Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Hey, everybody!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
12 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
O | Endure and survive
Hadesu
Wereldberoemd



In gedachten verzonken had hij daar gelegen. Haast uit automatisme, maar daarom niet minder liefkozend, had hij de naakte huid gestreeld, met de warrige haren van Charlotte gespeeld. Op dit soort momenten kon hij de rest van de wereld bijna vergeten. Dan maakte hij zich even weinig zorgen om al het andere, dan was alleen Charlotte belangrijk. Momenten van genieten, momenten waarop niets anders belangrijk was dan hun twee.
Daar zou over een aantal maanden verandering in komen. Het zat Dean nog steeds niet helemaal lekker, hij had zich nog steeds niet helemaal bij het idee neer kunnen leggen. Dat zijn vrijheid over enkele maanden nog meer beperkt zou worden dan nu, stond hem wat tegen. Maar aan de andere kant wist hij ook dat Charlotte heus wel door had hoe hij in elkaar zat en hij verwachtte dat ze rekening met elkaar zouden houden. Dat ze ervoor zouden zorgen dat ze beiden af en toe tijd voor zichzelf hadden, hij misschien wat vaker dan zij. Gewoon, omdat ze niet hetzelfde in elkaar staken.
Ze onderbrak zijn gedachten met een opmerking waar hij eigenlijk niet op had zitten wachten. Een naam. Een naam voor het ongeboren kind in haar buik. Dean had er nog geen gedachten aan gewijd, maar wilde dat ook eigenlijk niet. Een naam zou het veel tastbaarder maken, zo veel definitiever. Daarnaast voelde het raar om nu al een naam te bedenken voor een kind dat nog maandenlang in de buik van Charlotte zou blijven zitten. Ze hadden nog zo veel tijd en het voelde niet goed om nu al met een naam te komen.
Zijn hand gleed over haar lichaam, naar haar buik. Je kon nauwelijks iets zien van de baby die daarin groeide, maar Dean stelde zich voor hoe het minuscule wezentje daar leefde, wachtend tot het klaar was om de wereld te betreden. Zo kwetsbaar, zo ongeschikt voor deze wereld. Wat als het kind direct stierf aan een infectie? Een verkeerde aanraking, even een moment het kind uit het oog verliezen en het was gedaan. Dood.
'Is het niet wat vroeg om daarover te beslissen?' antwoordde hij na een stilte, daarmee haar andere opmerkingen ontwijkend. Hij zag direct iets van teleurstelling bij zijn vriendin en moest op zijn lip bijten om zijn emoties te verbergen. 'Ik wil het niet jinxen, Char.'

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Charlotte sloeg ogen neer, zakte kort weg in haar eigen gedachten, waarna ze haar hoofd weer op zijn torso liet rusten. Hij had gelijk, het was te vroeg. Veel te vroeg eigenlijk. Het probleem was dat ze nu al te veel om het kleine leven gaf. Ongeboren, het was amper een leven te noemen. Zou het hart al te zien zijn indien ze een echo konden uitvoeren? Ze voelde zich amper zwanger, maar het idee bracht vele gevoelens in haar omhoog. Er kon zoveel misgaan, er waren genoeg belemmeringen die de zwangerschap negatief konden beïnvloeden. Ze zou haarzelf moeten beschermen tegen eventuele teleurstelling, maar vanaf het moment dat ze het plusteken had zien staan op de zwangerschapstest, was ze verkocht geweest. Haar hart brak toen Dean en zij de keuze hadden gemaakt de zwangerschap te beëindigen. En, toen hij vertelde dat hij het probeerde, klampte ze haarzelf vast aan het ongeboren kind. Het had nooit mogen gebeuren. 
‘Je hebt gelijk,’ zei ze. Dat had hij ook, maar het was te merken dat ze niet compleet achter die woorden stond. Verschillende namen verschenen in haar gedachten, een mengelmoes van jongens- en meisjesnamen, zonder dat ze er controle over had. Charlotte verborg haar gezicht in zijn nek. Ze hoorde Dean zuchten, waarna hij zijn armen om haar middel legde en haar dicht tegen zich aantrok. Ze hield ervan als hij haar zo vasthield. Ze voelde zich kwetsbaar in een veilige omgeving. Het was oké, want hij was er voor haar. Zelfs als hij morgen weg zou gaan, was hij er nog steeds voor haar. Er was dan misschien geen mogelijkheid om contact te houden, maar hun gedachten zouden wel naar elkaar uitgaan. En zodra hij terug zou komen, zouden ze verdergaan waar ze gebleven waren. 
‘Weetje,’ begon Charlotte weemoedig in een poging de sfeer te herstellen voor zowel hem als haarzelf, ‘hormonen zijn echt verschrikkelijk.’ Ze grinnikte en tilde haar hoofd op, waarna ze een hand op zijn gezicht legde. ‘Het spijt me. Ik wil onze laatste avond niet verpesten…’ Zacht kuste ze hem. ‘Is er iets waarmee ik het goed kan maken? Of heb je iets wat je nog graag wilt doen voor je weggaat morgen?’  


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Gelukkig was ze het met hem eens, al vermoedde Dean dat ze eigenlijk meer dacht over het onderwerp dan ze nu aan hem vertelde. Als hij haar een beetje kende, was ze nu bezig met het verzinnen van namen, al vond ze diep vanbinnen misschien wel dat hij een punt had. Daarom trok hij haar wat dichter tegen zich aan en hij zweeg eventjes, luisterend naar haar ademhaling. Het was geruststellend dat ze leek te begrijpen wat hij nodig had, net zoals hij begreep dat zij soms ook dingen nodig had.
De opmerking over de hormonen deed hem even glimlachen. 'Het valt nu nog mee, ik ga me pas zorgen maken op het moment dat er dingen naar mijn hoofd gegooid worden,' antwoordde hij, daarin meegaand in haar poging om de sfeer weer een beetje luchtiger te maken. Het leek te werken, want beiden konden er wel even oprecht om glimlachen. Gelukkig.
Over een paar uur moest hij al weer gaan. Hij had nog steeds geen spijt van het feit dat hij zich had opgegeven voor deze missie, maar hij zou Charlotte wel missen. Gewoon, het 's avonds naast haar kunnen liggen, haar warme huid tegen de zijne te voelen. Het zou maar voor een week zijn, misschien iets langer als het tegenzat, daarna zou hij weer terugkomen. Was het een raar idee dat hij zich afvroeg of hij na een week verschil zou zien? Het kon haast niet, dat wist hij zelf ook wel, maar het idee bleef wel een beetje in zijn hoofd spoken. Hij kon zich een hoogzwangere Charlotte nauwelijks voorstellen, laat staan dat ze het over een paar maanden daadwerkelijk zou zijn.
'Er is niets dat ik wil doen,' reageerde hij op haar vraag. Een kus op haar voorhoofd. 'Ik wil alleen dat je lekker bij me blijft liggen, oké?' Het kon soms zo simpel zijn. Met de gedachte in zijn achterhoofd dat hij haar straks een week niet zou zien, was dit voor hem een hele acceptabele avond. Een kort moment gingen zijn gedachten naar Jared, die zich vaker zo alleen moest voelen zonder Aïsha. Dean kon het zich nauwelijks echt voorstellen, zo ver en zo lang bij Charlotte vandaan zijn zou hem doodongelukkig maken.
Onbewust trok hij haar iets dichter tegen zich aan, alsof dat hielp tegen het idee dat hij haar een week niet zou zien. IJdele hoop natuurlijk, maar het was sowieso prettig om haar tegen zich aan te hebben. Het geluid en het ritme van haar ademhaling was geruststellend, zou hem helpen een goede nachtrust te krijgen vannacht. Even sloot hij zijn ogen. Het enige wat hij hoorde was het geluid van hun ademhalingen. Zo rustig.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



‘Je bent zwanger?’ 
Zijn woorden klonken onwerkelijk na de akelige stilte die gevoelsmatig uren geduurd had. Charlotte had om het nieuws heen gedraaid, een heel verhaal waarin ze toewerkte naar de grote ontknoping. Een ontknoping die ze continu uit wilde stellen, bang voor zijn reactie. En nu het moment daar was, wist ze niet goed wat ze van zijn reactie moest denken. Hijzelf leek evenmin te weten wat hij aan moest met het nieuws. 
Een zucht ontsnapte aan zijn mond, waarna hij zijn rug naar haar toe draaide en met zijn handen op zijn bureau leunde. Peinzend keek hij voor zich uit. ‘Hoe zie je dat voor je dan?’ 
Ze kon wel door de grond heen zakken. Er was geen greintje empathie hoorbaar in zijn stem. Hij was geïrriteerd, zag dit als een belemmering en niet meer dan dat. Dit was waar ze bang voor was geweest, maar ze had hoop gehad dat hij het zou begrijpen of zelfs blij voor haar zou zijn. 
Ze trok haar mond open, maar was niet in staat geluid te produceren. Charlotte had het gevoel dat ze er alleen voor stond, helemaal nu Dean ver van huis was. Er waren enkele dagen verstreken en de tijd alleen viel haar tegen. Overdag vermaakte ze zich; ze had het voornemen om het boogschieten op te pakken waargemaakt. Het waren de avonden, waarbij ze alleen naar huis liep, die zwaar waren. In het begin had ze het avondeten ook vervelend gevonden, maar gelukkig was ze vrij sociaal aangelegd en had ze wel wat nieuwe contacten gemaakt. Ze voelde zich steeds beter naarmate de week vorderde, ondanks dat ze Dean wel miste. Helaas bracht de reactie van haar broer roet in het eten. 
‘Ik… ik weet het niet, Chris.’ 
Dat was niet het antwoord dat hij wilde horen. Hij zuchtte vermoeid en draaide zich naar haar toe. ‘Charlotte, ik snap dat je van hem houdt en dat je op dit moment in de roze wolken leeft, maar dit gaat nooit goed. Niet alleen is hij een einzelgänger, je leeft in een geïnfecteerde wereld met in iedere hoek gevaar. Ben je soms vergeten dat jij tot voor kort nog nooit een geïnfecteerde gedood had, of dat Dean je een paar maanden terug doodongelukkig maakte? Ik geef om je, Char, daarom lijkt dit me geen goed idee.’ 
Ze had boos moeten worden, ze had het moeten opnemen voor haar vriend. Dat ze zich zo slecht gevoeld had, was niet alleen aan hem te wijten. Het feit dat hij af en toe ruimte nodig had, betekende niet dat hij er niet voor haar zou zijn. Ze hadden dit besluit samen genomen, zelfs met zijn problematische jeugd stond hij ervoor open om nu zelf het ouderschap uit te proberen. Daarnaast had diezelfde jongen haar gered van haar gevangen levensstijl. Hij had haar geleerd hoe ze moest vechten en doorzetten. Diezelfde eigenschappen zouden ze hun kind kunnen leren en samen zouden ze in staat zijn hem of haar te beschermen. Dát was wat ze hem had moeten vertellen. Natuurlijk zei ze dat niet, want woorden bleven een lastige opgave voor haar. 
‘Weet ik,’ gaf ze stamelend toe. ‘We hebben nagedacht over abortus. Maar de risico’s zijn te groot.’ 
‘En de zwangerschap zelf niet wil je zeggen? Wat als er complicaties optreden? Moet je jezelf eens zien, je bent graatmager. En we hebben niet de apparatuur om een zwangerschap in goede banen te lijden als er ook maar iets niet goed gaat.’
Hij had gelijk. En tegelijkertijd was hij onredelijk. Hij mocht Dean niet en dat beïnvloedde zijn oordeel. Hij had gelijk, er waren complicaties en het zou ook zeker niet makkelijk worden. Dat betekende echter niet dat het onhaalbaar was en juist op dit moment had ze begrip en steun nodig van haar lang verloren broer. ‘Chris, we weten het. Dean en ik hebben hier goed over nagedacht en ondanks dat ik sta te springen om moeder te worden, is dit niet het moment. Het is niet anders en we willen er het beste van maken. In plaats van alle belemmeringen te benadrukken, zou ik je hulp goed kunnen gebruiken. Ik had gehoopt dat dat niet teveel gevraagd zou zijn, maar blijkbaar had ik het fout.’ 
Ze wachtte zijn reactie niet af. Zonder hem nog een blik waardig te gunnen, verliet ze het kantoor van Christian. Ze stond versteld van haar monoloog. Ze had niet verwacht dat ze het in zich om een bezwaar te uiten. Of het verstandig was, was een ander verhaal. Hij bleef de leider van deze basis en als ze zijn zusje niet geweest was, had ze allang op straat gestaan. 
Blijkbaar had haar weerwoord wel geholpen, want die avond kreeg ze een extra groot portie bij het avondeten. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Het deed hem goed om een paar dagen weg te zijn. Hoewel hij Charlotte wel degelijk miste, merkte hij gewoon aan zichzelf dat dit even nodig was. Zijn vrijheid was hem nu eenmaal dierbaar en hoewel hij niet echt vrij was, was dit zo dicht als hij er waarschijnlijk bij ging komen.
Het doel van deze missie was het checken van een aantal gebieden een eind van de basis vandaan. Er waren wat onheilspellende rapporten gekomen over mensen die er verdwenen of patrouilles die het gebied niet meer levend verlaten hadden. Dus daarom reden ze dit keer met een groep van bijna twintig sterke mannen en vrouwen die kant op, in de hoop erachter te komen wat er mis was in het gebied.
De eerste paar dagen waren niet erg spannend. Ze kamen wat bunkers tegen, een deel veilig, een deel overhoop gehaald door geïnfecteerden. In sommige gebouwen werden direct de voorraden weer aangevuld, nu ze er toch waren. Twee vliegen in één klap, had Christian het genoemd toen hij de opdracht gaf. Niemand durfde iets tegen die man in te brengen, al helemaal niet omdat de leider van de Fireflies tegenwoordig nog meer overspannen leek dan eerder. Zelfs Dean had het gemerkt, al kon hij niet exact begrijpen waarom dat zo was.
Het was de vierde avond. De drie wagens waarmee ze reisden waren in een soort halve cirkel opgesteld en in het midden brandde een gezellig vuurtje. Er werd gepraat en gelachen, er werden verhalen uitgewisseld. Er werd geen alcohol gedronken omdat het gevaar altijd op kon duiken, maar dat maakte het niet minder gezellig. Zelfs Dean zat bij de groep en hoewel hij niet vaak een bijdrage deed aan het gesprek, lachte hij hartelijk om de bizarre verhalen waarmee de mannen hier kwamen. Het hielp hem om zijn eigen zorgen in ieder geval even te vergeten en als hij zijn ogen sloot, voelde het alsof hij weer bij Sam en Evan was. Terug in het kamp met zijn vrienden, die ook altijd sterke verhalen te vertellen hadden. Het was natuurlijk niet hetzelfde, maar het was een prettig idee dat het hier ook gezellig kon zijn.
'En, Dean, vertel ons eens over...' De man werd onderbroken door snelle voetstappen. Hoe gezellig het ook was, er moest altijd iemand, het liefst meer dan een iemand, de wacht houden bij de rand van het kamp. Zonder te spreken gebaarde hij dat er iets aankwam.
De sfeer veranderde direct, het vrolijke gesprek viel meteen stil. Er ontstond geen paniek, maar wapens werden uit zakken gehaald en messen uit tassen. Iedereen was erop voorbereid geweest dat dit kon gebeuren, maar niemand had gehoopt dat het echt nodig zou zijn om zich te moeten verdedigen tegen een vijand in de nacht.
Vanuit het niets vielen ze aan. Wilden. Het eerste wat Dean dacht was dat het een groep geïnfecteerden was, maar hij realiseerde zich binnen drie tellen dat de aanval daar te georganiseerd voor was. Hun aanvallers waren graatmager, gigantisch sterk en het flakkerende licht van de vlammen deed de tekeningen op hun huid dansen.
Een aantal mannen realiseerden zich direct wat dit betekende. Dean was wat minder snel van begrip, maar Jared trok hem naar zich toe. 'Dit zijn de échte tattoo-mannen,' legde hij uit, waarna hij zijn pistool pakte en lukraak op een van de aanvallers schoot.
Nu begreep Dean het. Ooit, maanden geleden, had Jared hem tijdens zijn eerste missie gevraagd naar een aantal rare gewoontes. Kannibalisme. Chaos. Het doden van vrouwen en kinderen. Nu Dean deze groep zag, begreep hij dat het niet slechts verhalen waren. De verhalen waren ergens op gebaseerd, hij had het echter nooit begrepen.
En ze verloren jammerlijk. Hoewel er een waarschuwing was geweest, waren deze kannibalistische tatoeage-mensen in het voordeel. Ze waren met veel en ze hadden geen enkele angst om te sterven. Beide kanten leden zware verliezen, maar Dean begreep dat het er niet goed uitzag voor de Fireflies.
'Jared, ga hier weg!' riep hij naar zijn vriend, die enkele meters verderop in een messengevecht terecht was gekomen. De man won en keek verbaasd naar Dean, die naar een van de wagens knikte. Jared twijfelde overduidelijk, maar had niet veel keuze. Het was duidelijk dat ze gingen verliezen.
In de chaos lukte het Dean om iemand anders op te tillen en deze naar de wagen te slepen. Zo veel mogelijk mensen moesten hier weg, zo veel mogelijk moesten terug naar de basis. Over zijn eigen gezondheid dacht hij niet eens na.
'Ga!' riep hij nog eens naar Jared, die achter het stuur gekropen was en nog steeds lukraak naar de vechtende massa schoot. De twee wisselden een blik, waarna Jared het gaspedaal diep indrukte en wegscheurde. Die was in ieder geval veilig.
Achter Dean had zich een bloederig scenario geopenbaard. Bijna dertig man was dood of zwaargewond en de gevaarlijke tatoeage-mannen waren druk bezig met het doorsnijden van de laatste keeltjes. Een van hen kwam naar Dean toe, die zijn vingers om zijn pistool klemde en deze hief. De man lachte echter, waardoor zijn kapotte gebit zichtbaar werd. Hij kwam zo zorgeloos naar Dean toe, dat deze twijfelde en niet schoot. De man leek geen kwaad in zin te hebben, wat hem verwarde.
Alles werd duidelijker toen de man met het onverzorgde gebit een hand op zijn schouder legde. 'Ach jonkie, wat hebben ze je aangedaan?'

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Het was al gauw te merken dat er iets niet klopte. 
Mensen wandelden in een hoog tempo door de gangen met hun handen vol munitie. Anderen stonden in groepjes te roezemoezen met een blik die bezorgdheid uitstraalde. Ze zag meerdere soldaten met geweren op hun rug rondlopen. Toen Charlotte de grote hal bereikte, werden haar vermoedens bevestigd. Verschillende auto’s werden klaargemaakt. Waarvoor? Een knoop vormde zich in haar maag. 
In alle chaos vond ze haar broer terug. Ze hadden elkaar niet meer gesproken sinds hun discussie en het was ongemakkelijk om daar verandering in aan te brengen. Terwijl ze naar haar broer toeliep bekeek ze de ruimte nogmaals, tot haar oog op een bekend figuur viel. 
Haar ademhaling stokte. Ze stond aan de grond genageld. Verschillende doemscenario’s verschenen in haar gedachten. Jared. Niet de Jared die ze enkele dagen geleden gezien had. Charlotte werd misselijk. Met snelle stappen liep ze op de gewonde man af. Hij zat onder het bloed. Niet zo erg als Dean toen hij verscheurd werd door wolven, maar genoeg om de nodige zorgen te wekken. Hij zat op een kist, omringd door enkelingen die verhaal probeerden te halen en zijn wonden wilden verzorgen. Charlotte wurmde zich door het groepje heen en knielde voor de man neer. 
‘Jared.’ Nu ze hem van dichtbij zag schrok ze nog meer van de wonden. Het waren flink diepe sneeën in grote getallen. Hij zag er vermoeid uit, maar bovenal bezorgd. ‘Mijn god, wat is er gebeurd?’
Hij leek het oké te vinden dat ze de aandacht opeiste. Sterker nog, hij leek haar gezelschap meer te waarderen van de anderen. Helaas was er iets in haar blik wat de bezorgdheid bij haar versterkte. ‘Charlotte…’ 
‘Jared. Waar is Dean? Wat is er gebeurd?’ Ze probeerde kalm te blijven, maar wist dat dit geen goed nieuws zou zijn. 
Hij leek oprecht ontroerd. Hij liet zijn hoofd hangen en schudde deze zachtjes. ‘Ik weet het niet,’ gaf hij zacht toe. 
Fuck. Dean. Charlotte sloot haar ogen. Dean was sterk. Hij was niet dood. Nog niet. Het was haar grootste nachtmerrie, eentje die verschrikkelijk dichtbij de realiteit kwam nu. Ze opende haar ogen en dwong de tranen in haar ogen terug. 
Charlotte pakte Jared’s handen vast en kneep er zacht in. ‘Jared, vertel me wat er is gebeurd. Alsjeblieft.’ 
Hij zuchtte. ‘De getatoeëerde mannen, ze vielen ons in de nacht aan. Ze waren met meer dan wij, een gevecht die we niet konden winnen. Dean was degene die me beval te gaan. Ik had weinig keus, ik wilde hem daar niet achterlaten.’
Oké. Er was hoop. Jared noemde geen zware verwondingen, geen dramatische details. Dean kon zich hieruit gewerkt hebben, hij was sterk en slim. Misschien was hij in gevangenschap genomen, misschien was hij ontsnapt. Hoe dan ook, het was duidelijk dat Christian de groep hier niet mee weg wilde laten komen. 
Kort knikte ze. ‘Ben je oké? Je ziet er afgetakeld uit.’ 
Hij lachte zijn pijn weg. ‘Maak je om mij geen zorgen. Kom op, ga. We weten allebei dat je het wilt.’
Hij had geen ongelijk. Hij wist alleen niet van de zwangerschap af. Niet dat Charlotte dat haar zou laten tegenhouden. Hier in de stress blijven zitten was minstens zo slecht. Dankbaar glimlachte ze naar de man, waarna ze overeind kwam en met grote stappen naar haar broer liep. Ze tikte hem op zijn schouder en nam niet de tijd (of het respect) om te wachten. 
‘Ik ga mee.’ 
Hoewel de woorden hem overdonderde had hij snel een antwoord klaarliggen. ‘Absoluut niet.’ De blik op haar buik liet weten wat zijn bezwaar was. 
‘Dean is daar. Ik ga hier niet als een zielig hoopje afwachten. Hij heeft me geleerd hoe ik moet vechten en hoe ik voor mezelf moet zorgen. Ik ga mee. Punt.’ 
‘Wat als…’ 
‘Kan me niet schelen. Ik wil daar zijn, Chris. Alsjeblieft, ontneem me dat niet.’ 
Hij was het er duidelijk niet mee eens. Ze maakte het hem niet makkelijk. Hij had eindelijk zijn zusje terug, maar nu moest hij leren met haar koppige verlangens en haar ongeplande zwangerschap. Hij zuchtte, maar stemde toe. ‘We vertrekken aan het eind van de middag. We gaan hen net zo verrassen als dat zij bij ons hebben gedaan.’ 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



De mensen waar hij enkele uren eerder nog mee om het kampvuur had gezeten, waren dood. Jared was ontkomen, maar hij was een van de weinigen. De rest was dood, morsdood. De aanvallers namen niet eens de moeite om de lijken bij elkaar op een stapel te gooien en te verbranden, maar lieten ze liggen. Hoewel, hier en daar werd wel een lijk weggevist en hoewel Dean een naar onderbuikgevoel had over wat er met die lichamen zou gebeuren, liet hij de gedachte niet toe in zijn hoofd. Er waren genoeg andere dingen waar hij zich zorgen om moest maken. Zijn eigen hachje, bijvoorbeeld. Hij leefde nog, de rest was al dood. Zou Jared levend thuisgekomen zijn? Zou Charlotte weten wat er gebeurd was? Zouden ze een reddingsactie opzetten? Hij wist het niet, maar hij moest er maar vanuit gaan dat dit niet het geval was. Hij moest zich op het ergste voorbereiden: Een leven bij deze mensen.
Ze waren grof en onvriendelijk tegen elkaar. Het ene moment gaven ze elkaar high-fives om hun geslaagde aanval, tien tellen later stompten ze elkaar op het gezicht om een mes of ding dat ze gevonden hadden. Er was wel een leider, maar die zat naast hem en hij moedigde het gedrag van zijn mensen enkel aan.
'Harder slaan!' bulderde de vent, wat Dean bijna ineen deed krimpen. Het stemgeluid van deze man deed zijn trommelvliezen rammelen en dat was niet een goed iets.
'Je bent ons vast dankbaar,' zei de leider nu, zachter dan zojuist. Dean realiseerde zich direct dat het tegen hem was. De radartjes in zijn hoofd draaiden op volle toeren om te begrijpen wat er zojuist gebeurd was, maar hij had een redelijk idee. Een flauwe glimlach gleed over zijn gezicht, al kostte het hem moeite.
'Zeker..'
'Hoe ben jij bij die groep terechtgekomen? Waar is je eigen pack?'
Even zweeg Dean. Natuurlijk wilde de man weten wat zijn verhaal was. Probleem was, als Dean zijn echte verhaal vertelde, zou het snel afgelopen zijn met hem. Hij moest iets verzinnen.
'Ik ben ze kwijtgeraakt in een hectische aanval. Sindsdien heb ik alleen rondgezworven, totdat ik deze groep tegenkwam. Ze wilden me eerst doden.' Dat was niet eens gelogen, Dean herinnerde zich nog heel goed de vijandige sfeer die om de Fireflies heen had gehangen. 'Ik had geen kans tegen ze in mijn eentje, dus heb ik ze ervan overtuigd dat ik ongevaarlijk was. Die idioten geloofden me.' Hij lachte, een beetje gemaakt en onoprecht, maar overtuigend genoeg. De leider van de groep wilden bulderde van het lachen en gaf hem een flinke klap op zijn schouder. Dean voelde zijn botten nog net niet kraken.
'Survival of the fittest,' knikte de man nadat hij uitgelachen was. Zijn blik ging naar de geplunderde lichamen van de Fireflies. 'En deze mensen waren overduidelijk niet fit genoeg.' Ze lachten allebei. En hoe naar Dean het ook vond, hij was het voor een klein deeltje eens met deze rare mensen. Dean had nooit echt bij de organisatie van de Fireflies gehoord en hij had het idee van de organisatie ook nooit echt op prijs gesteld. Even van dat idee bevrijd zijn, was niet onprettig. Toch wist hij dondersgoed dat hij op zijn hoede moest blijven. Deze mensen waren agressief en kannibalistisch. Een verkeerd woord en hij zou dood zijn.
'Geon,' zei de leider, die overeind kwam en een hand uitstak naar Dean. Dean volgde de beweging, stond op en schudde de hand van de baas. Het was een stevige handdruk, waarbij beiden probeerden de hand van de ander te vermorzelen. Zo voelde het tenminste. 'Dean,' antwoordde hij.
'Nou Dean, welkom bij je nieuwe familie.'

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



De spanning werd gevuld met herinneringen. 
Ze werd teruggebracht naar die allereerste ontmoeting. Het was een heftig begin van hun verhaal, zij kwam uit een instortend gebouw gerend en werd belaagd door een geïnfecteerde, die Dean voor haar neus neerschoot. Dát was pas een verhaal om aan je kinderen te vertellen, niet het saaie “we zaten op dezelfde campus”-verhaal waar haar ouders maar niet over wilden ophouden. Ze dacht terug aan hun eerste kus, vlak nadat Dean de hondenbeet voor haar ontsmet had. Nog zo’n heftig en toch romantisch moment. Ze herinnerde zich de verwarring, maar evengoed de vastberadenheid nadat ze dagen alleen in het wild had doorgebracht. Soms miste ze die dagen. Dagen waarbij Dean haar als enige een gevoel van veiligheid kon schenken door simpelweg zijn armen om haar heen te slaan in de nacht. De spanning, de dagen van training, waarbij haar schietkunsten stukje bij beetje beter werden, maar soms ook drastisch tegenvielen. 
God, als hij maar oké was. Ze vreesde voor hoe ze hem aan zou treffen. Misschien was hij daar helemaal niet vinden, was hij ontsnapt en zwaargewond. Wat als hij… Ze durfde haar angst zelfs niet in gedachten uit te spreken. Het liet haar maag samenknijpen en er ontstond een drukkend gevoel op haar borst. 
Een hand kneep zacht in haar schouder en bracht haar terug naar de werkelijkheid. ‘Het is oké.’ 
Oh ja? Hoe kon hij dat nou zeggen? Ze wist dat de man naast haar het goed bedoelde, maar het voelde als een zwak excuus. Het was niet oké. Ze konden niet weten of het oké was en het was niet oké dat zij hier zat en niks kon doen tot ze aan waren gekomen op hun bestemming. 
‘Probeer te slapen. Ik zal je wakker maken als we er bijna zijn. Je mag zelfs mijn schouder gebruiken als kussen.’ Hoewel het donker was, kon ze zijn grijns zien. Ze had weinig met deze jongeman gesproken, maar hij leek niet onaardig. Jason, als ze zich niet vergiste. Niet dat ze zou ingaan op zijn aanbod. Allereerst: de enige persoon die ze als haar kussen wilde gebruiken was Dean, of hij daar nou blij mee moest zijn of niet. Ten tweede zorgde de schommelde bus niet voor de juiste slaapomstandigheden. En zelfs als die omstandigheden wel goed geweest waren, had ze nooit in slaap kunnen vallen met al die zorgen aan haar hoofd. 
‘Bedankt, maar nee.’ Haar antwoord was onterecht kort en bot. 
Jason ging er niet verder op in, leek haar reactie te respecteren en haalde enkel zijn schouders op. 
Ze waren met een hoop auto’s. Vol munitie én mensen, soldaten was misschien een betere benaming. Het plan was om een aantal kilometers voor de plek waar de aanval had plaatsgevonden, te stoppen. Op die manier hoopten ze minder aandacht te trekken. Ze wilden hen in de nacht aanvallen, wanneer iedereen sliep en al slaapdronken in de verdediging zou moeten schieten. Was dat plan niet gedoemd te mislukken? Als ze Jared mocht geloven, waren deze mensen niet zomaar mensen. Ze waren bruut en onberekenbaar. Ze vreesde voor Dean, voor alles wat hij moest doorstaan. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Het vuur werd weer aangewakkerd, nadat het hevige vechten van de avond ervoor het had uitgedoofd. De dag was stilletjes aan hem voorbij gegaan terwijl hij observeerde, leerde en zijn best deed om niet op te vallen tussen deze ruige groep mensen. Een aantal had zich al voorgesteld en meerdere hadden hem al uitgedaagd om een een-op-een gevecht met hem aan te gaan. Met wat moeite had Dean het zo ver gekregen dat ze dat zouden doen ná het avondeten, dat een waar feestmaal moest worden. Daar konden deze ruige mensen wel inkomen, teruggebracht naar hun meest primitieve behoeftes: Eten, slapen, vechten. Dean realiseerde zich dat dit was wat er gebeurde als je de basisbehoeftes van de mens terugbracht naar zulke simpele termen. Ze leefden wel samen, maar het recht van de sterkste gold en de enige manier om te klimmen in de rangorde, was door iemand goed op zijn smoel te slaan. En dan nog moest je hopen dat dat voldoende was.
De sfeer zat er goed in bij het feestmaal. Er was geen drank, dat was een luxe die deze mensen zich niet konden veroorloven, maar het vuur brandde hoog op en het vlees, dat hing te roosteren, gaf een geur af die iedereen zou doen watertanden. Ware het niet dat het ging om de mannen die hij tot voor kort nog zijn groep had genoemd. Die gedachte alleen al maakte Dean misselijk, al helemaal toen hij nog een hand kon onderscheiden. Het grootste deel van het vlees was in grove, ongelijke stukken gehakt, maar dat nam niet weg dat iedereen wist waar het vlees vandaan kwam. Toch, de enige die zich daar ook maar iets druk om maakte, was Dean. De rest hier leek er niets op tegen te hebben om het vlees van een ander mens te eten, ze keken zelfs uit naar een voedzame maaltijd. Dus Dean stopte de misselijkmakende gedachtes diep weg en hield zich voor dat dit overleven was. Hij moest wel. Daarbij waren deze mensen toch al dood, dus het eten van hun vlees zou hen niet meer schaden dan al gebeurd was. Dat moest hij zich voorhouden.
Als een van de laatste kreeg hij een homp vlees toegeworpen, omdat hij nu eenmaal de laagste was in de rangorde van deze groep. Het hielp ergens wel om al deze mensen al te zien genieten van het eten, alsof het daardoor minder erg was. Het rook ook niet als een mens, gelukkig. Dean zette zijn tanden in het vlees en nam een hap. Het smaakte een beetje naar het zwijn dat hij maanden geleden had gevangen en had opgegeten, maar toch niet helemaal. Iets zoeter. Even dacht hij dat zijn maag zich om zou keren, maar dat gevoel bleef uit en hij at door. Er was genoeg voor iedereen om naar hartelust te eten en hoewel Dean niet belachelijk veel at, besloot hij wel van de mogelijkheid gebruik te maken om voldoende te eten. Hij wist niet of hij deze groep ooit nog zou verlaten. Hij wist niet of er mensen kwamen om wraak te nemen. Na het avondeten zou hij moeten vechten voor een plek binnen deze groep wilden. Dat deed hij liever niet op lege maag.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Het weer was een weerspiegeling van hoe Charlotte zich voelde: neerslachtig. Regen kwam met bakken uit de lucht vallen. De regen zorgde voor een donkere omgeving die af en toe werd verlicht door de flits van een bliksem in deze stormachtige nacht. 
De groep was opgesplitst in verschillende groepen. De grootste groep was naar het Westen vertrokken. Zij zouden de aanval starten en de stam verrassen. In de hoop dat iedereen naar die plek zou gaan om te strijden, waren er drie kleine groepen gemaakt die van verschillende kanten het kamp konden intrekken. Dit voor een aanval van achteren en om gegijzelden te zoeken, waaronder Dean. Charlotte behoorde tot een van de kleine groepen en was vrij achteraan ingezet, natuurlijk. Christian zou er alles aan doen om te voorkomen dat haar iets zou overkomen. Niet dat zij daar genoegen mee zou nemen. Als er ook maar een moment was waarbij Dean haar nodig had, ongeacht haar eigen veiligheid, dan zou ze geen seconde aarzelen. Ze was niet van plan Dean te verliezen. De mogelijkheid dat ze hem al verloren was, negeerde ze. 
Charlotte kwam abrupt tot stilstand. Hoorde ze dat goed? Geïnfecteerden. Niet een en ook zeker niet twee. Haar groepsgenoten kwamen tot stilstand. ‘Wat is er, begin je nu terug te deinzen?’ 
Niet iedereen waardeerde haar aanwezigheid. Sommigen zagen haar als het meisje dat misbruik maakte van haar broers positie. Ze zagen geen waarde in haar als soldaat, dachten dat ze geen kogel raak zou schieten. Ze was geen Dean, dat mocht duidelijk zijn, maar ze was ook zeker niet nutteloos. En geen angsthaas. Niet meer. En dat zou ze vandaag aan Dean bewijzen. Het was tijd dat zij hem zou redden en zou stoppen met vluchten. 
Ze plaatste haar wijsvinger tegen haar lippen. ‘Geïnfecteerden. Een groep,’ fluisterde ze. Nu spitsten de anderen eveneens hun oren. 
‘Shit,’ fluisterde een van hen. 
‘Dit kunnen we nu niet gebruiken.’
‘Of wel?’ sprak Charlotte haar gedachten hardop uit. Ze konden de geïnfecteerden sturen door geluid te maken. Natuurlijke geluiden. Met een beetje geluk konden ze de groep geïnfecteerden op het kamp afsturen voor een verrassingseffect. Dean zou weten hoe om te gaan met een groep geïnfecteerden, ervan uitgaande dat er geen verwondingen waren die het zouden belemmeren. Het was een gevaarlijk, maar effectief idee. Op die manier zouden de geïnfecteerden het voorwerk kunnen doen en zouden minder mannen van de Fireflies zich hoeven op te offeren. Ze wenkte de groep dat ze dichterbij moesten komen. 
‘Ik heb een idee,’ begon ze. 
‘Oh god, nu komt het.’ 
Die grap kon gelukkig niemand waarderen. ‘We gaan die groep geïnfecteerden op het kamp afsturen. Als iedereen in bomen klimt, vormen de geïnfecteerden voor ons geen gevaar. Het enige wat we moeten doen is de groep geïnfecteerden lokken. Het is mijn idee, dus dat zal ik doen. Zodra de geïnfecteerden het kamp overvallen, volgt de grote groep, zodat we de rest van het plan voort kunnen zetten zoals besproken.’ 
De man die haar net nog belachelijk gemaakt had pakte zijn portofoon om contact te maken met de andere groepen. ‘Tom hier. Er is een wijziging van het plan.’ 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Hoe afgrijselijk het ook was, Dean was een overlever. Hoewel hij in zijn tijd met Charlotte echt wel dingen had geleerd, steeds beter begreep dat er ook nog menselijke emoties en gevoelens waren in deze wereld, kon hij die knop omzetten. En hij zette hem om. God, als Charlotte hem zo zag, zou ze het afgrijselijk vinden. Dat hij het vlees van iemand at die misschien wel een vriend van hem geweest was, die ene man in de auto die vriendelijk naar hem had geglimlacht. Of de vrouw die niet veel sprak, maar die hij daardoor misschien wel meer op prijs stelde dan de mensen die expliciet zeiden dat Dean erbij hoorde. Hij was blij dat Charlotte er niet was, dat ze niet mee was gegaan op deze missie. Niet alleen omdat ze dan waarschijnlijk dood was geweest nu, maar ook omdat hij niet wilde dat ze hem zo zag. Zijn mindset was nu compleet gericht op overleven en dat zou hij doen. Voor haar, maar ook omdat het nu eenmaal in zijn bloed zat. Ergens kon hij zich met deze mensen verbinden, al waren ze tegelijkertijd zo anders dan hij. Het enige dat ze gemeen hadden waren de tatoeages op hun lichamen, maar op hetzelfde moment was dat veel dieper dan dat. Deze mensen waren het echte uitschot van de wereld, ook voordat de wereld naar de klote ging al. Dit waren overlevers tot op het bot en in dat op zich begreep Dean ze. Hij was ook zo behandeld. Hij had ook jarenlang enkel overleefd. Hoewel hij nu meer zin in zijn leven had, al helemaal met de zwangerschap van Char, voelde hij zich ergens verbonden met deze mensen. En dat moest ook wel, want het afgrijzen dat hij voor deze groep voelde, moest hij verbergen onder die connectie. Het waren scharminkels, uitschot. Hun wapens waren gejat van Fireflies of van andere overlevers, Dean herkende het kleine insignia dat in de zijkanten gekrast was. Alles wat ze hadden was gestolen. Er waren geen kinderen, maar er waren wel een aantal vrouwen gearriveerd die duidelijk geboorte hadden gegeven. Hun borsten waren zwaar van de melk, maar er waren geen kinderen om te voeren. Mannen verdrongen zich om de dames en Dean kon zich nauwelijks voorstellen wat ze gingen doen. Toch was het echt zo dat ze zich verdrongen om de voedzame moedermelk te drinken, de sterkste eerst. Zelfs al had Dean gewild, had hij niets gekregen.
'Tijd om je te gaan bewijzen,' klonk de zware stem naast hem. Dean keek op. Geon lachte nog steeds, maar helemaal lekker voelde het niet. Dean kreeg een duwtje en alsof iemand er een seintje voor had gegeven, stapte verder iedereen een stuk naar achteren. Hierdoor ontstond een soort arena met hem in het midden.
'Wie durft?' Geon daagde ze uit en een van de mannen gaf gehoor aan de oproep. Dean kon de situatie direct inschatten. De man was namelijk net iets te groot en te breed om een gewoon lid van deze groep te zijn. Geon had hem uitgekozen om Dean op zijn plek te wijzen. Daar zou hij dus even niet in meegaan.
Quasi-verveeld rekte Dean zich uit. 'Is dat alles?' vroeg hij, 'ik dacht dat er wel meer mensen zouden zijn die zich tegen me willen bewijzen.' Hij glimlachte onschuldig, maar hij wist dat hij een gevoelige snaar raakte. Direct stapte er nog iemand naar voren. 'Denk je dat het twee tegen een nog zo makkelijk wordt, knul?'


@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



De regen had zo z’n voordelen. Het zorgde ervoor dat geluiden al snel overstemd werden door natuurlijke geluiden. Daarnaast zorgde de neerstortende regen ervoor dat ze minder snel zichtbaar waren, ze waren eerder donkere schimmen, amper te onderscheiden in de duisternis. Charlotte herinnerde zich dat ze zich vroeger geen moment veilig had gevoeld in het bos gedurende een onweersbui. Momenteel was dat wel haar laatste zorg. 
Haar groepsgenoten hadden zich in verschillende bomen gesetteld, hun wapens in de aanslag indien dat nodig zou zijn. Charlotte stond als enige nog op de grond, terwijl ze de geluiden om haar heen goed in de gaten hield. Er zat een grote uitdaging aan haar plan die ze niet geheel goed doordacht had: hoe zorgde ze ervoor dat zij gehoord werd door de geïnfecteerden, maar ongehoord door de groep psychopaten die Dean gegijzeld hadden? Zenuwen begonnen haar lichaam te infiltreren, maar ze was niet van plan hen de overhand te geven. Niet weer. Behoedzaam stapte Charlotte op de geluiden af, om uiteindelijk genoeg afstand te bewaren zonder direct opgemerkt te worden. Ze was ver genoeg van het kamp af om ongehoord te blijven. Daarnaast kon een enkel schot ook duiden op een verdwaalde overlevende die zichzelf probeerde te redden van een kudde geïnfecteerden. Het was een risico die Charlotte bereid was te nemen. Ze wist niet hoeveel er waren, maar hoopte op een redelijk aantal dat de groep kon overvallen. 
Geconcentreerd haalde Charlotte de demper van haar handwapen af, om die vervolgens in de wildernis te richten. Ze wachtte geen seconde, gunde zichzelf geen moment om te aarzelen. De kogel klonk ondanks de vele natuurlijke geluiden, luid. Charlotte hoorde in de verte hoe de geïnfecteerden gealarmeerd raakten van het geluid. Ze loste nog een kogel, om de monsters vervolgens haar kant op te lokken. Enkele meters van haar vandaan kon ze de schimmen onderscheiden, een teken voor haar om te vluchten. Ze nam niet de tijd om de demper opnieuw op haar wapen te plaatsen, wetende dat als ze ook maar een verkeerde stap zette, het haar einde kon betekenen. Zo hard als ze kon rende ze richting het kamp, tenminste, als ze de coördinaten van Jared moest geloven. Charlotte wierp een blik over haar schouders. De geïnfecteerden raakten achter. Ze durfde het niet aan om nog een schot te vuren, bang dat ze dan wel gehoord werd door de menselijke groep. Ze keek voor zich en zag iets verderop een dikke tak op de grond liggen. Ze griste deze van de grond, waarbij ze bijna onderuit gleed door de modder. Ze sloeg met de tak tegen een boom aan. Hard genoeg om gehoord te worden door de groep geïnfecteerden achter haar, maar te zacht om op grote afstanden waar te nemen. 
Ineens hoorde ze een geluid dat ze nog niet eerder gehoord had. Opnieuw wierp ze een blik over haar schouder, waarna ze onbedoeld een kreet uitsloeg. Ze draaide zich vluchtig om, vuurde een kogel af en rende verder, vluchtig op zoek naar een beklimbare boom. Het koste haar gevoelsmatig een seconde teveel om er een te vinden. Met alle energie die ze bezat sprintte ze eropaf. Wonder boven wonder gleed ze niet uit op de gladde vloer onder haar. Ze trok haarzelf omhoog aan een van de takken en wist niet hoe gauw ze verder naar boven moest klimmen om aan het weerzinwekkende monster te ontkomen. Met een overhaaste ademhaling wierp ze een blik op het beest dat nu half tegen de boom aan leunde. Ze had zoiets eerder gezien, maar nooit in het wild. Een geïnfecteerde wolf, ergens in het stadium tussen een Runner en een Clicker. Konden wolven klimmen? Hun vorige avontuur had laten blijken van niet. Voor nu was ze veilig. Ze probeerde haar rust terug te vinden en het vreemde geluid onder haar te negeren. Ze zag een oranje gloed, iets verderop. Een kampvuur, dat moest wel. Het was niet ver, ze moest er alleen voor zorgen dat de groep geïnfecteerden die zich onder haar begonnen te verzamelen die kant op zouden gaan. Maar hoe? Ze had geen apparaten bij zich die geluid maakten zonder dat zijzelf daar bij hoefde te zijn. Ze had haar walkietalkie, die haar overhandigt was toen zij de rol van het lokaas op zich kreeg. Zou dat voldoende zijn? Als ze het ver genoeg zou gooien, zouden de geluiden van het kamp het misschien overstemmen. Maar, was het genoeg om de aandacht van haarzelf af te halen? Het was het proberen waard. 
‘Charlotte hier,’ begon ze met een trillende stem. ‘Maak zoveel mogelijk geluid door de walkietalkie, over,’ sprak Charlotte in een amateuristische poging om op de juiste manier te spreken door zo’n apparaat. Zonder op een respons te wachten gooide ze het voorwerp weg, maar haar plan faalde op verschillende manieren. Er klonk geen geluid en zelfs als het dat wel deed, was het niet genoeg om de aandacht van de geïnfecteerden te vangen. Daarnaast was Charlotte geen krachtpatser en kwam het apparaatje lang niet zo ver als ze gehoopt had. God. Kwam zij weer met haar goede ideeën. Ze had haarzelf opnieuw in de nesten gewerkt en nu was er geen Dean die haar kon redden. Ze had hèm moeten redden, verdomme. Waarom gebeurde dit keer op keer opnieuw? 
Plotseling klonk er een gigantische knal. Ze wist niet of ze het zich verbeelde, maar het leek de grond haast te doen trillen. Ondanks de stortregen, zag ze verderop een lichte brand ontstaan. De korte explosie had de aandacht van de geïnfecteerden onder haar weten te pakken. Een granaat. Hoewel het duidelijk was dat ze een aanval gepland hadden, zou de relatief grote groep geïnfecteerden wel voor een verrassingseffect zorgen.


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Dat Dean ze uitgedaagd had, werd op prijs gesteld. Het gejoel werd luider nu twee tegenstanders zich klaar maakten om Dean van kant te maken. De tweede was misschien niet zo groot als zijn eerste tegenstander, maar zeker geen makkelijke vijand. Dean wachtte af tot het startsein gegeven werd. Dat deden de andere twee ook en Geon stond na te denken. Een nare glimlach verscheen op zijn gezicht. 'Ik verander de regels,' zei de grote leider van deze groep.
Gejoel klonk op, maar het bedaarde al snel. Geon vervolgde: 'In plaats van een strijd tot opgeven, maak ik er een gevecht tot de dood van. Geen wapens, alleen vuisten. Moge de sterkste overleven.'
Een oorverdovend gejuich klonk op. Geon stak zijn handen uit, overduidelijk om de wapens in beslag te nemen die de drie mannen in de ring droegen. Ietwat twijfelend pakte Dean zijn pistolen en een mes, legde deze in de hand van de leider en zag hoe zijn tegenstanders hetzelfde deden. Hij had nog een mes in zijn laars, maar was niet van plan die in te leveren. Koste wat kost zou hij dit overleven, ook als het betekende dat hij zich niet aan de regels hield. Hij betwijfelde of de andere twee ook geheel ongewapend zouden zijn.
'Begin!' donderde Geon, waarna alle gedachten en twijfels op standbye gingen. Dean zette zijn voeten licht neer, zodat hij snel aan de kant kon springen wanneer nodig. Hij kreeg even flashbacks naar de uren die hij met Charlotte had doorgebracht in de ring bij de Fireflies. De moeizame uren die ze samen getraind hadden. Soms beter, soms minder goed. De keren dat Jane had ingebroken in hun trainingen. Maar vooral de uren die hij koesterde, waarin hij het vuur in haar ogen had gezien omdat ze per sé beter wilde worden.
Het was anders nu. Niet alleen had hij twee tegenstanders, ze waren groter en sterker dan Charlotte. Toch, Dean voelde dat hij in het voordeel was. Zijn training was vele malen beter dan die van zijn tegenstanders en hij was sneller. Hoewel hij twee maanden geleden nog zwaargewond was geweest, was Dean echt al wel weer op niveau om deze twee mannen te verslaan. Tenminste, dat dacht hij. Een gevecht tot de dood was zwaar. Geen gebruik van wapens betekende dat hij met zijn blote handen twee mannen om het leven moest brengen om hier levend uit te komen. Al vermoedde Dean dat Geon het gevecht zou stoppen wanneer Dean te dicht bij het doden van zijn mannen kwam. Een klein sprankje hoop.
Hij moest snel opzij duiken toen zijn eerste tegenstander op hem sprong. Direct werd duidelijk dat Dean sneller was en het tweetal niet op elkaar ingespeeld was. De tweede man deed ook een uitval, maar liet ruimte voor Dean om ook dit te ontwijken. In de ontwijkende beweging wist Dean een rake klap tegen het achterhoofd van zijn tegenstander uit te delen, die enkele aanmoedigende kreten teweegbracht.
Herpositioneren. Klaarmaken voor een aanval. Dean sprong net naar voren toen een oorverdovende knal klonk. Iedereen was er direct door afgeleid. In de stromende regen voelde hij de grond trillen. Granaat, aan de explosie te zien. Vrij dichtbij. Wat betekende dat? Hadden de Fireflies een aanval geopend?
Dean had niet opgelet, niemand had opgelet. De tweede man in de ring deed een uithaal en raakte hem gemeen tegen de schouder, maar Geon greep in en trok de vechtersbaas van Dean af. 'We hebben grotere zorgen,' siste de leider, die moeiteloos afstand creërde tussen het tweetal door een van hen aan de kant te gooien.
Grotere zorgen waren het inderdaad. Door de stromende regen heen hoorde Dean een klikkend geluid. En hij was niet de enige die het hoorde, aan de gezichten van de andere mannen hier te zien. Hij greep zijn andere wapens van de grond. De granaat was één ding, geïnfecteerden was iets anders. De Fireflies wilden wraak, dat was duidelijk. Blijkbaar wisten ze niet dat Dean het overleefd had. Of het boeide ze niet.
De Clickers naderden snel. Een grote groep, genoeg om een groot deel van deze groep wilden bezig te houden. Dean incluis. Hij had geluk dat er nog kogels in zijn pistolen zaten na het gevecht van eerder die dag, want hij had ze nu hard nodig.
Er klonk meer geluid. Vanaf een zijkant werden ze benaderd door een andere groep. Ze vielen in in de strijd die gevoerd werd met de geïnfecteerden en Dean herkende al snel een aantal gezichten. Fireflies. Opluchting overspoelde hem. Ze waren gekomen om wraak te nemen, misschien wel een reddingsactie op te zetten. Dat vrijwel iedereen dood was, op een paar gevangenen voor vers vlees na, liet hij maar even achterwege.
Zijn opluchting werd al snel weggedrukt toen hij zich realiseerde dat de Fireflies hem niet snel herkenden in de massa met getatoeëerde mannen. Hij moest hier weg, voordat hij geraakt zou worden door een wilde kogel. Dat gevoel werd alleen maar versterkt toen hij iets verderop een bos donker haar onderscheidde. Een onmiskenbaar figuur. Charlotte. Wat deed ze hier? Paniek borrelde op. Wat als ze geraakt werd? Hij moest naar haar toe, zo snel mogelijk.

@Amarynthia 
Amarynthia
Internationale ster



Voor een aantal tellen bleef Charlotte zich vastklampen aan de boom. Het heldhaftige gevoel van eerder die avond was in haar schoenen gezonken. De geïnfecteerde wolf had haar compleet van slag gemaakt en ineens twijfelde ze aan het hele plan. De geïnfecteerden droegen bij aan een verrassingseffect, maar het was ook een obstakel. Die monsters kozen geen kant. Zij konden hen evengoed aanvallen. Daarnaast wist ze niet in wat voor staat Dean was. Wat als hij bewusteloos was? Zwaargewond of met geen munitie om zichzelf te verdedigen in een gevecht tegen de geïnfecteerden en een stel getatoeëerde gekken. 
‘Waar wacht je nog op?’ werd er vanaf beneden geroepen, waarbij een zaklicht op haar geschenen werd. ‘Schiet op, we kunnen iedereens hulp gebruiken!’ 
Hij had gelijk. Daarbij kon ze Dean niet laten wachten. Ze moest weten of het goed met hem was. Onbewust gleed haar hand naar haar buik. Ze wilde het kindje niet alleen opvoeden. Dat kon ze niet. 
Eenmaal uit de boom rende ze op het geluid af. Ook in het gebied rondom het kamp was de chaos losgebarsten. Er klonken vele vuurschoten en dat zette de omgeving in rep en roer. Een verloren Runner kwam van rechts op haar afgerend en wonder boven wonder wist ze deze met een schot tot stilstand te brengen. Precies wat ze nodig had. Een zelfvoldaan gevoel trok door haar lichaam, een zetje in de juiste richting. Ze kon dit. Ze had hard getraind voor dit soort momenten. Ze was niet meer aan haar lot overgelaten, ze kon voor haarzelf én voor Dean vechten. 
Zodra ze het kamp betrad werd ze tot stilstand gebracht. Het kamp bevond zich op een redelijk open plek, met hier en daar een willekeurige boom. Mensen lagen schreeuwend van de pijn op de grond, terwijl hongerige geïnfecteerden over hen heen gebogen zaten om een stuk van hun vlees af te rukken. Anderen zakten op de grond neer door een doeltreffend schot. In de grote chaos was een groot vuurregen ontstaan. Mensen verscholen zich achter tafels en andere obstakels om niet geraakt te worden, maar werden vervolgens belaagd door een geïnfecteerde die hondsdol door het slagveld heen rende. Iets verderop zag ze hoe de geïnfecteerde wolf zijn bek in de schouder van een van de Fireflies zette. 
Charlotte werd plots bij haar pols gegrepen en weggetrokken om zich te kunnen verschuilen achter een boom. Het was een van de mannen uit haar groep. ‘Nooit in het open veld staan, niks maakt je kwetsbaarder dan dat.’ 
Iets aan dit hele slagveld ontzette haar. Ze had vaker mensen zien overlijden, maar niet eerder had ze gezien hoe mensen elkaar wilden afmaken. En nu zou ze het zelf moeten doen. Het doden van een geïnfecteerde was een ding, het afmaken van een levende ziel was iets compleet anders. 
De man leek haar inzinking door te hebben. ‘Kun je dit? Wij kunnen je niet beschermen. Vlucht, of vecht.’ 
Zonder er compleet achter te staan, knikte ze. Ze nam haar handpistool met twee handen vast en haalde diep adem. Ze hurkte neer en keek vervolgens vlug achter de boom vandaan om het kamp nogmaals te bestuderen. Ze begreep wel waar de vooroordelen omtrent Dean vandaan kwamen. Zelfs zij herkende hem niet direct in de grote groep getatoeëerde mannen, helemaal niet nu de regen details vertroebelde. 
Een van hen kreeg haar in het vizier en net op tijd dook ze weg voor een kogelregen. Zodra deze stopte draaide ze zich terug om hem hetzelfde terug te geven. Wonder boven wonder was een van de vijf kogels nog raak ook. Maar goed ook, want direct moest ze overeind komen voor een geïnfecteerde die haar kant op rende. Nog geen twee meter van haar vandaan viel het monster neer, maar niet vanwege haar toedoen. Ze keek opzij en zag een van de Fireflies haar een kort seintje geven, waarna hij zich weer focuste op zijn omgeving. Nog steeds geen Dean. 
Zonder er nog een keer over na te denken, rende ze weg achter de boom vandaan. Ze kon horen hoe enkele kogels haar achtervolgden. Ze liet zich er niet door afleiden tot ze bij de volgende boom was aangekomen. Weer keek ze om het hoekje, maar nog steeds onderscheidde ze hem niet tussen alle anderen. Nog een boom verder. En nog een. Tot ze uiteindelijk aan de andere kant van het kamp stond. Er stonden minder mensen overeind dan hiervoor. Het was een hevige strijd, waarbij met name de geïnfecteerden hun laatste loodjes moesten afleggen. Op wat Clickers en de wolf na waren zij vrijwel allemaal uitgeschakeld. Kon ze dat maar zeggen over de getatoeëerde mannen. Godzijdank waren zijzelf ook met veel en nog altijd in de meerderheid. 
Ineens zag ze hem. Dean, ergens te midden van alle chaos. Ze moest het gevoel onderdrukken om op hem af te rennen. In plaats daarvan besloot ze hem dekking te geven op een afstandje. Ze liet verschillende kogels los, waarvan een minderheid raak was en zelfs een dodelijk. Het moment dat de gespierde man in elkaar zakte daagde het haar dat hij de eerste was die ze vermoord had. De eerste persoon wiens leven eindigde door haar toedoen. Het was een kort moment van realisatie die ze later wel meer tijd zou geven. Blijkbaar had ze iemand flink ontzet met haar actie die niet onopgemerkt was gebleven. De persoon in kwestie leek woest en kwam al schreeuwend haar kant op sprinten. Charlotte nam hem in haar vizier en loste enkele kogels om hem te stoppen, maar na een drietal afgevuurd te hebben hoorde ze het akelige geluid van een leeg magazijn. Hoewel ze nog een extra voorraad bij zich droeg, had ze geen tijd om deze te herladen. Uit reflex liet ze haar pistool vallen en greep ze naar haar dolk. Net op tijd wist ze aan de kant te springen en daarmee te voorkomen dat ze onderuit gebeukt zou worden. Razendsnel draaide de man zich om en haalde hij uit met zijn eigen dolk. Hoewel Charlotte opnieuw een snelle sprong maakte, sneed het mes langs haar sleutelbeen. Hij haalde meerdere keren uit, waardoor Charlotte er niet eens aan toe kwam om zelf aan te vallen. Eenmaal haalde hij uit naar haar buik, wat ze net op tijd wist te stoppen door haar onbewapende arm er tussen te stoppen en daarmee een snee op te vangen. Een beschermend gevoel kwam omhoog en ze wachtte niet langer op een aanval. Ze dook onder de eerstvolgende aanval door om vervolgens de dolk in bovenarm te steken. De man sloeg een luide kreet uit, terwijl Charlotte haar mes opnieuw in zijn vlees stak, deze keer op een crucialere plek. Het lemmet stak tussen zijn ribben door zijn borst en de man zakte door zijn benen. Ze trok haar mes terug en zette vlugge stappen achteruit om niet alsnog geraakt te worden in een laatste reflex van de doodgaande man. 
Buiten adem keek ze om haar heen en zag ze een geïnfecteerde haar kant op rennen. Doordat ze haar pistool had laten vallen moest ze het doen met haar dolk. Daarnaast moest ze ook opletten dat ze niet geraakt zou worden door een kogel van een van de mensen om haar heen. Hoewel ze de winnende hand leken te hebben, voelde Charlotte zich uitgeput. Er leek geen einde aan te komen. Toch positioneerde ze zich, klaar om een nieuwe aanval tegen te gaan. 


@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Hoe graag Dean haar ook wilde bereiken, Charlotte was op dit moment buiten zijn bereik. Het duurde lang voordat zij hem ook zag, maar de afstand tussen hen was op dit moment te groot. Te veel vijandige wezens tussen hen in. Te veel tatoeages om Dean te onderscheiden van de vijand. Hoe kon hij in godsnaam in minder dan een seconde aan de Fireflies duidelijk maken dat hij bij hen hoorde, niet bij de vijand? Er was geen enkele manier waarmee hij zich tijdig zou kunnen onderscheiden van reguliere mannen met tatoeages die elkaar om zeep probeerden te helpen. Nee, dat werd niets.
Een kogel vloog langs zijn hoofd, boorde zich vlak achter hem in een vijand. Even nam de verbazing de overhand, maar Dean realiseerde zich direct dat Charlotte hem te hulp was geschoten van een afstand. En nu was het zijn beurt om haar te helpen, want het leek erop dat ze de aandacht had getrokken van zowel de geïnfecteerden als de menselijke vijand. In haar eentje zou ze het waarschijnlijk niet redden, al had ze haar collega-Fireflies om haar te hulp te schieten. Dat was anders.
Hij begon te rennen. Iets anders kon hij niet doen. Hij ontweek de gevechten om hem heen zo veel mogelijk, maar werd meer dan eens gedesoriënteerd door mensen die tegen hem aan knalden. De tatoeages hadden als enige voordeel dat de vijanden van de Fireflies hem niet snel herkenden als een Firefly. Dat gaf hem net de kostbare seconde om zijn eigen leven te redden en een kogel door de kop van zijn tegenstander te jagen. Een geluk bij een ongeluk.
Waar was Charlotte? Hij was haar uit het oog verloren en terwijl hij zoekend rondkeek, voelde hij hoe een kogel zijn arm schampte. Hij draaide zich naar de schutter toe, herkende de man als één van de Fireflies. De man herkende hem niet direct, maar Dean stak zijn handen op en riep diens naam. Daardoor twijfelde de Firefly en uiteindelijk leek hij Dean te herkennen. Met een verontschuldigend gebaar draaide hij zich af en hij begaf zich weer terug het gevecht in.
Wat als Dean de man niet had kunnen verrassen door zijn naam te zeggen? Als hij de naam niet had geweten? Dan was hij zeker weten dood geweest. Na al die maanden had hij nog steeds geen tag. Geen ketting met het identiteitskaartje. Geen herkenningspunt. Het was een voordeel geweest omdat de getatoeëerden hem niet direct als een buitenstaander zagen, maar een nadeel nu.
Eindelijk zag hij haar, een stuk dichterbij dan zojuist. Van een afstand richtte hij zijn wapen en met een perfect schot raakte hij de geïnfecteerde die de aanval in had gezet op zijn vriendin. Het mormel stierf ter plekke en Charlotte was weer even veilig. Datzelfde kon hij niet van zichzelf zeggen, want links van hem klonk een klikkend geluid dat razendsnel dichterbij kwam en voor hij had doorhad rolde Dean al de over de grond, nog net de smerige bek van de geïnfecteerde bij zijn lichaam vandaan houdend. Het was op dat moment dat hij zich realiseerde dat dit geen normale geïnfecteerde was, maar een dier. Een wolf, leek het. Beelden flitsten door zijn hoofd. De hond die hij en Char maanden geleden hadden gevonden. De wolven die hem nog niet al te lange tijd geleden hadden aangevallen en bijna om het leven hadden gebracht. En nu een combinatie van die twee? Hoe veel erger kon het eigenlijk nog worden?
Er was geen tijd voor angst, verstijven of nadenken over wat dit betekende. Dit was maar een wolf, geen roedel. Of in ieder geval, hij werd niet door de hele roedel aangevallen. Dat was een positief iets, in ieder geval.
De tanden van het beest klapten op elkaar vlak voor Dean zijn gezicht. De klauwen deden zijn best om de net geheelde huid weer open te rijten. Dean voelde hoe de spanning op zijn littekens stond, alsof de wonden ieder moment weer open konden splijten. Mes. Ongecontroleerd greep hij het wapen uit zijn laars en ramde het met alle kracht in zijn lichaam tussen de ribben van het dier. Het doodde de wolf niet, maar gaf Dean wel de kans om het dier van zich af te gooien. De wolf landde anderhalve meter verder met een raar, klikkend gejank. Dean krabbelde overeind, mes in de ene hand en pistool in de andere. Nu hij het beest goed kon zien, zag hij pas hoe ongelofelijk gevaarlijk het was.


@Amarynthia wanna like, try to revive this thing?
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste