Seaweedbrain schreef:
Ze was alleen. Anna had in geen tijden een echt gesprek gehad met iemand. De wetenschappers waren meer bezig met proeven dan met haar. Met andere proefpersonen praatte ze niet. In de eerste week had ze het wel gedaan. Er was toen een best aardige jongen meegekomen. De hele avond hadden ze met elkaar gepraat. Totdat de eerste proef kwam en hij nooit meer terugkwam. Later had zij gevraagd waar de jongen was gebleven, maar ze werd alleen maar genegeerd. De hoop dat hij leefde was er niet meer. Anna had al vaak genoeg gehoord dat er weer eentje dood was. De bewakers en wetenschappers overlegden wel eens op de laagste verdieping, waar zij woonde. Zo hoorde zij wanneer er weer nieuwe mensen zouden komen. Altijd het begin van de maand. Zij had helemaal geen tijdsbesef, dus ze wist dat er een nieuwe maand was als er weer nieuwelingen waren. Het was al een tijd geleden dat er nieuwen kwamen. Zouden er binnenkort nog een maand voorbij zijn gegaan? Hoe lang zat ze er dan al? Dertien maanden? Veertien? Of zelfs vijftien? Ze had het eigenlijk bij moeten houden, maar ze wist niet hoe. Pen en papier hadden ze niet en ze kon niet met haar nagels in de muren gaan krassen.
Anna was helemaal in haar gedachten opgegaan toen ze opeens een lawaai naast haar hoorde. In het complex was geluid een dagelijks dingetje. Er gebeurde altijd wel wat. Mensen die huilden of woest werden (niet dat zij daar onschuldig aan was), maar dit was anders. Anna sloeg haar dekbed van zich af en stapte uit bed. Haar kuit protesteerde en deed pijn. Ze vertrok haar gezicht van de pijn en strekte haar been, in de hoop de pijn te verminderen. De persoon naast haar was enorm veel lawaai aan het maken. Het klonk als geschraap. Anna sloop naar de muur toe, wat best wel zinloos was, want zelfs als ze gillend en stampend naar de muur zou gaan, zou ze toch niet over het geluid van haar buurman komen. Toen ze bij de muur kwam, legde ze haar hoofd ertegen. Het geluid stopte. Het was opeens doodstil en Anna kon haar eigen ademhaling horen. Ze moest weten wat haar buur van plan was. Misschien wilde ze gewoon praten, het geluid horen van iemand die haar geen pijn wilde doen. Ze raapte al haar moed bij elkaar, en naast wat kuchjes, was ze zelfverzekerd genoeg om op de muur te kloppen. Klop klop klop klop..... Klop klop klop klop... Ze had vast wel de aandacht nu wel getrokken van de man. "Sir, what are you doing? You can get in a lot of trouble for that," vroeg ze. Haar stem was nog een beetje schor,omdat ze die weinig gebruikte, maar het kwam er nog redelijk verstaanbaar uit. Voor haar dan.
Ze was alleen. Anna had in geen tijden een echt gesprek gehad met iemand. De wetenschappers waren meer bezig met proeven dan met haar. Met andere proefpersonen praatte ze niet. In de eerste week had ze het wel gedaan. Er was toen een best aardige jongen meegekomen. De hele avond hadden ze met elkaar gepraat. Totdat de eerste proef kwam en hij nooit meer terugkwam. Later had zij gevraagd waar de jongen was gebleven, maar ze werd alleen maar genegeerd. De hoop dat hij leefde was er niet meer. Anna had al vaak genoeg gehoord dat er weer eentje dood was. De bewakers en wetenschappers overlegden wel eens op de laagste verdieping, waar zij woonde. Zo hoorde zij wanneer er weer nieuwe mensen zouden komen. Altijd het begin van de maand. Zij had helemaal geen tijdsbesef, dus ze wist dat er een nieuwe maand was als er weer nieuwelingen waren. Het was al een tijd geleden dat er nieuwen kwamen. Zouden er binnenkort nog een maand voorbij zijn gegaan? Hoe lang zat ze er dan al? Dertien maanden? Veertien? Of zelfs vijftien? Ze had het eigenlijk bij moeten houden, maar ze wist niet hoe. Pen en papier hadden ze niet en ze kon niet met haar nagels in de muren gaan krassen.
Anna was helemaal in haar gedachten opgegaan toen ze opeens een lawaai naast haar hoorde. In het complex was geluid een dagelijks dingetje. Er gebeurde altijd wel wat. Mensen die huilden of woest werden (niet dat zij daar onschuldig aan was), maar dit was anders. Anna sloeg haar dekbed van zich af en stapte uit bed. Haar kuit protesteerde en deed pijn. Ze vertrok haar gezicht van de pijn en strekte haar been, in de hoop de pijn te verminderen. De persoon naast haar was enorm veel lawaai aan het maken. Het klonk als geschraap. Anna sloop naar de muur toe, wat best wel zinloos was, want zelfs als ze gillend en stampend naar de muur zou gaan, zou ze toch niet over het geluid van haar buurman komen. Toen ze bij de muur kwam, legde ze haar hoofd ertegen. Het geluid stopte. Het was opeens doodstil en Anna kon haar eigen ademhaling horen. Ze moest weten wat haar buur van plan was. Misschien wilde ze gewoon praten, het geluid horen van iemand die haar geen pijn wilde doen. Ze raapte al haar moed bij elkaar, en naast wat kuchjes, was ze zelfverzekerd genoeg om op de muur te kloppen. Klop klop klop klop..... Klop klop klop klop... Ze had vast wel de aandacht nu wel getrokken van de man. "Sir, what are you doing? You can get in a lot of trouble for that," vroeg ze. Haar stem was nog een beetje schor,omdat ze die weinig gebruikte, maar het kwam er nog redelijk verstaanbaar uit. Voor haar dan.



0
0
0
0
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? 


15