Demish schreef:
Naylene had wel waarheid in haar woorden laten klinken. Ze had gezegd dat ze Ashton wel beter had willen leren kennen en dat ze bevriend met hem wilde blijven, ondanks dat ze geen behoefte had aan verdere, romantische intenties vanuit hem. Meestal nam Ashton die woorden met een korreltje zout. Mensen gebruikten dat soort woorden eerder om er veilig van af te komen. Niemand wilde écht vrienden blijven. Tenminste, dat had Ashton gedacht. Daarom had het hem best verbaasd dat Naylene hem had gevraagd om bij haar te komen eten als ze klaar was met werk.
Het was één van de laatste avonden voordat hij weer zou vertrekken voor de tour. Dit keer zouden ze naar Australië gaan. Daar zouden ze shows spelen in Sydney en Melbourne en vervolgens zouden ze nog reizen naar Zuid-Amerika. Die gedachte deed Ashton erg goed, omdat hij meteen moest denken aan hun optreden in Rio vorig jaar. Dat was echt een mijlpaal voor hen geweest. Op festivals spelen waar andere, grote bands ook hadden gestaan. Nu zouden ze hun eigen show spelen in Mexico en in een ander deel van Brazilië. Daarna was het al bijna zover: hun derde album zou tegen einde van juni aan worden gereleased. Er stond zoveel op het programma en Ashton kon niet wachten om er aan te beginnen. Voor nu kon hij echter nog genieten van een rustige avond met Naylene.
Naylene was zelf net thuis geweest toen Ashton aan had gebeld. Ze bleef hem weer verrassen, want dit keer kreeg hij haar te zien in de kleding die ze voor haar werk aan had. Een broekpak, een blouse en zelfs wat make-up op haar gezicht. Weer een andere Naylene. De make-up verdween echter al snel van haar gezicht, waar ze zich toch iets comfortabeler bij leek te voelen.
Ze zaten nu samen op de bank, beide met een glas wijn in hun handen die Naylene uit had gekozen. Naylene had hem het menu gegeven van het restaurant waar ze had besteld. Ze had het over een proeverij gehad, waar veel verschillende gerechten in een wat kleinere vorm werden aangeboden. ‘Als we de tijd nemen om met elkaar te eten op kantoor, bestellen we vaak zoiets. Al is het meestal ieder voor zich,’ had ze hem verteld. Ashton was erg nieuwsgierig naar Naylene haar werk. Het was zo anders dan anders, en nog steeds behoorlijk indrukwekkend dat iemand van haar leeftijd het al zo ver had geschopt in die specifieke industrie.
Ashton had echter moeite om zich volledig te focussen op het gesprek dat hij aan het voeren was met Naylene. Tijdens hun hike samen had haar hond hem al in de gaten gehouden en dat was nu niet anders. Watts lag misschien aan de andere kant van de kamer, maar zijn donkere ogen hielden Ashton erg goed in de gaten. Te goed. Hij was zelfs een keer overeind gekomen toen Ashton enthousiast had verteld over iets wat er op tour was gebeurd en zijn stem had verhoogd en met zijn handen had gezwaaid.
‘Naylene,’ stopte Ashton haar in haar verhaal. Ze had het gehad over de zaak waar ze nu mee bezig was. Ondanks dat hij het interessant vond, wilde hij haar toch wel meedelen dat haar hond zich heel vreemd gedroeg. ‘Jouw hond blijft me steeds aanstaren. Hij houdt me in de gaten.’
Naylene keek naar de roodharige labrador en vervolgens naar Ashton. Daarna klopte ze met haar hand op de bank, waardoor Watts overeind kwam en naar haar toe liep. ‘Hij moet nog een beetje aan je wennen, ja toch Wattsie?’
Ashton trok zijn wenkbrauwen op. Hij had wel meer honden meegemaakt in zijn leven, maar hij was nog nooit zo bestudeerd door eentje. Naylene kende haar hond echter het beste, dus zij zou vast wel weten of hij inderdaad nog aan Ashton zijn aanwezigheid moest wennen. ‘Het is tenminste niet zo erg als toen ik Calum zijn hond voor het eerst zag.’
‘Wat gebeurde er dan?’ vroeg Naylene aan hem, waarna ze een slok van haar wijn nam.
‘Ik wist niet dat hij een hond had gehaald?’ Begon Ashton zijn verhaal. Hij nam nog een slok van zijn wijn en zette vervolgens het glas aan de kant, zodat hij zijn handen vrij had om zijn verhaal wat illustraties te geven. ‘Ik weet nog dat ik net geluncht had en Cal vroeg of ik langs wilde komen voor lunch. Ik vertelde hem al dat het niet nodig was, maar dat ik hoe dan ook wel even langs wilde komen om iets te gaan doen samen. Dus ik rijd er naar toe, al had ik er ook best naar toe kunnen lopen want het is niet eens zo heel erg ver weg.’ Ashton gebaarde met zijn handen dat het er eigenlijk ook niet toe deed. ‘Toen ik daar aan kwam, kon ik Calum niet vinden. Maar er stond wel een fluffy ding, zijn hond, midden in de kamer? En Calum komt binnen, dus ik wijs er naar en vraag: “Wat is dat?” en Calum staat daar gewoon en zegt: “Dat is mijn hond, Duke.” Kun je dat geloven? Alsof ik had moeten weten dat hij een hond had gehaald!’ Ashton begreep Calum op vele vlakken, maar hij kon niet precies voorspellen wat zijn beste vriend zou gaan doen. Laat staan dat hij had kunnen voorzien dat Calum opeens een hond in zijn huis had!
Naylene moest lachen om zijn verhaal, wat misschien wel meer kwam door hoe hij het vertelde dan wat hij precies aan haar vertelde, maar het maakte hem niet uit. ‘Maar Duke is great, echt. En Cal houdt erg veel van hem.’ Soms dacht Ashton zelfs dat dat de enige liefde was die er toe deed in Calum zijn leven. ‘Maar ik houd meer van grote honden, zoals Watson.’ Ashton stak zijn hand uit naar de labrador, maar Watts leek er niet veel van te willen weten, want hij draaide zich om en ging vervolgens naast Naylene, op de grond liggen. ‘Ik denk niet dat hij me zo aardig vindt.’
Naylene had wel waarheid in haar woorden laten klinken. Ze had gezegd dat ze Ashton wel beter had willen leren kennen en dat ze bevriend met hem wilde blijven, ondanks dat ze geen behoefte had aan verdere, romantische intenties vanuit hem. Meestal nam Ashton die woorden met een korreltje zout. Mensen gebruikten dat soort woorden eerder om er veilig van af te komen. Niemand wilde écht vrienden blijven. Tenminste, dat had Ashton gedacht. Daarom had het hem best verbaasd dat Naylene hem had gevraagd om bij haar te komen eten als ze klaar was met werk.
Het was één van de laatste avonden voordat hij weer zou vertrekken voor de tour. Dit keer zouden ze naar Australië gaan. Daar zouden ze shows spelen in Sydney en Melbourne en vervolgens zouden ze nog reizen naar Zuid-Amerika. Die gedachte deed Ashton erg goed, omdat hij meteen moest denken aan hun optreden in Rio vorig jaar. Dat was echt een mijlpaal voor hen geweest. Op festivals spelen waar andere, grote bands ook hadden gestaan. Nu zouden ze hun eigen show spelen in Mexico en in een ander deel van Brazilië. Daarna was het al bijna zover: hun derde album zou tegen einde van juni aan worden gereleased. Er stond zoveel op het programma en Ashton kon niet wachten om er aan te beginnen. Voor nu kon hij echter nog genieten van een rustige avond met Naylene.
Naylene was zelf net thuis geweest toen Ashton aan had gebeld. Ze bleef hem weer verrassen, want dit keer kreeg hij haar te zien in de kleding die ze voor haar werk aan had. Een broekpak, een blouse en zelfs wat make-up op haar gezicht. Weer een andere Naylene. De make-up verdween echter al snel van haar gezicht, waar ze zich toch iets comfortabeler bij leek te voelen.
Ze zaten nu samen op de bank, beide met een glas wijn in hun handen die Naylene uit had gekozen. Naylene had hem het menu gegeven van het restaurant waar ze had besteld. Ze had het over een proeverij gehad, waar veel verschillende gerechten in een wat kleinere vorm werden aangeboden. ‘Als we de tijd nemen om met elkaar te eten op kantoor, bestellen we vaak zoiets. Al is het meestal ieder voor zich,’ had ze hem verteld. Ashton was erg nieuwsgierig naar Naylene haar werk. Het was zo anders dan anders, en nog steeds behoorlijk indrukwekkend dat iemand van haar leeftijd het al zo ver had geschopt in die specifieke industrie.
Ashton had echter moeite om zich volledig te focussen op het gesprek dat hij aan het voeren was met Naylene. Tijdens hun hike samen had haar hond hem al in de gaten gehouden en dat was nu niet anders. Watts lag misschien aan de andere kant van de kamer, maar zijn donkere ogen hielden Ashton erg goed in de gaten. Te goed. Hij was zelfs een keer overeind gekomen toen Ashton enthousiast had verteld over iets wat er op tour was gebeurd en zijn stem had verhoogd en met zijn handen had gezwaaid.
‘Naylene,’ stopte Ashton haar in haar verhaal. Ze had het gehad over de zaak waar ze nu mee bezig was. Ondanks dat hij het interessant vond, wilde hij haar toch wel meedelen dat haar hond zich heel vreemd gedroeg. ‘Jouw hond blijft me steeds aanstaren. Hij houdt me in de gaten.’
Naylene keek naar de roodharige labrador en vervolgens naar Ashton. Daarna klopte ze met haar hand op de bank, waardoor Watts overeind kwam en naar haar toe liep. ‘Hij moet nog een beetje aan je wennen, ja toch Wattsie?’
Ashton trok zijn wenkbrauwen op. Hij had wel meer honden meegemaakt in zijn leven, maar hij was nog nooit zo bestudeerd door eentje. Naylene kende haar hond echter het beste, dus zij zou vast wel weten of hij inderdaad nog aan Ashton zijn aanwezigheid moest wennen. ‘Het is tenminste niet zo erg als toen ik Calum zijn hond voor het eerst zag.’
‘Wat gebeurde er dan?’ vroeg Naylene aan hem, waarna ze een slok van haar wijn nam.
‘Ik wist niet dat hij een hond had gehaald?’ Begon Ashton zijn verhaal. Hij nam nog een slok van zijn wijn en zette vervolgens het glas aan de kant, zodat hij zijn handen vrij had om zijn verhaal wat illustraties te geven. ‘Ik weet nog dat ik net geluncht had en Cal vroeg of ik langs wilde komen voor lunch. Ik vertelde hem al dat het niet nodig was, maar dat ik hoe dan ook wel even langs wilde komen om iets te gaan doen samen. Dus ik rijd er naar toe, al had ik er ook best naar toe kunnen lopen want het is niet eens zo heel erg ver weg.’ Ashton gebaarde met zijn handen dat het er eigenlijk ook niet toe deed. ‘Toen ik daar aan kwam, kon ik Calum niet vinden. Maar er stond wel een fluffy ding, zijn hond, midden in de kamer? En Calum komt binnen, dus ik wijs er naar en vraag: “Wat is dat?” en Calum staat daar gewoon en zegt: “Dat is mijn hond, Duke.” Kun je dat geloven? Alsof ik had moeten weten dat hij een hond had gehaald!’ Ashton begreep Calum op vele vlakken, maar hij kon niet precies voorspellen wat zijn beste vriend zou gaan doen. Laat staan dat hij had kunnen voorzien dat Calum opeens een hond in zijn huis had!
Naylene moest lachen om zijn verhaal, wat misschien wel meer kwam door hoe hij het vertelde dan wat hij precies aan haar vertelde, maar het maakte hem niet uit. ‘Maar Duke is great, echt. En Cal houdt erg veel van hem.’ Soms dacht Ashton zelfs dat dat de enige liefde was die er toe deed in Calum zijn leven. ‘Maar ik houd meer van grote honden, zoals Watson.’ Ashton stak zijn hand uit naar de labrador, maar Watts leek er niet veel van te willen weten, want hij draaide zich om en ging vervolgens naast Naylene, op de grond liggen. ‘Ik denk niet dat hij me zo aardig vindt.’