Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Hey, everybody!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
13 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar
O | Tales of the Forest
TheBurrow
Wereldberoemd



Een orpg met Daynty

Sophia Rosy Sapire


Christiaan Joseph Baru

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Adriana Serabel Laverne



Michael Kean Hawthorne


Het begin volgt morgen! 
Daynty
Internationale ster



De duisternis was haast tastbaar. Het kringelde om haar heen, ondoordringbaar zwart, dicht als een mist die van de wereld één uitzichtloze waas maakte. Af en toe trok de mist iets op en kon ze zich er doorheen een weg naar het oppervlak worstelen. Een paar keer was het haar zelfs gelukt haar ogen even te openen, hoewel er bijster weinig te zien was geweest. Alleen maar meer duisternis, slechts doorbroken door een smalle streep licht. Ze had op een harde ondergrond gelegen en het zachtjes heen en weer deinen daarvan had haar misselijk gemaakt. Maar iedere keer als ze probeerde haar gedachten helder te krijgen en zich te bedenken waar ze was, wat er gebeurd was, kwam die mist weer opzetten, haar genadeloos mee terug een diepe slaap in trekkend.
Dit keer was het anders. Haar oogleden voelden niet langer aan alsof onzichtbare gewichten ze dicht trokken en de mist in haar hoofd was opgetrokken, grotendeels dan toch. Adriana ademde diep in, waarna ze de lucht langzaam tussen haar uiteengeweken lippen liet ontsnappen. Langzaam bewoog ze haar handen en wiebelde ze met haar tenen. Het eerste dat haar opviel, was dat ze niet langer op de harde, koude ondergrond lag. In plaats daarvan kriebelde er iets tegen haar gezicht. Ze plantte haar handen naast haar bovenlichaam op de grond en begroef haar vingers tussen de sprietjes. Was het gras?
Een gesmoorde kreun ontsnapte aan haar lippen op het moment dat ze haar bovenlichaam van de grond duwde, tot ze rechtop zat. Adriana wilde haar ogen openen, maar kneep ze onmiddellijk dicht tegen het daglicht dat haar omringde. Het was fijn dat ze niet langer in het donker verkeerde, in die dichte mist achter haar oogleden, maar ze wist niet zeker of ze daar blij mee moest zijn of dat het haar angst aan zou moeten jagen dat ze buiten was. Dat ze wakker was. 
Niet voordat ze wist wat ze hier deed of hoe ze hier gekomen was.
Haar geheugen was één zwart gat, net zo’n oneindig donkere diepte als de bewusteloosheid was geweest. De herinneringen lagen net voorbij het randje van haar gedachten, zo dichtbij, maar tegelijkertijd nét onbereikbaar. En hoe harder ze probeerde om erbij te komen, des te verder ze zich leken te verwijderen, als een schichtige prooi die achteruit deinsde elke keer als het roofdier een stapje naar voren zette. Een eindeloze en uitputtende dans.
Knipperend probeerde Adriana te wennen aan het felle licht, maar uiteindelijk dwong ze zichzelf om haar ogen gewoon open te houden - dat was de snelste manier waarop haar pupillen eraan zouden wennen. Langzaam begon zich om haar heen een beeld van de omgeving af te tekenen. Het gras en mos waarop ze lag, ruwe boomstammen die statig en recht omhoog rezen aan de randen van de open plek en een diepgroen bladerdak droegen, de blauwe lucht die zich daarachter aftekende en gesierd werd door een zon die te stralend leek voor de situatie waarin ze beland was. 
Wat die situatie ook precies mocht zijn. Hoe belandde iemand in een bos zonder zich daar iets van te herinneren? Was er überhaupt een herinnering blijven hangen in haar hoofd? Er kwam niets concreets naar boven drijven. 
Oké, sprak ze in gedachten tegen zichzelf. Dan kijken we naar wat ik wél weet.
Adriana haalde haar handen tussen de grassprietjes weg, ging op haar knieën zitten en kwam vervolgens overeind van de grond. Ze zette een paar wankele passen voor ze haar evenwicht vond. Onderzoekend keek ze omlaag naar de kleren die ze droeg. Een roestbruine jurk omsloot haar lichaam. De stof was dik en enigszins stug, maar voelde niet ruw aan. De vierkante halslijn liet een deel van haar huid bloot, maar lange mouwen bedekten haar armen. Ze had de neiging om de mouwen op te stropen. Met de zon die door het bladerdak prikte, was het dikke materiaal van de jurk aan de warme kant, laat staan dat ze er een stuk in zou gaan lopen. Betekende dat, dat ze uit een koudere streek vandaan was gekomen?
Met haar handen ging ze langs de rokken van haar jurk, tot een vlekje aan de binnenkant van haar pols haar aandacht trok. Ze wreef er met haar duim overheen in de veronderstelling dat het zand van de bosgrond was, maar de vlek verdween niet. Toen pas vielen haar ogen op haar andere pols, waar eenzelfde vlek te zien was. Een lichte frons vormde zich tussen haar wenkbrauwen en ze hield haar polsen voor zich. De vlekjes had een heel lichtbruine kleur, als een moedervlek haast, en de vorm ervan leek nog het meeste op een maansikkel. De maantjes waren elkaars spiegelbeeld. Ze oogden… vertrouwd. Ze had ze eerder gezien, ze wist het zeker. Het was geen duidelijke herinnering, maar de zweem van herkenning bood een sprankje hoop dat het gat in haar geheugen misschien tijdelijk was. 
Haar blik verplaatste zich naar de lucht op het moment dat er een schaduw voor de zon langs trok. Tussen de bladeren door zag ze hoe stapelwolken zich in de verte samenpakten in de lucht. Het drukte haar onmiddellijk terug de harde werkelijkheid in. In de regen door een onbekend bos dwalen klonk niet bepaald als een aanlokkelijk idee, alleen welke kant zou ze in godsnaam op moeten om de bewoonde wereld te bereiken?

@TheBurrow 
TheBurrow
Wereldberoemd



Soms was het frustrerend, hoe rustig het kon zijn. Dan konden er dagen niets te doen zijn doordat de prins besloten had om niets uit te gaan voeren. Het was geen interessante taak om kapitein te zijn. De wachters deden hun werk, straffen werden gevreesd als ze dat deden. Bovendien was zijn relatie met Michael zo enorm verslechterd. Vroeger… Dan ging het wel over heel erg lang geleden, ging het geweldig tussen hen. Ze waren onafscheidelijk geweest. Hij was hier opgegroeid, net als de kroonprins. Dat schiep een band, een kameraadschap. Het had onverwoestbaar moeten zijn, maar dat was het allerminst. Voor hem was het niet duidelijk waar het precies fout was gegaan? Dat het fout was gegaan, dat was heel erg duidelijk. Tegenwoordig ging alles via bevelen, er was geen oogcontact en Michael probeerde zijn voormalige beste vriend zover mogelijk op afstand te houden.
Met een diepe zucht van frustratie steeg Christiaan op. Het was weer een moment geweest waarop hij zich enorm had moeten inhouden, anders had hij ruzie gekregen met de kroonprins en dat zou hem niet in dank afgenomen zijn geworden. Zijn titel beschermde hem tegen veel, maar niet tegen de woede van de koning die dan zeker op hem af zou komen. Nadat hij dan ook zelf zijn bevelen gesnauwd had naar de mannen die onder hem stonden, was hij naar buiten gestormd. Hij had zijn paard laten halen en zijn plan was om naar de bossen te rijden. Het was nog zonnig en hij had zijn taak uitgevoerd, voor hem genoeg reden om even te vertrekken. Zijn irritaties eruit te rijden en er dan weer tegenaan te gaan.
Hij gaf zijn paard de sporen en reed snel door de poorten heen. Richting de bossen waar hij ongestoord kon rijden tot hij weer tot rust was gekomen. Zijn gedachten waren ook een grote warboel op dit moment. Soms vroeg hij wel af waarom hij niet gewoon een huwelijk accepteerde en kon vertrekken. Hij had wel aanbiedingen gehad, maar ze afgewezen. Hij had niet gedacht ooit echt behoefte al te hebben gehad aan een relatie. Natuurlijk was dat niet een reden om te huwen, maar als hij weg ging van zijn goede baan en deze vreselijke plek moest dat toch wel een soort van reden hebben voor hem. 
Terwijl hij verder reed werd de lucht boven hem langzaam wat donkerder wanneer er wolken de zon bedekten. Het was geen vreselijke dag, maar hij gok te wel dat het later vandaag zou gaan regenen. Het was nu eenmaal het seizoen en het hoorde erbij. Christiaan vond het niet erg. Hij kon er zeker van zijn dat hij bij zijn haard heerlijk kon opwarmen. Deze was al voor hem opgestookt, het eten was voor hem bereid. Het was toch heerlijk om een titel te hebben. Een kleine grijns sierde zijn gezicht.
Nu hij eenmaal in het bos was, reed hij ook wat rustiger. Hij moest zichzelf toestaan om even te genieten van waar hij was, hij ging immers niet voor niets. Met een iets rustigere blik keek hij rond. Nog altijd was hij niet helemaal ontspannen, maar het was een begin. Hij deed zijn best om even aan andere dingen te denken dan zijn werk en dat kon vanzelf wel goed komen. Dat was iets wat hij zichzelf in ieder geval altijd vertellen. Morgen zou het wel beter zijn, dan zou er vast wel weer iets interessants op zijn pad komen. Iets dat zijn leven gewoon weer een beetje zin kon geven, een stukje interessanter kon maken.

@Daynty   
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld