Loui schreef:
"I think God is moving its tongue
There's no crowds in the street and no sun
In my own summer
The shade is a tool, a device, a savior
See, I try and look up to the sky
But my eyes burn
(Come) Shove it, shove it, shove it
(Shove) Shove it, shove it, shove it"
Luide muziek vulde de auto, die zich voortzette op een hoge snelheid. Enkel de felle autolampen belichtte de duister gekleurde weg waar Ayden zich bevond. Plezierig keek hij naar het navigatie systeem, dat nog enkele minuten naar de eindbestemming aangaf. Een sigaret, hangend tussen zijn lippen, had hij aangestoken. Zijn longen vulde met de rook en voor even genoot hij van deze vervuilende lucht, het erna direct weer uitgeblazen. Zijn lichaam ontspande en honger verminderde, zijn ogen in een seconde lange blik afgedwaald naar een lege bloedzak op het dashboard, enkel had hij gehoopt dat dit zijn bijzondere trek langer had doen verdwijnen. De grijns op zijn gezicht vergrootte, toen in de verte een houten huis langzaam zichtbaar werd. Zo genoemd was het een klassieke “lodge” dat enkel een klein stuk van de donkere bossen liet verlichten. Kilometers had gereden om eindelijk bij dit punt uit te komen. Hij nam nog een flinke hijs van zijn sigaret, waarna hij deze weer vast pakte tussen zijn vingers. Een sterke rooklucht verving de enigszins frisse lucht in de auto. Het raam open doen was zinloos, Ayden had zijn longen al decennialang niet meer nodig. Zijn gedachtes dwaalde even af, erna de afspelende muziek stopgezet, daarbij de snelheid van de auto verlaagt. De lodge kwam steeds dichter bij in zicht, hiervoor zijn lichten gedimd om zo niet op te vallen. Kijkend naar het huis waar enkele luide mensen door zijn gevoelige gehoor zichzelf al kenbaar maakte. Duisternis in hem verlangde om zijn tanden in alle te zetten, ze zo van hun vervelende “dronken” gedrag en zielige bestaan te verlossen. Enkele aders vormde onder zijn ogen, zijn oogkleur hierin ook vervormd naar een dieprode kleur. Voor kort, dat wel, want in een mum van tijd was er geen spoor meer te bekken van de kenmerken in zijn gezicht. De geachte om het idee door te zetten was er nog wel, het plezierde hem. Echter, was dit niet zijn reden van het bezoek. Een flinke zucht verliet zijn lippen, hij zou zijn hoofd koel moeten houden als hij zijn missie zou willen afmaken. Hij nam een nieuwe hijs van zijn sigaret, een vastberaden blik geworpen op de verschillende mensen die nu wel duidelijk zichtbaar waren. Zijn ogen bleven haken bij een dame, ze had stralende ogen en bruin kleurig haar. Haar uiterlijk was opvallend genoeg om haar te onderscheiden van de rest van de groep. Zijn hand reikte naar een kleine foto uit het kastje van zijn dashboard, een lange vergelijking was niet nodig. Het was overduidelijk dat zij de persoon was waarna hij zocht. Zijn wenkbrauw opgehaald door ook haar gedrag. Ze was overduidelijk ook onder invloed, dat liet haar houding hem zeker duidelijk maken. Zijn lippen opende losjes, zodat hij een nieuwe hijs van zijn sigaret kon nemen. Spanning kwam langzaam terug bij het idee dat hij zichzelf moest gedragen, zijn bovennatuurlijke instinct moest negeren. Mensen konden hem normaliter helemaal niks schelen, enkel zag hij ze als voeding wanneer zijn drang naar bloed weer toe sloeg. Echter had hij de dame nodig voor de verlossing, zijn vrijheid wou hij terug krijgen, hiervoor hoefde hij haar enkel naar een groep te brengen die haar familie erg van streek had gemaakt. Desalniettemin, was het hun eigen schuld, de Bozetatu wou je niet boos maken. Ook al zijn de meeste leden van deze familie ook zijn grootste rivalen, waar hij vaak genoeg moordneigingen van kreeg, hield hij zich gedeisd. Zoals in zijn situatie, kwam je niet snel meer vrij als ze je eenmaal in hun greep hebben en als bezit zien.In alle stilte parkeerde hij de auto, erna gereikt naar de tas op de passagiers stoel. Een zwart gekleurde G-wagon was het voertuig waar hij uitstapte, glimmend in het maanlicht. Hij had zich direct een weg gemaakt naar de lodge. Waar inmiddels een drukte menigte gevormd buiten het huis, drukke feestgangers, geschreeuw en vrolijk geroep door de buitenlucht dat galmde door zijn gehoor.Geïrriteerd keek hij naar de groep, waar de gezochte dame nergens meer te bekennen was. “Fuck” verliet zijn lippen, waarna hij de laatste zucht van zijn sigaret nam en deze los liet. Het uiteinde brandde nog totdat de modderige ondergrond het vuur liet dampen. Zodra Ayden dichter bij de menigte stapte, kon hij het al ruiken, de geur van de rode vloeistof door de aderen van de sterfelijke die hem omsingelde, wat zijn discipline sterk op de proef stelde. Zijn kille blik blik concentreerde op zoek naar de brunette, waardoor hij zijn hoofd had hij gedraaid naar de feestende menigte, maar waar nog steeds geen enkel spoor van haar meer te bekennen was. Zijn leeftijdsverschil met de groep was groot, maar in tegenstelling naar de groep niet kenbaar door zijn jeugdige genen. In zijn voordeel om niet op te vallen, hoefde hij enkel zichzelf alleen nog als een dronken malloot te gedragen. Zich vervolgens een vast beraden blik geworpen op de voordeur van het houten huis. Zijn voet liet het houten portiek zacht kraken, zijn evenwicht op het hout gezet zichzelf dichter naar de voordeur te krijgen. De deur had enkel een klein raam wat hem zicht op het interieur van het huis gaf. De inrichting leek alsof het had stilgestaan in 1980, niet op een positieve manier. Verontwaardig keek hij op toen hij de dame zag lopen, ze waande zich een weg naar een van de andere kamers. De deur opende hij en een uitdagende glundering kwam tevoorschijn op zijn gezicht, waardoor voor kort zijn donkere aderen weer zichtbaar waren, wellicht door het enige gevoel van enthousiasme deze avond hem had gebracht. Het was enkel een kort moment waarin hij zichzelf liet gaan, zich snel weer herpakt, erna was alleen zijn grote grijns nog te zien, in de neonlichten van de slecht verlichte woonkamer.