Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Hey, everybody!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
13 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina:
O // A fire in the night
Daynty
Internationale ster



Terwijl de mannen aan het praten waren over de deserteur en de Enyx maakte Leira dankbaar van de gelegenheid gebruik om zich stilletjes op de achtergrond te houden, terwijl ze zich dwong om routineus happen eten haar mond in te schuiven. De aanwezigheid van de soldaten had zo’n knoop in haar maag gelegd dat de honger op slag was verdwenen, maar ze wist dat het gevoel onherroepelijk terug zou keren als de zenuwen eenmaal waren gaan liggen. 
Leira liet de vork bijna uit haar hand vallen toen Raphael plots suggereerde dat het misschien wel zo was dat de deserteur een lid van de Ravengarde was. Een fractie van een seconde kon ze de schrik niet van haar gezicht weren, maar gelukkig leken de soldaten net zo verbijsterd om deze nieuwe wending dan zijzelf. Raphaels blik stelde haar slechts voor een beetje gerust. Waarom zou hij de soldaten dit stukje informatie geven? Het was niet zomaar een gerucht dat hij de wereld in hielp, het was de waarheid. 
Door de gedachten die door haar hoofd maalden, drong het niet meteen tot Leira door dat Meran zich weer tot haar richtte. Ze staarde naar het prutje van groente en aardappelpuree op haar bord, peinzend over waarom Raphael ze een stukje informatie had gegeven. De mannen waren al nieuwsgierig en brutaal genoeg zonder dat hij interessante dingen met ze deelde. 
Onder de tafel stootte Raphael met zijn knie tegen de hare. Geschrokken keek ze op, recht in Merans vragende ogen. Koortsachtig groef ze in haar geheugen naar hetgeen dat hij vlak daarvoor gevraagd had, maar haar hoofd bleef leeg. 
‘Het spijt me’, verontschuldigde ze zich met een lachje dat hen hopelijk afleidde. ‘Wat zei je?’
‘Ik vroeg waar u naartoe moet.’ Hoewel Meran zijn vraag geduldig herhaalde, stonden de ogen van Adrian naast hem scherper, alerter. Dat is vast gewoon hoe hij kijkt, probeerde ze zichzelf gerust te stellen. Immers keek Raphael ook vaak genoeg alsof hij iets of iemand wilde slaan terwijl dat niet zo was. 
‘Ik ben op weg naar het zuiden.’ Leira ging iets rechterop zitten en nam haar bestek weer goed vast. ‘Naar Aslan.’ Bezorgd keek ze op naar de soldaat tegenover haar. ‘Denkt u dat de verrader ook die kant op zal gaan?’
Meran haalde zijn schouders op. ‘Dat is niet te zeggen. Maar wij moeten toevallig naar een controlepost zo’n zeventig kilometer ten zuiden van hier. U zal daar ook langskomen als u naar het zuiden moet. Wij zouden met u kunnen reizen en u kunnen verzekeren van een veilige reis, in ieder geval tot de controlepost.’
Leira sneed rustig een stuk vlees op haar bord in kleinere stukjes, terwijl ze zorgvuldig overwoog hoe ze Merans aanbod het beste af kon wijzen. Nog twee of drie dagen opgescheept zitten met de soldaten konden Raphael en vooral zijzelf absoluut niet gebruiken. Raphael zou zich er prima mee redden, maar het bewaren van haar kalmte ging haar nu al moeilijk af. Hoe langer de soldaten bij hen rond bleven hangen, hoe groter de kans was dat ze zich versprak, dat de leugen niet meer klopte of ze Raphael per ongeluk bij zijn echte naam aansprak. Alleen al de gedachte daaraan maakte haar benauwd. 
‘Dat is een erg attent aanbod.’ Tot haar opluchting sprong Raphael in de stilte die dreigde te vallen. ‘Maar ik ben prima in staat vrouwe Keyra te beschermen.’ 
Leira knikte meteen. ‘Ricard is de beste.’ Hopelijk zou Meran terugschrikken door de indruk dat hij Raphael beledigd had met het voorstel. Maar hij glimlachte enkel verontschuldigend. 
‘Het was niet mijn bedoeling u te beledigen, maar als het inderdaad een Enyx of zelfs een Ravengardelid is die rondzwerft… Zij zijn niet voor niets de elitesoldaten van het rijk. Ik twijfel er niet aan dat uw vaardigheden uitmuntend zijn, maar het tegen iemand van de Ravengarde opnemen is iets heel anders.’
Raphael hield zijn hoofd iets schuin en keek Meran onbewogen aan. ‘Wil u suggereren dat drie gewone voetsoldaten een gardist wel aan zouden kunnen?’
In Merans kaak vertrok een spiertje en hij klemde zijn bestek steviger vast. Leira legde kort haar hand op Raphaels onderarm en glimlachte naar Meran. ‘Vier man kunnen uiteraard meer bescherming bieden dan één man kan’, zei ze. ‘En het is een verleidelijk aanbod, maar ik kan het niet aannemen. Reizen met een escorte van drie soldaten gaat volledig in tegen de wensen van mijn verloofde en zijn familie. Dat zou namelijk alles behalve onopvallend zijn.’

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Hoe arrogant durfden ze te zijn? De drie mannen herkenden nog niet eens een Enyx als hij recht voor hun zat, hoe dachten ze in vredesnaam een vrouw te beschermen tegen een gardist? Het was Raphael wel duidelijk dat het drietal alleen maar over de Ravengarde gelezen hadden, maar nog nooit van hun leven een man in de zwarte wapenuitrusting daadwerkelijk hadden gezien of meegemaakt.
De hand op zijn onderarm verbaasde hem en haalde hem direct uit zijn negatieve gedachten. Het kalmeerde hem direct en gaf hem de milliseconde die hij nodig had om zijn emoties weer onder controle te krijgen. Binnen een fractie van een seconde was hij weer kalm en stoïcijns, terug in zijn rol.
'Ik begrijp de wens van uw verloofde volkomen, vrouwe,' antwoordde Meran, 'maar ik kan mij niet voorstellen dat hij er tegen zou zijn dat u extra bescherming krijgt, van soldaten van het rijk zelfs.'
Het vervelende was dat de soldaat bijna een punt had. Bijna. Leira leek in ieder geval even niet te weten wat ze moest zeggen, dus het was weer Raphael zijn beurt om in te springen. 'We kunnen op dit moment natuurlijk niet precies weten wat de verloofd van vrouwe Keyra van uw idee vindt,' zei hij diplomatiek, 'maar een escorte van drie soldaten zal, zoals de vrouwe zegt, zeer opvallend zijn en misschien zelfs extra ongewenste aandacht aantrekken. Daarbij denk ik dat jullie vaardigheden...' Hij knikte even naar alle drie de soldaten, 'veel beter inzetbaar zijn op de controlepost zelf. Jullie zijn immers in dienst van het koninkrijk en er zijn nog vele burgers die uw bescherming nodig hebben.'
'Maar als we toch dezelfde kant op gaan...'
'Ik denk dat u vele malen sneller zal reizen zonder ons, aan uw paarden te zien,' onderbrak Raphael de man met een vriendelijke glimlach. Toch glansde er in zijn ogen iets van een waarschuwing en hoewel de soldaten het niet door leken te hebben, leken ze de argumenten die hij aanvoerde wel te begrijpen.
Even viel het gesprek weer stil terwijl de vijf mensen genoten van hun maaltijd. Raphael maakte het niet zo uit: Voor hetzelfde geld had hij op hooi zitten kauwen, het smaakte hem niet en hoewel de herbergier overduidelijk zijn best had gedaan op de maaltijd, kon Raphael het niet met smaak opeten. Het leek dan misschien niet zo, de informatie die hij had gekregen van de soldaten had wel invloed op hem. Natuurlijk, hij had het nog verder aangedikt, maar het feit dat er toch al zo veel bekend was over hem en zelfs over de voortvluchtige Leira, al leek er naar haar niet zo hard gezocht te worden als naar hem. Logisch, een voortvluchtig meisje zou een stuk minder schade aan kunnen richten dan een rebelse Enyx, een gardist zelfs.
De maaltijd verliep verder zonder incidenten. Er werden nog wel wat dingen gezegd, maar er werd weinig van belang besproken. Ze betaalden hun maaltijden en gingen weer naar buiten, richting hun paarden. De drie soldaten leken nog niet helemaal tevreden, maar hadden overduidelijk geen reden meer om nog veel aandacht aan het tweetal te besteden.
'Hopelijk zien we jullie over enkele dagen op de controlepost,' zei Meran nog, terwijl hij zichzelf op zijn paard hees. Raphael knikte. Ze moesten wel, anders zouden ze een verdachte indruk achterlaten.
'Succes met de jacht,' zei hij, terwijl de soldaten zich klaarmaakten om weg te rijden.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Leira had niet gedacht dat het gesprek nog tot een goed einde zou komen, want eigenlijk had Meran gelijk - het zou veel veiliger zijn als de drie soldaten haar naast Raphael zouden begeleiden tot aan de controlepost. Ook al viel het meer op dan met zijn tweeën reizen, welke man zou nu niet die extra gratis bescherming voor zijn verloofde willen? Want zelfs een verrader zou het niet snel in zijn hoofd halen soldaten van de koninklijke legers aan te vallen, dat stond immers gelijk aan een aanval op het rijk. Toch wist ze dat Raphael de soldaten zonder aarzeling om zou leggen als ze een concrete dreiging voor hem vormden, net zoals hij de boer wiens paard ze hadden gestolen zou hebben gedood als de man hen te pakken had gekregen. 
Maar tot haar opluchting gaf Meran uiteindelijk op, ware het met tegenzin. De rest van de lunch was de sfeer voor de soldaten een stuk minder luchtig geweest. Voor Leira was het echter een verademing dat er over andere, onzinnige dingen werd gepraat. Wat haar wel zorgen baarde, was het feit dat Raphael en zij hun laatste beetje geld uit moesten geven om te kunnen betalen voor hun gerechten. Het liefst had ze alleen een stuk brood besteld, maar dat zou enkel tot meer vragen van de soldaten hebben geleid. Alleen hoe zouden ze nu in godsnaam de volgende dag aan eten moeten komen? Ze keek even opzij naar Raphael, die de teugels van het paard losmaakte en vanuit zijn ooghoeken de soldaten bij hun paarden in de gaten hield. Ze herinnerde zich wat hij de vorige dag verteld had over de overlevingsproef van de Onyx. Zou hij daarbij ook geleerd hebben wild te vangen? 
‘Het was ons een genoegen, vrouwe.’ Haar aandacht werd bij hun nieuwe probleem weggetrokken door Merans stem. Leira toverde een glimlach op haar gezicht en keek omhoog naar de soldaten. 
‘Het genoegen was geheel aan mijn kant’, antwoordde ze. ‘Ik wens jullie een goede reis toe.’
‘Insgelijks, vrouwe.’ Meran knikte, waarna hij zijn hakken in de flanken van zijn paard drukte en het dier vooruit schoot. Cain en Adrian volgden hem. 
Pas toen de soldaten in een wolk van stof uit het zicht verdwenen waren, durfde Leira haar adem in een diepe zucht te laten ontsnappen. Ze greep de balk achter haar waaraan het paard had gestaan vast en liet haar hoofd tegen de houten herbergmuur daarachter rusten. 
‘Wat een ramp was dat’, mompelde ze. ‘Ik dacht dat ze nooit weg zouden gaan.’ 
‘Je hebt het anders erg goed gedaan daarbinnen.’ Raphael controleerde de gespjes van het hoofdstel en keek haar over de rug van het paard aan. ‘Ze hadden niets door.’
Leira keek bedenkelijk terug. ‘Denk je? Cain sowieso niet, die was veel te druk bezig met alle roddels. Maar vooral Adrian zat er zo stil bij. Hij keek me aan alsof hij door alle leugens heen prikte.’
Raphael snoof minachtend. ‘Zo snugger waren die drie niet en bovendien waren ze veel te vol van zichzelf. Dit was een mooie eerste oefening voor je.’
Een zwakke glimlach brak door op haar gezicht, al maakte het vooruitzicht dat ze vaker dit soort situaties gingen hebben haar misselijk. Maar het gaf haar wel een beetje vertrouwen dat Raphael zei dat ze het goed had gedaan. 
‘Ik had een goede leermeester’, antwoordde ze. Leira maakte zich los van het gebouw en liep om het paard heen, zodat Raphael haar op de rug van het dier kon helpen. Terwijl hij het paard mee leidde het plein af schoot haar te binnen wat hij de soldaten had verteld. ‘Waarom heb je ze eigenlijk verteld dat de verrader misschien wel Ravengarde is?’ vroeg ze zachtjes zodra ze zich ervan had verzekerd dat niemand dichtbij genoeg was om haar te horen. ‘Zet je soldaten zoals hen daarmee niet juist op jouw spoor?’ 

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Spullen weer op het paard. Hoofdstel controleren. Het paard een geruststellend klopje geven. Raphael deed er alles aan om onopvallend te blijven terwijl de soldaten nog een laatste praatje maakten met Leira, of vrouwe Keyra. Hij hield iedere beweging in de gaten, maar ontspande nog steeds niet toen het drietal was weggereden in de richting die zij ook op zouden moeten gaan.
Eventjes had hij ze nagekeken, maar Leira had hem al snel weer naar het heden gehaald met haar woorden. Ze was niet perfect geweest in haar leugens, maar Raphael meende wat hij zei: Het was een goede oefening voor de jonge vrouw geweest. Oefenen met Raph was stap een, oefenen op een paar soldaten stap twee. Stap drie had te maken met een Enyx, maar daar wilde hij Leira nog niet te veel aan helpen herinneren. Kleine stapjes. Eerst moest ze zich iets zekerder voelen over haar prestatie hier, anders zou de hele leugen in het water vallen.
Nadat hij haar op het paard geholpen had en ze de kleine rustplaats verlieten kon Raphael zich weer een beetje ontspannen. Nu er niet meer zo veel ogen op hem en Leira gericht waren, maar ze gewoon weer op de weg liepen, was alles veel beter te overzien. Waren ze weer gewoon twee reizigers. Zonder geld, dat wel.
In een relatief ontspannen tempo liep hij naast het paard, dat gedwee over de weg sjokte. Het was wel echt een werkpaard, langzaam, log en betrouwbaar. Als Raph het dier losliet en gewoon bleef lopen, zou het paard hem zonder twijfelen achterna blijven lopen.
'Om ze bang te maken,' zei hij simpelweg als antwoord op Leira haar vraag. 'Niet alleen weet eigenlijk geen enkele levende ziel, behalve jij, hoe een gardist eruit ziet, ook gaan er genoeg verhalen over de Ravengarde rond.' En grotendeels geen positieve verhalen. Raphael wist ervan. Het waren terechte verhalen, dat zou je hem niet horen ontkennen, maar ze belichtten vooral hoe gevaarlijk en dodelijk de Ravengarde was. Hoe bruut. Hoe gevoelloos. Vrij accuraat, dus. 'Als de koning vraagt om een Enyx op te sporen is dat geld waard. Huur wat goede mannen, grijp de Enyx, dan wordt je beloond. Is het een lid van de Ravengarde, is de kans dat je het niet overleeft een stuk groter. Dan moet de beloning die tegenover het risico staat ineens ook een stuk groter zijn.' Raphael wist niet of Leira zijn redenering helemaal kon volgen, maar ze knikte in ieder geval toen hij even omkeek. 'Als de roddel zich verspreid zal het voor ons juist makkelijker worden om te reizen, omdat ze zich meer zorgen zullen maken om hun eigen veiligheid dan om het vangen van de deserteur.'
'Wauw,' reageerde Leira. Ze leek verbaasd dat hij er zo uitgebreid over nagedacht had. Logisch, ze was er niet op getraind. Wat hij zich in een fractie van een seconde had gerealiseerd terwijl hij in gesprek was met de soldaten, zou haar veel langer gekost hebben. En dat was niet erg, daarom was hij de Enyx en niet zij, maar ze zou tijdens hun reis samen nog wel wat dingen oppikken. Hij was geen leermeester, maar een oplettend mens zou puur van zijn gewoonten en gedachtegang al een boel kunnen leren. Als ze dat wilde.
Raphael wierp een blik op de hemel. Ze waren langer in de herberg gebleven dan hij had gewild, de zon stond al een stuk lager dan hij had gehoopt. Toch gokte hij dat ze nog wel een goede paar uur konden lopen voordat ze kamp op moesten zetten, al helemaal omdat ze nu goed gegeten hebben en weer energievoorraden hadden.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Raphael had veel dieper over het planten van de roddel nagedacht dan Leira er ooit uit zichzelf achter zou hebben gezocht. Nu hij het aan haar uitlegde, leek het ineens heel logisch. Er zou ongetwijfeld een grote beloning uit worden gereikt voor degene die hem aan de koning overleverde, maar mensen zouden een stuk minder snel achter die beloning aan gaan als ze zouden weten dat het een lid van de Ravengarde was die ze moesten vangen. Ze wist meteen welke verhalen hij bedoelde. De verhalen die al aan jonge kinderen werden verteld over de in zwart gehulde elitesoldaten van het rijk. Onoverwinnelijk, genadeloos en bovenal dodelijk. En voor haar waren dat niet langer slechts verhalen. 
Zodra ze terug waren op de hoofdweg zocht Leira automatisch de omgeving af naar een spoor van Meran en zijn soldaten. Hoewel ze afscheid hadden genomen en er in een vlot tempo vandoor waren gegaan, kon ze de angst dat ze toch nog ergens op de loer lagen niet laten varen. Wat als ze zich bedacht hadden? Wat als iets uit het gesprek hen nu pas opviel en ze besloten om te keren en zich verborgen te houden onder de mensen, zodat ze hen konden afluisteren? Leira moest de neiging onderdrukken om voortdurend achterom te kijken, om haar blik langs de andere mensen op de weg te laten gaan. 
‘Vind je het niet erg?’ vroeg ze na een tijdje van stilte. ‘Hoe je nu afgeschilderd wordt door de koning. Als een verrader, een crimineel.’ Ze wist dat hij zelf het besluit had genomen om te vertrekken, dat hij klaar was met de gruwelpraktijken van de Ravengarde en de wreedheid van de koning. Maar ze kon zich voorstellen dat hij zijn land liefhad, ondanks de heerser, en dat hij het graag gediend had. Hij had gezegd dat hij tien jaar was geweest toen hij naar de academie ging. Hij was langer wel een Enyx geweest dan niet en dat alles was nu in één klap verdwenen. 
Leira had een andere vraag die al een aantal dagen door haar hoofd spookte tot nu toe voor zichzelf gehouden, maar de nieuwsgierigheid won het. ‘Hoe zal je moeder reageren denk je?’ vroeg ze voorzichtig. Ondanks dat ze de indruk had dat ze Raphaels lichaamstaal iets had leren lezen tijdens hun reis tot nu toe, wist ze niet hoe hij zou reageren op zo’n persoonlijke vraag. De laatste keer dat ze over zijn moeder hadden gepraat was al een tijdje geleden. ‘Ze moet moet kunnen bedenken dat de Enyx haar een bezoekje zullen brengen om informatie over jou te krijgen en…’ Leira schudde haar hoofd en slikte de rest van haar woorden in. Ze hoefde hem niet te vertellen dat de Enyx zijn moeder zouden gebruiken als een middel om hem tevoorschijn te lokken, dat had hij vast zelf al bedacht. 

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Het leek een rustig vervolg van hun reis te worden. Er waren geen bijzonderheden op de weg, het leek erop dat de drie soldaten snel afstand hadden gecreeërd en Raphael genoot zowaar van de omgeving. Ze reisden nog steeds door het bos, al was het hier al wel dunner bebost dan eerder op hun reis. Niets dan het geluid van paardenhoeven en vogels verstoorde zijn gedachten. Natuurlijk, af en toe hoorde hij het gezever van andere reizigers op de weg, maar dat viel wel redelijk buiten te sluiten.
Wat hem direct uit zijn gedachten trok was de stem van Leira. Of hij het niet erg vond. Hij haalde zijn schouders op. 'Ik ben ook een verrader en een deserteur. Het deert me niet. Het is nog altijd beter dan een moordenaar en slaaf.' Hij sprak zacht, al was er in hun directe omgeving niemand die hem zou kunnen verstaan. Hij wist wel waar Leira op doelde. 'Het is lastig om weggerukt te zijn uit de omgeving die vertrouwd is, het ritme waar je aan gewend bent en de discipline die je kent.' Ze wist niet half hoe vaak hij 's nachts naar het dak van hun geïmproviseerde tent keek en zich probeerde in te beelden dat het een plafond was, het plafond van zijn sobere kamer bij de Ravengarde. Hoe hij zich geluiden in probeerde te beelden van de academie. De stemmen van de leermeesters, het geluid van zwaarden tegen elkaar. Vond hij het erg dat hij nu een verrader was? Ja. Hij haatte het dat hij zichzelf uit zijn omgeving had gerukt, maar hij wist ook dat hij het niet langer had gekund. Het gegil van mensen die stierven gonsde nog regelmatig door zijn oren en de geur van vuur brandde nog na in zijn neus.
Dit ging hij echter niet aan Leira vertellen. Zij had haar demonen, hij de zijne. Hij miste de plek die zijn thuis was geworden, al miste hij de corrupte opdrachten niet. Een zucht verliet zijn lippen.
'Mijn moeder zal het wel begrijpen. Nu ik weg ben bij de Ravengarde heeft ze toch niet lang meer te leven, misschien is ze zelfs al overleden voordat ik daar aankom.' Zijn woorden klonken grimmig en hij wist, zelfs zonder om te hoeven kijken, dat Leira een verbaasde blik op haar gezicht had.
'Mijn moeder is al jaren ziek,' legde hij uit, 'wat de reden is dat ik naar de academie ben gegaan. Zodat ik geld had voor haar medicijnen. Ze wilde het niet, wetend wat ik op de academie zou moeten doen en leren, maar ik ben toch gegaan. Ik denk dat ze al lang blij is dat ik er ruim tien jaar later toch voor gekozen heb om uit dat leven te stappen.' Hij zweeg, al liepen zijn gedachten natuurlijk door. Hij had in zijn hoofd al vele scenario's afgespeeld waarin hij zich de hereniging tussen hem en zijn moeder voorstelde. En wat hij haar zou vertellen, en wat hij zou doen. Hij wist dat hij niet bij haar kon blijven, maar net als Leira wist ook hij dat zijn moeder het niet zou overleven. De Ravengarde zou haar opzoeken en om het leven brengen als de ziekte hen niet voor was. Moest hij haar meenemen? Kon hij haar überhaupt redden? Nee, dat sowieso niet. Hij had haar doodsvonnis getekend. Maar aan de andere kant, zonder hem was ze jaren geleden al gestorven.
Raphael wist niet of dat wat waard was. Wat hij wel wist, was dat dit onderwerp hem niet blij maakte. Hij trok zacht aan de teugels van het paard, waardoor het dier even protesteerde voordat het een iets sneller tempo inzette. Ze gingen nog steeds niet erg hard, maar wel iets sneller dan daarvoor. Alsof hij daarmee de gedachten achter zich kon laten. Was het maar zo makkelijk, ze zouden hem voor altijd blijven achtervolgen.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



De rest van de middag had Leira nagedacht over wat Raphael verteld had. Ze had nooit zelf bedacht dat zijn moeder de reden was dat hij bij de Onyx was gegaan, maar als ze erover nadacht, leek het vanzelfsprekend. Ze had zich vanaf het moment dat ze hem iets beter had leren kennen afgevraagd waarom hij voor een carrière als elitesoldaat had gekozen. De manier waarop hij haar leven had gespaard in Ralin en hoe hij met haar omging tijdens de reis stonden in zo’n groot contrast met de wreedheid van de Ravengarde. Het had haar zich af laten vragen hoe zo iemand er vrijwillig voor zou kiezen om een gardist te worden. Dat hij het voor zijn moeder deed, verhelderde veel. En tegelijkertijd bezorgde het haar een diep schuldgevoel. Hij had haar leven gered, maar in ruil daarvoor zou het leven van zijn moeder van hem worden afgenomen. 
Tegen de tijd dat de zon onder was gegaan en ze van de hoofdweg afgedwaald waren naar een kleine opening in het bos spookten zijn woorden nog steeds door haar hoofd. Tussen de vlammen van hun kampvuur door gluurde ze naar Raphael. Hij had de rest van de middag geen woord meer gezegd. En de manier waarop hij zijn looptempo hoog had gehouden, had haar duidelijk gemaakt dat hij ook geen behoefte had om te praten, dus voor deze ene keer had ze haar mond gehouden. 
Maar nu begon de stilte haar langzaamaan op te eten. Het maakte niet uit waar ze over zouden praten, al was het zoiets basaals als het weer, maar ze wilde haar eigen gedachten afleiden. Te zien aan de harde uitdrukking op Raphaels gezicht kon hij dat ook gebruiken.
Leira plukte aan een paar grassprietjes, nadenkend over een veilig onderwerp om over te beginnen. Meran en zijn soldaten waren het eerste dat in haar opkwam, maar het terugdenken aan de lunch bracht meteen zenuwen omhoog. 
Met een zachte zucht liet ze het gras voor wat het was en keek ze de open plek rond. Het was moeilijk voor te stellen dat ze de duisternis in het bos een paar weken geleden nog eng vond. Nu was het bijna een verademing. Even rust van de grote weg en alle nieuwsgierige blikken. Bovendien mocht ze niet vergeten dat het gevaarlijkste wezen in het bos aan haar kant stond: Raphael. Op een vreemde manier stelde dat haar gerust. 
Leira’s ogen bleven hangen bij hun paard, dat moe maar tevreden op wat gras stond te kauwen. Zou het dier zijn thuis missen? Of zou het nauwelijks beseffen dat er iets veranderd was, behalve dat hij ineens veel langere afstanden moest afleggen? Ze hoopte dat de boer, zijn vrouw en zijn dochtertje zich redden op de boerderij zonder hun paard. 
‘Eigenlijk zouden we hem een naam moeten geven’, merkte ze op. Aan de andere kant van het vuur keek Raphael met een frons op van de grond waar hij naar zat te staren. 
‘Wat?’
‘Het paard. Het zal voorlopig nog wel bij ons zijn, dus dan verdient hij wel een naam, vind je niet?’ Leira kon aan de manier waarop Raphael zijn hoofd iets schuin hield zien dat hij hier geen seconde over na had gedacht, maar toch knikte hij. Met een brede glimlach keek ze van hem naar het paard. ‘Dus, weet je nog iets leuks?’ 

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Hoewel hij zijn best had gedaan het niet te veel aan Leira te laten blijken, hadden haar vragen wel degelijk invloed op hem gehad. Nou ja, hij had het ook niet echt voor haar verborgen gehouden. Hij had gewoon niet meer gesproken, verzonken in zijn eigen gedachten. Hij had nog uren nagedacht over het leven dat hij achter zich had gelaten en het leven dat nu voor hem lag. Als dat er nog was. Hoe lang zou hij de Ravengarde voor kunnen blijven? Weken? Maanden? Jaren? Zouden ze hem ooit vergeten, de eerste deserteur? God, Raphael wenste dat hij niet weggegaan was. Nee, dat was niet waar. Hij wenste dat zijn leven nog simpel was. Opstaan, trainen, overleven. Eten, slapen. Regelmaat. Een ritme waar hij in was beland na al die jaren.
Ook al wist hij dat zijn moeder het hem niet kwalijk zou nemen dat hij de keuze had gemaakt, voelde hij zich er toch schuldig om. Dat hij haar leven beëindigde op deze manier. Hij deed dat, niemand anders had hem daar opdracht toe gegeven. En dat maakte dit veel moeilijker dan elke andere opdracht die hij ooit gehad had.
Uiteindelijk hadden ze een kampje opgebouwd voor de nacht. Ze hadden nog vrij lang doorgereden, maar het werd nu echt te donker. Bleven ze nu reizen, zouden ze alleen maar meer ongewenste aandacht trekken omdat ze nog onderweg waren. Een kamp voor de nacht was de beste optie. Morgen zou hij moeten gaan jagen. Geen geld en geen eten betekende dat ze primitievere overlevingsmechanismen moesten gebruiken. Geen probleem.
Wederom was het Leira die hem uit zijn gedachten haalde. Eventjes keek hij naar haar, maar zijn blik gleed al snel af naar het paard dat tevreden op gras stond te kauwen. Een naam. De paarden van de Ravengarde hadden nooit namen gehad.
'Geen idee,' zei hij dan ook. 'De paarden van de Ravengarde hadden geen namen, maar nummers.'
'Nummers?' Leira leek verbaasd.
'Om te voorkomen dat gardisten zich aan de dieren gingen hechten. We hadden ook geen eigen paard, iedere week kreeg iedere gardist een ander nummer toegewezen. Een ander paard, zodat je geen band opbouwde met een specifiek paard. Maar ook zodat je op ieder paard zou kunnen rijden dat je ooit tegenkwam, ook als je niet de specifieke trekjes van een dier kent.' Zijn gedachten gingen even terug naar de grote stallen van de academie. De Ravengarde had een eigen stallencomplex, gevuld met gitzwarte paarden. De veulens werden op de kleur gefokt: Merries en hengsten die te oud waren om bruikbaar te zijn om op te rijden, werden gebruikt om nieuwe generaties zwarte paarden voort te brengen. Als het veulen per abuis een andere kleur had, werd het naar de gewone stallen gebracht. Allemaal waren het prachtige paarden, gebouwd op snelheid en felheid. 'Er was één hengst die door de meeste gardisten gemeden werd. Nummer dertien.' Een flauwe glimlach trok over Raphael zijn gezicht. Het ongeluksgetal, typisch. 'Het dier was net iets te onhandelbaar. Iets te onvoorspelbaar. Er werd onderling nog wel eens geruild van paarden, zonder dat de meesters het door hadden. Vaak kreeg ik Dertien, omdat ik één van de weinigen was die met het dier om kon gaan.' Het was waar, hoewel de meeste gardisten uitstekend konden rijden en met de paarden om konden gaan, was het moeilijk om te leren hoe je een paard begreep. Raphael had die vaardigheid van nature al gehad, zoals hij ook had laten blijken toen ze het paard van de boerderij stalen.
'Ik en Dertien konden het wel met elkaar vinden, maar we moesten er alles aan doen om te zorgen dat de meesters niet merkten dat ik wel vaak hetzelfde paard had. Dan zouden ze ons direct uit elkaar gehaald hebben, of Dertien zelfs uit de stallen gehaald hebben voor de fok.' Raphael was blij dat dat niet gebeurd was: In de afgelopen jaren was dat paard zijn enige vriend geweest. Dat was niet eenzaam, absoluut niet.
'Maar goed, om dit dier nu een nummer te geven...' Hij probeerde zijn verhaal af te sluiten met een grapje. De sfeer was vandaag al zo gespannen geweest, het was beter om het iets meer te ontspannen. Ze hadden nog een lange reis samen te gaan.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Net als de vorige avond overrompelde Raphael haar met zijn verhaal. En net als toen luisterde ze er aandachtig naar, liet ze zijn stemgeluid haar gedachten tot rust brengen. Ze vond het een raar idee - paarden die een nummer hadden in plaats van een naam, maar tegelijkertijd paste het perfect binnen de onmenselijkheid van de Ravengarde. 
Zwijgend sloeg ze Raphael gade terwijl vertelde. Zijn iets omhoog gekrulde mondhoeken verrieden dat het een mooie herinnering voor hem was en dat kon ze goed begrijpen. Maar als ze er langer over nadacht, maakte het haar somber. 
‘Mocht je dan van helemaal niets houden?’ vroeg ze zacht toen hij uitgepraat was. ‘Van helemaal niemand?’
Raphael haalde kort zijn schouders op. ‘Nee. Dat zou je prioriteiten te veel beïnvloeden. Je loyaliteit lag bij de Ravengarde en nergens anders.’
In gedachten probeerde Leira zich voor te stellen hoe het was om van niets en niemand te mogen houden. Misschien dat hooguit een kameraadschap met de andere gardisten was toegestaan, maar dat was zo oppervlakkig. Hoe had hij dat al die jaren vol kunnen houden? Automatisch dacht ze aan haar ouders, haar grootouders. Aan haar vrienden en in het bijzonder aan Josh. Ze hield van hen allemaal op een andere manier en ze kon zich niet voorstellen dat ze haar hele leven zonder zoiets op had moeten groeien. 
‘Heb je er wel eens over nagedacht? Hoe het zou zijn om van iemand te houden?’ Een windvlaag maakte dat ze dieper in elkaar dook en de deken strakker rond haar schouders trok. Haar lichaam verlangde ernaar om de warmte van het vuur dichterbij te hebben, maar dat kon ze niet. Nog niet. De indringende geur van de rook deed haar nog te veel denken aan de vlammen die haar thuis hadden verzwolgen. 
Raphael porde met een tak in het kampvuur en legde er een paar nieuwe stukken hout op. Daarna ging hij op zijn rug in het gras liggen, starend naar de bewolkte nachthemel. 
‘Nu weet je weet dat je van mij geen paardennaam hoeft te verwachten… Heb je zelf ideeën?’ Hij draaide zijn hoofd opzij om haar aan te kijken. Leira keek terug, zich er goed van bewust dat hij haar laatste vraag met opzet negeerde. Even keken ze elkaar hardnekkig aan, wachtend tot de ander toe zou geven, maar uiteindelijk zuchtte ze en wendde ze haar blik af naar het paard. 
‘Ze wordt in ieder geval geen nummer’, besloot Leira. Ze kwam overeind uit het gras en liep naar het paard toe. Met haar vingers kamde ze door de manen. De merrie liet het allemaal rustig over zich heen komen, zoals ze de hele reis al deed. Het logge dier mocht dan wel niet gemaakt zijn voor hoge snelheden, ze was in ieder geval sterk en betrouwbaar. 
‘Jij verdient een echte naam, hm?’ Prevelde Leira tegen het dier terwijl ze het tussen de oren kriebelde. ‘Van jou mag Raphael wel houden.’ Ze klopte wat zand van de schouder van het paard af, waarna ze achterom keek naar haar reisgenoot. ‘Wat denk je van Zohra?’ 
‘Zohra? Klinkt goed.’ 
Na een klopje op de hals van de merrie liep Leira tevreden terug naar het vuur. ‘Dan is dat vanaf nu haar naam.’ 

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Enkele dagen gingen in relatieve rust voorbij. Om aan eten te komen waren ze een dag vroeger opgestaan om te jagen, voordat het druk zou worden op de wegen en mensen raar zouden kijken. Raphael had Leira planten laten verzamelen en hij had enkele konijnen weten te vangen, genoeg om ze weer enkele dagen vooruit te helpen. Het waren geen geweldige maaltijden, maar ze waren voedzaam. Gelukkig at hun paard, dat nu Zohra heette, vooral veel gras en af en toe een appel, als ze er eentje vonden. Het paard leek het allemaal wel prima te vinden, een teken van zijn vriendelijke persoonlijkheid.
Verder was er niets gebeurd de afgelopen dagen. Ze hadden geen bijzonderheden meegemaakt en de soldaten hadden ze gelukkig nooit meer gezien. De dagen waren lang en de nachten vrij kort, maar ze maakten goede vorderingen. Volgens Raphael zijn berekeningen zouden ze over twee dagen bij de controlepost komen. Vanaf daar zou het nog een paar dagen zijn tot hun wegen zouden splitsen, misschien een week als ze iets langzamer zouden zijn.
Het was nog vroeg in de morgen. Heel vroeg zelfs, de zon scheen nog niet door de bomen heen. Ergens was hun vuur uitgegaan en Raphael werd wakker van Zohra, die nerveus brieste. Het dier, dat normaal vrij onverstoorbaar leek, stampte nu ietwat nerveus op de grond. Dat alarmeerde Raphael en hij gaf Leira een duwtje om haar wakker te maken. Ietwat slaperig deed zij haar ogen open. 'Wa-,' begon ze, maar Raphael legde een vinger op haar lippen om haar het zwijgen op te leggen. Normaal zou hij dat niet gedaan hebben, maar in het donker zou ze het niet goed gezien hebben.
'Niet bewegen,' waarschuwde hij haar op hele zachte toon, waarna hij overeind kwam. Zijn zwaard had hij al in zijn hand en hoewel hij naar Zohra liep, lette hij op iedere mogelijke beweging. Doordat hun vuur uit was gegaan hadden ze de aandacht getrokken van de gevaarlijkere dieren in de bossen. Hoewel Raphael ze niet kon zien vermoedde hij dat het wolven waren.
Het paard kreeg een aai over zijn neus en Raphael deed zijn best om Zohra een beetje te sussen, maar het dier leek niet echt te kalmeren. Dat vertelde hem dat hun vijanden dichterbij kwamen. Hij sloot zijn ogen.
Ergens achter hem kraakte een blad. Schuin achter hem, het geluid van vacht die langs boomschors streek. Raphael wist welke boom het was, hoe ver hij er vandaan stond, maar wachtte nog even, luisterend naar andere geluiden. Zohra brieste angstig, alsof de dreiging steeds dichterbij kwam. Logisch.
In een fractie van een seconde draaide de gardist zich om, zijn zwaard in de richting van het geluid stekend. Ogen open. Daardoor paste zijn zicht zich sneller aan aan de duisternis, waardoor hij de schim van Leira kon zien en de schimmen van de wolven. Het waren er vier, maar de eerste had hij al naar achteren gedrongen met zijn aanval.
Vier tegen een. In iedere andere situatie zou de ene persoon het al verloren hebben voordat het gevecht al begonnen was. Maar Raphael was niet zomaar een persoon. Een gardist. Een overlever. Een vechter. Hij had het opgenomen tegen andere gardisten en het overleefd, al was het op het nippertje. Dus toen een van de wolven dichter naar Leira toe begon te sluipen, wachtte hij geen moment meer. In een vloeiende beweging haalde hij uit naar het dier. Dat bracht een reactie teweeg bij de andere wolven, maar hij was sneller. Een piepend gehuil klonk op terwijl hij zijn eerste slachtoffer maakte. Geen tijd om daar blij om te zijn, want hij werd besprongen door drie volwassen wolven. Hij wist zich eruit te draaien met een zweefrol, maar voelde hoe de wond op zijn zij naar begon te trekken. Een van de wolven had hem daar geraakt, natuurlijk. Raphael klemde zijn kiezen op elkaar. Hij was niet zo ver gekomen om het onderspit te delven tegen drie wolven.
Met een volgende uithaal kliefde hij de nek van de tweede wolf bijna doormidden. Dat was er nog een uitgeschakeld. Nog twee te gaan en de adrenaline raasde door zijn lichaam. De wond op zijn lichaam voelde hij niet eens terwijl hij wachtte tot zijn vijanden hun volgende aanval inzetten.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Flarden van een droom kleefden nog aan haar gedachten toen Raphael haar wakker maakte. In de eerste instantie wilde ze protesteren, mompelen dat ze nog heel even wilde slapen voor ze verder gingen, maar vlak voor de woorden haar lippen verlieten, slikte ze ze in. Het was donker. Zo donker dat ze, toen ze haar ogen opende, Raphael nauwelijks kon onderscheiden van de schaduwen, zelfs al zat hij zo dichtbij haar dat ze de warmte van hem af voelde stralen. 
Leira wilde vragen wat er aan de hand was, maar zijn vinger tegen haar lippen legde haar het zwijgen op. Op dat moment besefte ze dat er iets mis was. Naast haar hoorde ze hem overeind komen, waarna zijn voetstappen zich bijna geruisloos van haar weg bewogen. Leira duwde de deken van zich af, ging rechtop zitten en schoof naar de voorkant van de geïmproviseerde tent. Terwijl ze over de grond tastte naar de plek waar ze haar tas de vorige avond had neergelegd, tuurde ze in de richting die Raphael op was gegaan. De sluierbewolking die voor de maan hing, maakte het moeilijk om te zien wat hij precies deed. In het donker kon ze net zijn gestalte donker zien afsteken tegen Zohra’s lichtgrijze vacht. Was er iets met het paard aan de hand? Toen Zohra’s nerveuze bries Leira’s oren bereikte, drong het tot haar door dat het dier iets opmerkte dat zij nog niet had gemerkt. En Raphael met zijn getrainde zintuigen had ongetwijfeld hetzelfde opgemerkt. 
Haar vingers ontmoetten eindelijk het stof van de tas. Leira trok het naar haar toe en terwijl ze tussen de spullen zocht naar haar mes, probeerde ze te bedenken wat het kon zijn waar Zohra onrustig van was geworden. Het moest de aanwezigheid van een ander dier zijn, dat kon niet anders. Of werden ze wellicht beslopen door mensen? Ze had de afgelopen dag niet opgemerkt dat andere reizigers opvallend vaak naar hen keken, maar het kon altijd dat iemand hen gevolgd was. Twee mensen die middenin het bos sliepen, leken een makkelijk doelwit. Wat een teleurstelling zou het zijn als ze erachter kwamen dat ze geen enkele kostbaarheid bij zich had, en dat ze met Raphael absoluut de verkeerde tegenstander hadden gekozen.
Vanuit het niets leek Raphael naar voren te springen. Zijn zwaard glom als een vallende ster in het duister en vlak daarna klonk er een met pijn vervuld gejank. Het geluid ging gepaard met een zacht gegrom schuin achter haar, dat de haartjes op haar armen overeind liet komen. Hun aanvallers waren geen mensen, het waren wolven. Leira had geen idee hoeveel het er waren, alleen dat het er meerdere waren. 
Terwijl Raphael vlakbij uithaalde naar een van de dieren, hoorde Leira een zacht gehijg dichterbij komen. Ze kon het nauwelijks horen boven het gebonk van haar hart uit. Trillend over haar hele lichaam staarde ze het donker in. De wolf verscheen in haar blikveld, een vage schim in het donker. Alleen zijn ontblote tanden staken fel af. 
‘Ga weg’, siste ze, alsof dat het dier zou afschrikken. Alleen al de angst in haar stem liet het meer als een smeekbede dan als een waarschuwing klinken. De wolf zette een stap naar voren. Haar ogen schoten even naar Raphael, maar hij werd nog steeds beziggehouden door een andere wolf. 
Toen degene die het op haar hand gemunt nog een stap naar voren zette, smeet Leira in een reflex haar mes naar de wolf toe. De punt drong in de schouder van het dier, dat geschrokken achteruit sprong. Leira maakte van de afleiding gebruik om op de grond naast de tent te zoeken naar de twee stenen die Raphael had gebruikt om het vuur mee aan te maken. Ze vond ze vlakbij de smeulende resten. Leira smeet lukraak wat nieuwe takjes en verdroogd mos op de kooltjes, nam de stenen goed vast en tikte ze tegen elkaar aan. De eerste paar keer gebeurde er niets, zelfs geen klein vonkje. 
Vlakbij was de wolf bijgekomen van de pijn van het mes en zijn gegrom vulde haar hoofd. Hij ging haar bespringen. Hij ging haar open rijten met zijn klauwen en de huid van haar botten scheuren met zijn tanden. 
Focus je, Leira. Denk na, hoe doet Raphael dit altijd? Ze probeerde uit alle macht de naderende wolf uit haar hoofd te bannen, terwijl ze zich voor de geest haalde hoe Raphael vonken maakte met de stenen. Haar handen trilden toen ze de stenen langs elkaar heen sloeg. Er lichtte iets op, maar de vonk doofde voordat hij de takken bereikte. Ze nam de stenen beter vast en probeerde het opnieuw. Dit keer spatten er meerdere vonken vanaf en vlug herhaalde ze de beweging. Leira kon wel janken toen het mos vlam vatte, vlak daarna gevolgd door de dunnere takken. 
De wolf deinsde grommend naar het vuur achteruit.

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Bijna waren de twee beesten hem te slim af. Terwijl de ene voor hem ging, had de tweede zijn aandacht namelijk op Leira gevestigd. En doordat Raphael al zijn aandacht nodig had voor de eerste, kon hij niets doen om zijn reisgenote te beschermen. Het enige wat hij kon doen, wat hij ook deed, was zo snel mogelijk de wolf tegenover hem onschadelijk maken. Daar focuste hij dus ook op, met een snelle uithaal naar het dier. Deze was hem echter te snel af en sprong naar de zijkant. Ergens achter hem hoorde hij een korte jank van de andere wolf, maar hij had geen tijd om om te kijken. De wolf maakte gebruik van Raphael zijn misser door zelf de aanval in te zetten, die Raphael maar net kon ontwijken. In die beweging kon hij wel opnieuw uithalen naar de wolf en hij schampte diens flank, maar genoeg om het dier te doden was het niet. De twee zouden elkaar opnieuw aan moeten vallen.
Raphael maakte zich klaar voor een volgende aanval, zijn zwaard geheven en al zijn zintuigen gefocust op de wolf tegenover hem. Iedere beweging merkte hij op. Hij voelde dat het dier zwakker was op links, waar hij het net geschampt had. Dus focust hij op die zij bij de volgende aanval, terwijl hij de klauwen van het beest meesterlijk pareerde. Raphael maakte zich klaar om de dodelijke treffer uit te delen toen Leira het vuur aankreeg. De wolf maakte een geschrokken geluid en hoewel het Raphael ook verbaasde, was hij sneller bij zinnen dan de wolf. In een soepele haal doodde Raphael zijn tegenstander, in zichzelf stilletjes Leira bedankend. Het vuur had hem net dat moment gegeven om de overhand te krijgen en daardoor kon hij zich nu focussen om de vierde en laatste wolf, die al achteruit aan het lopen was met zijn staart tussen zijn poten. Het vuur was echt iets waar ze niet blij van werden en hoewel Raphael het beest graag had gedood om te zorgen dat de dreiging voor eens en voor altijd verdwenen was, nam hij er genoegen mee dat het dier wegvluchtte nadat hij er nog een paar keer naar uit had gehaald.
Nog enkele tergend lang durende seconden, misschien wel een minuut, bleef Raphael in opperste staat van paraatheid. Als er nog een wolf kwam zou hij het direct merken, maar het leek niet nodig zijn. Zohra leek ook weer iets te kalmeren en nam een hap gras, hoewel de oren van het dier nog ronddraaiden. Raphael pakte dat op als een teken dat het weer veilig was en hij liet zich op de grond zakken.
'Goed gedaan,' complimenteerde hij Leira terwijl hij naar het vuur keek. Gedachteloos pakte hij wat takjes van de grond die hij erop gooide, om het vuur op die manier wat beter te laten branden. 'Slim, het vuur. Ik snap niet waarom het in eerste instantie uit is gegaan.'
Hij pakte nog wat takken en legde deze op het vuur. Bij die beweging voelde hij ineens zijn verwonding weer en een vertrekking in zijn gezicht kon hij niet onderdrukken. Leira moest dat ook gezien hebben, want hij zag haar gezichtsuitdrukking veranderen in de schaduwen die de vlammen wierpen. 'Het valt wel mee,' mompelde hij, al moest het voor haar heus wel duidelijk zijn dat het zeker weten niet niets was. Raphael legde zijn zwaard neer en draaide zich zo dat hij de schade iets beter kon bekijken. De wond was overduidelijk weer open gegaan door de aanval van de wolven. Dat kon hij dus echt niet gebruiken.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Leira bleef verstijfd van angst naar de laatste wolf staren, zelfs toen het dier haastig verdween tussen de bomen. Wat als hij terugkwam? Wat als hij versterking van andere wolven ging halen? Haar verstand wist dat dat een weinig reële mogelijkheid was, maar door de angst leek alles ineens te kunnen gebeuren. 
Pas toen Raphael zijn alerte houding liet varen en hij bij haar op de grond kwam zitten, durfde Leira weer te bewegen. Ze ontspande haar vingers, die ze krampachtig om de stenen had geklemd. Nu de adrenaline af zakte, drong het plots tot haar door dat dit de eerste keer was dat ze een vuur had gemaakt zonder geplaagd te worden door herinneringen aan Ralin. 
Voor ze er verder over na kon denken, trok Raphael haar aandacht. Zijn gezicht vertrok van pijn, duidelijk genoeg voor haar om op te merken voor hij het wegwuifde. 
‘Het valt niet mee’, reageerde ze hoofdschuddend. Ze legde de stenen weg en bekeek hem beter. Zijn shirt was aan flarden getrokken, precies op de plek van de wond in zijn zij.
‘Jawel’, mompelde hij, terwijl hij aan zijn shirt plukte en de verwonding bekeek. ‘Het is maar een schrammetje.’ Hij probeerde de nog hele stof van zijn shirt ervoor te doen om het aan haar zicht te onttrekken, maar Leira greep zijn shirt vast en trok deze een stuk omhoog. Zachtjes hapte ze naar adem bij het zien van al het bloed dat aan zijn zij kleefde. 
‘Dit “schrammetje” wordt je dood als het niet verzorgd wordt.’ Met een hand op zijn schouder duwde ze hem achterover. ‘Ga liggen.’ Hij mompelde iets onverstaanbaars, maar deed wel wat ze hem opdroeg. Leira leunde over hem heen om haar tas naar zich toe te trekken. Terwijl ze erin rommelde, zoekend naar een schone doek en hun laatste beetje water, voelde ze zijn ogen op haar branden. Ze keek schichtig opzij en haar blik kruiste met de zijne. ‘Wat?’ vroeg ze mompelend, half in de veronderstelling dat hij nog een keer zou proberen haar te overtuigen dat zijn wond geen behandeling nodig had. 
Maar in plaats daarvan bewogen zijn mondhoeken zich een klein stukje omhoog tot de zweem van een glimlach en schudde hij zijn hoofd. ‘Niets’, antwoordde hij. ‘Ik zat te denken aan het vuur. Het was erg slim van je om dat aan te maken om de wolf op afstand te houden.’
Leira glimlachte aarzelend, enigszins verrast door het compliment. Maar zodra ze aan de wolven dacht, vervaagde die glimlach weer. ‘Denk je dat er nog meer in de buurt zijn?’ 
‘Nee.’ De zekerheid in Raphaels stem stelde haar iets gerust. ‘En de ene die weg is gerend zal hier niet zomaar weer opduiken nu hij alleen is.’
Leira legde de spullen die ze nodig had naast zich in het gras en sjorde zijn shirt nog wat verder omhoog. ‘Het is niet helemaal weer open gegaan gelukkig’, zei ze terwijl ze de wond bestudeerde. Wel had hij er een paar extra krassen bij, waarschijnlijk afkomstig van de klauwen van een van de wolven. Eén daarvan had een deel van de wond open gescheurd. In stilte spoelde ze het bloed weg met water. Hopelijk was dat voldoende en had de klauw van de wolf geen vuil achtergelaten in de wond. Ze hadden geen alcohol om het mee te ontsmetten. 
Voorzichtig depte ze het water om de wond weg met een doek. ‘Het spijt me’, flapte ze er uit het niets uit. ‘Dat ik zo nutteloos ben. Als ik ook iets had kunnen doen tegen de wolven dan… Dan was dit misschien niet gebeurd.’ Ze gebaarde naar de wond. ‘En als je niet met mij opgescheept zat, dan was je nu misschien al wel bij je moeder.’ 

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Natuurlijk viel de verwonding niet mee, maar Raphael had eigenlijk liever niet gehad dat Leira zich er zorgen om ging zitten maken. Hij had erger overleefd, ook al kwam er nu misschien redelijk veel bloed uit de wond. Eigenlijk wel erg veel bloed. Wat logisch was, een wolf had de oude wond gewoon weer opengereten. Maar er was voor Leira echt geen enkele reden om in een halve staat van paniek te geraken. Dus, om te laten zien dat er echt geen reden tot paniek was, ging hij rustig liggen en liet hij haar haar ding doen.
Het water op zijn huid was koud, maar was een prettige verlichting in vergelijking met de hitte die van zijn lichaam kwam nu de wond weer opengegaan was. Het deed een bee tje pijn toen ze het bloed weg begon te deppen, maar niet genoeg om hem daadwerkelijk een spier te laten vertrekken. In tegendeel, Raphael lag er vrij ontspannen bij tot Leira weer begon te praten. Verbaasd opende hij zijn ogen.
'Zonder jou was ik doodgegaan de nacht dat ik de Ravengarde ontvluchtte,' zei hij, de verbazing niet helemaal uit zijn stem houdend. Was ze dat alweer vergeten? Misschien zou hij sneller gereisd hebben zonder haar, maar zonder haar was hij niet eens aan deze reis begonnen. Dan was hij dood geweest, waarschijnlijk.
Een ander mens zou waarschijnlijk meer zijn best hebben gedaan om die twijfels uit Leira haar hoofd te krijgen, om vriendelijk te zijn en haar op haar gemak te stellen. Raphael was echter niet zo, zat simpelweg niet zo in elkaar. Hij was veel praktischer ingesteld dan de meeste mensen.
'We kunnen de wond dichtbranden,' stelde hij ineens voor. Het idee was nog niet eerder in hem opgekomen, maar het was de meest effectieve manier om de wond niet alleen dicht  te maken, maar ook te stabiliseren en te ontsmetten. Het vuur en de hitte zou eventuele infectie misschien nog weg kunnen branden ook. Dan moesten ze eerst het vuur harder laten branden, zorgen dat de hitte daadwerkelijk genoeg was om de wond dicht te branden. Het zou zeer doen, misschien was de geur van brandend vlees traumatisch voor Leira, maar het was wel de meest praktische manier. Raphael was op dit moment wel klaar met gewond en zielig zijn. De wonden limiteerden hem en hoewel het meeviel, was hij niet gewend om niet in opperste staat van gevechtsklaar te zijn. Natuurlijk, zelfs als ze de wond dicht konden branden zou het niet in een keer voorbij zijn, maar het zou wel beter zijn. Littekens had hij toch al wel, een paar extra van de verbrandingen kon hij er wel bij hebben.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



De twee dagen reizen naar de controlepost waren sneller verstreken dan haar lief was. Waar het voelde alsof hun vertrek vanuit het bos bij de hoofdstad maanden geleden was, leek het pas gister dat de wolven hen aan hadden gevallen. Met iedere stap die het paard hen dichterbij het fort bracht dat zich dreigend aftekende tegen de horizon, trok de knoop in Leira’s maag zich strakker aan. Die ochtend had ze nauwelijks gegeten van het konijn dat Raphael had weten te strikken, ondanks dat het onzeker was wanneer ze hun volgende maaltijd konden nuttigen. Nu hun geld nagenoeg op was, konden ze niet simpelweg nieuw eten kopen. 
‘Gaat het nog?’ Leira wierp een bezorgde blik op haar reisgenoot, die schuin voor Zohra liep. Ze kon zijn gezicht niet zien, maar wel de spanning in zijn kaak. De afgelopen twee dagen hadden ze samen op Zohra gezeten maar nu de controlepost in zich kwam, moesten ze hun dekmantel weer ophouden. 
Raphael knikte en bleef stug voor zich uitkijken. Het ontlokte een zucht aan Leira’s lippen. Voor omstanders was het niet te zien aan hem, maar ze wist dat hij pijn had. In de ochtend had ze het verband om zijn wond bekeken en het zag er niet goed uit. Raphael had die mededeling van zich afgeschud, maar zelf kon ze dat niet zo eenvoudig. Raphael had medicijnen nodig en de wond moest worden ontsmet met iets beters dan alleen water. 
Gedachteloos frummelden haar vingers met Zohra’s manen, terwijl ze naar Raphaels rug staarde. Na de controlepost zouden hun wegen scheiden. Hij moest naar het westen en zij naar het zuiden, een bergketen tussen hun beide bestemmingen in. Maar nu dat moment dichterbij kwam, merkte Leira dat ze daar misschien nog wel meer tegenop keek dan tegen de controlepost. Ze was op een vreemde manier aan zijn gezelschap gehecht geraakt. Bovendien maakte ze zich zorgen of hij het met zijn verwonding ooit zou redden in zijn eentje. 
‘Kan ik met jou mee?’ De vraag was over haar lippen voor ze er goed over na had gedacht. Nu keek Raphael wel achterom, een van zijn wenkbrauwen niet-begrijpend opgetrokken. ‘Naar Altaj, bedoel ik,’ verduidelijkte ze. Het maakte de vraagtekens op zijn gezicht er niet minder op. ‘Ik… Ik wil gewoon…’ De struikelde over haar eigen woorden terwijl ze koortsachtig probeerde te bedenken hoe ze het uit kon leggen. Eigenlijk wist ze zelf niet eens goed waarom ze bij hem wilde blijven. 
‘Dat kan wel,’ antwoordde hij voor ze zichzelf verder uit had gelegd. Leira keek hem verrast aan, maar hij draaide zijn hoofd alweer terug naar de zandweg voor hen. ‘Je bent dan wel langer onderweg.’
‘Dat vind ik niet erg,’ zei ze snel. Ergens op de achtergrond van haar gedachten klonk de waarschuwende stem van haar vader die haar vertelde dat ze naar haar oom moest als er iets gebeurde, maar het idee dat ze over een paar weken helemaal alleen in Almerin aan zou komen, was overweldigend. Ze greep alles aan om dat moment nog iets langer uit te kunnen stellen. Bovendien was ze om Raphael gaan geven. Hoe kon ze het ooit over haar hart verkrijgen om hem alleen naar zijn moeder te laten gaan als hij wist dat dat de laatste keer was dat hij de vrouw zou zien? 

@Hadesu 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: