Forever21 schreef:
De belangrijkste reden dat hij haar nog niet had gedood was het feit dat hij er gewoon geen nut in zag. Het was nutteloos om haar te doden. Deze oorlog was nutteloos. Hij wilde iemand niet doden, puur omdat dat was wat er van hem verwacht werd. In zijn leven had hij meerdere mensen gedood, maar hier had hij altijd een reden voor gehad. Vaak had hij uit verdediging van zichzelf of voor anderen iemand gedood. Hij was echter niet van plan in deze oorlog mensen op het slagveld af te slachten. Dat was inhumaan en ondoordacht. Als er een reden was om te vechten, misschien was hij dan op het slagveld geweest. Echter had deze oorlog geen reden en toch ging iedereen er in mee. Mensen zijn net als schapen, ze volgen elkaar en luisteren naar hun leider. Zo was Dwayne bij lange na niet. Hij gooide graag zijn kont in de krip en deed graag dingen tegen de stroming in. Vroeger werd hij vaak van school naar huis gestuurd omdat hij gewoon te lastig was. Maar in plaats van dat hij op zijn donder kreeg thuis, beloonde zijn moeder hem. Ze beloonde haar zoon omdat hij zelf nadacht over wat nou goed of slecht was. Ze beloonde hem omdat hij zijn eigen doelen stelde en niet domweg de regels van anderen volgde. Ze beloonde hem om zijn moed.
De Neveaanse vrouw dacht veel te veel na, dat was duidelijk. Hij zag het in haar blik en in haar houding. Nu kwam het zelfs naar voren in de manier waarop ze praten en welke woorden ze koos. Ze had niet in de gaten dat deze oorlog nutteloos was. Hij stond op het punt om zichzelf aan haar uit te leggen. Hij zou haar niet doden, alleen als ze een gevaar voor hem zou vormen en voor zijn doelen. Niet puur omdat ze uit een ander rijk kwam. Hier had hij echter niet de kans voor gekregen, ze had zich al van hem weggedraaid en was terug uit de grot gelopen.
Hij zat er niet zo mee, eigenlijk vond hij het aan de ene kant wel fijn dat ze gewoon wegging. Geen een van de twee hoefde iemand te doden en hij kon zijn plannen uitvoeren.
Rustig liep hij verder de grot in, waar het steeds kouder werd en de edelstenen steeds minder licht uitzonden. Het scheelde dat hij letterlijk gemaakt was van vuur, anders was hij misschien al meteen doodgevroren zonder shirt.
Hij wilde net de tekening van zijn moeder uit zijn broekzak halen toen hij iemand achter zich hoorde aan komen rennen. Hij wist dat zij het was en toch verraste het hem. Hij voelde hij ze zijn lichaam tegen de muur aandrukte. De punt van haar zwaard voelde koud tegen zijn warme hals aan. Haar ogen stonden vol woede, de rust en de behoedzaamheid die hij eerder in haar gezien had, waren verdwenen als sneeuw voor de zon. Toch, was hij niet bang voor haar. De vragen waar mee hij vervolgens overspoeld werd, verwarde hem alleen maar meer. Waar had ze het over? Hij, een tovenaar?
Onwillekeurig moest hij lachen, als hij iets niet was, dan was het een tovenaar. Hij was meester van het vuur, maar tot zo ver kwam het dan ook. Hoe haalde ze het ook in haar hoofd, deze vrouw had blijkbaar al het een en ander meegemaakt, aan haar reactie te merken.
Kalm duwde hij met zijn rechterhand het puntje van het zwaard weg. Hij voelde dat het zwaard begon te gloeien onder zijn vingers. Dat gebeurde altijd wanneer hij iets aanraakte, zeker wanneer het van ijzer was. Hij kon alles vervormen, een smid zou jaloers op hem zijn.
"Ho ho jongedame," zei hij vervolgens waarna hij zich rustig uit haar greep losmaakte. "Ik heb geen flauw idee waar je het over hebt, ik weet net zo min van deze grot als jij." Hij schudde zijn schouders los en hief zijn handen omhoog, als een teken dat hij haar niks aan zou doen. "Oh en onthoudt één ding, ik volg geen opdrachten." Zijn stem klonk feitelijk en krachtig, anders dan de manier waarop hij eerst tegen haar gepraat had. Ze moest weten met wie ze te maken had en dat hij niet zo maar overmeesterd werd. "Ik heb geen idee wie je bent en ik moet je eerlijk zeggen dat ik er niet op gerekend had dat jij mij zou volgen," legde hij uit. "Ik wilde naar deze grot, dat is wel een feit, maar niet perse met jou," zei hij toen met een grijns. "Ik vond het wel gezellig, totdat je me opeens beschuldigde en me zo ruw tegen de muur aanduwde." Hij haalde even een hand door zijn haar om het uit zijn gezicht te halen. "Niet dat ik niet van de ruwe aanpak ben, hoor. In tegendeel, kom maar op."
@Demish