Laura schreef:
Voor wie wilt lezen c:
Voor wie wilt lezen c:
Het duurde niet lang voordat de zaal vol stroomde met mensen. Personen die ik in een erg lange tijd niet had gezien en vrienden die ons nader stonden. Als doods stond ik voor aan de rijen met stoelen, vaag de mensen herkennend. Mijn blik worstelde zich door de schimmen heen, enkel om een glimp van hem te kunnen opvangen. Alhoewel dit hopeloos was, aangezien er tranen waren die mijn blikveld versperde, probeerde ik het toch. Mijn man probeerde contact met mij te zoeken, door middel van subtiele aanrakingen. Zo subtiel als hij ze uitvoerde, zo hard sloeg ik ze weg. Op het moment moet hij ver bij mij uit de buurt blijven. Ik zette een paar stappen naar voren, om zo dichter bij hem te kunnen komen. Ik voelde mensen tegen mij opbotsen, hun excuses aanbieden en daarna snel wegschuiven. Ik trok me hier niets van aan, liep door en mijn handen raakten de eikenhouten kist aan. De tranen in mijn ogen stroomden nu over mijn wangen en mijn vingers baanden zich een weg over de deksel van de kist. Een klein snikje kwam uit mijn mond en mijn handen vonden de foto van hem. Ik knipperde een paar keer om mijn blikveld vrij te krijgen. Zijn gezicht stond op de foto, vrolijk en levend. Niet zoals de laatste paar maanden. Waarschijnlijk was deze foto gemaakt in de zomervakantie, toen ze op kamp gingen met de scouting. Hoe ziek hij ook was, hij wilde gaan. Niemand kon hem tegenhouden.
''Julian,'' fluisterde ik. Langzaam zakte ik op de grond en mijn knieën raakten hard de stenen vloer. Ik hield te foto tegen mijn borst aan en huilde. De tranen stroomde over mijn wangen. Mijn hart was gebroken, verscheurd en vertrapt. Ik was kapot gemaakt.
''Julian! Als je nu niet heel snel opschiet, ga je bus missen,'' riep ik vanonder de trap. Boven klonk gebonk en er was een gil hoorbaar. Ik keek naar mijn man en moest lachen. Niets kon ons zoontje tegenhouden om naar de scouting te gaan. Hoe ziek hij zich ook voelde, hij ging toch. Dan zette hij een masker op en deed alsof alles goed met hem ging. Jarenlang had hij dat ook gedaan voor de scoutingleiding, tot ze van ons hoorden dat Julian leukemie had. Vanaf toen zijn ze beter op hem gaan letten en probeerden ze hem de minder zware klussen te laten doen. Wat natuurlijk bij Julian in zijn verkeerde keelgat schoot.
''Julian, ik meen het. Als je binnen vijf seconden niet voor me staat, kom ik je halen!'' riep mijn man naar boven. Nog geen twee seconden later stond onze Julian voor ons. Een grijns van oor tot oor, zijn groene pet op en helemaal in uniform. Ik hurkte voor hem neer en pakte met twee handen zijn gezicht vast.
''Ben je er klaar voor, schatje?'' vroeg ik. Julian zijn gezicht betrok bij het horen van zijn koosnaam. Hij had er een hekel aan als mensen hem vertroetelen of schattige namen geven.
''Mááám, ik kan écht wel voor mijzelf zorgen,'' verdedigde hij zichzelf. Mijn ogen schoten naar de van hem en ik moest een paar tranen wegslikken. Ja schatje, jij kan dat, dacht ik en ik gaf hem een kus op zijn voorhoofd. Mijn man, Julian zijn vader, gaf hem een knuffel en een high-five, waarnaar we met ons drieën in de auto stapten.
Loeiende sirenes, felle lampen en ambulancebroeders die in en uit ons huis renden. Mijn klamme handen vouwden zich in elkaar en weer uit elkaar. Ik was de kamer van mijn zoontje uit gestuurd, zijn toestand was te kritiek zeiden ze. Nu zat ik op een stoel in de gang, wachtend op een antwoord van de kinderarts die met de ambulance mee was gekomen. Julian was de afgelopen weken thuis, onder de voorwaarde dat we meteen moesten bellen als er iets aan de hand was. Vannacht had hij niet kunnen slapen en Julian had bloed opgehoest, waarna wij direct het ziekenhuis hadden gebeld. Binnen een kwartier waren ze bij ons en nu zaten we al anderhalf uur op de gang. In mijn handen klemde ik een pakje sigaretten. Al anderhalf jaar was ik van het roken af, maar op dit moment snakte ik gewoon naar een sigaret. Zo erg, dat het me niet uit maakte wat voor gevolgen er aan vast zaten. Ik keek mijn man aan vanuit mijn ooghoeken, gaf hem een kneepje in zijn hand en stond op. In de keuken, onder de afzuigkap stak ik de sigaret aan. Na een paar hijsen was ik er al weer klaar mee en drukte hem uit. Op dat moment klonken er verschillende geluiden van boven. Een vreemd gevoel vloog door mijn lichaam, ik wist niet zeker of dit positief of negatief was. Ik gooide alles aan de kant wat ik in mijn handen had en rende naar boven. Ik zag mijn man op de stoel zitten, de deur van Julian was open en de dokter keek ons schuldig aan.
''Nee,'' zei ik, ''nee, nee, nee.'' Alleen de blik van de dokter was al genoeg. Het was over, het was gedaan.
''Ga weg,'' riep ik. Ik duwde hem aan de kant en snelde de kamer van mijn zoon in. Daar lag hij. Mijn engeltje. Het engeltje van goud. Tranen stroomden over mijn wangen heen en ik greep zijn handen vast.
''Julian,'' fluisterde ik, ''mama is hier. Alles is goed,'' probeerde ik hem en mijzelf er van te overtuigen dat het goed was.
Mijn hand zocht die van mijn man, maar in plaats dat hij de mijnen vastpakte, sloeg hij zijn armen om mij heen en ik legde mijn hoofd tegen zijn borst. We zaten op de voorste rij in de zaal. Honderden mensen waren op komen dagen om afscheid te kunnen nemen van Julian. Ik had het niet aangekund om in de condoleance rij te staan, vandaar dat ik met mijn man op de stoelen zat.
''Julian Jason Kroeze,'' begon de begrafenis ondernemer, ''lieve zoon, broer en een heel gelukkige jongen. Hij heeft afscheid van ons moeten nemen op een leeftijd waarvan wij weten dat het niet nodig moet zijn geweest. Lieve Julian, rust zacht,'' zei de man. Hij draaide zich om naar de kist waar mijn zoon in lag, boog diep en nam toen afstand.
Ik kon het niet meer. Dit was teveel voor een persoon om te verwerken. Mijn zoon, mijn leven, weggenomen. Ik kroop dichter tegen mijn man aan en huilde. Ik huilde alle tranen wat ik nog over had.



0
0
0
0
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? 


17

