zo onschuldig was als het leek, waren de wapens die aan hun zij hingen. Dean was bewapend met zijn twee pistolen, Charlotte droeg het hare ook. Natuurlijk waren ze allebei hoopvol dat de maatregel niet nodig zou zijn, maar liever gingen ze voorbereid op pad.
Dean kuste haar zacht, voelde hoe dat een euforisch gevoel bij hem opwekte. Was de tijd vlak voor nieuwjaar dan vergeten? De moeilijkheden die ze hadden gehad, zo makkelijk vervlogen? Nee, zeker niet. Beiden deden ze hard hun best om het achter zich te laten, te zorgen dat het enkel nog een ietwat pijnlijke herinnering was. Niet altijd was dat even makkelijk, maar het ging iedere dag beter. Ieder moment dat ze samen spendeerden, voelde het weer meer als vertrouwd aan. Ze waren zelfs al bezig gegaan met het ontwerp voor Charlotte haar nieuwe tatoeage, die hij waarschijnlijk over een week of twee bij haar zou kunnen zetten, wanneer haar huid helemaal hersteld was. Beiden keken ernaar uit, al vond Dean het überhaupt al geweldig dat hij weer een tatoeage bij haar zou mogen zetten.  Hij hield van haar.
Ineens klonk rechts van hen het geluid van krakende takken. Heel in de verte, het gehuil van wolven. Gestamp, het geluid van een grote groep beesten die steeds dichterbij kwam. Even was Dean verbaasd, wist hij niet zo goed wat te doen. Toen duwde hij Charlotte, weg van het geluid. Als er een hongerige roedel wolven op hen afkwam, maakten ze niet veel kans om te vechten.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



De band tussen het tweetal was aanzienlijk verbeterd en versterkte zich met de dag. Natuurlijk, er waren dagen geweest dat het iets minder ging. Nog steeds konden twijfels haar gedachten vergiftigen en haar onzekerheid naar de oppervlakte brengen. Maar, het belangrijkste was dat ze de hardnekkige stem steeds beter kon tegenspreken. Daar waar ze eerder in een diepte raakte, in een duisternis zonder een klein lichtpuntje, ging ze dat nu tegen. De gedachten verschenen in haar hoofd, maar met dezelfde gang als dat ze kwamen, verdwenen ze. Zo was het oké. Ze begon hem te geloven. Ze begon in haarzelf te geloven. Langzaam maar zeker begonnen de woorden van Dean tot haar door te dringen. Niet alleen de woorden van de afgelopen dagen, maar ook de woorden die hij al vanaf het begin van hun relatie uitgesproken had. Ze genoot van de afgelopen tijd. Ze hadden na Oudjaarsdag nog een aantal dagen voor henzelf gehad. Dean had enkele uren alsnog in de trainingszaal doorgebracht, wat was op het aandringen van Charlotte. Zij was nog niet helemaal fit geweest en had hem die tijd niet willen ontnemen. Ze had het verweten aan het voedsel, aan het feit dat haar maag het niet gewend was zo uitgebreid te eten. Daarnaast was ze bang dat het iets te maken had met de wond in haar been, dat het iets was gaan ontsteken en ze daardoor iets was opgelopen. Dat bleek echter niet het geval. Dean had de wond goed gecontroleerd en had de hechtingen er op datzelfde moment uit gehaald. De wond leek zelfs beter te helen dan verwacht. Toch hadden ze, ondanks de trainingen van Dean, veel tijd voor elkaar gehad en die hadden ze goed benut. Ze kropen als vanzelfsprekend tegen elkaar aan, alsof het nooit anders geweest was. De gespreksstof voelde weer als natuurlijk aan. Ze konden het hebben over kleine gebeurtenissen, zoals de eekhoorn van daarnet, maar ook durfden ze weer wat meer de diepte in te gaan tijdens hun gesprekken. Als het voor altijd zo zou blijven, dan kon Charlotte zelfs met enige voorzichtigheid zeggen dat dat haar gelukkig zou maken. 
Natuurlijk moest er roet in het eten gegooid worden. 
De twijfels waren al een tijdje gaande. Het begon met misselijkheid, de week na het grote feest. Er waren andere factoren die Charlotte de schuld had gegeven, maar ergens waren de alarmbellen toen al afgegaan. Een van de voordelen van het bijhouden van de dagen was dat Charlotte ook ongeveer wist wanneer ze ongesteld zou zijn. Ongeveer een anderhalve week na het feest had ze weer moeten leren omgaan met de rode week van de maand. Maar, die kwam niet. Ondertussen was er al een langere tijd overheen gegaan en het baarde Charlotte zorgen dat haar menstruatiecyclus zo verstoord was. Ze wist dat er meerdere oorzaken voor konden zijn, maar veel informatie had ze er nooit over gekregen. Daarbij waren het niet bepaald het soort boeken die Christian in zijn boekenkast had staan. Charlotte kon maar een ding bedenken wat een verklaring was en dat was een idee dat ze niet goed kon uitstaan. 
Het idee was al meerdere keren door haar hoofd gespookt, maar elke keer weer had ze het gevoel weggedrukt. Dean wilde het niet. Hij had een duidelijke mening over kinderen. 
Kinderen. 
Zou het dan toch? Kinderen. Dean en Charlotte waren op de basis en met een klein excuus, een kleine leugen (waar ze zich behoorlijk slecht om voelde), had ze Dean achtergelaten in de trainingszaal. Ze had gezegd dat ze Christian even wilde spreken, dat ze iets moesten overleggen. Het was niet gelogen dat er een aantal zaken waren waar Charlotte graag over in gesprek ging met haar broer, maar dat was niet waarom ze wegglipte deze keer. 
Charlotte keek vluchtig om haar heen, zorgde ervoor dat er niemand was die haar naar binnen zag glippen. De ruimte was donker en het duurde even voor Charlotte kon zien in de duisternis. Ze liet de lamp expres uit, bang dat het teveel op zou vallen. Het voelde alsof ze iedereen bedroog met haar actie. Dean, die nergens vanaf wist. Chris, door in te breken in een van zijn medicatievoorraden. Het feit was dat ze geen onnodige onrust wilde veroorzaken. Hoe zou men reageren als ze vertelde wat ze zocht? 
Charlotte graaide in verschillende bakjes, zocht op meerdere planken naar hetgeen wat ze nodig had. Hetgeen wat haar antwoorden kon bieden. Hetgeen wat haar leven in een klap kon omgooien. Charlotte’s hart maakte een sprongetje toen ze hetgeen vond wat ze nodig had. Mooi, dan kon ze eindelijk…
‘Wat doe je hier?’ 
Charlotte verstarde. Betrapt. Shit. De lichtknop werd aangedrukt en de vrouw die in de deuropening stond leek niet blij met de plotselinge vertoning van Charlotte. 
‘Ik eh…’
‘Wacht eens… ik weet wie jij bent. Jij bent het zusje van Christian.’ De vrouw was vast niet dom genoeg om te geloven dat Charlotte hier was voor Chris, want dan had ze nooit zo stiekem de voorraadkast bestudeerd. 
‘Dit is eh… niet wat het… Ik bedoel…’ Tja. Charlotte was geen ster met woorden, moest je voorstellen hoe slecht ze was in het improviseren van een leugen. 
‘Wacht…’ De blik van de vrouw viel op het voorwerp in haar handen. Er verscheen een bezorgde maar opgewonden blik in haar ogen. Ze sloot de deur achter zich en kwam iets dichterbij. ‘Is dat… Denk je echt dat…?’ 
Fuck. Dit hoorde ze niet te weten. Dit hoorde niemand te weten. Dit hoorde überhaupt niet gebeurd te zijn. Ze had eerder na moeten denken over de risico’s. Ze was er niet klaar voor. Zij niet, maar Dean al helemaal niet. 

Dat was gisteren. Ze had er de hele nacht wakker van gelegen. Ze had nagedacht over de toekomst. Hun toekomst. Het was een grote sprong. Ze waren er niet klaar voor. Hoe moest ze dat nieuws met hem delen? Zouden ze het moeten laten weghalen? Was dat überhaupt mogelijk in deze wereld? Wilde ze dit? 
Haar gedachten werden ruw onderbroken. Eerst door het angstaanjagende geluid van een dier dat Charlotte nog niet eerder onder ogen had mogen komen. Niet veel later werd ze geduwd door Dean, die direct gealarmeerd was en zijn oren spitste. Charlotte pakte Deans bovenarm vast, keek met grote angstige ogen naar de plek waar het geluid vandaan kwam. 
‘Dean… w-wat…’
‘Rennen,’ was zijn antwoord. Een kort antwoord, maar de toon van zijn stem sprak boekdelen. Ze namen geen seconde langer de tijd om de situatie in te schatten. Dean gaf haar nogmaals een duw, maar begon nu zelf mee te bewegen. Zo hard ze konden renden ze weg, zonder dat Charlotte echt besefte wat er aan de hand was. De sneeuw was langzaam weg aan het gaan, maar zorgde er wel voor dat er een nare drap ontstaan was. Hierdoor was de grond onder hen een stuk gladder en konden ze minder snel rennen dan ze hoopten. 
Het gegrom, bijna een soort geblaf, klonk dichterbij. Ze kon horen hoe voetstappen op de grond vielen, een dof geluid afkomstig van een zwaar gewicht. 
‘Niet achteromkijken,’ waarschuwde Dean die gezien moest hebben wat ze van plan was. Hij moest zich inhouden. Ze merkte dat hij niet zo hard kon sprinten als hij wilde, omdat zij niet snel genoeg was. Shit. Wat als dat hen in de problemen zou brengen? Daarbij, de afstand tussen hen en de voetstappen achter hen, werden verdacht klein. Met rennen zouden ze het niet overleven. 

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Ze waren niet snel genoeg, bij lange na niet. De wolven hadden vier poten en een heleboel honger. Dean had wel achteromgekeken, gezien dat het er veel waren. Een stuk of tien, minstens. Wat wist hij over wolven? Ze waren snel, hadden veel uithoudingsvermogen en daarnaast ook nog eens heel sterk, vooral in roedels. Rennend zouden ze hier niet weg komen, daar was Charlotte niet snel genoeg voor. Hij waarschijnlijk ook niet, niet op de lange termijn. Hoe goed zijn conditie ook was, hij zou het nooit langer vol kunnen houden dan de beesten achter hem. Er zat niets anders op.
Dean wierp nog een blik achter hem. De beesten kwamen alleen maar dichterbij en hoe langer ze bleven rennen, hoe kleiner de kans dat ze het zouden overleven. Wolven. Wolven kunnen niet in bomen klimmen. Al rennend speurde Dean de bomen af, tot hij een geschikt exemplaar vond op enkele meters afstand. Hij pakte de hand van Charlotte vast, stuurde haar op die manier in de juiste richting en stopte pas met lopen bij de boom. ‘Klimmen,’ instrueerde hij haar nu. Ze hadden geen tijd om dingen te overleggen. Hij gaf haar een voetje, zodat ze wat hoger in de boom kwam te zitten, waarna hij zichzelf op probeerde te trekken aan een tak.
Dat was het moment dat de eerste wolf tegen hem aan sprong.
Hij hoorde hoe Charlotte een kreet slaakte, maar wist dat zij veilig in de boom zat. Wolven kunnen niet in bomen klimmen. Zijn vader had hem dat geleerd, met alle andere weetjes over dieren. Wolven klimmen niet in bomen.
Hij landde op de grond, maar wist vrij soepel door te rollen, hierbij de wolf van zich af gooiend. Even kruisten zijn blik en die van de wolf elkaar en een golf van opluchting ging door hem heen. De ogen van het beest waren normaal, niet door de infectie verkleurd. Toen realiseerde hij zich dat het niet uit zou maken als ze hem met zijn tienen op probeerden te vreten.
Even had hij een moment om overeind te krabbelen. Een blik op Charlotte te werpen, die hoog genoeg in de boom zat om veilig te zijn. Zij was veilig. Nu hij nog. Achter haar aan klimmen was geen optie meer, de wolven hadden hen nu bereikt en het zou onmogelijk zijn om weg te komen. Dan was er maar een optie over: Vechten. Tien tegen een. Twee, als Charlotte hielp. Hij hoopte het. Als er een moment voor haar was om te laten zien hoeveel ze gegroeid was in de afgelopen tijd, was het nu. Als ze nu verstijfde, kon het hem zijn leven kosten. Hij wilde nog niet dood. Niet nu hij weer gelukkig begon te worden met Charlotte. Hij wilde nog niet dood.
Uit zijn laars haalde hij een mes. Hij had er vandaag maar eentje mee, omdat hij niet gedacht had dat hij tegen een roedel wolven zou moeten vechten. Dit mes hield hij in de aanslag en de eerste wolf die op hem sprong, werd erdoor neergestoken. Met een piepend, huilend geluid viel de wolf op de grond. Niet dood, maar wel ernstig gewond. Het vlijmscherpe mes had Dean niet meer in zijn hand, die had de wolf nog in zijn lichaam.
Dan toch maar de pistolen pakken. Eentje, aangezien de wolven te dichtbij waren om met twee te richten. En hij schoot. Hij schoot opnieuw. Niet alles raakte, omdat de beesten zo dichtbij waren, hem telkens opnieuw aanvielen. Zijn broek was aan flarden gescheurd, er zat al een flinke kras op zijn gezicht en aan zijn vrije arm hing een wolf, zijn kaken strak om Dean zijn vlees geklemd. Een schot door de kop van het beeste maakte dat het losliet, maar de tandafdrukken waren diep en bloedden flink. Iedere wond die hij aan de beesten toebracht, brachten zijn tienmaal aan hem terug.
Hij richtte, wilde schieten. Maar op het moment dat hij de trekker over wilde halen, greep een van de wolven zijn hand vast. Het was onmogelijk om zijn pistool vast te blijven houden en het dodelijke wapen viel op de grond. Ging af. De kogel was ongericht, vuurde in willekeurige richting.
En raakte Dean in zijn buik.
Met een kreet van pijn zakte hij ineen. Zijn gehavende hand drukte hij tegen zijn buik aan, maar de kleding die hij droeg werd al rood van het bloed. Was dit het dan? Hij voelde dat hij licht in zijn hoofd werd. Er klonken kogelschoten, maar het was lastig te plaatsen hoe en wat. De wolven roken hun overwinning, stortten zich op hem. Hij had zijn tweede pistool niet eens kunnen trekken en deed nu enkel zijn best om zijn gezicht zo veel mogelijk te beschermen tegen de scherpe tanden en klauwen.
God, was dit dan het treurige einde?

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Tranen gleden over haar wangen. Ze was overstuur. In paniek. Haar lichaam trilde. Haar blik was wazig van de dichte, vochtige laag die op haar netvlies lag. In het begin had dat haar ervan weerhouden te schieten, bang dat ze in haar onvoorzichtigheid Dean zou raken. Vanaf het moment dat een van de wolven aan Deans arm hing, was dat iets wat ze achter zich gelaten had. Ze telde haar kogels niet, had geen idee hoeveel ze verspilde en hoeveel voorraad ze nog in haar magazijn had. Het enige waar ze aandacht voor had, was het schouwspel onder haar. Dean was zwaargewond, lag nu hopeloos op de grond, terwijl een viertal wolven zich op hem stortte. De bruin met witte ondergrond mengden zich nu met de grote plas bloed. Hij verloor veel te bloed in veel te korte tijd. Fuck. Was dit het dan? Zou hij na al die tegenslagen zo om het leven komen? Nee. Nee, dat mocht ze niet laten gebeuren. 
Ze werd roekeloos. Daar waar ze altijd geleerd had om enkele seconden de tijd te nemen om te richten voor ze een schot losliet, vlogen de kogels nu aan een stuk achter elkaar. Veel waren mis, maar sommigen waren gemeen raak. Ze wist zelfs een van hen in hun kop te raken, waardoor het beest door zijn benen zakte en hierdoor half op Dean viel. Als ze nu iets van vuur bij zich gehad had, had ze de beesten weg kunnen jagen met de vlammen. Nu moest ze het doen met een halfvol magazijn dat er verdacht snel doorheen ging. 
‘Hou vol,’ fluisterde ze, haar stem schor van alle emoties. De wolven deinsden steeds meer achteruit, lieten Dean onderhand met rust. Een gevoel van walging trok door haar lichaam bij het zien van het bloed dat uit hun bekken droop. Deans bloed. Fuck. 
Al grommend en al piepend werd de afstand vergroot, tot ze zich uiteindelijk omdraaiden en het op een rennen zette. Juist, daar gaat jullie feestmaal. Zonder na te denken over de gevolgen kwam Charlotte uit de boom. 
Shit. 
Charlotte knielde naast Dean neer. Hij hield zijn gezicht nog altijd verborgen, bang dat er een onverwachtse nieuwe klap zou volgen. Zijn gehavende hand drukte hij tegen de wond in zijn buik. Verdomme. Ze zag zoveel wonden. Te veel. Het was haast hopeloos. Niet veel mensen zouden deze hoeveelheid wonden overleven en Dean ook niet als ze niet zou opschieten. Charlotte liet zacht en snel haar vingers over zijn gezicht glijden, in de hoop tot hem door te dringen en hem te laten weten dat hij veilig was, voor nu. ‘Dean, hou vol. Ik haal je hier weg. Hou alsjeblieft vol…’ 
Oké. En nu een beetje tempo. Charlotte kwam overeind, pakte de wolf die door zijn kop geschoten was beet en trok hem met al haar macht van hem af. Dean kreunde onder de handeling, waardoor Charlotte met doodsangst naar haar vriend keek. Was hij oké? Nee, natuurlijk niet. Wat was dat nu weer voor stomme vraag? Hij leefde, maar daarmee was alles gezegd.
Opnieuw knielde Charlotte naast hem neer. Hij bewoog nog, hij reageerde nog deels op haar reactie wat enkel te danken was aan de enorme adrenalinestoot die hij gekregen moest hebben. Hopelijk zou het voldoende zijn om hem nog overeind te krijgen. Zij was niet zo sterk als hij, zij zou hem niet op haar rug kunnen dragen. Het enige wat ze kon doen was hem ondersteunen. ‘Oké, hou vol. Ik haal je hier weg, maar daar heb ik je hulp wel bij nodig, oké? Ik ga je nu overeind helpen, dat kan pijn doen.’ Haar stem was zacht en zorgzaam. Ze probeerde zo rustig mogelijk te klinken, maar met alle paniek in haar lichaam was het moeilijk dat compleet verborgen te houden. 
Vlug controleerde Charlotte haar magazijn. Zes kogels. Het was krap, maar niet onmogelijk. 
Charlotte plaatste een hand onder zijn rug en probeerde hem omhoog te duwen. Dean kreunde, kuchte zelfs iets, waardoor ze voelde hoe zijn hele lichaam samentrok. ‘Ik weet het,’ fluisterde ze, ‘het doet pijn, maar hou vol.’ Ze kon het niet vaak genoeg zeggen. Hij mocht niet opgeven. Dit mocht niet zijn einde zijn. 
Met een arm onder zijn schouder probeerde ze hem overeind te krijgen. Dat ging niet direct goed. Dean was duidelijk niet goed in staat om op zijn eigen benen te staan en dus moest Charlotte zijn hele gewicht dragen. Ze veranderde haar houding iets, waardoor zijn lichaam iets meer op het hare zou leunen, waarna ze een nieuwe poging deed. Wankelend kwam ze overeind, maar ze stond. Het liefst zou ze naar de basis gaan. Daar waren mensen die ook daadwerkelijk verstand hadden van geneeskunde. Helaas was de basis een aanzienlijk stuk verder lopen en waren dat kostbare minuten die Charlotte liever niet verloor. Dan maar naar het huisje. 
Charlotte zette grote stappen, merkte hoe Dean zijn best deed om met haar mee te lopen, maar zonder al te veel effect. Zijn voeten sleepten mee over de grond en af en toe merkte ze dat hij zijn voeten verplaatste in de hoop het haar iets gemakkelijker te maken. Hoe gehavend hij ook was, hij zou altijd nog rekening met haar houden. Sukkel. Waarom had hij haar als eerste in de boom geduwd, wetend dat de wolven zo dichtbij waren? 
‘Niet wegzakken, oké? Blijf bij bewustzijn, hou vol.’
Hou vol. Godverdomme Dean, hou vol. Ze kon hem niet verliezen. Ze wilde hem niet kwijt. 
Om hem bij zinnen te houden, begon Charlotte tegen hem te praten, vertelde ze hem een verhaal. Ze vertelde het eerste wat in haar opkwam. Misschien had ze het hem al een keer verteld, misschien ook niet. Het ging erom dat hij haar stem hoorde, hopend dat het voldoende zou zijn om hem bij zinnen te houden. ‘Probeer je te focussen op mijn stem, oké?’ Hou vol. ‘Toen ik nog klein was kwamen mijn broer en ik hier regelmatig. Soms, wanneer we eigenlijk alleen in de achtertuin mochten spelen, gingen we alsnog stiekem hierheen. Mijn ouders wilden eigenlijk niet dat we hier teveel kwamen, al helemaal niet in de avond. Ze vertelden toen al dat er wolven waren in de omgeving, maar ik dacht altijd dat het een verhaal was om ons bang te maken. Nou, niet dus.’ Ondanks alle emoties in haar lichaam, grinnikte ze. Ze vertelde over verschillende spelletjes die Chris en zij altijd speelden in het bos. Ze vertelde over het ontstaan van hun boomhut en de nodige ruzies die daarbij waren komen kijken. Ze brabbelde aan een stuk door, in de overtuiging dat het hem bij zinnen zou houden. 
Abrupt stopte Charlotte met lopen. Met haar vrije hand greep ze naar haar pistool. Oké, fuck. Hier had ze niet goed over nagedacht. Dean leunde op haar rechterschouder, waardoor haar rechterarm bezet was. Dat was haar arm waar ze de meeste kracht in bezat, maar het was ook haar schietarm. Sowieso was Charlotte niet gewend om met een hand te schieten. Niet dat ze veel keus had nu. De Clicker kwam met hoge snelheid op hen af. Hij had de schoten gehoord moeten hebben, het luide gegrom en gepiep van de wolven. Zouden er meer geïnfecteerden op af gekomen zijn? Charlotte hoopte van niet. 
Met haar linkerhand richtte Charlotte haar pistool op de dichterbij komende geïnfecteerde. Ze voelde amper angst voor het afgrijselijke ding. Het enige waar ze op dit moment bang voor was, was dat ze Dean zou verliezen. 
Hou vol. 
Ze liet een kogel los. Mis. Fuck. De terugslag was iets groter dan ze gewend was. Oké, nog een keer. Charlotte ademde diep in voor ze nog een kogel losliet. Jackpot! De kogel boorde zich door zijn met schimmel overgroeide oog, waardoor het wezen met een doffe klap op de grond viel. Ze waren het bos bijna uit. Bijna. 
‘Sorry voor de kleine onderbreking. We gaan gauw verder.’ 
De toch voelde tien keer zo lang dan de heenweg. Charlotte voelde hoe haar armen verzuurd raakten, maar geen moment liet ze dat haar afleiden. Ze zag hoe bloed op de grond drupte, voelde hoe de warme vloeistof zelfs haar kleren doordrenkte. Ze wierp een blik op Dean, stopte daarmee haar verhaal. Zijn ogen waren gesloten, maar ze kon merken dat hij nog bij bewustzijn was. Ze merkte het aan het feit dat hij niet zijn volledige gewicht op haar liet vallen. Hij was er nog. Ver weg misschien, maar hij was er nog. Oh god, hou vol…
De rest van de reis had ze verder gesproken, al stopte ze haar verhaal direct zodra ze voor de voordeur stonden. ‘We zijn er bijna, nog heel eventjes.’ Ze graaide in haar zak naar de sleutels, waarna ze met verkleumde en met rood bevuilde handen het slot opende. Eenmaal binnen liep Charlotte direct naar de woonkamer. Geen tijd om ook nog naar boven te lopen. Ze liet Dean op de bank neerzakken, bijna direct zakte hij omlaag. De kleding die hij droeg was bijna geheel veranderd in de donkerrode kleur. Hij was een enorme hoeveelheid bloed verloren. Gevaarlijk veel. 
Het was misschien wel het laatste wat nu nodig was, maar Charlotte kon zich niet langer inhouden. Ze pakte zijn gezicht met twee handen vast en drukte haar lippen op die van hem, waarna ze haar voorhoofd tegen die van hem liet leunen. ‘We zijn binnen, je bent veilig. Ik ga je wonden verzorgen, oké? Blijf bij me.’ Ze wachtte niet op antwoord. In plaats daarvan liet ze hem los en begon ze de spullen bij elkaar te rapen. Alcohol, schone doeken, dekens, verband, pincet en naald en draad. Charlotte had nooit eerder gehecht, maar had Dean het zien doen en ze had weinig keus. Sommige wonden konden niet anders. Charlotte ontdeed Deans bovenlichaam van zijn kleding. Hij trilde. Kwam het door de kou, de pijn of door alle adrenaline? Waarschijnlijk alle drie. 
Haar eerste aandacht ging naar zijn buik. Zijn complete huid was roodgekleurd door de dikke substantie. Een diepe wond zat rechts onderin zijn buik en ze kon zien hoe er nog steeds bloed uit de wond stroomde. De kogel was niet door zijn rug geschoten, wat betekende dat de kogel nog in zijn lichaam moest zitten. De hoop zakte haar in de schoenen. Ze had hier geen verstand van. Hoe moest ze dan zo’n gehavend lichaam behandelen? Misschien had ze toch naar de basis moeten gaan… 
Goed. Daar was het nu te laat voor. Focus. Charlotte hield met haar linkerhand een doek dat doordrenkt was met alcohol vast en met haar rechterhand hield ze de pincet vast. ‘Oké, daar gaan we dan. Dit kan pijn doen.’ 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Nee. Hij was niet dood. Nog niet, in ieder geval. Daarvoor deed zijn lichaam te veel pijn. Daarvoor voelden de zachte aanrakingen van Charlotte te realistisch aan. Daarvoor voelde zijn hoofd te licht. De pijn overheerste alles. Hoezeer hij ook zijn best deed om het te vergeten, zich enkel op de stem can Charlotte te focussen, het lukte niet. Steeds wanneer hij zijn voet neer probeerde te zetten, schoot de pijn door zijn lichaam. Hij leunde zwaar op zijn vriendin, te zwaar. Hij wilde zeggen dat het hem speet, dat hij nu de zwakkeling was. Hij wilde een grapje maken over dat de rollen nu omgekeerd waren.
Zijn kaakspieren deden echter niet wat hij wilde. Alsof zijn lichaam hem dienst weigerde, enkel nog op automatische piloot met Charlotte mee bewoog. Was hij dan toch dood, had zijn lichaam het zich alleen nog niet gerealiseerd? Die gedachte was angstaanjagend en tegelijkertijd geruststellend. Als hij al dood was, zou er niets meer gedaan kunnen worden. Dan was het gewoon klaar.
Nee, hij was niet dood. Focus, Dean. Hij luisterde naar de verhalen die Charlotte vertelde, al begreep hij de woorden nauwelijks. Haar stem kalmeerde hem, de zachte toon hield hem op deze wereld. Zij was de reden dat hij niet kon sterven. Charlotte. Charlotte. Het dreunde als een melodie door zijn hoofd, vermengde zich met de woorden die zij sprak. Dat was het enige waar hij zich nog bewust van was. En dat hij het koud had, God zo koud. Hij voelde zijn vingers niet. Ook zijn voeten, die hij probeerde te blijven bewegen, waren gevoelloos. Hij voelde zich loom en moe, wilde vragen of ze even pauze konden houden. Wederom weigerde zijn mond dienst. Spreken leek onmogelijk, zelfs zijn tong leek dienst te weigeren.
Charlotte. Charlotte.
Uiteindelijk liet ze hem rusten. Hij voelde de zachte stof van de bank onder hem, diep vanbinnen realiseerde hij zich dat ze thuis waren. Een onprettig gevoel bekroop hem. Wat als hij de bank vies maakte? En zijn wapens, waar waren zijn wapens? Hij probeerde een hand op te heffen, op zoek naar zijn pistool. Het enige resultaat dat dat opleverde, was dat hij verder wegzakte.
Charlotte. Waar was ze? Hij hoorde haar stem niet meer. Was ze te grazen genomen door de wolven, hadden ze hun achtervolgd? Nee, dat kon niet. Wolven klommen geen bomen. Ze waren binnen. Veilig. Charlotte, waarom was ze uit de boom gekomen? Hij had haar willen redden, waar was ze nu? 
Dean zijn gedachten raakten verstrikt in elkaar, hij begon dingen door elkaar te halen. Vergat dingen, dacht in wartaal. Hij begreep het allemaal niet meer. Zo koud, hij had het zo koud. Wanneer kon hij sterven? Wanneer mocht hij rusten? Of was hij al gestorven, in het vagevuur beland? Dat verklaarde de pijn wel. 
Ineens voelde hij pijn bij zijn buik. Een naar geprik, dat alleen maar heftiger werd. Voor zover dat nog mogelijk was spande hij zijn lichaam aan en eventjes hoorde hij de stem van Charlotte. Ze prevelde woorden, als een toverspreuk. Charlotte. Zij was degene voor wie hij vocht. Maar hij was klaar met vechten. Hij was kapot, gebroken. Zijn lichaam werkte al niet meer. Charlotte. Het speet hem.
Uiteindelijk verloor de gehavende man met tatoeages zijn bewustzijn. Zijn ogen waren al gesloten, maar de weinige spanning die hij nog in zijn lichaam had gehad, verdween volkomen. Hij stopte met trillen. De enige indicaties dat hij nog leefde waren zijn hartslag en ademhaling, die oppervlakkig was. Zelfs Dean was niet onverwoestbaar.

‘Dean.’
Hij opende zijn ogen, kneep ze tot spleetjes in het felle licht van de zon. Hij zat langs het water, dat de zonnestralen weerkaatste. Vogelgezang klonk op. De wereld voelde zorgeloos.
‘Dean.’
Weer die stem. Hij keek naast zich, waar de bron van de stem zich bevond. Het was Tara. De zus die hij verloren had. Ze glimlachte naar hem, leek blij om hem te zien. ‘Dean,’ zei ze nogmaals, alsof ze het niet kon geloven.
’Je bent geen haar veranderd,’ zei hij zacht, verbaasd om de jeugdigheid van zijn zus.
Ze lachte. ‘Jij wel. Je moet me over al je tatoeages vertellen, Dean. We hebben alle tijd in de wereld. Jij en ik. Ik heb je gemist, klein broertje. En ik ben blij dat je me eindelijk gevonden hebt.’ Ze sloeg haar armen om hem heen, omhelsde hem hevig. Na een moment van twijfel beantwoordde hij de omhelzing. Ze rook zelfs nog exact hetzelfde als tien jaar geleden, vlak voor ze stierf.


@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Haar handen trilden. Bijna net zo erg als het lichaam van Dean. Ondanks zijn lage vorm van bewustzijn, merkte ze dat ze hem pijn deed. Zijn spieren spanden zich aan, zweet brak uit op zijn gezicht ondanks alle kou en soms rolde er zelfs een protesterende kreun over zijn lippen. Ze haatte het dat ze hem zoveel pijn deed. Ze verachtte het dat ze er zo lang over deed om de kogel te vinden. Haar vingers waren besmeurd met bloed. Zijn bloed. Ze had het beste handschoenen aan kunnen doen, maar ze had ze nergens kunnen vinden. In plaats daarvan had ze haar handen zo goed mogelijk ontsmet alvorens ze de wond aanraakte. 
Het trillen stopte. De spanning op zijn spieren verdween. Zijn zware ademhaling werd zachter. Langzaam zakte hij onderuit. Fuck. ‘Dean?’ fluisterde Charlotte. Hij was bewusteloos. Haar hart begon harder te kloppen. Een ruis was hoorbaar in haar oren. Paniek overviel haar. Ze legde de pincet aan de kant en kwam overeind. ‘Dean…,’ zei ze harder. Haar stem brak. Nieuwe tranen gleden over haar wangen. Ze pakte zijn gezicht vast, hield even geen rekening met de nare snee op zijn gezicht. ‘Dean.’ Charlotte boog zich naar hem toe. Ze voelde zijn zachte ademhaling tegen haar huid strijken. Hij was er nog. Bewusteloos, maar hij leefde. 
Ze kon dit niet. Hij was zo gehavend, dat ze het niet meer overzag. Nog nooit had ze een lichaam gezien dat zo zwaar verminkt was. Hoe moest zij ervoor zorgen dat hij in leven zou blijven, als ze niet eens wist hoe ze een goede hechting moest plaatsen? 
‘Dean,’ fluisterde ze voor de vierde keer. ‘Ik doe mijn best, blijf bij me. Alsjeblieft, hou vol.’ Geen reactie. Geen van haar woorden leken enige impact op hem te hebben. De kans was groot dat hij haar niet eens hoorde. 
Behoedzaam verplaatste ze Dean, waardoor hij op de bank kwam te liggen. Op die manier kon hij niet wegzakken en zou Charlotte niet per ongeluk uitschieten. Ze moest haast maken. Het bloed stroomde nog steeds zijn lichaam uit. Langzamer, maar dat stelde haar niet gerust. Opnieuw ontsmette ze haar handen en de pincet, waarna ze een nieuwe poging deed. Het voordeel van zijn bewusteloze staat was dat ze hem geen pijn meer kon doen. Charlotte kon haarzelf niet meer laten afleiden door de instinctieve reacties van zijn lichaam. 
Een opgelaten zucht verliet haar mond en een kortdurende glimlach verscheen op haar gezicht zodra ze de kogel te pakken had. Met uiterste concentratie haalde ze het kleine object uit zijn lichaam. Ze legde het ding vluchtig aan de kant, waarna ze rap enkele vervolgstappen ondernam. Ze zorgde dat de wond geheel ontsmet was, pakte de juiste benodigdheden om een hechting te plaatsen. Hoe werkte dit? Ze had wel opgelet toen Dean de hechting bij haar plaatste, maar door de pijn was haar concentratievermogen iets vertroebeld geweest. Zo goed mogelijk, zo goed als ze het zich herinnerde, ging ze te werk. Dat deed ze niet alleen bij zijn schotwond, maar ook bij de beetwonden die te diep waren om uit zichzelf te helen. Dat waren er veel. Verschrikkelijk veel. Zo veel, dat Charlotte bijna handig werd in het plaatsen van hechtingen. Wonden op zijn hand, armen en benen waren gehecht. Zodra ze daar klaar mee was verbond ze de verschillende wonden. Helaas had ze niet genoeg voor alle wonden en moest ze een afweging maken welke sneeën voorrang verkregen. Vervolgens maakte ze zijn lichaam wat schoon, zorgde ze ervoor dat de ergste bloedvlekken verdwenen waren. Ze haalde schone kleren voor hem, die ze zorgvuldig bij hem aantrok, waarna ze hem instopte onder een warm deken. Het was klaar. Meer kon ze niet doen. 
Charlotte knielde naast hem neer, liet haar vingers op zijn gezicht glijden, langs de kleine letters boven zijn wenkbrauw. This is art. Kunst dat geschaad was door vele wonden. Ze had haar best gedaan, maar wist dat ze niet kon voorkomen dat er littekens zouden ontstaan. Zijn prachtige tatoeages zouden er niet ongedeerd vanaf komen. Haar maakte het niet uit. Het enige wat telde, was dat hij wakker zou worden. Dat de zwakke hartslag die nu aanwezig was, voor altijd voort zou blijven bestaan. 
Charlotte leunde lichtjes met haar voorhoofd tegen zijn hoofd. ‘Oh Dean…,’ fluisterde ze zachtjes. Opnieuw was haar stem zo breekbaar als glas. ‘Ik houd van je. Laat ons alsjeblieft niet alleen…’ Ons. Dat was de eerste keer dat ze het hardop uitsprak. Ons. Ze doelde niet op de Fireflies. Hoeveel ze ook om die mensen gaf, ze zou zich nooit volledig tot de groep rekenen. Ons… Het begin was eruit, ook al zou Dean haar niet horen. De woorden rolden over haar lippen voor ze erg in had, wetende dat het toch niet uitmaakte. ‘Je wordt vader, Dean. Ik ben zwanger.’ 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



‘Waar zijn we?’
’Herken je het niet?’ vroeg Tara verbaasd. Ze pakte zijn hand vast, kwam overeind en dwong hem op deze manier om ook op te staan. Dean schudde zijn hoofd, Tara lachte. ‘Loop maar mee. Je zult het vanzelf herkennen,’ beloofde ze. 
‘Dean?’ Bij het horen van de stem stopte Dean met lopen. Tara keek verbaasd naar hem, stopte ook met lopen.
’Wat is er?’ vroeg ze. Dean schudde zijn hoofd.
’Ik heb het me waarschijnlijk verbeeld,’ mompelde hij. Hij wilde jet weet gaan lopen, toen hij de stem weer hoorde. Hij herkende de stem, maar kon de zachte klanken niet plaatsen. Er klonk paniek door in de stem en zijn naam werd voor een derde keer herhaald. Tara leek de stem echter niet te horen. Was hij krankzinnig geworden? Hoorde hij stemmen die er niet waren? Hij wilde weer gaan lopen, zette zijn voet al voor zich neer, toen hij zijn naam voor de vierde keer hoorde.
’Dean. Ik doe mijn best. Blijf bij me. Alsjeblieft, houd vol.’ De stem klonk van ver weg, alsof de eigenaresse er niet écht was. Nog steeds keek Tara naar hem, toen glimlachte ze begripvol.
’Je hoort een stem,’ concludeerde ze. Dean keek verbaasd naar haar, knikte. Tara glimlachte nog steeds. ‘Maak je geen zorgen. Het zijn echo’s van ons leven. De laatste connectie die we nog met de echte wereld hadden. Herinneringen. Ze vervagen vanzelf, des te langer je hier bent.’
Hier. Dean begreep het wel. Hoewel hij het eigenlijk al geweten had, was dit een bevestiging. Hij was dood, gestorven. Hoe precies, dat wist hij al niet meer. Misschien maar beter ook. Het voelde of alleen de goede dingen op deze plek bestonden. Alle slechte dingen in zijn leven konden vervagen. De zware momenten. Maar wiens stem was het dan? Hij kon zijn vinger er niet op leggen.
’Kom,’ drong Tara aan. Ze trok aan zijn hand en dit keer liep Dean wel met haar mee. Blijven stilstaan had toch geen zin. Ze liepen een heuveltje over en toen ze aan de top stonden, herkende Dean de omgeving. 
Het was hun oude boerderij, waar hij met zijn vader en Tara had gewoond. Zijn hart sloeg een slag over. ‘Is hij ook hier?’
Tara schudde haar hoofd. ‘Alleen jij en ik, broertje. Voor altijd.’
Dean glimlachte. Voor altijd, dat klonk goed. Met zijn geliefde zus kon hij wel gelukkig worden. Toch knaagde er diep vanbinnen iets aan hem, alsof hij iets belangrijks vergat. Het had met de stem te maken, diehem had gesmeekt om volte houden. Volgens Tara een herinnering, een laatste connectie met het leven. Betekende het dat hij nog niet helemaal gestorven was? Stond er iemand bij zijn lichaam te rouwen, te wachten tot hij zijn laatste adem uitblies? Of was hij uiteindelijk veranderd in een geïnfecteerde, was dit de laatste connectie die hij nog met zijn lichaam had voordat de infectie hem helemaal overheerste? Dat leek hem al helemaal een naar idee.
Samen liepen ze naar het gebouw toe. Alle kleine dingetjes die hij zich nog van vroeger herinnerde, waren aanwezig. De barst in het raam van de deur. De slordige hoop laarzen bij het afdak. Afgebladderde verf in de gang, een mosterdvlek op het tapijt. De tafel met vier stoelen, waarvan er eentje al zo lang Dean zich herinnerde onbezet was. Zijn plek aan de tafel, waar messteken in het tafelblad zaten. Dat was waar hij vroeger zijn frustratie had geuit na een lange, zware dag training. ‘Ik heb hem nooit bedankt voor alles dat hij ons geleerd heeft,’ mompelde Dean. Het was niet echt spijtig, maar uiteindelijk waren de lessen van zijn vader praktisch gebleken. Tara legde een hand op zijn schouder.
’Hij was vast trots op je, dat je het zo lang volgehouden hebt,’ zei ze geruststellend. 
Dean haalde zijn schouders op, vast. Tara leek te begrijpen dat haar woorden weinig invloed op hem hadden. ‘Kom, Dean. Ik ga zo voor ons koken, ga alvast zitten.’ 
Gewillig nam hij plaats aan de vertrouwde eettafel. Zijn vingers gleden over het tafelblad, de oneven stukken waar hij zijn mes in het hout gedrukt had. 
Even flitste er iets roods door zijn gezichtsveld en hij knipperde. Eventjes had het geleken alsof zijn arm gehavend en bebloed was, met lelijke tandafdrukken in de huid. Nu was het echter weer weg. Een naar gevoel bekroop hem. Was hij dan toch geïnfecteerd geraakt? Gebeten, daardoor uiteindelijk uit het leven gerukt? Had hij zo zwaar gefaald?
’Oh, Dean.’ Daar was de stem weer, zachter, zo breekbaar. Bijna wist hij wiens stem het was. Bijna kon hij erop komen, het lag op het puntje van zijn tong. ‘Ik houd van je. Laat ons alsjeblieft niet alleen.’ Wie was de ik? Wie was ons? Hij was er zo dichtbij, wist het bijna, maar hoe dichterbij hij kwam, hoe lastiger het nadenken was.
’Je wordt vader, Dean. Ik ben zwanger.’ Er knapte iets bij hem. Hij kon dit niet aan. Tara keek hem bezorgd aan, hij had zijn handen om de rand van de tafel geklemd en het hout kraakte onder de kracht die hij erop zette. Er knapte iets.
Charlotte. Dat was haar naam. Charlotte, zijn vriendin. En ze zei dat ze zwanger was. Was dit zijn verbeelding die hem de parten speelde? Hij kon zich dit niet herinneren. Charlotte. Zijn vriendin. En hij had haar achtergelaten in een wereld die dodelijk en gevaarlijk was. Hij moest terug. Maar hoe?

@Amarynthia  
Amarynthia
Internationale ster





‘En?
Het was haast schattig dat de vrouw op haar had gewacht, haar bij wilde staan in dit moment. Tegelijkertijd voelde het alsof ze haarzelf opdrong in een situatie waar ze niks mee te maken had. Charlotte was blij dat de vrouw er was, maar tegelijkertijd verachtte ze het. 
Zacht beet ze op haar lip, kijkend naar het kleine apparaatje dat ze in haar handen had. Dit was het dan. Het ultieme bewijs. Het was waar. De uitslag was positief. Ze was zwanger. 
Dit had een positief moment uit haar leven moeten zijn. Dit was het moment dat mensen opgelucht waren, een gevoel van geluk ervoeren. Het moment waarop ze eindelijk klaargestoomd werden voor de toekomst. Zo hoorde het te zijn in de wereld voor de infectie. Maar nu? Na alles wat ze zelf mee had gemaakt, wist ze niet of ze een onschuldig leven in die wereld wilde duwen. Er was zoveel gevaar, er waren zoveel gruwelijkheden… Hoe kon een kind veilig opgroeien in zo’n omgeving? Los daarvan was Dean geen fan van kinderen en Charlotte betwijfelde of dat anders zou zijn als het hun eigen kind betrof. Ze hoopte het, maar was bang dat het valse hoop zou zijn. 
‘Oh nee…,’ fluisterde Eliza. De vrouw kwam dichterbij, pakte Charlotte’s handen vast. ‘Ik ben arts hier. Als er iets is wat ik voor je kan doen…’ 
Er schoot een gedachte door haar hoofd waarvoor ze haarzelf haatte. Een vraag die ze wilde stellen, maar wat eigenlijk geen optie was. Of wel? Het zou zoveel makkelijker zijn. Ze waren er niet klaar voor. Charlotte wist pas net hoe ze haarzelf weer een beetje staande moest houden. Het was te vroeg voor zoiets. Ze had haarzelf altijd voor haar gezien met een gezin, maar niet nu. Niet nu al. 
Dean was er slecht aan toe. Zijn huid was lijkbleek, waardoor de wonden sterker afstaken tegen zijn huid. Er lag zweet op zijn voorhoofd, ondanks dat zijn lichaam ijskoud aanvoelde. Ze wist niet goed of ze hem hierdoor een extra deken moest geven of juist een deken moest wegnemen. De wonden waren gestopt met bloeden. Zijn ademhaling was zacht, maar aanwezig. Evenals zijn hartslag: zwak, maar aanwezig. 
Meerdere dagen waren aan haar voorbij gegaan, zonder verbetering. Charlotte had hem geen moment alleen willen laten. Ze had haar matras naar beneden verplaatst, zodat ze naast hem kon slapen. Niet dat ze veel geslapen had. Continue zorgen dwaalden door haar hoofd en ze was bang dat er iets zou gebeuren in de tijd dat ze sliep. Ze hadden enkele voedingsmiddelen in hun huis liggen, voor het geval dat. Charlotte had zelf maar een klein beetje ervan benut en had geprobeerd Dean ook wat te geven. Het had weinig succes. 
Het voelde zo hopeloos. Het maakte haar gek. Wanhopig. Ze wilde hem helpen, ze wilde er alles aan doen hem bij haar te kunnen houden, maar wist niet hoe. Het dreef haar tot waanzin. 
Een frons verscheen op haar gezicht toen ze iemand hoorde kloppen op de deur. Charlotte, die naast de bank had gezeten en zachtjes over Deans had streelde terwijl ze naar zijn gezicht keek, kwam overeind. Ze boog zich naar Dean toe en kuste zijn voorhoofd. ‘Ik ben zo terug,’ fluisterde ze. Niet dat hij haar zou horen. Ze praatte zoveel mogelijk tegen hem. Nutteloze verhalen, maar ook mooie herinneringen. Het was bijna therapeutisch. Ze wist dat Dean haar niet hoorde, maar toch was het fijn hem die dingen te vertellen. 
Behoedzaam liep ze naar de deur. Ze opende deur en liet direct haar alerte houding varen. 
‘Char, je bent oké.’ 
Christian. Zijn blik was bezorgd, maar ontspande zich zodra hij haar zag. Hij gaf haar niet de tijd om te reageren. Met een stap doorbrak hij de afstand tussen hen en omhelsde hij zijn kleine zusje. ‘Ik heb je dagen niet gezien. Ik maakte me zorgen.’
Dagen. Hoeveel tijd was er voorbij gestreken? Hoe lang lag Dean er al zo bij? Hoeveel voeding had hij gemist? Hoe lang was zij hier al? Zonder dat ze het doorhad stroomden de tranen over haar wangen. Dean. Dean was al dagen buiten bewustzijn. Dat kon niet goed zijn, toch? Wat als… Die zin durfde ze niet af te maken. 
‘Char? Wat is er gebeurd?’ Christian liet haar los uit zijn omhelzing, pakte haar bovenarmen vast en keek haar onderzoekend aan. ‘Is… Is Dean bij je weggegaan?’ 
Godverdomme Chris. Waarom moet je altijd het slechtste van die jongen denken. ‘Nee,’ zei Charlotte wat geschokt. ‘Dat zou hij nooit doen.’ Ze veegde ruw haar tranen weg, waarna ze Christian mee wenkte naar de woonkamer. 
‘Oh god…,’ sprak Christian oprecht geschokt. ‘Wat is er gebeurd?’ vroeg hij terwijl hij naar de getatoeëerde jongeman liep. Ondanks dat Deans lichaam verborgen lag onder de dekens, was het goed zichtbaar hoe afgetakeld hij was. 
‘Wolven,’ zei Charlotte, alsof dat de lading zou dekken. 
‘Hij moet mee naar de basis, Charlotte. Hij heeft bloed nodig en sondevoeding. Waarom heb je geen hulp gehaald?’ 
Fuck. Had ze Dean in gevaar gebracht door hier te blijven? Had ze hem nooit hier mogen houden? Schuldgevoelens borrelden omhoog. ‘Ik… Ik wilde hem niet alleen laten.’ 
Christian knielde naast de jongeman neer, tilde Deans arm op om de wonden te bekijken. ‘Heb jij deze gehecht?’ 
Charlotte knikte. 
‘Goed gedaan.’ 
Echt? Het verbaasde haar, maar deed haar wel goed. 
‘Maar hij heeft wel hulp nodig. Zijn wonden lijken in orde, maar zijn lichaam is op. Bij de basis hebben we de apparatuur. We kunnen…’ 
‘Nee,’ zei Charlotte vastbesloten. ‘Dean blijft hier. Het is te gevaarlijk buiten en… dit is waar hij thuishoort.’
‘Je hebt gelijk,’ gaf Christian aarzelend toe. ‘Ik zal kijken wat ik voor je kan doen. Ik zal in elk geval een van de artsen naar hem laten kijken.’
Charlotte beet op haar onderlip en keek naar haar vriend. Haar vriend die op het randje van de dood lag. Ze kon hem niet verliezen. Ze wilde hem niet verliezen. 
Chris moest haar angst gezien hebben. Hij kwam overeind en liep naar haar toe. ‘Ben je oké?’ 
Fysiek wel. Dankzij Dean was ze er zonder wonden vanaf gekomen. Het was absurd hoe ongedeerd ze was in vergelijking met hem. Mentaal was ze er minder aan toe. Ze wilde knikken. Ze wilde Christian de zorgen besparen, hem laten weten dat ze sterk was en om kon gaan met deze strijd. Maar de angst om Dean kwijt te raken was een mes dat continue pijn veroorzaakte. Een pijn die haar niet met rust liet. 

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Tijd was een abstract iets in de wereld waar hij nu was. Steeds vaker vergat hij dat hij dood was, dat hij terug moest naar Charlotte. Haar stem was nog steeds aanwezig, liet hem nooit alleen. De woorden verstond hij al lang niet meer, alsof zijn lichaam steeds zwakker werd, maar het zachte geruis was er altijd. Charlotte. Hij had de naam in de tafel gekerfd, zodat hij haar niet meer zou vergeten. Tara had hem meewarig aangekeken, maar sinds die eerste keer hadden ze het niet meer over de stem gehad. Dean wist niet of dat kwam door het begrip dat zijn zus voor de situatie toonde, of door iets anders.
Volgens de logica van Tara zou de stem vanzelf moeten verdwijnen, samen met de herinneringen waar hij spijt van had. Hoewel Dean soms het idee had dat er inderdaad herinneringen ontbraken, betwijfelde hij of het slechte herinneringen waren. Ook waren er dingen die hij hoorde, dingen die hij nog niet eerder van Charlotte had gehoord. Alsof ze nog steeds bij zijn lichaam zat, de boodschap nog steeds doorgestuurd werd. Steeds zwakker. Zijn lichaam hield er langzaam maar zeker mee op.
Vandaag gingen ze naar het strand. Tara was er kinderlijk enthousiast over, met haar voorliefde voor dolfijnen. Ze was er zeker van dat ze er vandaag een zouden zien. Op zich was dat logisch, want dit was en bleef het hiernamaals. Tot een bepaalde hoogte kregen ze alles wat ze wilden. Dat was de reden dat de boerderij hier had gestaan, exact zoals Dean hem zich herinnerde. Wanneer er toch iets niet helemaal klopte, veranderde het direct.
Dean herinnerde zich niet dat er een zee dichtbij hun huis geweest was, maar ook dat was natuurlijk geen probleem. Ze liepen maar enkele honderden meters, al was afstand maar relatief, waarna Dean de zoute geur van de zee in kon ademen. Nog nooit had hij de zee in het echt kunnen zien, maar het beeld was zo geloofwaardig dat hij niet twijfelde aan de echtheid van het beeld.
Zijn zus rende vooruit, het strand op. Dean bleef wat achter, begroef zijn blote voeten in het zachte, witte zand van het strand en keek naar Tara, die de waterlijn al bereikt had. Langzaam begon hij te lopen. Het leven hier was geweldig. Het leven? De dood? Maakte niet uit. Wat hem wel dwarszat, was dat de stem vandaag luider leek te zijn. Hij had geleerd zich er een beetje voor af te sluiten, omdat hij er op dit moment toch niets aan kon doen. Vandaag niet. Vandaag verstond hij woorden, zinnen. Verhalen. Dean wist niet wat het betekende, maar het maakte dat hij niet van de dag kon genieten.
'Je moet kiezen,' zei Tara die avond, toen ze samen naast elkaar zaten. Ze was altijd zijn grote zus geweest, maar nu was hij langer en breder dan zij en ze leunde tegen hem aan, haar ogen gesloten.
'Wat bedoel je?'
'Je bent nog niet dood, Dean. Niet zoals ik. Jouw lichaam.. het leeft nog. En het is tijd voor jou om te kiezen of je teruggaat, of bij mij blijft.'
Dean zweeg. Het voelde alsof iemand hem geslagen had. Kiezen.
'Tara, ik wil je niet nog eens verliezen.' Hij zei het serieus en zij glimlachte, kroop nog wat dichter tegen hem aan.
'Je verliest me niet, Dean. Deze plaats is tijdloos. Ooit zal je terugkeren. Als je beslist om terug te gaan... Dan ben ik hier nog steeds als je wel vrede kunt hebben met je dood.'
Dat was niet heel geruststellend. Als er iets wat hij niet wilde, was het zijn zus opnieuw verliezen. Maar hij wist ook dat Charlotte op hem wachtte. Charlotte. Zijn vriendin. Hij dacht terug aan de eerste dag. De woorden die hij had gehoord. Op zijn minst moest hij uitzoeken of dat waar was geweest. Hij wist nog niet zo goed hij zich daarover voelde, maar sowieso moest hij terug. Hij moest er voor zijn vriendin zijn, die hij had achtergelaten.
'Tara...'
'Echt, Dean. Geen zorgen. Neem haar alsjeblieft mee hier naartoe als het zo ver is.' Ze pakte zijn hand vast, kneep erin. Toen drukte ze haar lippen op zijn voorhoofd, zoals ze vroeger ook wel eens had gedaan voor het slapengaan. Dean glimlachte, sloot zijn ogen.

In de wereld van de sterfelijke mensen kwam een zeker zwaargewond persoon weer bij bewustzijn. Eerst hield hij zijn ogen nog gesloten. Zijn lichaam deed overal pijn, hij had het ijskoud en tegelijkertijd drukten de dekens zwaar op zijn verzwakte lichaam. Hij probeerde diep in te ademen, maar zelfs dat ging niet in zijn huidige staat. Enkele malen hoestte hij, waarna hij eindelijk zijn ogen opende. Het plafond van Charlotte haar huis staarde terug.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Nog een anderhalve dag was voorbij. De stilte was verdwenen. Het continue geruis van de apparaten was hoorbaar. Met haar gebrek aan slaap werkte het enorm op haar zenuwen. Later, hoe donkerder het werd, hoe meer het geluid een therapeutisch effect kreeg. Het was een consistent geluid en met het idee dat het Dean in leven hield, kreeg het geluid een heel andere betekenis. 
Net zoals het grootste gedeelte van de dag, zat Charlotte ook nu naast de bank. Ondanks dat haar matras naast de bank lag, lag ze bijna nooit languit. Bijna altijd zat ze tegen de bank aan, met haar rug naar de ruimte en haar gezicht naar Dean gericht. Haar armen leunden op de kussens van de bank, trokken Deans dekens hierdoor iets strakker om zijn lichaam. Zijn armen lagen boven de deken, maar waren gehuld in een warme trui. Ze had haar hand op de zijne gelegd, zijn niet gehavende hand. Zacht en teder, op het ritme van de ruis, streelde ze met haar duim over de rug van zijn hand. Haar verhalen waren op. Haar gedachten waren in wirwar. Angsten begonnen overmacht te nemen. Ze had enkele dingen aan hem verteld, maar het waren nutteloze mededelingen geweest. ‘Ik ben even naar de wc’, ‘ik ga even wat eten maken’ of ‘zo, nu ligt je deken weer goed’. Onderhand was het nacht en Charlotte was uitgeput. Christian was nog kort langsgekomen om hemzelf ervan te verzekeren dat ze genoeg zou eten. Hij had ook wat eten van de basis voor haar meegebracht. 
De dag ervoor was de apparatuur deze kant op gekomen. Christian had meerdere mensen met zich meegebracht om het spul te verplaatsen. Daarnaast had hij een arts met zich meegenomen. Eliza. Het luchtte haar op de vrouw weer te zien. Kort had de vrouw haar apart genomen. 
‘Weet hij het al?’ had ze nieuwsgierig en bezorgd gevraagd. Charlotte had haar helaas moeten mededelen dat het niet het geval was. Eliza had Dean daarna grondig onder de loop genomen. Ze had Dean een injectie gegeven, eentje die ervoor zou zorgen dat het speeksel van de wolven niet voor verdere ontstekingen zou zorgen. Daarnaast ontsmette ze de wonden goed en controleerde ze deze op ontstekingen. Het zag er goed uit, alleen de wond in zijn buik baarde haar zorgen. Het was iets gaan ontsteken en ze wilde over enkele dagen terugkomen om te zien hoe het heelde. Daarnaast maakte ze zich zorgen om de staat van zijn lichaam. Ze had twee apparaten aangesloten in de hoop dat het hem zou helpen aansterken. De een gaf bloed, de ander voeding. 
Toen ze wilden vertrekken, had Charlotte een vraag niet tegen kunnen houden. Een vraag waarbij ze bang was voor het antwoord. ‘Komt hij er weer bovenop?’ 
Eliza had haar met een ernstige blik aangekeken. ‘Hij ligt op het randje van de dood, Charlotte. Het is afwachten hoe zijn lichaam reageert op de nieuwe voorraden die hij nu binnenkrijgt.’
Dat was een antwoord dat haar angsten bevestigden. Charlotte had het niet los kunnen laten. Hij lag op het randje van de dood. Elk moment kon het te laat zijn. Wat als dit alles niet aansloeg? Wat als de medicatie die hij gekregen had voor bijwerkingen zorgde? Dan kon het over zijn. 
Een zacht en zwak gekuch klonk door de ruimte. Charlotte, die in slaap doezelde, tilde met een ruk haar hoofd op. De kuch was niet van haar afkomstig. Hoopvol keek ze naar haar vriend. Haar hart maakte een sprongetje van geluk. Hij was wakker. Zijn ogen waren geopend. Zijn lippen bewogen iets van elkaar en een raspende ademhaling was hoorbaar. 
Tranen prikten in haar ogen. Ze wilde huilen. Ze wilde in huilen uitbarsten. Van geluk weliswaar. Maar, ze deed het niet. Dit was het moment dat ze sterk moest zijn, dat ze klaar moest staan voor Dean, zoals hij voor haar had klaargestaan. 
Charlotte verstrengelde haar vingers met die van hem. Ze wilde hem omhelzen, vastgrijpen, wat dan ook, maar hield haarzelf in. Zijn lichaam was sterk afgezwakt. 
Tergend langzaam draaide Deans hoofd zich opzij. Zijn blik gleed zoekend door de ruimte, haast gedesoriënteerd. Na enkele seconden bleef zijn blik bij haar hangen. God, hij zag er zo zwak uit. Lijkbleek en verschrikkelijk mager. Niet dat het haar uitmaakte. Met haar andere hand reikte ze voorzichtig naar zijn gezicht, streelde ze zacht over zijn voorhoofd. ‘Hé,’ fluisterde ze, waarna ze een korte, opgelaten glimlach liet zien. ‘Je bent wakker.’ 
Zijn ademhaling was nog altijd zwaar en raspend. Hij opende zijn mond iets verder, alsof hij iets wilde zeggen. Charlotte schudde haar hoofd, vocht tegen de tranen die achter haar ogen brandde. Hij leefde nog. ‘Niks zeggen. Je hebt je energie voor genoeg andere dingen nodig. Ik zal wat water voor je halen, oké?’ Hij had water nodig, maar tegelijkertijd wilde ze hem niet loslaten, bang dat hij weg zou vallen in de tijd dat zij weg was. Ze haatte het. Ze haatte deze onzekerheid, het idee dat elke ademhaling zijn laatste kon zijn. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Deze wereld... Nee, zijn wereld. De wereld was fel. Waar hij het idee gehad dat er altijd een soort zachte gloed over de wereld van Tara had gelegen, waren de kleuren in de echte wereld fel. Het voelde realistisch, maar tegelijkertijd zo surrealistisch als mogelijk was.
Eerst oriënteerde hij zich op zichzelf. Hij voelde een stekende, aanwezige pijn in zijn rechterhand. De hand waar de wolf in had gebeten, waardoor hij zijn pistool had laten vallen. Hij wist het allemaal weer. Hij kon de wond op zijn buik voelen, deze voelde pijnlijker aan dan zijn verminkte hand. Hij wilde ernaar kijken, zijn hand optillen, zichzelf bestuderen. Maar hij was zwak, veel te zwak om zijn lichaam te bewegen.
Er staken naalden uit zijn armen, professioneel ingebracht en vakkundig vastgezet. Was dat de reden geweest dat hij uiteindelijk teruggekeerd was? Omdat zijn lichaam aansterkte?
Er streek iets langs de vingers van zijn linkerhand. Het gevoel van de aanraking kwam langzaam bij hem binnen, hij verwerkte het trager dan normaal. Ook toen hij zijn hoofd wilde draaien, protesteerde zijn lichaam tegen zelfs die kleine beweging. Toch zette hij door, wetende wat hij naast zich aan zou treffen.
En het was waar. Charlotte zat daar, met een afwachtende blik in haar ogen. Blijdschap gleed over haar gezicht toen hun blikken elkaar troffen en Dean besefte zich dat dit exact was waarom hij hier was. Voor haar. Normaal was hij degene die haar beschermde. Dit keer was zij het geweest. Hoewel de herinneringen van vlak na de schotwond een waas waren, wist hij wel dat het aan haar te danken was dat de wolven hem niet opgevreten hadden. Dat hij veilig thuis was gekomen. Dat hij überhaupt nog leefde.
Hij kon niet spreken. Hij had haar willen bedanken. Haar willen zeggen dat hij van haar hield, haar nooit zomaar in de steek zou laten. Dat hij wakker was geworden voor haar. Zijn keel, die kurkdroog was, dacht daar echter anders over. Toch was het niet kunnen spreken minder erg dan het idee dat ze weg zou gaan. Hij wilde niet dat ze op zou staan, al was het maar om een glas water voor hem te halen. Nu hij niet kon spreken, zelfs al had hij het gewild, waren de manieren waarop hij haar dat duidelijk kon maken, beperkt.
Dean sloot zijn ogen, alsof hij op die manier meer van zijn kracht zou kunnen focussen op wat hij wilde doen. Hij hoopte maar dat Charlotte zich geen zorgen zou maken over het feit dat hij niet meer naar haar keek. Ze zou het wel begrijpen.
Hij spande de vingers van zijn linkerhand aan. Het ging niet met zo veel kracht als hij zou willen, maar het moest voldoende voor haar zijn om het te merken. Hij zette druk op zijn vingers, kneep zo een beetje in haar hand. Alsof hij haar op die manier duidelijk kon maken dat hij niet wilde dat ze ging. Niet om water te halen. Hij wilde haar hier, dat zou hem meer kracht geven dan een glas water. God, hij was zo zwak. Hij had zo veel pijn. Maar hij leefde nog. Zij leefde nog. En dat was wat telde. Langzaam, heel langzaam, krulden Dean zijn lippen in een flauwe glimlach en hij opende zijn ogen weer, keek naar zijn vriendin. God, hij hield van haar. Ze zag eruit alsof ze weken niet geslapen had, maar hij vond haar nog steeds prachtig.
Hoe lang was hij eigenlijk buiten bewustzijn geweest? Tijd was een abstract iets in de wereld waar hij met Tara was geweest, maar hier was de tijd gewoon verstreken. Een dag? Een week? Langer? Maanden? Nee, dat kon niet. Dan zouden zijn wonden verder geheeld moeten zijn. Het kon nog niet zo verschrikkelijk lang geleden geweest zijn.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Zijn ogen sloten zich. Fuck. Was dit het dan? Was dit het korte moment dat ze hadden kunnen delen? Zou ze nu weer dagen moeten wachten voor ze een nieuwe blik kon werpen op die prachtige, donkere ogen? Haar hart voelde zwaar aan. Hard en gehaast klopte het in haar borst, waar een benauwende druk op lag. Een traan ontsnapte aan haar ogen. Misschien wel. Misschien viel hij weer in slaap, maar dat was oké. Het was oké omdat ze wist dat hij nog leefde. Hij had, weliswaar voor een kort moment, zijn weg terug gevonden naar haar. Zolang ze wist dat hij nog leefde, dat hij soms wakker werd, was voor haar voldoende om vol te houden. Om hoop te houden. 
Hoop. Hoop groeide. Het was een zachte prikkel, maar o zo krachtig. Zijn vingers bewogen, knepen zacht in haar hand. Hij was er nog. Hij leefde nog. Zwak, op het randje van de dood. Het maakte haar niet uit. Ze zou er alles aan doen om hem te helpen. Hij glimlachte. Ook dat was een handeling dat amper zichtbaar was en toch was het voor haar een wereld van verschil. Als vanzelf deed ze met hem mee. Ze glimlachte. Een glimlach die groter werd zodra hij zijn ogen weer opende. 
Ze wist waarom hij de moeite had genomen om in haar hand te knijpen. In eerste instantie misschien om haar te steunen. Het was niet voor niets dat hij de handeling had uitgevoerd na haar voorstel om drinken te halen. Hij wilde niet dat ze wegging, net zo goed als zij niet bij hem weg wilde gaan. ‘Oké,’ fluisterde Charlotte, ‘ik blijf hier.’ Haar stem sloeg dicht. Er waren zoveel dingen die ze hem wilde vertellen, maar een blik in zijn ogen en haar mond werd gesnoerd. De akelige angst hem te verliezen had haar geteisterd op ieder moment van de dag. Geen moment had ze echt rust gehad. Continue zorgen hadden zich meester van haar gemaakt. Ze had geprobeerd hoop te houden, maar angst en verdriet overheersten. Die angst en verdriet waren niet volledig verdwenen. Wat als hij niet goed zou helen? Wat als hij blijvende schade zou houden? Wat als er iets zou gebeuren, een kleine horde die het huis binnendrong? Of wat als er een groep overlevenden hun huis overviel? Dan waren ze op haar aan gewezen. Dean zou de held niet meer kunnen uithangen. Dat moest zij doen. Was ze daar klaar voor? Ze betwijfelde het. 
Teder volgde haar vingers de lijnen van zijn gezicht, terwijl haar andere hand de zijne vast bleef houden. Hij moest zijn kracht sparen. Het was aan haar om het gesprek gaande te houden, maar nog altijd voelde het alsof zijn blik haar keel dichtkneep. Ze had zijn ogen gemist. Dagenlang waren ze gesloten geweest, had ze het moeten doen met enkel haar herinneringen eraan. Zijn stem was evengoed een herinnering in de verte. ‘Ik was zo bezorgd,’ fluisterde ze. Een fluistering zo zacht, bang dat het geluid hem anders hoofdpijn zou bezorgen. Daarnaast stond haar keel het niet toe om een veel luider geluid te produceren. Charlotte’s duim streek zacht over zijn onderlip, waarna ze over zijn kin gleden die redelijk behaard begon te raken. ‘Je bent er slecht aan toe, Dean. Zelfs de arts twijfelde erover of je het zou halen.’ Wat als Christian niet op was komen dagen? Dan had hij deze hulpmiddelen niet gehad en had hij misschien wel zijn laatste ademhaling uitgeblazen. Charlotte zuchtte zachtjes. Bijna was zij zijn dood geworden. ‘Je bent sterk, Dean. Zo sterk.’ Haar hand bleef op zijn wang rusten, de snee vermijdend. ‘Ik houd van je.’


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Zonder dat hij woorden had hoeven gebruiken, had zij hem begrepen. Ze had gesnapt dat hij wilde dat ze hier bleef, zelfs al was het misschien logischer om water voor hem te gaan pakken. Het was rationeel. Normaal was hij degene die rationele beslissingen nam en zij degene die minder doordachte, door emotie gestuurde ideeën had. Nu was het misschien wel een beetje andersom. Een beetje maar, want Charlotte bleef bij hem.
Hoewel hij zijn ogen weer wilde sluiten, gewoon wilde genieten van haar aanwezigheid, begreep hij heus wel dat het Charlotte zou doen opschrikken. Ze zou misschien denken dat hij weer weggevallen was, wat best een mogelijkheid was. Nog steeds was hij moe, maar niet meer zo erg dat hij dagen weg zou zijn. De doodsstrijd was overwonnen, had hij het gevoel. Hij had nog een lange weg te gaan voordat al zijn wonden hersteld waren, maar hij had het overleefd. Hij zou zich nog niet bij Tara voegen, had eerst nog een tijd met Charlotte te gaan.
Haar vingers kriebelden over zijn huid. Een aangenaam gevoel dat hij gemist had. Hij wilde dat hij de aanraking kon beantwoorden, zijn vingers ook over haar gezicht laten glijden, maar merkte al snel dat dat te veel gevraagd was. Het opheffen van zijn arm alleen al voelde alsof hij een betonblok van honderd kilo moest optillen. Daarbij nam hij de pijn die het hem bezorgde nog niet eens in aanmerking. Dit was zijn gewonde hand, die het er niet zo op had dat hij die inspanning wilde verrichten.
Hij wilde dat ze rust nam. Het liefst van alles wilde hij dat ze naast hem kwam liggen en haar ogen sloot. Hij kon de zorgen in haar blik aflezen, de angst en vermoeidheid waren zichtbaar. Hij begreep het wel: Als de situatie andersom was geweest, zou hij ook geen oog dichtgedaan hebben. Maar hij was er weer. Nu moest ook zij rusten. Maar, hoe moest hij dat aan haar duidelijk maken? Hij zuchtte, een windvlaag die nauwelijks te onderscheiden viel van zijn normale ademhaling.
Hij wilde zo veel tegen haar zeggen. Ze had hem verteld hoe sterk hij was, dat ze van hem hield. Op dit moment voelde hij zich echter alles behalve sterk, nu hij niet eens haar woorden kon beantwoorden of haar kon vertellen dat ze moest rusten.
Hij kreeg een ingeving. Hoewel hij niet wist of het zou werken en of ze het zou begrijpen, was het een poging waard. Hij wierp een blik op hun verstrengelde vingers. Zou het hem lukken? Voorzichtig trok hij de hand wat dichter naar zich toe. Het was duidelijk te merken dat deze hand, dit deel van zijn lichaam, in een betere staat was dan de andere kant. Hoewel loom, schoof hij zijn hand toch over de bank naar zich toe. Charlotte, die niet tegenstribbelde, maar wel bezorgd leek, kwam hierdoor dichterbij. Hij liet haar hand los, haalde diep adem. Voor zo ver dat ging.
Hij hief een hevig trillende hand, alsof het hem immense inspanning kostte. Dat was ook zo, maar het was het waard. Uiteindelijk lag zijn hand tegen haar wang aan, die hij zacht streelde met zijn hand. Alsof hij hoopte Charlotte op deze manier gerust te kunnen stellen, haar kon vertellen dat het oké voor haar was om rust te nemen. Zelf sloot hij na een tijdje zijn ogen, vermoeid als hij was. Hij was weer terug onder de levenden. Nu was het moment om daadwerkelijk weer aan te sterken.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



God, Dean, waarom deed je dat? Het gebeurde traag. Er gingen haast enkele minuten overheen. Seconden waarin Charlotte bezorgd zijn handeling volgde. Ze wilde hem sussen, hem duidelijk maken dat hij zijn energie moest sparen. Maar, ze kende hem langer dan vandaag. Dean was koppig. Wat het ook was wat hij wilde, hij zou doorzetten tot hij het verkregen had. 
Trillend van inspanning, met moeite elke centimeter overbruggend, bracht hij zijn hand naar haar gezicht. Zijn vingers voelden ruw en koud aan tegen haar huid. Een tedere aanraking, vol zorgzaamheid. De aanraking brak haar hart. De brok in haar keel versterkte, evenals het branderige gevoel in haar ogen. Haar zicht werd troebel, maar ze weigerde om de tranen los te laten. Hoe? Hoe kon hij in zijn staat nog steeds zoveel moeite in haar steken? Zijn blik weerspiegelde precies wat hij bedoelde. Er was voornamelijk vermoeidheid te zien in zijn ogen, maar een glans van bezorgdheid schemerde er doorheen. Hij maakte zich zorgen, moest aan haar zien hoe moe ze was. Godverdomme. Hij hoorde zich helemaal niet om haar te bekommeren nu. Hij had de dood in de ogen gekeken. Hij had de tanden van verschillende wolven in zijn huid geprint staan. Een kogel had hem geraakt. Bijna al zijn bloed had zijn lichaam verlaten. Zwaargewond en uitgeput als hij was, maar nog steeds dacht hij aan haar. Het ontroerde haar. 
Charlotte glimlachte. De hand die hij losgelaten had, vond de zijne weer terug. Ze plaatste haar hand op die van hem, ondersteunde hem zodat hij niet meer de inspanning hoefde uit te voeren om zijn hand opgetild te houden. Kort sloot Charlotte haar ogen. Genoot ze van de prikkeling van zijn vingers tegen haar wang. Vocht ze tegen de tranen en de brok in haar keel. Ze was oké. Nu hij weer wakker was, was zij weer oké. Nu moest hij het nog geloven, zodat hij zonder zorgen zou kunnen aansterken. Ze opende haar ogen, keek Dean aan met een sterke, overtuigende blik. ‘Maak je geen zorgen,’ sprak ze opnieuw op die zachte toon. ‘Ik ben oké.’ Zacht kneep ze in hand, haar woorden kracht bijzettend. Met tegenzin haalde ze zijn hand van haar wang en legde ze deze behoedzaam terug op zijn eigen lichaam. ‘Spaar je kracht,’ beval ze. Ja, deze keer was zij degene die hem een keer mocht bevelen. Niet dat hij ernaar zou luisteren als hij dat niet wilde. ‘Neem je rust. Ik blijf bij je. Beloofd.’ Haar stem was breekbaar en zorgzaam. Ze boog zich naar hem toe. Ze wist niet zeker in hoeverre dit het moment was, in hoeverre zijn lichaam het kon verdragen, maar ze was ervan overtuigt dat niet alleen zij verlangde naar die aanraking. Voorzichtig, een zachte en nauwelijks voelbare streling. Een kus die amper een kus te noemen was. Nog even hield ze haar lippen voor de zijne hangen, klonk er een nieuwe fluistering, waarbij haar lippen bij enkele klanken zacht zijn huid raakten. ‘Rust, maar kom terug. Alsjeblieft.’


@Hadesu 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste