Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Hey, everybody!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
17 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
O | Endure and survive
Hadesu
Wereldberoemd



Rust, maar kom terug. Dat was exact wat hij had gedaan. Niet lang nadat Charlotte de woorden gesproken had, was hij uiteindelijk weer in slaap gevallen. Zijn lichaam was zo vermoeid dat hij droomloos sliep, wat misschien maar goed was ook. Ergens vermoedde Dean dat hij de komende tijd wel vaker last zou krijgen van nachtmerries. Als hij weer aansterkte, zouden vanzelf de bloederige beelden van de wolven weer voor zijn geest verschijnen. Zo lang hij nog kon genieten van een diepe, droomloze slaap, deed hij dat.
Toen hij uiteindelijk weer wakker werd, moest het uren later zijn. Misschien wel een dag. Hij voelde zich daadwerkelijk fitter en hoewel zijn lichaam nog steeds belachelijk veel pijn deed, merkte hij dat er iets meer van zijn kracht was teruggekeerd. Misschien ook door de vrij constante aanvoer van bloed en voedingsstoffen, die met draadjes en naalden aan zijn lichaam vastgemaakt waren.
Charlotte was er nog steeds. Het moest vrij vroeg in de morgen zijn, aangezien het buiten nog donker leek te zijn. Het meisje was in slaap gevallen tegen de bank aan, bijna in vrijwel dezelfde houding als hij haar gisteren voor het laatst had gezien. Even gingen zijn gedachten terug naar die keer, hoe ze heel zacht nog haar lippen op die van hem gelegd had. Het was een prettige aanraking geweest, eentje die hij gemist had. Sowieso, haar fysieke aanwezigheid deed hem goed. Nu ook.
Heel voorzichtig probeerde hij zichzelf iets omhoog te schuiven, zodat hij een wat meer zittende houding aan kon nemen. De wond op zijn buik protesteerde daar echter heftig tegen, dus hij liet dat idee varen en ging weer liggen. Hij voelde zich redelijk uitgerust, zwak maar wakker. Omdat hij Charlotte niet wakker wilde maken, bleef hij liggen om naar het meisje te kijken. Gisteren had ze een constante blik van zorgen op haar gezicht gehad, nu ze sliep leek ze veel vrediger. Dat vond Dean fijn om te zien. Hij begreep wel dat ze zich veel zorgen gemaakt moest hebben, maar nu hij buiten levensgevaar was moest zij ook voor zichzelf zorgen. Hij was al lang blij om te zien dat de wolven haar ongedeerd hadden gelaten. Wat dat betreft maakte het hem niet uit dat hij er zelf zo gehavend uit was gekomen.
Om de tijd te doden bestudeerde hij zichzelf, voor zo goed en kwaad als dat ging. Zijn ene hand was gehavend. Stukken huid waren vernield en enkele diepe tandafdrukken waren zichtbaar. Dean maakte er zich niet veel zorgen om, want hoewel het een tijdje pijn zou doen, zou het herstellen. Zelfs de tatoeages zouden voor een groot deel intact blijven, omdat die niet op de buitenste laag van de huid getekend waren. En anders kon hij ze repareren. Dat was geen probleem. Echter waren dat zorgen voor een ander moment. Eerst herstellen.
Er werd op de deur geklopt. Dean, die zelf nog vrij machteloos was, zocht automatisch naar zijn wapens. Die hij uiteraard niet had. God, waarschijnlijk lagen ze nog in het bos, waar hij was aangevallen. Dat idee maakte dat hij zich naakt voelde.
Er werd nogmaals aangeklopt. Charlotte leek nog niet wakker te worden, dus met wat moeite legde Dean een hand op haar schouder. Hij wilde niet dat ze wakker zou worden, maar hij ging de deur niet voor de bezoeker kunnen openen. 'Charlotte,' zei hij zacht, zijn stem rauw en schor. Het was een wonder dat hij überhaupt kon spreken. 'Charlotte, wakker worden.'

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Het had even geduurd voor ook Charlotte in slaap was gevallen. Hoewel ze er vertrouwen in had dat hij aansterkte, kwam de angst opnieuw terug zodra hij in slaap viel. Toch had de vermoeidheid het van haar gewonnen en was ze in een diepe slaap terecht gekomen. 
Het was een vredige droom. Een droom die haar frustreerde. Dean was volledig aangesterkt, maar had akelige littekens op zijn lichaam staan. Christian kwam ook in haar droom voor. In tegenstelling tot de realiteit, waren de twee vrienden. Niet eens gespeeld, nee, de twee leken het oprecht goed met elkaar te kunnen vinden. Het tweetal stond in het kantoor van Christian, waar Charlotte hun discussie over hun vervolgstappen onderbrak. 
‘Sorry, maar ik kon hem niet langer tegenhouden,’ verontschuldigde Charlotte haarzelf. 
Met een groot enthousiasme kwam een klein jongetje achter haar vandaan en rende hij op zijn twee grote voorbeelden af. Hij vloog Dean om de armen, die hem met een grote grijns optilde. Christian kwam naast hen staan, woelde met zijn hand door de donkere haren van zijn neefje. Hun zoon. 
‘Wat zijn jullie aan het doen? Gaan jullie vechten?’ Met grote, opgewonden ogen keek het jongetje naar zijn vader. Hij was niet bang. De gevaren van de wereld leken hem niets te doen. Hij leek er zelfs door geïntrigeerd. Hij zag de gevaren niet zoals zij die zagen. Juist dat kon een gevaar zijn. En toch… Dat beeld van Dean met een kleine jongen op zijn arm… Het zorgde ervoor dat Charlotte opnieuw verliefd werd. 
Het was zijn stem die haar wekte. Zijn hand die haar zachtjes wakker schudde. Wat beduusd opende ze haar ogen. Het duurde even voor ze zich besefte waar ze was, wat er gebeurd was en hoe bijzonder het was dat ze zijn stem weer hoorde. Bezorgd keek ze naar de jongeman, die een stuk meer uitgerust was dan de vorige keer dat hij wakker was geweest. 
‘Hé,’ zei ze, haar stem schor van de slaap. ‘Ben je al lang wakker? Hoe voel je je?’ Een glimlach verscheen op haar gezicht. Hij sterkte aan. Die paar uur slaap hadden hem goed gedaan. Het ging eindelijk weer de goede kant op. 
‘Geen zorgen,’ sprak hij, zijn stem nog heser dan de hare. ‘Er is iemand.’ 
Een frons verscheen op haar gezicht. Nu hoorde zij het geklop ook, deze keer gevolgd door een bekende stem die vroeg of alles in orde was. Charlotte wreef in haar ogen en duwde haarzelf met tegenzin omhoog. ‘Dat is Eliza. Zij heeft de apparatuur aangesloten. Ik ben zo terug,’ zei Charlotte. Heel even twijfelde ze, waarna Charlotte over Deans hoofd aaide. ‘Ik ben blij je stem weer te horen,’ zei ze. Hij beantwoordde haar opmerking met een glimlach. 
Charlotte liep naar de voordeur, die ze opende. Eliza stond er, met een gevulde tas. Naast haar stond een van de soldaten van de Fireflies, waarschijnlijk om de vrouw te beschermen. Ze was belangrijk voor de basis, als een van de weinige artsen die ze hadden. Charlotte vroeg zich af of de vrouw zichzelf kon beschermen in geval van nood, maar betwijfelde het nu ze versterking mee had gebracht. 
‘Ah, gelukkig. Ik maakte me al zorgen. Ik kom zijn wonden controleren. Al enige verbeteringen?’ vroeg de vrouw terwijl ze naar binnen liep en haar jas uitdeed. 
‘Hij is wakker,’ zei Charlotte zacht, haast alsof ze het zelf niet kon geloven. 
Eliza keek wat geschokt en ongeloofwaardig haar kant op. ‘Dat is goed nieuws, heel goed nieuws zelfs. Ik zal me direct aan hem voorstellen.’ De vrouw liep naar de woonkamer en verspilde geen tijd. Ze hurkte naast de bank neer. ‘Goedemorgen, ik ben Eliza. Ik heb veel over je gehoord. Hoe voel je je?’


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Hoewel hij haar niet wakker had willen maken, was het nodig geweest. Charlotte leek ook te weten wie er voor de deur stond en maakte zich er geen zorgen over, dus liet Dean zich weer iets gemakkelijker op zijn bank zakken. Hij mocht dan iets aangesterkt zijn, weer kunnen spreken en zijn hand kunnen heffen zonder er minuten over te doen, hij was nog steeds zwak, veel te zwak. Als bleek dat het toch geen bekende van Charlotte was geweest, had hij onmogelijk kunnen ingrijpen. Gelukkig was dat ook niet nodig en Dean bestudeerde de andere vrouw die binnen kwam lopen. Hij had haar wel eens gezien, maar ze hadden niet eerder woorden gewisseld. Ook de andere man van de Fireflies herkende Dean wel, dat was zelfs een van de mensen met wie hij op missie was geweest al die tijd geleden. Een van de mensen die hij had gered van een Bloater. Het had de vent vast goed gedaan toen hij hoorde dat Dean op het punt lag te sterven, overmeesterd door een groep wolven. Het was voor Dean alles behalve makkelijk om die rivaliteit naast zich neer te leggen.
In plaats daarvan focuste hij zich op de vrouw, die nu op ooghoogte met hem zat. Normaal zou hij waarschijnlijk haar hand geschud hebben, maar dat kostte hem nu te veel moeite. Even slikte hij, in de hoop iets van dat rauwe uit zijn stem weg te krijgen, zodat het praten makkelijker werd. Tevergeefs. 'Mijn naam is Dean, maar dat wist je waarschijnlijk al,' zei hij in een trieste poging om een grap te maken. De vrouw glimlachte er hartelijk om. God, gisteren had hij nog op sterven gelegen. Nu maakte hij weer grappen. Maar, Dean zou Dean niet zijn als hij niet vrij exact kon vertellen wat er goed was en wat niet. Hij had natuurlijk zelf ook wel wat ervaring met het behandelen van gewonden en wonden, al was hij misschien geen arts zoals Eliza.
'Naar omstandigheden... Goed, denk ik?' Eliza knikte, Dean ging door. 'Gisteren, toen ik net wakker werd, kon ik nauwelijks bewegen en niet spreken. Daar zit al vooruitgang in. Licht in het hoofd, keelpijn, traag reactievermogen en gewoon, pijn,' somde hij langzaam op. Allemaal dingen die Eliza niet zo zou kunnen meten, maar wel degelijk belangrijk waren. De vrouw knikte ernstig, waarna ze in een van haar tassen begon te zoeken naar een aantal spullen. Ondertussen beval ze de man die met haar mee was gelopen om de ruimte te verlaten en Charlotte werd alsnog verteld om een glas water te regelen. Waar Dean haar gisteren liever bij zich had gehad, leek  hij daar nu geen zeggenschap in te hebben.
Ondertussen bracht Eliza hem ook up to date met betrekking tot zijn fysieke staat. 'De meeste van je fysieke wonden herstellen goed,' vertelde ze hem. 'Charlotte heeft ze zo goed mogelijk gehecht en op de schotwond na is er niets gaan infecteren. De wonden op je hand zullen vanzelf herstellen, maar je bent vrij lelijk toegetakeld dus dan kan het wat tijd kosten.'
Dean knikte langzaam. Geïnfecteerd. Dat verklaarde waarom die wond specifiek zo veel pijn deed. Hij was maar wat blij dat Charlotte had gedaan wat ze had moeten doen, want als ze de wonden niet goed behandeld had was hij sowieso gestorven.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Ergens baalde ze ervan dat Eliza de oorzaak was dat hij haar wakker maakte. Ze had een moment voor hen tweeën gewild. Ze had willen horen wat hij haar eerder die nacht niet had kunnen vertellen. Ze had een intiem samenzijn willen hebben, niet alle theoretische dingen die nu uitgesproken werden. Het was goed dat het gebeurde, goed dat Eliza op eigen initiatief langskwam. Toch kon Charlotte niet wachten tot de vrouw weer weg was, hoe aardig en meelevend ze ook was. Charlotte had een flesje water vast en bracht die naar hen toe, waarna ze tegen de leuning van de sofa leunde en het tweetal observeerde. Eliza sprak niet slecht over de wonden die zij verzorgd had, enthousiast was ze ook niet. Een akelig gevoel bekroop haar. Was zijn herstel spoediger verlopen als ze direct Eliza erbij betrokken had? Als ze direct naar de basis gegaan was en Dean direct voorzien werd van medicatie, had zijn afwezigheid minder lang geduurd. Had ze de juiste keuze gemaakt? Op dit moment betwijfelde ze het. Er zouden ongetwijfeld littekens achterblijven, voornamelijk bij de eerste wonden die ze gehecht had. Ze betwijfelde of Dean het erg zou vinden. Waarschijnlijk zou hij zich niet druk maken om de oneffenheden zoals zij dat bij haar lichaam deed. Waarom zat het haar dan zo dwars? 
Eliza overhandigde Dean enkele pilletjes en bood hem water aan om de boel weg te slikken. Dagelijks zou Dean een middeltje moeten gebruiken dat de infectie tegenging en de pijn zou verdoven. Ze benadrukte dat hij haar op de hoogte moest stellen van enige bijwerkingen. Het klonk zo gek: infectie. Charlotte verwees altijd naar de schimmel met infectie. Elk getroffen wezen noemde ze geïnfecteerd. Het woord stond onlosmakelijk verbonden aan het gruwelijke virus dat nachtmerries deed uitkomen. Godzijdank was het niet dat virus waar Dean mee geïnfecteerd was. 
‘Goed. We laten deze apparatuur nog een tijdje staan. Dit om ervoor te zorgen dat je lichaam goed aansterkt en voldoende voeding heeft om te genezen. Je lichaam heeft een behoorlijke klap te voorduren gehad, het is mogelijk dat je hier nog last van krijgt. Blijf rust houden, blijf het liefst nog een week lang zoveel mogelijk in bed liggen. Ik zal nog een paar keer langskomen om enkele testjes uit te voeren.’ Eliza richtte zich op Charlotte. ‘Mocht er iets opvallends zijn: een uitslag, hoge koorts, steken, noem maar op, dan dien je mij zo snel mogelijk op de hoogte te brengen. Ik weet dat het tegen je intuïtie ingaat om hem alleen te laten, maar het is belangrijk dat er op die momenten snel ingegrepen wordt, oké?’ 
Dat was een belofte waarvan Charlotte niet zeker wist of ze het na kon komen. Ze had gelijk. Als Dean ergens last van zou krijgen, dan zou Charlotte juist bij hem willen blijven, haarzelf ervan verzekeren dat hij nog in leven was. Maar het was waar dat dit risico’s met zich meebracht en Eliza deze kon doen verminderen. De twijfel moest van haar gezicht af te lezen zijn. Ze richtte haar blik op Dean en knikte. ‘Zal ik doen.’
Eliza glimlachte hartelijk. ‘Mooi. En jij,’ zei ze, haar aandacht nog steeds op Charlotte richtend, ‘moet ook je rust nemen. Zorg voor je vriend, maar pas ook een beetje op jezelf.’ Dat bracht Charlotte van haar stuk. Niet alleen omdat ze de woorden niet zag aankomen, maar ook omdat ze wist dat er een lading achterlag. Dean zou het waarschijnlijk niet doorhebben, die zou waarschijnlijk denken dat het puur uit noodzaak was, wetende dat Charlotte ook weinig rust genomen had de afgelopen dagen. Dat was het ook, maar er was een extra reden waarom ze het benoemde. Zij was de enige die ervan op de hoogte was. Zij was de enige die wist van het groeiende wezen in haar lichaam. Dat was waarom ze haarzelf rust moest geven. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



De pillen die hij moest slikken waren vervelend. Ze hielpen dan wel met beter worden, maar ze waren vervelend. Dean had het al niet op de pijnstillers gehad die hij had geslikt toen hij zijn enkel zwaar verstuikt had, maar dit was natuurlijk wel een hogere gradatie pijnstilling en infectieremmende troep. Toch slikte hij de pillen braaf door, al was het maar zodat hij ook van het water kon drinken, dat zijn keel toch wel weer een beetje smeerde. Daardoor deed slikken minder pijn en zou het praten ook weer wat makkelijker worden.
Eliza had nog wat andere dingen uit de basis meegenomen. Eten, water en nieuw verband. Die dingen werden uit de grote tas gehaald en netjes opgeruimd, maar daarna was het alweer tijd voor de arts om te vertrekken. Ze gaf nog een paar woorden van advies en Dean kon een flauwe glimlach niet onderdrukken toen de vrouw een duidelijk advies aan Charlotte gaf: Ook zij moest rusten, een beetje voor zichzelf zorgen. Dat was wat hij haar gisteren duidelijk had willen maken, maar het was hem toen niet helemaal gelukt. Nu hij weer kon spreken, zou hij daar zelf ook wel een beetje een oogje op houden. Typisch, hij was degene die op het ziekenbed lag, maar hij zou haar wel even gaan vertellen dat ze goed voor zichzelf moest zorgen. Het zorgzame zat er nu zo ingebakken dat het niet meer uitmaakte. Zelfs als hij een arm kwijtraakte zou hij de veiligheid van Charlotte nog boven zijn eigen welzijn zetten. Gevaarlijk misschien, aangezien het een gevaarlijke wereld was waarin ze leefden, maar waar. Een jaar geleden zou Dean zich dat niet kunnen voorstellen, maar er kon veel veranderen in een jaar. Heel veel, zelfs.
Uiteindelijk was het dan écht tijd voor de vrouw om te vertrekken. Dean bedankte haar hartelijk voor de zorgen, een bedankje dat afgewimpeld werd. Enkele minuten later was Eliza vertrokken, samen met de man van de Fireflies. Met een zucht sloot Dean zijn ogen eventjes, maar niet voor al te lang. Hij was niet moe, al was zijn lichaam nog steeds wel vermoeid. Waarschijnlijk ook door de liggende houding die hij nu nog steeds had, noodgedwongen. De medicijnen hielpen wel, hij voelde nu al minder van de geïnfecteerde wond op zijn buik. Een goed teken, wat dat betekende dat hij niet meer plat hoefde te liggen. Hij deed een halfslachtige poging om overeind te gaan zitten, zoals hij dat eerder geprobeerd had, maar Charlotte stopte hem al gauw.
'Wat doe je?' vroeg ze, gealarmeerd door zijn bewegingen. Misschien was ze wel bang dat hij van plan was om op te staan, of zo.
Dean glimlachte schuin. Geen brede glimlach, dat kostte te veel energie, maar toch. 'Ik wilde overeind zitten,' zei hij, alsof dat voldoende uitleg was.
'Eliza zei dat je rust moest houden.'
'Heel eventjes?' Hij keek haar bijna smekend aan en uiteindelijk gaf Charlotte toe. Ze kwam naar hem toe en hielp hem iets, zodat hij inderdaad overeind kon zitten. Voorzichtig strekte hij zijn lichaam, dat daar toch wel tegen protesteerde. Toch voelde het prettig om zijn spieren te kunnen rekken, niet meer plat op de bank te hoeven leggen. En nu Charlotte toch dichtbij was... Hij legde zijn goede hand om haar middel en trok haar daarmee voorzichtig naast zich op de bank. Niet met erg overtuigende kracht, maar Charlotte bleek gewillig. Hij wilde haar lichaam tegen het zijne voelen. Niet op een seksuele manier, maar gewoon... Hij wilde haar tegen zich aan voelen, een arm om haar heen kunnen leggen en samen met haar zitten.
'Ik houd van je,' zei hij ineens, daarmee de stilte doorbrekend. Hij wierp een blik op haar, keek haar iets langer aan dan misschien nodig was. 'En... Je hebt het geweldig gedaan, Charlotte.' Zonder haar was hij er waarschijnlijk niet meer geweest. Zou ze zich dat realiseren? Of was ze boos op zichzelf dat ze hem niet direct professionele hulp had kunnen verlenen? Dat was belachelijk: De basis was veel verder weg en met de staat waarin hij zich had bevonden, had dat wel eens te ver kunnen zijn. Misschien had hij dan wel helemaal niet die keuze gekregen van Tara. Het idee alleen al liet een rilling over zijn lichaam lopen.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Alarmbellen waren gaan rinkelen vanaf het moment dat hij zichzelf omhoog had willen duwen. Het ging tegen haar gevoel in, tegen alle zorgen, maar ze wist hoe belangrijk het voor hem was om voor korte tijd overeind te zitten. Rust was goed, alleen urenlang, nee dagenlang zelfs, in dezelfde houding liggen was mogelijk net zo vermoeiend. Dat hij haar daarna naar zich had toegetrokken voor zover dat mogelijk was, bezorgde haar een warm gevoel vanbinnen. Het was egoïstisch. Hij zou zijn kracht moeten sparen, zij was degene die hem moest helpen. En toch gaf het haar een prettig gevoel, het idee dat hij haar zo graag bij zich wilde hebben dat hij daar zijn energie aan wilde verspillen. 
Als vanzelf verscheen er een glimlach op haar gezicht. Eentje die veranderde naar een verlegen uitdrukking bij zijn volgende woorden. Het was niet waar. Ze had haar best gedaan, ze had in zekere zin ervoor gezorgd dat hij niet zou overlijden. Maar, geweldig? Verre van. Het maakte niet uit. Het ging erom dat Dean in orde was en ze waardeerde het dat hij er zo over dacht. Ze betwijfelde in hoeverre hij achter die woorden stond, in hoeverre hij daadwerkelijk geloofde dat ze het geweldig gedaan had. Hij zou littekens overhouden aan de gebeurtenis. In het moment had Charlotte sommige keuzes zelfs te laat gemaakt en hem daarmee enkel meer in gevaar gebracht. Dat wist Dean ook. 
Charlotte zuchtte zachtjes en kroop weloverwogen tegen hem aan, zijn reactie goed in de gaten houdend en zeker wetend dat ze hem geen pijn deed. Ze pakte de deken vast en verplaatste deze zo zodat ze er beiden onder zouden liggen. Hoewel ze een noodaggregaat hadden om de apparatuur van stroom te voorzien, was de kachel nog steeds defect en was het in huis nog altijd niet meer dan tien graden. Ze pakte voorzichtig zijn hand vast, degene die vrijwel onbeschadigd was. Dit was het moment dat ze had gewild, het moment waarbij er geen mensen om hen heen waren en waarbij ze hun gedachten uit konden spreken. Haar andere hand gleed over zijn torso, maar bleef hangen op de plek van zijn hart. Zacht klopte het tegen haar handpalm. Een rustig maar regelmatig tempo. Het werkte haast therapeutisch. ‘Ik was zo bang je te verliezen,’ zei ze uiteindelijk. ‘Vanaf het moment dat de eerste wolf zijn tanden in je zette…’ Charlotte sloot haar ogen, zag het brute beeld opnieuw voor zich. ‘Ik dacht echt dat het einde verhaal zou zijn. Helemaal toen die kogel je buik raakte.’ Charlotte grinnikte alsof het een grap was, maar het was allesbehalve grappig. Het was een moment geweest waarin hun hele toekomst in deugen viel. Paniek die zich meester maakte van haar lichaam. De man van wie ze zoveel hield, was akelig dichtbij de dood geweest. ‘De tijd die volgde was misschien wel net zo erg. Je bent bijna een week buiten bewustzijn geweest, Dean. Ik maakte me zoveel zorgen.’ Behoedzaam plaatste Charlotte haar hoofd op zijn schouder. Ze draaide haar hoofd iets, waardoor ze met haar gezicht richting zijn nek lag. Het was fijn zo dichtbij hem te zijn, zijn geur weer te kunnen ruiken. Hij was koud en dat baarde haar zorgen. Normaal gesproken was hij degene die warmte uitstraalde; hij was in de nacht haar kacheltje. Nu was het haar beurt om hem wat van warmte te voorzien. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Het was fijn om haar weer tegen zich aan te voelen. Zelfs al deed ze voorzichtig, hij voelde dat ze hem alsnog pijn deed. Toch vertrok hij geen spier, in de angst dat ze zich terug zou trekken. Liever had hij een beetje pijn dan dat zij weer weg zou gaan. Het was prettig om haar weer tegen zich aan te voelen, haar lichaam tegen het zijne. Al helemaal toen ze half op hem kwam liggen. Tenminste, haar hoofd tegen zijn schouder legde. Het gaf zelfs een bepaald soort rust, al kon dat natuurlijk ook zijn verbeelding zijn. Hij liet zijn hoofd in ieder geval op het hare steunen, had zijn ogen gesloten en luisterde naar haar. Rook haar. Ze rook, vanzelfsprekend, naar zichzelf. Een geur die hij al een tijd niet had mogen ruiken en waar hij nu dus echt van kon genieten.
Een week. Hij schrok er een beetje van dat hij zo lang weg was geweest. Een week was lang, belachelijk lang zelfs. In deze wereld waren mensen die zo lang van de wereld waren, vaak ten dode opgeschreven. Als je een week lang buiten bewustzijn was, werd de kans steeds kleiner en kleiner dat je ooit nog wakker zou worden. In dat opzicht had hij dus heel veel geluk gehad en hoewel het duidelijk was dat Charlotte niet zo overtuigd was van haar eigen prestatie als hij, zou ze het zich toch moeten gaan realiseren. Maar niet nu. Hij zou haar niet nu pushen daarop. Daar was hij te moe voor, daar was zij te moe voor. Het zou ook totaal geen meerwaarde hebben om met haar in discussie te gaan over hoe goed ze het wel of niet gedaan had.
Zacht kneep hij in haar hand, alsof hij haar op die manier kon bemoedigen. 'Maar ik ben terug,' murmelde hij zacht. De details zou hij niet aan zijn vriendin vertellen. Nog niet, daar was hij nog niet klaar voor. Zijn ontmoeting met Tara. De dingen die hij meegekregen had. Die hij zich misschien verbeeld had. De keuze die hij had gemaakt. Nu hij hier samen met haar zat, twijfelde hij geen moment dat hij de goede keuze had gemaakt. Maar toen hij met Tara op het strand had gezeten, had hij niet geweten of hij wel terug wilde gaan. De gedachte gaf hem nu de rillingen. Hij moest er niet aan denken dat hij zijn vriendin had achtergelaten bij zijn wegkwijnende lichaam en trok haar haast instinctief nog wat dichter tegen zich aan, wat resulteerde in een scheut van pijn die hij negeerde. 'Ik ben terug, Charlotte. En ik ga niet meer weg. Vanaf nu wordt het alleen maar beter.' Zijn wonden zouden helen. De pijn zou voorbij gaan. Hij zou een aantal littekens rijker zijn, maar dat was onontkoombaar in deze wereld. Het belangrijkste zou zijn dat ze nog samen waren.
Ook hij had even teruggedacht aan de dag dat hij zo gewond was geraakt. Terwijl ze had verteld had ook hij de momenten weer herbeleefd. Zijn gedachten bleven echter ergens anders hangen.
Zijn wapens. Was het raar om daarnaar te vragen? Waarschijnlijk wel, maar op een of andere manier kon hij het niet loslaten. Zijn wapens waren belangrijk voor hem, waren al vijftien jaar -langer zelfs- zijn trouwe metgezellen. De pistolen en de messen, waarvan hij er nu nog maar eentje had.
'Die dag...' begon hij dan ook langzaam, maar uiteindelijk maakte hij zijn zin niet af en schudde hij zijn hoofd. 'Laat maar. Dat is wel van het minste belang, nu.'

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Er was met geen enkele zekerheid te zeggen dat hij die woorden waar kon maken. Er waren zoveel risico’s. Gevaar schuilde in elk hoekje, dat was een paar dagen wel gebleken. Bijna was Dean om het leven gekomen door een stel wolven, terwijl men dacht dat de geïnfecteerden de grootste dreiging waren. Daarbij was hij verre van genezen. Zijn wonden kon gaan ontsteken. De medicijnen konden voor bijwerkingen zorgen. Mocht de apparatuur op magische wijze stoppen, kon dit ook voor de nodige gevolgen zorgen. Hij was verre van veilig en toch haalde ze rust uit zijn woorden. Ze vertrouwde erop, wilde erin geloven. Hij was terug en hij zou niet nogmaals weggaan. Niet omdat hij niet meer van haar hield, niet omdat hij zwaargewond was en het licht hem tegemoet was gekomen. Hij zou bij haar blijven, wat er ook gebeurde. 
Ook als ze vertelde dat ze zwanger was? 
Het nieuws zat haar nog steeds dwars. Helemaal nu Dean zo zwaar was toegetakeld. Hoe begon je zoiets aan iemand die er niet op te wachten zat en net had gevochten voor zijn leven? Juist ja: niet. 
Godzijdank brak Dean de stilte en kon Charlotte het nieuws nog even uitstellen. Echter was zijn uitspraak zorgwekkend. Ze wist zeker dat er veel dingen waren die hem dwarszaten. De pijn, natuurlijk. Maar er was meer. Dingen die hij niet met haar durfde of wilde delen. Wat had hij gezien in de tijd dat hij bewusteloos was? Wat zat hem dwars? Soms zou ze zo graag in zijn hoofd willen kijken, enkel om hem een stukje beter te begrijpen. 
‘Dean, niet doen,’ fluisterde Charlotte. Ze sloot haar ogen, genoot van de houding die ze hadden aangenomen: Deans hoofd dat op het hare leunde en hoe hij haar ondanks al zijn wonden toch dichter tegen zich aan getrokken had. ‘Het is niet onbelangrijk, anders was je er niet over begonnen.’ Ze wilde toevoegen dat hij alles bij haar kwijt kon, maar wist niet goed met welke woorden ze hem dat duidelijk moest maken. Daarbij betwijfelde of hij er iets mee zou doen. 
Dean zuchtte zacht, alsof hij nog steeds niet zeker was of hij de woorden wel of niet moest uitspreken. ‘Mijn wapens,’ begon hij bedachtzaam, ‘ik ben ze…’
Met een ruk trok Charlotte haar hoofd van zijn schouder. Haar abrupte houding moest hem pijn gedaan hebben, want zijn gezicht spande zich iets aan. ‘Sorry,’ zei ze, terwijl ze zijn hand vastpakte en hem bezorgd aankeek. ‘Het was niet mijn bedoeling om je…’ Charlotte schudde haar hoofd en wendde haar blik af. ‘Ik heb helemaal niet nagedacht over je wapens.’ Ze was zo druk bezig geweest met Dean die dag, dat de wapens geen moment in haar gedachten gespeeld hadden. Wel wist ze hoe belangrijk die voor hem waren. Zacht kneep ze in zijn hand. ‘Morgen ga ik kijken of ze er nog liggen. En nee, dat is geen voorstel,’ zei ze streng. ‘Dat is wel het minste dat ik voor je kan doen.’  


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Die laatste scheut van pijn had hij niet kunnen onderdrukken en Charlotte had het direct opgemerkt. Niet zo heel goed doordacht, maar hij kon het hebben. Hij wilde niet dat ze afgeschrikt zou worden. Hij schudde dan ook zijn hoofd en kneep in haar hand, alsof hij haar op die manier gerust kon stellen. Hij kon de pijn wel aan. Hij was wel wat gewend. Zijn lippen krulden in een flauwe glimlach. 'Maak je geen zorgen Char, het is erger geweest,' zei hij tegen haar. 'Plus, je had die dag denk ik wel andere dingen om je druk om te maken.' Een stervende Dean, bijvoorbeeld. Het was fijn dat ze zijn zorgen niet wegwuifde alsof ze niets waren, maar Dean was er heus wel van op de hoogte dat het een bijzaak was geweest. Toch, als hij zijn wapens weer terug had, kon hij iets doen de komende dagen. Hij zou nog wel even aan dit bed gekluisterd zijn, dus iedere afleiding zou een welkome zijn. De wapens, die al een week buiten gelegen hadden, zouden wel wat zorg en liefde kunnen gebruiken.
Als hij nog lang in dit bed zou moeten blijven liggen, zou hij gek worden. Dean kon heus wel rustig aan doen, maar niets mogen doen zou een hel voor hem zijn. Toch, hij had op dit moment maar een hand die hij kon gebruiken. Met wat moeite legde hij zijn andere, gehavende hand op zijn schoot en hij keek er nog eens naar. Door de korstjes die op de wonden zaten voelde het net alsof zijn hand verstijfd was. De schaafwonden en de beetafdrukken maakten het geheel niet veel beter. In tegendeel: Het voelde net alsof zijn hand onbruikbaar was en zo was het eigenlijk ook wel. Gelukkig was hij met beide handen even vaardig als het ging om de meeste dingen, dat was in ieder geval iets.
Een zucht ontsnapte hem. Hoe lang zou hij nog moeten herstellen? Schotwonden waren heftig: Hij had nog geluk gehad dat hij geen organen geraakt had, of een inwendige bloeding had gehad. De wond was diep geweest, aangezien de kogel van erg dichtbij afgeschoten was. Een maand, misschien? Waarschijnlijk zelfs langer. Dat was geen prettig vooruitzicht. Toch glimlachte Dean dapper, waarna hij zich iets naar haar toe boog -wat zeer deed, maar dat maakte niet uit- en hij drukte zijn lippen even tegen haar voorhoofd. 'Je hebt al zo veel voor me gedaan, Charlotte. Maar ik zou het heel fijn van je als je zou willen gaan kijken,' zei hij. In dit geval zou hij niet tegen haar in gaan, want hij wilde heel graag dat ze zijn wapens op zou halen. Als ze er nog waren. Als ze nog heel waren. Het was geen wereldramp als ze onherstelbaar beschadigd waren, maar eigenlijk wel een beetje.
Met een zucht sloot hij zijn ogen. De vermoeidheid, die even weggeweest was, kwam nu weer terug en hij kreeg de neiging om weer te gaan slapen. Voordeel van de apparatuur was wel dat hij geen maaltijden weg hoefde te werken. Charlotte wel, die moest in ieder geval nog eten voordat hij ging rusten. Wat Eliza had gezegd was waar: Char moest ook voor zichzelf zorgen.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Het zat haar niet lekker hem alleen te laten. Het was voor het eerst sinds het incident dat ze hem alleen liet in het huis. Continu was ze bij hem geweest om er zeker van te zijn dat hij in orde was. Het ging beter, op zich. Hij sliep veel, maar de slaap leek hem goed te doen. Hij werd steeds spraakzamer. Wel baarde het haar zorgen dat hij zijn pijn verborgen wilde houden. Soms merkte ze dat ze hem pijn deed, maar dan hij verborg hij het of betoogde hij dat hij pijn wel gewend was. Dat was ook zo, maar dat keurde het nog niet goed. 
De sneeuw was in de week dat Dean buiten zinnen was geweest behoorlijk weggetrokken. Enkele hopen sneeuw lagen nog aan de weg, maar de donkere ondergrond was weer duidelijk zichtbaar. De koud was ook redelijk weggevaagd. Charlotte kon zelfs met haar jas open door het bos lopen. 
Het bos. Het voelde onprettig. Steeds weer werd ze teruggebracht naar de nachtmerrie waarin ze Dean bijna verloren was. Bij elk takje dat ze hoorde kraken (zelfs degene die ze zelf liet kraken), liet de alarmbellen afgaan. De wolven zouden waarschijnlijk allang weg zijn, toch kon ze die angst niet volledig laten varen. Op dit moment vreesde ze meer voor de hondachtige beesten dan voor eventuele geïnfecteerden. 
Het was niet moeilijk de plek te herkennen. De dode wolven lagen er nog steeds. Vliegen zoomden om de stinkende resten van de wolven. Een rilling trok over haar rug. De beesten waren akelig groot. Het idee dat Dean aangevallen was door een tiental van hen maakte het tot een wonder dat hij nu nog leefde. Deans mes was niet moeilijk terug te vinden. Het stak nog altijd uit het lijf van een van de dieren. Charlotte hurkte naast het lijk neer en keek met een vies gezicht naar de wond. Er kwam een gigantische stank vanaf en de wond leek haast zwart gekleurd. Ondanks dat pakte Charlotte het wapen vast en trok ze het uit het dode lichaam. Dat was één. Het tweede wapen was makkelijker te vinden en lag op een minder vieze plek. Naast het opgedroogde bloed lag het zwarte pistool. Deans bloed. Het was een gruwelijk gevecht geweest, iets waar ze op locatie opnieuw mee geconfronteerd werd. Ze tilde het wapen op en zette direct de veiligheidspal erop, voor het wapen nog meer onbedoelde schade zou verrichten. Beide wapens zagen eruit zoals je zou verwachten nadat ze een week in de buitenlucht gelegen hadden. Toch leken ze nog steeds bruikbaar. Het bezorgde haar een gevoel van opluchting en voldoening. Ze had het niet verpest door niet direct die wapens mee te nemen, want ze lagen er nog. Daarnaast was ze blij dat ze iets voor hem kon doen, iets wat hem oprecht blij zou maken. Ze kon nog zo vaak zijn hand vast pakken, hem een fles water overhandigen of wat dan ook, maar dat was anders dan het terugbrengen van zijn wapens die hij al vanaf zijn jeugd bij zich droeg. Triomfantelijk stopte ze de wapens weg. Ze kon niet wachten zijn gezicht te zien.  


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Eerder had hij aan Charlotte gevraagd of ze zijn tekenspullen wilde brengen. Nu hij af en toe een beetje kon zitten, was het makkelijk om een beetje op een papiertje te tekenen. De hand waarmee hij normaal tekende was dan misschien gehavend en vrijwel onbruikbaar, met zijn andere hand kon hij net zo goed tekenen. Om de tijd te doden schetste hij, tekende hij, ontwierp hij tatoeages. Hij had ook al gezien dat een aantal van de tekeningen op zijn huid hersteld zouden moeten worden, of aangepast door de littekens, en was al bezig met ideeën daarvoor. Hij was optimistisch.
Vandaag niet. Met een glimlach had hij Charlotte ervan verzekerd dat hij een uurtje of twee alleen wel zou overleven. Dat zou hij ook wel, maar hij maakte zich wel zorgen. Nadat ze vertrokken was, was hij zich al snel slechter gaan voelen. Hij had het ijskoud, maar zweette behoorlijk. Hoofdpijn kwam al snel opzetten en het liefste wilde Dean slapen, maar hij was niet achterlijk. Hij wist dat er iets niet goed was. Dus hij had de wond op zijn buik nog eens goed bestudeerd en zich gerealiseerd dat de infectie nog nauwelijks afgenomen was. Dat was op zich geen probleem, maar het had een ander probleem met zich meegebracht: Bloedvergiftiging. Tenminste, dat was hij vermoedde en hoe verder de uren verstreken, hoe zekerder hij ervan was dat het inderdaad een bloedvergiftiging was.
Het was gek hoe rustig hij zelf onder zijn diagnose bleef. Even had Dean overwogen om zelf iets te ondernemen, maar hij wist dat hij dat toch niet zou kunnen. Dus was hij blijven liggen, probeerde hij de pijn en kou zo veel mogelijk buiten te sluiten. Enkele malen rilde hij oncontroleerbaar, maar de tijd verstreek. Stukje bij beetje verstreek de tijd en uiteindelijk hoorde hij de deur opengaan. Zwaar ademend duwde hij zichzelf een beetje overeind, zodat hij Charlotte beter kon zien. Een glimlach gleed over zijn gezicht, ondanks de pijn die hij voelde. 'Hey,' zei hij, zijn stem schor.
'Hey,' antwoordde Charlotte met een tevreden blik op haar gezicht. Toen ze Dean echter zag, veranderde die uitdrukking. 'Dean? Gaat het wel?'
Even aarzelde Dean, maar uiteindelijk besloot hij eerlijk te zijn. Eliza had hen op het hart gedrukt om alles door te komen geven. 'Ik denk dat je je schoenen aan moet houden,' zei hij zacht.
Dat leek alles behalve geruststellend. 'Dean?'
'Ik vertel het je zo, Char. Is het gelukt? Heb je ze gevonden?' Ondanks zijn toestand, de pijn die hij had en de ernst van de situatie, wilde hij in ieder geval weten of ze ze had.
Charlotte leek te twijfelen, maar haalde de wapens uiteindelijk tevoorschijn. 'Ik heb ze.'
Opluchting stroomde door Dean zijn lichaam toen hij de wapens aanpakte. Het gewicht van het pistool in zijn hand deed hem goed, zelfs al kon hij er nu toch niets mee. Beide wapens waren smerig, maar niet onbruikbaar. Met wat liefde zouden ze weer zo goed als nieuw worden. Toch was dat nu niet de hoofdzaak. Hij keek weer naar Charlotte, glimlachte naar haar. 'Je bent geweldig, Char.'
Ze beantwoordde de glimlach, al waren de zorgen in haar blik onmiskenbaar. 'Vertel me wat er is.'
'Bloedvergiftiging, denk ik. Je moet naar de basis. Eliza zal direct weten wat ze ertegen moet meegeven. Het is op dit moment nóg niet in een vergevorderd stadium... Het komt wel goed.'

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Bloedvergiftiging. Niet in een vergevorderd stadium, nog niet. Dean leek er vrij nuchter onder. Of was dat schijn? Hij beweerde dat het goed zou komen, maar hoe was hij daar zo zeker van? Het feit dat hij haar het nieuws vertelde, was een teken dat het gevaarlijk was. Dean liet zijn zwaktes niet graag zien, wetende dat ze er bezorgd om zou worden. Daar was ze zich bewust van. De keren dat hij iets liet merken, zorgden er dan ook voor dat de zorgen direct naar de voorgrond traden. 
Ze moest kalm blijven. Al was het alleen om Dean daarmee te laten zien dat hij er goed aan deed haar dit te vertellen. Daarbij schoot ze er niets mee op als ze in paniek zou raken. Het was belangrijk dat Dean geholpen zou worden, het liefst zo snel mogelijk. Charlotte legde een hand op zijn wang. Een bezorgde frons kon ze niet onderdrukken. ‘Oké,’ zei ze, waarna ze kort knikte. ‘Red jij jezelf als ik weg ben? Is er iets wat ik voor je kan doen?’ 
Zweet droop over zijn voorhoofd, wat in strijd stond met zijn ijskoude huid. Hij was bleek en er lagen kringen onder zijn ogen. Verdomme, net wanneer ze dacht dat het beter ging. 
Dean schudde zijn hoofd. ‘Ik red me wel.’ Het klonk niet overtuigend. Wat als er iets gebeurde in de tijd dat ze weg was? Eliza had hen op het hart gedrukt om haar op de hoogte te brengen, hoe tegenstrijdig het ook voelde. Nu werd ze onder druk gezet om die belofte na te komen. Ze werd voor het blok gegooid, wetende wat ze moest, ondanks dat het tegenstrijdig voelde. Charlotte liet Dean los en liep naar de keuken. Ze hadden een voorraadje aan voedsel en drinken gekregen, waardoor de kastjes nu redelijk gevuld waren. Ze pakte er twee flesjes water uit, samen met een doek die ze iets nat maakte. Met de spullen liep ze terug naar Dean. Hij was ineens zo kwetsbaar. Hij was altijd de held in haar avonturen geweest, de persoon die haar meer dan een tiental keer gered had. Nu was hij machteloos. Zwak en vermoeid. Een gevoel dat Dean niet gewend moest zijn. Het was raar hem zo te zien en ze hoopte dat hij zich snel beter zou voelen. 
Charlotte overhandigde hem de spullen. ‘Hier. Blijf uitrusten, oké? Ik kom zo snel mogelijk bij je terug,’ zei ze. Ze boog zich naar voren en gaf hem een vlugge kus op zijn wang. ‘Houd vol, oké?’ Kort werd ze teruggebracht naar de dag van de aanval. Hoe vaak had ze hem toen wel niet gevraagd om vol te houden? Het verschil was dat hij toen amper bij bewustzijn was, het was niet eens een bewustzijn te noemen. Ditmaal reageerde hij wel op haar woorden. Hij probeerde geruststellend te glimlachen, maar tevergeefs. Hij knikte, beloofde daarmee dat hij zou rusten en vol zou blijven. Een belofte waarvan Charlotte hoopte dat hij het zou nakomen. 
Voor ze ging, legde Charlotte haar vingers onder zijn kin en tilde deze behoedzaam iets omhoog, waarna ze zijn koude lippen nog eenmaal kuste. ‘Ik houd van je.’ Die woorden zou ze niet vaak genoeg kunnen zeggen dezer dagen. De angst dat hij weg zou gaan bij haar, was pijnlijk. Het idee dat hij weg zou gaan zonder te weten hoeveel ze van hem hield, was nog vele malen pijnlijker. Nu was Dean makkelijker te overtuigen dan zij. Hopelijk was dat ook het geval met dit. 
Ondanks het feit dat Dean zich verschrikkelijk moest voelen, glimlachte hij flauwtjes onder haar aanrakingen en woorden. ‘Ik ook van jou.’ 
Op haar beurt liet dat Charlotte glimlachen. ‘Mooi. Zie je zo. Neem je rust,’ herhaalde ze streng, al betwijfelde ze of Dean er tegenin zou gaan in deze toestand. Na nog een keer gecontroleerd te hebben of alles in orde was, ging Charlotte er vandoor. De vorige tocht van die dag had ze wandelend afgelegd, deze tocht zette zich voort in een hardlooptempo. Ze wilde Dean niet te lang alleen laten. Niet in deze toestand.

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Hij had zich grootgehouden voor Charlotte. Het had toch geen nut om haar angst aan te jagen met een paniekerige mededeling. In tegendeel: Ze zou zich waarschijnlijk alleen maar meer zorgen gaan maken en stress en angst ervaren. Bloedvergiftiging was gevaarlijk, heel erg dodelijk zelfs. Gelukkig was hij bekend met de symptomen en kon hij daardoor snel vaststellen dat er wel degelijk iets aan de hand was, voordat het erger zou worden. Des te langer je wachtte met behandelen, des te kleiner de kans was dat je het overleefde. Op een gegeven moment zou de vergiftiging zijn organen aan kunnen tasten en daardoor had hij kunnen sterven. Nu was dat gelukkig niet het geval, Eliza zou exact weten wat hij nodig had om beter te worden. Antibiotica en extra vitamines, die ze op de basis waarschijnlijk wel zouden hebben.
Toen Charlotte eenmaal weg was, liet hij zich iets onderuit zakken. Hij was moe, maar wist ook dat hij er alles voor zou moeten doen om niet weg te zakken. Het was niet dat hij er dood aan zou gaan, maar het was maar de vraag wanneer hij dan weer wakker zou worden. Dat, in combinatie met de belofte die hij net had gemaakt. Hij zou rusten, maar vol blijven houden.
Hoe lang zou de trip naar de basis duren? Het lag er natuurlijk aan hoe snel ze liep, maar Dean gokte op een kwartiertje heen en dan een kwartier terug. Ze zou Eliza moeten zoeken, de situatie moeten uitleggen en dan zouden de twee vrouwen de benodigde spullen moeten halen. Een uur. Ze had een uur.
Ze had de wapens in ieder geval bij hem achtergelaten. Hoe slecht Dean zich ook voelde, hij was blij dat hij zijn wapens weer bij zich had. Met zijn goede hand gleed hij over zijn pistool. Het staal voelde ijskoud tegen zijn hand aan en was zelfs wat verkoelend op zijn zwetende huid, al gaf het hem tegelijkertijd ook de rillingen.
Het mes was smerig. Waar hij het normaal zo onderhield dat het glansde, straalde het nu een dofheid uit en leek het zelfs een stuk minder scherp. Hij had zich voorgenomen om ze op te poetsen en op die manier bezig te blijven, maar op dit moment had hij er de kracht niet voor. Voorzichtig legde hij de beide wapens op het tafeltje naast de bank neer, waarna hij eventjes zijn ogen sloot. Heel eventjes.
De pijn hield hem toch wel wakker. Iedere ademhaling deed zeer. Deels om de wond, die er niet beter op geworden was, maar ook vanwege de zware hoofdpijn die hij nu had. Alles deed pijn. Hoe lang was ze al weg? Hoe lang zou hij nog moeten wachten tot Charlotte terug was? In zijn hoofd liep hij de route naar de basis, die hij nu al zo vaak gelopen had. Een van de laatste keren was die keer dat hij en Charlotte allebei aangeschoten waren geweest. Gestimuleerd door de alcohol waren ze uiteindelijk samen in bed beland, maar de hele weg had hij gewenst dat het huis dichterbij de basis was, zodat hij haar sneller naakt zou hebben. Hoe anders was de situatie nu. Nog steeds wilde hij haar zo snel mogelijk thuis hebben, maar ditmaal om zijn pijn te verlichten. Was het maar zo dat hij in zo’n onschuldige situatie was. God, hij zou er een moord voor doen.
Hij opende zijn ogen, pakte met wat moeite een flesje water en dronk dit in een keer leeg. Charlotte, schiet op alsjeblieft.


@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster




Hardlopen was niet het goede woord. Sprinten. Ze sprintte naar de basis, alsof ze zojuist achtervolgd werd door een horde geïnfecteerden. Zo voelde ze zich ook. Paniek begon steeds meer naar de voorgrond te treden. Wat als ze al te laat waren? Wat als hij een één of andere aanval zou krijgen in de tijd dat zij weg was? Ze haatte het. Ze haatte het dat hij nu alleen was en zij geen idee had hoe hij eraan toe was. Niet goed in elk geval. Ze was blij dat hij eerlijk tegen haar was, maar tegelijkertijd bevestigde dat hoe ernstig het was. 
In de verte was een groepje geïnfecteerden zichtbaar. Ze dwaalden over de straat tussen de auto’s door en maakten een klikkend geluid. Drie stuks om precies te zijn. Shit. Hier had ze helemaal geen tijd voor. De angst was nu niet aanwezig voor de monsters, maar angst werd nu gecreëerd door het besef dat elke seconde er een te veel kon zijn. Charlotte had haar pistool om haar heup hangen. Die had ze met zich meegebracht het bos in voor het geval ze geconfronteerd zou worden met de schimmelwezens. Ze was blij dat ze er destijds aan gedacht had haar wapen te herladen, zodat er nu een ruim magazijn beschikbaar was. Geen tijd te verliezen. 
Bijna roekeloos zette Charlotte enkele stappen dichterbij alvorens ze begon met schieten. De demper weerhield het wapen ervan om een luide knal te veroorzaken, maar er was zeker nog een geluid hoorbaar. Zodra de eerste geïnfecteerde geraakt was, raakten de anderen gealarmeerd. Natuurlijk. Hysterisch kwamen ze op haar afrennen, maar nu Deans leven in haar handen lag veranderde iets aan haar angstreactie. Ze verstijfde niet meer, vluchtte ook niet. Ze viel aan. Met een geconcentreerde blik liet ze de kogels afvuren, tot het de schedels van de geïnfecteerde doorboorde. Het leek haast een gewoonte te worden, een gebruikelijk iets, al bleef de adrenaline altijd aanwezig. De kik die het wapen haar gaf, was nog altijd sterk aanwezig. Een triomfantelijke glimlach verscheen op haar gezicht. Eentje die even gauw weer verdween. 
Net wanneer Charlotte haar tocht had willen vervolgen, hoorde ze een akelig dichtbij geklik. Met een ruk draaide ze zich om, stond haast oog in oog met de Clicker – voor zover die uitdrukking gold bij een persoon wiens ogen overgroeid waren met zwammen. Uit reflex verlieten drie kogels haar pistool. Geen verkeerd instinct, maar gezien de afstand tussen de twee was de klap hard en vloog er voor korte tijd bloed door de lucht. In een flits zag Charlotte het opnieuw gebeuren: Dean die geraakt werd door zijn eigen kogel en daardoor kort ineen klapte. Ze zag de wond weer voor zich, de wond waar de kogel nog in schuilging en die zij eruit had moeten peuteren met een simpele pincet. Voor korte tijd, misschien maar twee seconden, had het haar van haar stuk gebracht. Gelukkig herpakte ze zich al snel. Ze moest opschieten. 
Het duurde veel te lang voor ze bij de basis aankwam. Zwaar ademend werd ze binnengelaten. Het was een voordeel dat het overdag was en ze niet iedereen in de slaapzalen wakker hoefde te maken. Het nadeel was echter dat Eliza op elke plek kon zijn op dit moment. De ziekenboeg controleren leek haar de beste optie. 
Doordat ze zo gefocust was, duurde het even voor ze door had dat haar naam genoemd werd. Pas bij de derde keer drong het tot haar door en draaide ze zich naar de stem toe. Jane. Van iedereen die ze tegen kon komen, moest ze haar tegenkomen. Kon het lot nog wreder zijn. 
‘Ik heb gehoord van Dean. Is hij in orde? Als er iets is dat…’
‘Nu niet, Jane.’ Haar stem klonk feller dan ze bedoeld had. Er klonk een soort boosheid in die maar weinig mensen van haar zouden horen. Ze was niet het type dat snel boos werd of fel reageerde. Nu wel, al helemaal naar Jane. 
‘Oh, sorry hoor. Ik wist niet dat je boos zou worden? Ik ben alleen bezorgd.’
Charlotte zuchtte geïrriteerd. ‘Luister. Jij en ik weten beiden heel goed wat je geflikt hebt en bijna was het je nog gelukt ook. Ik hoef je niet meer te zien en ben ook zeker niet van plan om me aardig voor te doen. Laat Dean en mij gewoon met rust.’ Ze raakte er kriegelig van. Kriegelig van de tijd die steeds sneller voorbij leek te tikken. Kriegelig van alles wat haar vertraagde. De geïnfecteerden, Jane, maar ook de mensen in de gang die in de weg stonden. 
Kostbare minuten waren voorbij getikt voor ze de blonde vrouw gevonden had. Ze was, zoals gedacht, inderdaad in de ziekenborg aan het werk. Ze had een klapper op haar hand leunen waar ze verschillende aantekeningen op schreef. 
Verdwaasd keek de vrouw op toen Charlotte haar naam noemde. ‘Charlotte? Gaat het…? Je zit…’
‘Niet mijn bloed,’ zei ze, al nam ze de tijd niet om te bestuderen waarover de dokter het had. ‘Dean. Hij… hij denkt dat hij bloedvergiftiging heeft.’
Een frons verscheen op haar gezicht. ‘Hoezo denken jullie dat?’
Charlotte herhaalde vlug de symptomen, de aanleiding die Dean de zelfdiagnose had laten stellen. Het frustreerde haar dat Eliza haar niet direct vertelde wat te doen. Misschien was het uit voorzorgsmaatregelen, zodat ze zeker wist wat er speelde en hierop kon inhaken, maar op het moment voelde het alsof ze haar tijd verdeed. Na haar verhaal liep Eliza direct naar de kast, waar ze een aantal verschillende potjes uithaalde. Ze stopte deze in een klein tasje, vertelde kort wat de verschillende dingen inhielden. Vervolgens drukte Eliza het tasje in Charlotte’s handen. ‘Geef dit, dat zou moeten helpen. Morgen kom ik langs om hem te controleren. Nu kan ik echt niet weg.’ 
‘Je kan niet mee?’ Het was niet moeilijk. Charlotte had gewoon wat medicatie dat ze mee moest brengen, meer niet. Toch viel het haar zwaar dat ze hier bleef, een extra controle was niet overbodig geweest. 
Spijtig schudde ze haar hoofd. ‘Er zijn hier ook genoeg gewonden die mijn hulp kunnen gebruiken. Ik kan het niet permitteren om een uur tot anderhalf uur te verliezen.’
Charlotte knikte, al was het niet heel zelfverzekerd. 
‘Geen zorgen. Zo moeilijk is het niet. Maar, Charlotte ik meen wel wat ik gister tegen je zei. Vooral met…’
‘Ik weet het,’ onderbrak Charlotte de vrouw. Nog steeds kon ze het niet geloven. Charlotte hield er weinig rekening mee, puur omdat ze er niet aan wilde toegeven. ‘Komt goed. Ik moet gaan. Bedankt.’ Dat was niet gelogen, maar het was wel een extra excuus om het gesprek te onderbreken. Dean stond nu voorop. Zorgen over een eventuele zwangerschap kwamen later wel. 

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Het bleef zwaar. Af en toe telde hij een minuut, om op die manier de tijd te doden. Zestig keer zestig minuten was toch wel heel veel, helaas. Het tellen hield hij niet vol, hielp alleen maar mee aan zijn hoofdpijn.
Hij hoopte dat Eliza het met zijn diagnose eens was. Hij wilde niet opnieuw onderzocht worden, vond het wel weer goed geweest. Maar hij wilde wel beter worden, dus hopelijk gaf ze de juiste medicijnen mee. Geloofde ze dat het daadwerkelijk een bloedvergiftiging was. Anders zou hij het nog heel zwaar krijgen de komende tijd.
Als Charlotte hier was, ging de tijd veel sneller. Dan had hij wat te doen, een gesprek te voeren. Of gewoon iemand om naar te kijken. Vanmorgen, toen ze weg was, had het anders gevoeld. Toen was hij ook alleen geweest en ook toen had hij zich niet goed gevoeld, maar nu hij Charlotte verteld had dat hij vermoedde dat hij bloedvergiftiging had en ze zo snel weer vertrokken was, voelde het anders. Gehaaster. Daarbij werd het steeds moeilijker voor hem om zich op andere dingen te focussen dan op de zeurende, aanhoudende pijn die hij voelde. Hij had de dikke deken nog wat steviger om zich heen geslagen, maar rilde nog steeds van de kou. Dat terwijl het zweet hem al minuten geleden opnieuw uitgebroken was.
Uiteindelijk hoorde hij dan toch de achterdeur weer, de voetstappen in de gang. Dean, die zijn ogen gesloten had gehouden in de hoop daarmee de constante hoofdpijn te verminderen, opende zijn ogen weer en zag zijn vriendin. Ze hijgde, alsof ze net een marathon gelopen had, maar droeg een tasje mee waar waarschijnlijk de antibiotica in zat. Hij probeerde dapper te glimlachen, maar die lach verstarde toen hij het bloed op haar gezicht zag. 'Charlotte, wat...'
'Niets aan de hand,' wuifde ze zijn zorgen weg. 'Ik kwam onderweg een paar Clickers tegen en eentje was wat dichterbij dan ik had verwacht, dat is alles. Ik ben ongedeerd.'
De manier waarop ze het zei verraste Dean. Het klonk bijna nonchalant. Daar waar zij altijd zo snel bang werd, zo snel verstijfde wanneer ze met gevaar geconfronteerd werd, leek ze er nu nauwelijks nog iets om te geven. Dat was goed. Ze ging met sprongen vooruit. 'Je zal Christian er waarschijnlijk wel over moeten inlichten.' zei Dean bedenkelijk. De broer van Charlotte wilde de omgeving zo veilig mogelijk houden en als de Clickers zich tussen het huis en de basis bevonden hadden, waren ze veel te dichtbij geweest.
Ondertussen had Charlotte haar jas uit getrokken en was ze met de spullen naar hem toe gelopen. Sommige van de potjes herkende Dean als zijnde vitaminetabletten of antibiotica. Dat moest wel helpen. 'Geef maar,' zei hij, waarna hij zelf alvast de dop van het waterflesje afschroefde. Des te eerder hij met de kuur begon, des te eerder de bloedvergiftiging over zou gaan en des te eerder hij zich weer beter zou voelen. Het moest Charlotte ook opgevallen zijn hoe bezweet hij was, terwijl hij tegelijkertijd rilde van de kou. Prettig was zeker anders.
'Dus, wat is er gebeurd?' vroeg hij, terwijl hij de pillen aannam.

@Amarynthia 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste