Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Mai
Check het forum voor gezelligheid!!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
12 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
O | Loving and fighting. Accusing, uniting.
Demish
Internationale ster



Het had hem verbaasd dat hij had mogen blijven. De eerste paar keren dat hij haar op had gezocht, had ze van hem gevraagd of hij weg had willen gaan en ook nu had hij verwacht dat het wel genoeg was geweest voor haar, maar ze had hem gevraagd of hij had willen blijven. Iets waardoor hij met een glimlach naast haar was gaan zitten, al probeerde hij wel gepast afstand te houden. Het leek er op dat ze hem begon te vertrouwen, maar hij wilde niet te snel geloven dat ze dat ook echt deed. 
‘Iets over mezelf.’ Nathan herhaalde haar woorden. Hij voelde er nooit veel voor om iets over zichzelf te vertellen. Hij had al snel het idee dat het te egoïstisch over kwam, alsof hij het alleen maar over zichzelf wilde hebben. Dat terwijl hij juist veel meer wilde weten over Kayra, het meisje wie zojuist haar naam aan hem had voorgelegd. Hij was blij dat hij nu haar naam wist. Het maakte haar iets minder mysterieus. Misschien dacht zij ook wel zo over hem en wilde ze daarom meer van hem weten. Hij wist echter niet wat hij moest vertellen. In zijn eigen ogen was hij een redelijk normaal iemand. Veel bijzondere vaardigheden had hij niet, zoals Kayra met haar pijl en boog, en zijn leven was uiterst normaal verlopen. En daar had hij vrede mee. 
‘Je hebt mijn vader al ontmoet,’ zei Nathan bedenkelijk, terwijl hij zijn ogen gericht hield op de vlammen. ‘Hij is geen slechte man, maar sinds hij een groot deel van zijn klanten en inventaris kwijt is geraakt, gaat de verkoop van zijn leer wat moeizaam. Daarom was hij denk ik zo… Voorzichtig toen hij jou zag.’ Hij had het hart niet om haar te vertellen dat zijn vader had gedacht dat ze een heks was. Nathan twijfelde daar nog niet eens aan. Als ze een heks was, dan had ze vast een beter leven voor haarzelf getoverd. In ieder geval een warm huisje, genoeg eten en drinken en waarschijnlijk was de wond op haar arm dan ook zo verdwenen. Kayra kon geen heks zijn.
‘Hoe kan het dat hij zijn inventaris kwijt is geraakt?’ vroeg Kayra stilletjes. Nathan snapte haar nieuwsgierigheid. Hij zou waarschijnlijk dezelfde vraag hebben gesteld.
‘Er was een brand in zijn werkplaats. Niemand weet hoe dat precies is gebeurd, maar daardoor is er veel verloren gegaan. Mensen uit het dorp vonden hem onvoorzichtig, dus velen wilden niks meer van hem kopen. Ik probeer hem zoveel mogelijk te helpen, zowel op de werkplaats als op de markt.’
‘Dat is heel erg aardig van je,’ zei Kayra. ‘Ik weet zeker dat zo’n vriendelijk gezicht het goed doet op de markt.’
Wat verlegen lachte Nathan. Hij wendde zijn gezicht af naar de grond, niet weten wat hij er op moest zeggen. Hij wist van zichzelf dat hij vriendelijk was, hij probeerde dat ook oprecht tegen iedereen te zijn, maar hij betwijfelde of zijn vriendelijkheid zijn vader echt op weg zou kunnen helpen. Het was niet zo dat de man zelf onvriendelijk was. Hij was enkel wat voorzichtiger met zijn vertrouwen dan Nathan.
Er heerste even een stilte, maar vervolgens schraapte Kayra haar keel. ‘Heb je nog meer familie?’
Nathan knikte. ‘Mijn moeder en mijn zusje.’
‘Je hebt een zusje.’ Het was geen vraag van Kayra, het was eerder alsof ze iets constateerde. Alsof deze informatie iets voor haar bevestigde. Hij kon echter wel de glimlach in haar stem horen. Zelf had hij ook een glimlach op zijn gezicht gekregen, want zijn zusje betekende letterlijk alles voor hem.
‘Ja, haar naam is Leah. Ze is tien jaar oud,’ vertelde hij Kayra. ‘Ze vond het altijd heel erg leuk om naar buiten te gaan en daar spelletjes te spelen. Ze kon het heel goed vinden met de andere kinderen, maar nu ze ziek is, komt ze niet meer zo vaak buiten. Dus ik probeer binnen spelletjes met haar te spelen.’
Het deed hem pijn dat zijn zusje nog steeds ziek was. Al vond hij het nog erger dat hij er niets aan kon doen. Als haar grote broer zou hij in staat moeten zijn om haar te kunnen beschermen, maar dat ging nu niet. 
Amarynthia
Internationale ster



Het was mooi om hem over zijn familie te horen praten. In zijn woordkeuze liet hij blijken hoeveel hij om ze gaf, zijn daden bewezen dat. Elke dag hielp hij zijn vader op de markt en hij deed er alles voor om zijn zusje een mooie tijd te geven. Ondanks haar ziekte. Het leek haar verschrikkelijk om ziek te zijn, wetend dat je er niets aan kon doen en enkel kon afwachten wat de tijd met je deed. 
‘Wat heeft je zusje?’ vroeg Kayra aarzelend. 
Er verscheen een verdrietige blik in zijn ogen, ze kon merken dat de ziekte van zijn zusje hem pijn deed. Hij haalde zijn schouders op. ‘Dat weten we niet. We zijn geld aan het sparen voor een dokter.’
Dokters waren duur, erg duur. Ze kon zich voorstellen dat het zelfs voor een leerlooierij een dure uitgave was, vooral als je een hoop inventaris was kwijtgeraakt. Kayra keek naar de deken die ze over haar schouders had geslagen. Ze zou Nathan zo graag willen betalen voor de deken, al helemaal nu ze wist waar het geld naartoe zou gaan, maar ze had lang niet genoeg. 
Kayra kwam overeind. ‘Ik ben zo terug,’ zei ze, waarna ze haar huisje binnenliep. Ze pakte een klein stoffen zakje dat dichtgebonden zat met een simpel touwtje. Er zat weinig in, precies dezelfde hoeveelheid als de dag dat ze het dorp in was gegaan. Ze nam de munten mee en ging weer naast Nathan zitten. 
‘Hier, neem het.’ Ze hield haar handen met de munten naar voren. 
‘Kayra…’ Het was raar om hem haar naam te horen noemen. ‘Dat kan ik niet aannemen. Je moet ook nog voor jezelf kunnen zorgen.’
Ze pakte zijn hand en liet de munten in zijn hand glijden. Ze verbaasde zich over de warmte van zijn hand, al helemaal in vergelijking met haar koude, tengere vingers. Zodra de munten in zijn handen lagen, sloot ze de munten in door zijn vingers over zijn handpalm te buigen. ‘Het is niet veel, maar ik wil graag meehelpen aan het meebetalen van de dokter. En… de mensen in het dorp. Ze gedroegen zich anders dan normaal, angstiger. Ik denk dat het verstandig is als ik voorlopig weg blijf uit het dorp.’
Nathan leek te twijfelen. 
‘Alsjeblieft? Ik zou me een stuk beter voelen als je het aan zou nemen, maar…,’ even aarzelde ze, ‘ik zou het waarderen als je nog een keer terugkomt.’ 
‘Beloofd,’ zei hij, waarna hij met een zachte zucht het geld opborg. Een kleine glimlach sierde haar gezicht. 
Opnieuw keken ze allebei naar het vuur. Kayra dacht na over wat ze gezegd had. Het was waar. De vorige keer dat ze naar de markt was geweest, hadden meer blikken haar gevolgd. Mensen leken haar meer dan anders te mijden. Daar kwam nog bij dat de vader van Nathan haar had weggestuurd – en dat leek niet alleen te gaan om het feit dat ze niet genoeg geld bij zich had. ‘Hoe komt het dat de mensen zo bang waren?’ 
De vraag leek hem niet op zijn gemak te stellen, alsof hij haar het antwoord wilde besparen. Ze bestudeerde zijn gezicht, dat geel verlicht werd. Zijn bruine ogen leken nog meer warmte uit te stralen door het vuur. ‘Sinds enkele dagen geleden wordt het dorp geteisterd door moorden die in het midden van de nacht plaatsvinden. Niemand durft ’s avonds nog de straat op en niemand lijkt elkaar te vertrouwen.’ 
‘Elke nacht?’ vroeg Kayra verbaasd. Onbewust trokken haar gedachten terug naar de dag dat die man haar doelbewust aanviel en zijn tanden in haar huid zette. Onbewust klemde ze haar hand om haar onderarm, alsof ze daarmee de pijn kon verminderen. 
Nathan knikte traag. ‘Nog elke nacht.’
Wat als die man bij hen hoorde? Ze stelde zich voor hoe een hulpeloze dorpeling besprongen werd. Hoe een klein meisje op de grond geduwd werd en vervolgens open gereten werd door tanden die zich in haar vlees plantte. Het joeg haar de rillingen op het lijf. 
‘En omdat ik een buitenstaander ben, zijn ze bang dat ik er iets mee te maken heb,’ constateerde ze. Ze kon het hen niet kwalijk nemen, haar verschijning was niet bepaald rooskleurig, haar blik soms kil. Was ze echt zo’n monster? Deels hadden ze gelijk, ze had al twee moorden gepleegd. 
Kayra schraapte haar keel en keek naar haar hand die om haar arm geklemd had. ‘En jij? Geloof jij dat ik achter die moorden zit?’
Demish
Internationale ster



Nathan hoefde nauwelijks na te denken over haar vraag. Hij had het niet geloofd toen zijn vader het had gesuggereerd en ook nu geloofde hij het niet. Hoe kon dit meisje, iemand die net al haar geld aan hem had gegeven omdat ze zijn zusje wilde helpen, nou verantwoordelijk zijn voor brute moorden? In Nathan zijn hoofd was dat vrijwel onmogelijk.
‘Nee, dat geloof ik niet.’ Nathan wist dat ze in staat was om iemand te vermoorden. Dat had ze hem zelfs net verteld, maar nog steeds was hij er van overtuigd dat Kayra niet degene was wie het dorp teisterde met de moorden. Ze was op hem over gekomen als een schuchter iemand, een meisje dat zichzelf probeerde te beschermen door allerlei maatregelen te treffen, maar ze zou nooit iemand aanvallen. Niet als diegene haar geen kwaad deed. De enige reden dat ze een man had vermoord, was omdat hij op haar was gesprongen als een wild beest. Tenzij dat ook zo was geweest in het dorp, zou Kayra het nooit kunnen zijn. Het leek ook eerder alsof de dorpelingen aan werden gevallen door een wild beest, dan door een mens.
Zijn antwoord leek haar te doen opluchten. Het leek haast alsof ze blij was dat hij haar vertrouwde en niet dacht dat ze iets te maken had met de moorden. Als die gedachte wel rond had gespookt in zijn hoofd, dan had hij hier waarschijnlijk niet gezeten. Zijn vader had hem dan wel naïef genoemd, maar hij zou nooit met open ogen in een val trappen, zelfs niet bij Kayra.
‘Mensen zijn bang voor wat ze niet kennen,’ bedacht Nathan zich hardop. Waarschijnlijk waren ze bang voor Kayra omdat ze niet wisten wie ze was. Nathan moest toegeven dat ook hij dat nog niet wist, maar hij had alle vertrouwen in haar. Ze was niet gevaarlijk, of moordlustig. Hij vond het bewonderingswaardig dat ze al die tijd in haar eentje hier had gewoond, zonder iemand om mee te praten. Zelf zou hij dat waarschijnlijk niet vol kunnen houden. Nathan was altijd al sociaal aangelegd en ondanks dat hij ook een redelijk rustige jongen was, zou hij het niet vol kunnen houden om elke dag in zijn eentje door te brengen. Misschien kon Kayra dat nu ook wel niet meer en had ze daarom aan hem gevraagd of hij nog een keer terug wilde komen.
Kayra zei niets op zijn woorden terug. Misschien omdat ze niks te zeggen had, misschien omdat ze niets wilde zeggen, maar Nathan vond het prima zo. Hij vond het niet erg om samen met haar voor zich uit te staren haar het vuur. Het was niet ongemakkelijk of vreemd, het voelde eigenlijk heel natuurlijk aan. Alsof ze elkaar al langer kenden.
Plotseling bedacht hij zich iets. ‘Kayra, als je niet meer het dorp in gaat, hoe kom je dan aan eten?’
‘Ik kan jagen,’ antwoordde ze koeltjes, maar Nathan wist dat het niet zo gemakkelijk zou worden. In de winter waren er een stuk minder dieren aanwezig. Wat ze deden, wist Nathan niet, maar ze waren in ieder geval niet heer. Ook de moestuin zou niet groeien, wat betekende dat Kayra vroeg of laat geen eten meer zou hebben. Iets waar Nathan niet aan wilde denken.
‘Mag ik… Ik wil je graag wat te eten brengen.’ Hij wist nu al dat ze het niet aan zou nemen, maar hij wilde het wel. Hij had het idee dat het zijn schuld was dat ze zich niet meer in het dorp kon vertonen. Ze was hem op komen zoeken en zijn vader had haar naar behandeld, wat vast invloed had gehad op de rest van de dorpleingen. Diep van binnen wist Nathan dat het gedrag van zijn medemens was veroorzaakt door de plotselinge aanvallen, maar toch voelde hij zich deels verantwoordelijk voor haar.
Amarynthia
Internationale ster



Dat was iets wat Kayra gewoonweg niet kon aannemen. Ze waardeerde het aanbod, maar ze wilde zich niet te afhankelijk opstellen. Het voelde al erg genoeg dat ze zijn deken had aangenomen zonder er echt iets voor te doen. Zelfs de muntstukken die ze net aan hem gegeven had kwamen niet in de buurt van de originele prijs. 
En toch vond ze het fijn. Hij was bereid haar te helpen en hield zich aan zijn woord. Ondanks dat zijn vader haar had weggestuurd, zat hij nu toch naast haar. Het was een fijn idee om er niet alleen voor te staan, maar tegelijkertijd gaf het haar het gevoel alsof ze zwak was. Alsof ze toegaf aan haar zwakheden. 
‘Dat kan ik niet van je aannemen,’ zei ze zacht. Ze had haar hand nog altijd om haar arm geklemd, die akelig begon te branden. Hoogstwaarschijnlijk werd het tijd dat ze er een schoon doek omheen zou wikkelen. 
‘Ik doe het graag,’ zei Nathan. En dat geloofde ze. Hij leek haar te willen helpen en daar moeite voor te willen doen. Waarschijnlijk zou hij er niks voor terug willen, maar dat was ook niet waarom Kayra zijn hulp afwees. Ze vond dat ze voor zichzelf moest kunnen zorgen. Dat was haar andere jaren gelukt, dus dan moest het dit jaar ook lukken. Nu waren er dit jaar wel enkele dingen geweest die het belemmerden, maar ze vond niet dat ze dat als excuus kon gebruiken. Als Nathan haar huisje niet gevonden had, had ze ook zonder zijn hulp moeten overleven. 
‘Weet ik,’ zei ze aarzelend, ‘maar ik kan goed voor mezelf zorgen.’ Daarbij, ze had weinig nodig om te overleven. Ze was gewend aan de honger en kon leven op weinig. Als ze elke week op z’n minst een eekhoorn wist te vangen, dan was het te overleven. 
Kayra’s gezicht vertrok iets van de pijn, iets wat Nathan niet ontgaan was. ‘De wond?’ 
Ze knikte en haalde haar hand van haar arm af. ‘Het steekt. Ik denk dat ik er een schoon doek omheen moet doen.’
Nathan leek te aarzelen, iets wat Kayra wel begreep. Onderhand had ze zijn hulp al zo vaak afgewezen, dat nog een afwijzing niet heel prettig was. Nog voor hij iets kon zeggen, besloot ze hem iets tegemoet te komen. Als teken dat ze hem vertrouwde, hoe eng ze dat ook vond. 
‘Zou je…’ Het was raar om de vraag hardop te stellen. Alsof dat haar kwetsbaarheid bevestigde. 
‘Weet je het zeker?’ vroeg hij. 
Hij liet haar de vraag niet stellen. Ondanks dat het iets kleins was, betekende het veel voor haar. Ze knikte en kwam overeind. Ze liep haar huisje binnen om twee schone stukjes stof te pakken. Een van deze maakte ze nat, waarna ze weer naar buiten liep. Ze ging opnieuw naar Nathan zitten. Voorzichtig legde ze haar arm op haar schoot en maakte ze met haar rechterhand de knoop van het doek los. Langzaam wikkelde ze het stuk stof los en zelfs dat was iets wat goed voelbaar was. De wond begon te kloppen en te branden, waardoor Kayra haar kaken op elkaar plaatste. Ze was er sowieso al geen fan van om haar pijn te laten zien, maar nu Nathan naast haar zat, vond ze het nog vervelender. 
Het doek gleed van haar arm af, waardoor de wond zichtbaar werd. Het zag er verminkt uit. Verschillende kleine sneetjes waren zichtbaar. De huid er omheen was blauw en op sommige plekken zelfs wat geel. Kayra richtte haar blik op Nathan, die de wond goed leek te bestuderen. Voorzichtig pakte hij haar pols vast en depte hij het natte doekje op de wond. Zijn blik richtte zich direct op haar gezicht. 
‘Gaat het?’ 
Er was geen moment te bedenken waarbij Kayra die vraag met ‘nee’ zou beantwoorden. Maar deze keer meende ze het, het ging wel. De pijn was dragelijk. Met een kort knikje liet ze hem weten dat het oké was. 
Behoedzaam ging hij verder. Zacht drukte hij de stof tegen de huid en langzaam maar zeker zag de wond er schoner uit. Hij pakte het droge stuk stof en bond deze er omheen. Niet te strak, niet te los.
‘Zo,’ zei hij, ‘hopelijk kun je er zo weer een paar dagen mee vooruit.’ Hij kwam overeind en glimlachte vriendelijk naar haar. ‘Het is tijd om te gaan, voor mijn vader zich gaat afvragen waar ik al die tijd ben geweest.’
Kayra kwam ook overeind en knikte. Ze wilde hem bedanken. Ze wilde hem bedanken omdat hij langer bij haar was gebleven. Ze wilde hem bedanken voor de verhalen over zijn familie die hij haar vertelde. Ze wilde hem bedanken voor het verbinden van haar wond. Maar bovenal wilde ze hem bedenken dat hij haar vertrouwde, dat hij de roddels in het dorp niet geloofde. 
En toch kwam geen van deze bedankjes naar buiten. 
‘Ik hoop dat het snel beter gaat met je zusje,’ zei ze. 
Ze kon zien dat het een gevoelig onderwerp was. ‘Ik ook,’ antwoorde hij. ‘Tot de volgende keer?’ 
Er verscheen opnieuw een kleine glimlach op haar gezicht, waarna ze knikte. ‘Tot de volgende keer.’
Demish
Internationale ster



Zoals velen al hadden voorspeld, was het een zware winter geworden. De kou had het dorp overgenomen en geterroriseerd met ijzige lagen, sneeuw en vriespunten die lang niet iedere inwoner had overleefd. Men had geprobeerd om hun huizen warm te houden, net als zij die er in woonden. Iets wat Nathan ook had gedaan, maar hij had er nog een extra taak bij gehad. Hij had geprobeerd om minstens twee keer in de week op bezoek te gaan bij Kayra, om te zien of het allemaal nog goed met haar ging en of ze iets nodig had. Vaak had ze enkel gezegd dat hetgeen wat ze nodig had, zijn gezelschap was. Daardoor voelde hij zich vaak warm van binnen. Daar kon geen warme jas of deken tegenop.
Zoals ieder seizoen kwam de winter weer aan zijn einde. Langzaam maar zeker werden de temperaturen iets dragelijker, verdwenen het ijs en de sneeuw en over een paar dagen zou het seizoen aanbreken wat Nathan kende als lente. De bladeren zouden weer terugkeren aan de bomen, bloemen zouden weer opbloeien en de vogels zouden weer fluiten. Lente was altijd al zijn favoriete seizoen geweest. Het stond voor frisse, nieuwe gebeurtenissen. Dieren werden geboren, alles werd weer groen. Een nieuw begin.
Jammer genoeg zaten er ook keerzijden aan het terugkeren van de lente. Dat betekende namelijk dat Nathan zijn zusje een gehele winter ziek was geweest en nog steeds niet beter was. Ze had het tot nu toe dan wel overleefd, maar Nathan wist dat ze veel pijn had. Eten en drinken was haast onmogelijk en hij had zijn zusje zien veranderen van een gezonde tienjarige naar een te dun meisje dat hij haast niet meer herkende. De enige momenten waarop hij zeker was dat Leah nog voor hem zat, was als ze lachte tijdens één van zijn verhalen.
Vaak gingen die verhalen over hem en Kayra en wat ze hadden beleefd. Toen Kayra haar wond eenmaal was geheeld, had ze hem laten zien dat ze in staat was om voor haarzelf te zorgen. Ze had hem een paar keer meegenomen tijdens haar jacht. Nathan was gewend om met vallen dieren te vangen, maar Kayra deed het als een echte jager, met haar pijl en boog. Hij had altijd in bewondering naar haar gekeken. Veel hadden ze niet gepraat tijdens dat soort middagen, ook omdat ze anders de dieren weg zouden jagen, maar elke keer als Kayra hem een stukje van haar leven had laten zien, was hij daar dankbaar voor geweest.
Het leuke was dat ook Leah de verhalen geweldig vond. Nathan dacht stiekem dat Kayra een soort voorbeeld voor haar was. Een meisje dat helemaal alleen leefde, maar toch alles voor elkaar had. Hij had zich al vaker beseft hoe stoer dat wel niet klonk, maar stoer was ook wel een woord wat hij bij Kaya vond passen. Ze was onverschrokken, ze deed wat ze moest doen om te overleven. Leah was al zo nieuwsgierig naar Kayra geworden dat ze al vaker aan Nathan had gevraagd of Kayra niet een keertje langs zou kunnen komen, maar Nathan had toen uitgelegd dat het wat ingewikkelder zat dan Leah wist.
De aanvallen in het dorp waren namelijk nog niet voorbij. Het was niet elke avond raak, maar zeker wel een paar avonden in de week. Steeds vaker werden er lichamen gevonden waarvan hun nek was opengereten en soms leek het wel alsof er geen spoortje bloed meer te vinden was in de verwonde lichamen. Nathan had het geluk gehad dat hij de lijken nog nooit voorbij had zien komen, maar ze klonken angstaanjagend.
Kayra was er nog steeds van overtuigd dat de dorpelingen haar beschuldigden van de moorden, ondanks dat ze al weken niet meer in het dorp was geweest. Nathan snapte het echter wel en daarom snapte hij ook de reden dat ze niet zo snel terug zou keren naar het dorp. Voor Leah had ze echter een uitzondering willen maken. Ze zou haar op komen zoeken en vandaag was de dag dat het zou gebeuren. Nathan zijn ouders waren op een kleine reis, naar het volgende dorp. Nathan had gesuggereerd dat Kayra vroeg in de ochtend zou komen, als de zon net op zou zijn. Hij zou haar immers niet in het donker door het dorp laten lopen. Niet met alle aanvallen van de laatste tijd in zijn achterhoofd.
Nathan liep met wat brood en vers gezette thee terug naar de kamer die hij deelde met Leah. Toen hij op was gestaan, had ze nog geslapen, maar nu zat ze al recht overeind in haar bed.
‘Is ze er al bijna? Ze komt toch nog wel?’ vroeg Leah meteen toen ze zicht kreeg op haar broer.
Lachend ging Nathan naast het meisje op de rand van het bed zitten. ‘Ook goedemorgen, Leah. Ik heb wat brood voor je meegenomen, als je honger hebt. En wat van moeders thee.’
‘Nathan!’ protesteerde Leah. ‘Geef nou antwoord! Ze komt toch nog wel?’ herhaalde Leah haar vraag.
Nathan glimlachte en knikte. ‘Ze kan hier ieder moment zijn.’
Amarynthia
Internationale ster



Wat als ze haar niet leuk vond? 
De afgelopen weken waren een hoogtepunt uit haar leven geweest. Regelmatig was Nathan bij haar langs gekomen. Soms gingen ze samen het bos in en joeg zij op dieren, andere keren zaten ze in het huisje en luisterde ze aandachtig naar de verhalen die Nathan haar vertelde over zijn zusje. Het was een onderwerp wat hem liet glunderen, hij hield oprecht van zijn zusje. Des te pijnlijker was het feit dat ze ziek was. Al de hele winter had het meisje ziek in bed gelegen. De kans was groot dat ze niet meer beter zou worden en des te meer wilde Kayra haar ontmoeten. Schijnbaar had zijn zusje hetzelfde gedacht over haar. Op een dag kwam Nathan bij haar en vertelde hij dat hij zijn zusje beloofd had het te vragen: ‘Wil je een keer langskomen?’ 
Ondanks dat Kayra niets liever wilde, had ze geaarzeld. Voor de dorpelingen was zij nog altijd de vreemde buitenstaander. De moorden hielden aan en ze wist dat er een aantal mensen waren die de vinger naar haar wezen. Was het wel verstandig om het dorp te bezoeken in een tijd als deze? Daarnaast, wat als ze niet voldeed aan Leah’s verwachtingen? Ze wist niet wat Nathan haar verteld had, misschien had hij wel overdreven om de verhalen interessanter te maken. 
Kayra staarde naar haar spiegelbeeld in het water van het beekje naast haar huis. Ze had geprobeerd haarzelf er zo verzorgd mogelijk uit te laten zien. Sinds Nathan langskwam begon ze daar steeds meer waarde aan te hechten. Voorheen vond ze het belangrijk om zichzelf te wassen voor de hygiëne, tegenwoordig waste ze zichzelf ook om er verzorgd uit te zien. Al het vuil was van haar lichaam verdwenen, haar haren lagen in een vlecht over haar rug (zonder klitten) en ze had een jurk aangetrokken die amper versleten was. 
Zacht kneep Kayra in het voorwerp dat in haar hand lag. Omdat Nathans zusje zo’n zware tijd heeft gehad, besloot Kayra haar op te vrolijken met een klein presentje. Het stelde weinig voor, maar het verhaal erachter maakte het voor haar gevoel wel waardevol. 
Met lichte zenuwen liep Kayra richting het dorp. De winter was ten einde gekomen en al het wit had het bos verlaten. Nu waren enkel de kale bomen over, die over enkele weken weer zouden bloeien. De lente had haar altijd al een warm gevoel gegeven. De eerste warme dagen van de lente waren verlossend en dat was precies hoe ze zich op die momenten voelde. 
Nathan had haar wel drie keer uitgelegd hoe ze bij zijn huis moest komen en hij had haar nog een aantal keer op het hart gedrukt dat ze voorzichtig deed. Zijn bezorgdheid deed haar goed. In het begin had ze dat het liefst van zich afgedrukt, maar nu ze enkele tijd met hem omging, besefte ze pas hoe fijn het was wanneer iemand aan haar dacht. Hij was de reden dat ze de winter was doorgekomen. 
Ondanks dat het nog vroeg was, waren er al veel mensen. Opnieuw werden er vreemde blikken op haar gericht. Ze zou altijd het vreemde eendje van de stad blijven. 
Aarzelend bleef Kayra voor het huis van Nathan staan. Twijfels knaagden aan haar lichaam. Opnieuw kneep ze zachtjes in het voorwerp in haar hand. Ze ademde diep in en klopte vervolgens driemaal op de houten voordeur. Het duurde niet lang voordat Nathan de deur voor haar opende. Zijn glimlach verwelkomde haar. Altijd die glimlach. 
‘Kom binnen,’ zei hij, terwijl hij de deur iets verder opendeed. 
Terwijl ze een stap naar binnen zette, bewonderde ze het huisje. Het was een echt huis. Niet zoals haar huis. Dit huis was aangekleed, had sfeer en warmte. Het mocht duidelijk zijn dat ze niet een van de armen van de stad waren. 
Nathan nam haar jas. Een maand geleden had hij een stuk stof meegenomen waar Kayra een jas van gemaakt had die ze boven haar jurk kon dragen. Vooral in de winter was het een fijne luxe.
Nieuwsgierig keek Kayra naar Nathan. ‘Waar is ze?’ 
Nathan wenkte dat ze mee moest komen en liep door de gang. Voorzichtig opende hij de deur naar zijn en haar kamer. Leah leek iets omhoog te willen gaan zitten toen de deur openging, maar het was zichtbaar hoezeer haar dat vermoeide. Ze was bleek, erg bleek. Vooral door haar donkere haren en warme, grote ogen leek haar huid nog bleker. Ze was mager. Erg mager. 
Verlegen glimlachte het meisje naar Kayra. Het was ontroerend om te zien, vooral als ze terugdacht aan alle verhalen die Nathan verteld had. Er leek weinig over te zijn van het enthousiaste meisje. Ze leek uitgeput, wat ook niet zo gek was. En ergens deed het Kayra aan haarzelf denken. Zo had zij er ook uitgezien na het overlijden van Podrick, alleen bij haar was ziekte niet de oorzaak. Zij had iets kunnen doen aan haar problemen. Leah moest afwachten, moest hopen op een wonder. 
‘Hé,’ fluisterde Kayra, waarna ze aarzelend naar het meisje toeliep. Ze knielde naast het meisje neer en streek een pluk van haar donkere haren uit haar gezicht. ‘Dus jij bent de kleine avonturier waar Nathan het altijd over heeft.’ 
Dat liet het meisje glimlachen. Het voelde haast alsof het meisje tegen haar op keek, al kon Kayra niet begrijpen waarom. 
‘Ik heb iets voor je meegebracht.’ 
‘Voor mij?’ Haar stem klonk jong en gebroken. 
Kayra knikte glimlachend en opende haar hand voor het meisje, waardoor een klein houten beeldje zichtbaar werd. Het was de kop van een tijger, waarbij de strepen van zijn vacht zichtbaar waren gemaakt door kleine kerven. Het was niet perfect, maar het was goed zichtbaar dat het een tijger was. Kort keek ze opzij naar Nathan, die op heuphoogte van Leah op de rand van het bed was gaan zitten. ‘Nathan heeft me veel verhalen over je verteld en toen Nathan vroeg of ik een keer langs wilde komen, wilde ik een kleinigheidje voor je meenemen.’ Kayra richtte haar blik weer op het meisje, dat met haar tengere vingers het houten beeldje uit haar hand pakte. 
‘Het is echt heel mooi,’ zei Leah, die het beeldje goed bestudeerde. 
‘Ken je de totemdieren?’ vroeg Kayra. 
Ze schudde haar hoofd. 
‘Er zijn stammen die geloven dat een totemdier je beschermd en begeleid, maar ook geloven sommige stammen dat het een weerspiegeling is van je karakter. De tijger,’ Kayra wierp een blik op het beeldje, ‘staat voor energie, kracht, moed, schoonheid en loyaliteit. Maar bovenal staat het voor doorzettingsvermogen.’ 
De glimlach op het meisje haar gezicht werd groter, maar ook leek het haar ergens een beetje te ontroeren. 
Kayra pakte de handen van het meisje vast. ‘En als ik de verhalen van je grote broer mag geloven, dan ben jij een echte tijger.’ 
Demish
Internationale ster



Om Kayra zo te zien zitten, samen met zijn zusje, was iets wonderlijks waarvan Nathan nooit had gedacht dat het zou gebeuren. Zijn vader zou het niet goedkeuren. Hij had niet eens gewild dat Nathan haar nog zou helpen als ze elkaar weer tegen het lijf zouden lopen op de markt. Nathan had de wensen van zijn vader genegeerd, maar hij was blij met die beslissing. Daardoor had hij Kayra leren kennen, was hij zelfs iets meer over haar te weten gekomen. Zij wist wel meer over hem, maar hij wilde haar respecteren in de keuzes die ze maakte, en dus ook in de beslissing om sommige geheimen niet met hem te delen. Hij wist dat hij Kayra kon rekenen tot een goede vriendin, zeker nu ze zo voorzichtig naast zijn zusje zat en een verhaal vertelde over stammen en het gebruik van totemdieren.
Leah keek met grote ogen van het beeldje in haar handen naar Kayra. Ze was duidelijk gevleid door haar compliment. Een tijger was in Nathan zijn ogen een groot en krachtig dier, maar met Kayra haar uitleg snapte hij precies waarom ze het voor Leah uit had gekozen. Leah vocht al weken tegen de ziekte en ondanks dat ze aan de verliezende hand leek te zijn, was ze er nog steeds. Daarnaast was ze, in Nathan zijn ogen, nog steeds een mooi meisje. Hij had al eerder geweten dat als ze eenmaal oud genoeg zou zijn, er genoeg mannen zouden zijn die met haar zouden willen trouwen. Nu ze ziek was, zou ze waarschijnlijk nooit een trouwdag krijgen. Dat was een verdrietig iets om over na te denken.
Gelukkig werden Leah haar dagen gevuld met speciale, memorabele dingen. Er werd gelachen en zoals vandaag het geval was, kreeg ze bezoek van een heel bijzonder iemand. Iemand die haar misschien wel net zo bijzonder vond. 
Nathan kuchte. ‘Wat zeg je dan?’
‘Dankjewel!’ zei Leah meteen. Waarschijnlijk was ze het vergeten doordat ze zo geïntrigeerd naar het beeldje in haar hand had gekeken. Nathan kon zien dat ze het echt heel erg mooi vond, maar hij zag ook dat Kayra er veel werk in had gestoken om het te maken. Hij ging er in ieder geval vanuit dat ze het zelf had gemaakt. Ze had immers al geld aan hem afgestaan, zodat ze voor een dokter konden betalen. Met de opbrengsten van de winter erbij opgeteld, waren ze er bijna. Dat was een goed vooruitzicht. 
‘Kayra?’ vroeg Leah. ‘Heb je ooit een tijger in het echt gezien? Een echte?’
Nathan moest onbedoeld glimlachen. Zijn zusje was slim, ze wist best dat er hier geen tijgers leefden. Zelfs Nathan wist niet echt waar ze wel leefden. Ergens aan de andere kant van de zee, gokte hij. Hij kende de dieren ook niet goed, maar hij wist van hun bestaan en ook wist hij hoe ze eruit zagen. Waarschijnlijk dacht Leah dat Kayra ze wel had gezien, omdat Nathan had verteld dat ze vaak joeg. Misschien wilde Leah ook wel geloven dat als Kayra een tijger had gezien, zij er ooit ook eentje zou kunnen zien. 
‘Helaas niet. Ik ken ze alleen van plaatjes,’ zei Kayra spijtig. ‘Maar ik hoef er niet één te hebben gezien om er zeker van te zijn dat er eentje voor me zit.’
Wat verlegen sloeg Leah haar ogen neer, terwijl ze het beeldje ronddraaide tussen haar vingers. Nathan had het idee dat het goed ging. Hij was blij dat hij twee belangrijke delen uit zijn leven nu samen had kunnen voegen. Dat zijn zusje belangrijk voor hem was, was vanzelfsprekend. Dat Kayra ondertussen ook belangrijk voor hem was geworden, was iets nieuws. Iets wat hij zich, eigenlijk, nog niet echt had gerealiseerd tot op de dag van vandaag. Toch zou hij niet meer zonder het meisje willen leven.
‘Zullen we een spelletje doen?’ stelde Nathan voor. Heel veel spelletjes hadden ze niet, maar hij en Leah hadden vaak niks nodig om samen iets te doen. Leah vond het niet alleen leuk om naar verhalen te luisteren, ze vond het ook leuk om ze te bedenken.
‘We kunnen een verhaal bedenken!’ zei Leah dan ook. ‘Dan mag Kayra beginnen met een zin, dan ik en dan jij,’ zei ze, waarbij ze naar de twee personen naast haar wees.
Nathan glimlachte en keek naar Kayra. ‘Denk je dat je het aan kan? Ze heeft een weelderige fantasie.’
Amarynthia
Internationale ster



De waarschuwing die Nathan had gemaakt, kwam tot zijn recht. De fantasie van het meisje was groter en onmogelijker dan je zou verwachten. Daar waar Nathan en zij nog enigszins realistische zinnen toevoegden, voegde Leah personages toen die op drie benen liepen, vleugels als oren had en een snavel als mond. Kayra’s verbeelding wist niet goed wat ze daarmee aan moest. 
‘Einde!’ zei het meisje vol enthousiasme. Ondanks dat ze al die tijd onder de dekens op het bed had gelegen, leek het haar wel te vermoeien. 
‘Je hebt een rijke fantasie,’ zei Kayra glimlachend. ‘Maar misschien is het tijd dat ik ga.’
‘Kun je niet nog heel even blijven?’ vroeg Leah. Ze keek vermoeid uit haar ogen, maar toch leek ze graag te willen dat Kayra bleef. Iets wat Kayra enorm waardeerde. Ze was al de hele dag bang geweest dat Leah haar niet zou mogen of dat Kayra niet voldeed aan haar verwachtingen. Het feit dat ze nu ondanks haar moeheid vroeg of ze langer wilde blijven, maakten Kayra’s angsten iets minder groot. 
Ze knikte. ‘Onder een voorwaarde.’
‘Nou?’ 
‘Dat je het aangeeft wanneer je moe bent. Je hebt je rust nodig.’
Leah knikte. ‘Beloofd!’
Kayra’s blik gleed naar Nathan, die nog altijd op de rand van het bed zat. De liefde voor zijn zusje sprankelde in zijn ogen, samen met weemoed. De toekomst voor het meisje zag er niet goed uit. 
‘Kayra?’ vroeg Leah. Nieuwsgierig keek Kayra weer naar het meisje. ‘Hoe lang ben je eigenlijk al alleen?’ 
Natuurlijk zat dit onderwerp eraan te komen. Ze wist dat niet alleen het meisje er nieuwsgierig naar was, maar ook Nathan. In al die weken had ze weinig losgelaten over haar verleden. Ze sloeg haar ogen neer. Haar handen lagen op haar schoot en wat zenuwachtig begon ze loszittende velletjes weg plukken. 
‘Ik ben alleen sinds ik twaalf ben, maar ik ben al sinds mijn vijfde weg bij mijn ouders.’ Kayra sloot haar ogen en in een flits zag ze enkele, akelige beelden voor haar. Haar moeder die op de grond lag in een plas bloed. Haar vader iets verderop met bloed aan zijn handen. Ze zag Podrick dood op de grond liggen, verminkt terwijl het gras onder hem verkleurde door het bloed. Ze zag hoe zijzelf voor het eerst een mens zijn leven ontnam door een pijl af te vuren. 
Ze voelde hoe twee warme handen haar eigen handen vastpakten. Ze opende haar ogen en keek naar Nathan die haar een zorgzame blik toewierp. ‘Je hoeft het niet te vertellen als je dat niet wilt.’
‘Wauw,’ fluisterde Leah. ‘Hoe heb je zo lang weten te overleven?’ 
Dat was een onderwerp waar Kayra wel in staat was over te praten. Ze vond het moeilijk haar geschiedenis op tafel te leggen, om geconfronteerd te worden met haar verleden. Om te vertellen hoe ze had overleefd, was iets waar minder emoties aan ten grondslag lag. 
De warme handen van Nathan gaven haar moed en terwijl ze vertelde, was dat waar haar blik op gericht was. ‘Toen ik wegging bij mijn ouders, kwam ik een man tegen. Tot mijn twaalfde heeft hij voor mij gezorgd en mij geleerd hoe ik moest overleven. Hij leerde me boogschieten en hij leerde me hoe ik met een dolk overweg moest. Hij leerde me welke planten ik kon eten en welke niet, maar ook leerde hij me hoe ik een eigen moestuin bij moest houden. Hij is trouwens ook degene die mij verhalen heeft verteld over de totemdieren.’ Bij die zin verscheen er een glimlach op haar gezicht. Podrick was van vele markten thuis. Hij was opgegroeid buiten het dorp en had al veel gerezen. Hij was zelfs een keer de zee over getrokken. Als ze hem niet was tegengekomen, had Kayra’s leven er compleet anders uit gezien. Dan was ze een compleet ander persoon geweest. 
Er viel een korte pauze, omdat ze wisten hoe het verhaal eindigde. Vaak genoeg had ze spijt gehad als ze terugdacht aan het moment. Ze had zoveel eerder de man kunnen doden. Ze had het leven van Podrick kunnen sparen, als ze iets eerder haar pijl had durven loslaten. 
‘Jij bent ook een tijger,’ zei Leah uiteindelijk. ‘Je hebt al die tijd in je eentje overleefd!’ 
Kayra forceerde een glimlach. Ze waardeerde de woorden van Leah, maar ze kon het er niet mee eens zijn. Zij was geen tijger, maar eerder een schorpioen: zelfbescherming, verdediging, scherp, maar bovenal gevaarlijk.
Kayra haalde een keer diep adem en keek met een grote glimlach naar het meisje dat wat vermoeid in haar ogen wreef. ‘Ik denk dat het beter is als ik ga, je ziet er moe uit.’ 
Ze was zo moe, dat ze niet eens protesteerde. ‘Kom je nog een keer langs?’ 
‘Graag zelfs,’ zei Kayra glimlachend. Ze boog zich over het meisje heen en gaf haar voorzichtig een knuffel. ‘Ik vond het leuk je een keer te zien.’
‘Ik ook!’ zei ze. ‘Ik kijk uit naar het moment dat jullie gaan trouwen!’
Demish
Internationale ster



De woorden van Leah waren zo achteloos over haar lippen gerold dat Nathan nauwelijks door had gehad wat ze precies had gezegd, maar aan Kayra haar gezicht te zien was het duidelijk dat zij elk woord van zijn zusje had begrepen. Ze zei echter niets. Misschien was ze bang om het zieke meisje, wiens leven al verschrikkelijk was en ontzettend kort, te kwetsen door haar de waarheid te vertellen. Nathan en Kayra zouden niet gaan trouwen. Het was in ieder geval niet iets waar Nathan aan had gedacht.
‘Volgens mij is het echt tijd voor jou om te gaan slapen,’ zei Nathan grappend. Hij wist niet anders dan dat hij er nu een grapje van moest maken. Als hij zou vragen waarom Leah zou denken dat ze zouden gaan trouwen, zou zijn zusje waarschijnlijk een hoop redenen opsommen. Misschien zou ze benoemen dat hij en Kayra veel tijd met elkaar doorbrachten, of dat hij vaak over haar vertelde. Ook zou ze hem kunnen vertellen dat hij zojuist de handen van Kayra vast had genomen en dat dat, voor een koppel dat nog niet getrouwd was, een behoorlijk groot gebaar was. Of misschien zou ze wel simpelweg zeggen dat ze dacht dat Nathan verliefd was op Kayra. 
‘Zeg maar gedag tegen Kayra. Dan loop ik met haar mee naar de deur en dan kom ik straks terug om je in te stoppen,’ beloofde Nathan zijn zusje. Hij has geluk dat zijn ouders een hele tijd weg zouden zijn, want als zijn vader binnen zou komen lopen en Kayra bij zijn dochter zou zien, zou Nathan behoorlijk wat problemen krijgen. Niet alleen omdat hij zijn eerdere orders had genegeerd, waarin zijn vader hem heel duidelijk had gemaakt dat hij niet bij Kayra in de buurt mocht komen, maar ook omdat hij haar binnen had gelaten in het huis.
‘Dag, Kayra. Tot de volgende keer!’ Met de verzekering van Kayra dat ze vaker langs zou komen, begroette het meisje de gast met een grote glimlach op haar gezicht. Nathan kwam overeind van het bed en begeleidde Kayra naar de voordeur, zodat hij haar naar buiten zou kunnen laten. Hij hoopte dat de dorpelingen haar niet teveel lastig zouden vallen, zeker nu hij haar verhaal had gehoord. Hij moest het nog even op zich in laten werken, maar de realisatie dat Kayra al sinds haar vijfde geen ouders meer had gehad, was behoorlijk heftig. 
Nathan stopte bij de voordeur, maar deed hem nog niet open. Hij glimlachte naar Kayra. ‘Zoals je hebt gemerkt: ze heeft echt heel erg veel fantasie.’ Ze was zelfs over trouwen begonnen. Misschien kwam het doordat Nathan wel op de leeftijd zat om te trouwen. Hij was er misschien zelfs al wel overheen. Hij was er echter nooit mee bezig geweest, zeker niet na de brand die de werkplaats van zijn vader had getroffen. Ondanks dat hij nooit aan trouwen had gedacht, al helemaal niet met Kayra, zou hij het jammer vinden als hij met iemand anders zou moeten trouwen. Het idee dat hij Kayra dan minder in zijn leven zou hebben, vond hij een stuk minder prettig klinken dan trouwen met Kayra.
‘Dat heeft ze echt,’ stemde Kayra met hem in. ‘Ik hoop dat ik haar niet te moe heb gemaakt.’
‘Natuurlijk niet! Ze vond het geweldig dat je hier was,’ zei Nathan. Hij had het kunnen zien aan Leah. Haar ogen hadden geglommen en ze had een grote glimlach op haar gezicht gehad. Eentje die hij al in een hele lange tijd niet meer had gezien.
Nathan keek naar de hand van Kayra en nam die voorzichtig vast. ‘Ik vind het ook heel erg fijn dat je er was.’ Door Kayra zijn huis te laten zien, had hij het idee dat hij haar meer in zijn leven had gelaten en zij hem. Hij wist nu zelf iets meer over haar verleden, al snapte hij nu wel waarom ze het nog nooit aan hem had verteld. Nathan wilde haar er nog genoeg over vragen, bijvoorbeeld wat er gebeurd was met Podrick en waarom hij nu niet meer bij Kayra woonde, maar hij wist dat dit nu niet het moment was.
Kayra bleef stil. Nathan zag dat haar blik gevestigd was op hun handen en hij besefte zich dat dit misschien vreemd was, zeker na wat Leah net had gezien. Daarom liet hij ook snel haar hand los.
‘Ik denk dat je het beste zo snel mogelijk kan gaan, zodat zo min mogelijk mensen je zien.’
Amarynthia
Internationale ster



Het was alsof de ontmoeting met Leah Nathan en haar dichter bij elkaar gebracht had. Ze had zijn huis gezien, ze had eindelijk een beeld van zijn kamer. Maar ook was hij dingen over haar te weten gekomen. Niet alleen dat ze kennis had van enkele totemdieren, maar ook had hij een korte samenvatting gekregen van haar verleden. Ooit zou ze hem de rest willen vertellen, ooit wilde ze haar verleden achter haar kunnen laten, maar voorlopig was ze daar nog niet aan toe. 
Kayra knikte vluchtig na de woorden van Nathan. Hij had gelijk. Het zou het beste zijn als zo weinig mogelijk mensen haar zouden zien. Ze wilde niet weten wat er zou gebeuren als Nathans ouders te weten zouden krijgen dat zij langs was geweest. 
‘Tot gauw,’ zei ze. 
‘Tot gauw,’ antwoorde hij met een glimlach waar ze verzot op geraakt was. 
Met een kleine glimlach liep ze bij hem weg. Het was fijn om een Leah een keer ontmoet te hebben. Ze was een ontzettend lief meisje en het was pijnlijk om na te denken over haar toekomst. Ze kon zich haast niet voorstellen hoe dat voor Nathan zou moeten zijn. 
‘Wat heb je met haar gedaan?’ vroeg een jonge stem haar verwijtend. Een jongen van dezelfde leeftijd als Leah blokkeerde de weg. Hij stond met gespreide benen voor haar en had zijn armen over elkaar heen geslagen. Als hij iets groter was geweest, was het misschien intimiderend geweest. 
‘Sorry, ik weet niet…’
‘Wat deed je bij de familie Anderson?’ 
‘De familie Anderson?’ vroeg ze zich hardop af. Was dat de achternaam van Nathan? 
‘Ja, van de leerlooierij. Wat deed je bij hun?’ 
Wat kon ze zeggen? Het was duidelijk dat hij gezien had dat ze bij hen binnen was geweest. Toegeven was gevaarlijk, liegen zinloos. ‘Je maakt je zorgen over Leah,’ constateerde ze uiteindelijk, waarmee ze de vraag van de jongen hopelijk vermeden had. ‘Waar ken je haar van?’ 
De jongen sloeg zijn ogen neer. Hij had schouderlang, golvend blond haar. Zijn ogen waren helderblauw, groot en eerlijk. ‘We wonen in dezelfde straat, vroeger speelden we veel samen. Nu zie ik haar nooit meer.’ 
Het zag eruit alsof Leah ook zijn hart gewonnen had. Dat was iets waar het meisje erg goed in was, want na een ontmoeting had ze ook Kayra’s hart voor zich weten te winnen. 
‘Hoe is het nu met haar?’ vroeg het jongetje. 
Niet goed. Ondanks dat ze haar levendige fantasie had kunnen uiten, was het duidelijk dat het haar vermoeide. Ze had er ziek uitgezien en aangezien ze al voor zo’n lange tijd ziek was, betwijfelde Kayra of het ooit over zou gaan. Ze had bewondering voor haar doorzettingsvermogen, maar ze was bang dat Leah energie stopte in iets onmogelijks. 
Kayra wilde net antwoord geven op de vraag van het jongetje, toen er een luide kreet klonk. Een kreet vol pijn, terwijl je kon horen hoe het leven langzaam wegstierf.  De kreet was dichtbij, misschien een of twee straten verderop. Kayra rende het jongetje voorbij richting het geluid. In een van de zijweggetjes lag ze, een vrouw van rond de dertig. Haar nek zat onder het bloed, maar het leek niet alsof er nog bloed uit de wond stroomde. Op de grond onder haar leek eveneens geen bloed te vinden. Maar dat was niet het vreemdste. Een jongeman was over haar heen gebogen en had zijn blik op Kayra gericht. Zijn gezicht… Angstig zette Kayra een stap naar achteren. Haar hart klopte in haar keel. Zijn ogen waren tot een diepzwarte kleur veranderd en de aderen onder zijn ogen leken opgezwollen en donkerrood van kleur. Hij leek haast… bloeddorstig. 
De man was ineens verdwenen, terwijl Kayra een snelle windvlaag voorbij haar voelde gaan, gevolgd door een jonge, angstige kreet. Ze draaide zich om en ineens zag ze hoe de jongeman over het blonde jongetje van eerder gebogen was. Instinctief greep Kayra naar haar nieuw gemaakte dolk die met een bandje om haar bovenbeen gebonden zat. Zonder er verder bij na te denken, wilde ze de dolk in zijn rug steken. Met een onverklaarbare snelheid draaide hij zich om en ving hij de dolk op mijn zijn blote handen. Bloed stroomde langs het lemmet, maar het leek de jongeman geen pijn te doen. Geamuseerd keek de jongeman haar aan, terwijl zijn bloedlustige blik langzaam veranderde in een menselijke blik, terwijl het bloed langs zijn mondhoeken naar beneden sijpelde. 
En ineens was hij weg. Alsof hij hier nooit geweest was en zíj al deze schade had aangericht. Het blonde jongetje lag op de grond, terwijl zijn nek in een onnatuurlijke houding lag. Ook zijn nek zat onder het bloed, alsof hij er zojuist gebeten was. Vluchtig wierp ze een blik om haar heen. Er was niemand in de straat, maar ze kon horen hoe er mensen aan gerend kwamen. Het liefst was ze bij de jongen gebleven en had ze zijn ouders willen vertellen wat er gebeurd was, maar ze wist dat zij dan als beschuldigde aangewezen zou worden. En om die reden rende ze weg, zo hard als ze kon, zonder nog een keer om te kijken naar het jongetje dat zo bezorgd was geweest om Leah. 
Demish
Internationale ster



De reis van zijn ouders had drie dagen geduurd. De trip naar de grotere stad verderop had zijn vader en de leerlooierij goed gedaan, iets waar Nathan blij om was geweest. Nog blijer was hij geweest dat ze afwezig waren geweest tijdens de dagen waarin het dorp geteisterd was door nieuwe aanvallen van het mysterieuze monster. Op dezelfde dag dat Kayra hem en Leah had bezocht, waren er op klaarlichte dag twee dorpelingen aangevallen. Een vrouw rond de leeftijd van zijn moeder een jongetje dat Nathan vaak in zijn eigen buurt had zien spelen, vroeger zelfs nog met Leah. 
In eerste instantie was Nathan bang geweest dat het monster ook Kayra had getroffen, maar daarna was hij nog banger geweest voor de dorpelingen en hun reactie op de twee moorden. Hij wist dat zijn vader al dacht dat Kayra er achter zat en vele dorpelingen deelden die gedachte met de vader van Nathan en Leah. Nu er ook aanvallen overdag waren gebeurd, was het moeilijk om te zeggen wat hetgeen was wat het dorp zo in zijn macht hield. Nathan was er nog altijd van overtuigd dat Kayra er niets mee te maken had, maar hij vreesde voor het meisje. Wat als de dorpelingen het idee zo hoog in hun hoofd zouden krijgen dat ze Kayra zouden opjagen? Het zou niet de eerste keer zijn.
Nu waren zijn ouders weer thuis. Nathan had hen geholpen met het opbergen van alle spullen die ze mee hadden geholpen en vervolgens had hij samen met zijn moeder het eten klaargemaakt. De thuiskomst van zijn ouders leek Leah goed te doen, al had Nathan haar niet meer zo blij gezien als de dag waarop Kayra haar had bezocht. Iets wat overigens een geheim was voor zijn ouders, en dan met name zijn vader, maar hij ging er vanuit dat hij dat niet aan Leah hoefde te benadrukken. Hij wilde haar ook niet bezwaren. Nathan was al lang blij dat Leah zich vandaag iets beter leek te voelen en dat ze zelfs aan tafel mee wilde eten met de rest van haar gezin.
Enkele minuten geleden waren alle gezinsleden van de familie Anderson aan tafel geschoven voor het eten. De verse groenten en de stukken vlees waren verdeeld over de borden en hun bekers waren gevuld met wat melk dat Nathan zijn moeder die ochtend mee had genomen tijdens hun reis.
‘Heeft je broer goed voor je gezorgd?’ vroeg zijn moeder aan Leah, wie ondanks haar goede humeur lang niet zoveel op leek te kunnen als dat ze normaal gesproken had gekund. Ze speelde wat afwezig met de groenten, die voor haar in stukjes waren gesneden. Toch knikte ze wel op de vraag.
‘We hebben heel veel spelletjes gedaan! Maar dat was nog niet eens het leukste.’
Nathan stopte met eten om naar het gesprek tussen zijn moeder en zijn zusje, hopend dat ze niet haar mond zou voorbij praten en haar moeder zou vertellen dat het leukste was geweest dat ze samen voor het raam hadden gezeten en hadden gekeken naar de verschillende dieren die langs waren gekomen.
‘Dat klinkt leuk, lieverd.’
‘Wil je weten wat het leukste was, moeder?’ vroeg Leah, die duidelijk stond te springen om het te vertellen. Nathan durfde niet te eten. Zijn vingers omkleden zijn bestek en hij deed zijn best om een zo’n neutraal mogelijk uitdrukking op zijn gezicht te houden.
Nathan zijn moeder keek glimlachend naar haar dochter. ‘Natuurlijk, vertel.’
‘Nathan vertelde elke dag verhalen! Over een meisje dat alleen in het bos woonde en ze kon alles helemaal zelf! Jagen, eten maken, kleding naaien, echt alles! Ze is zelfs een keer langs gekomen!’
Nu was het Nathan zijn vader die zijn bestek luid neerlegde. Nathan durfde niet naar zijn rechterkant te kijken, wetend dat zijn vader woedend zou zijn om wat hij zojuist had gehoord. Hij kon het zijn zusje niet kwalijk nemen. Hij had haar nooit verteld dat het een geheim was geweest en dat zijn vader het niet had op Kayra.
‘Nathaniel,’ sprak zijn vader in een kille toon, waarna hij zijn stoel naar achteren schoof. ‘Ik geloof dat wij iets moeten bespreken.’
Nathan knikte, wetend dat hij hier niet onderuit zou komen. Ook Nathan schoof zijn stoel naar achteren en volgde zijn vader, helemaal naar de werkplaats waar hij zijn vader wekelijks hielp met het looien van het leer. 
Het was koud. Nathan zijn adem walmde in wolkjes voor hem uit en hij had geen enkele vorm van kleding om zich te beschermen, maar de kou deerde hem nauwelijks.
‘Ik had je verboden om haar nog te zien.’
‘Weet ik, vader. Maar ik-‘
‘Ik had je verboden om haar te zien en tóch heb je dat gedaan. Je hebt mijn gezag ondermijnd en nog het ergste van allemaal: je hebt haar in ons huis uitgenodigd terwijl je moeder en ik niet aanwezig waren én je zusje bij wijze van spreken nog zieker gemaakt met al die verhalen!’ Zijn vader klonk boos, woedend zelfs om wat Nathan had gedaan. De blik in zijn ogen maakte Nathan angstig, gecombineerd met het feit dat ze dit gesprek niet binnen hadden kunnen voeren.
‘Maar vader, u begrijpt het niet!’ sprak Nathan, iets wanhopiger dan dat hij had gewild. ‘Ze is niet gevaarlijk, absoluut niet. En u weet hoeveel Leah houdt van verhalen. Het leek me een goed idee dat Leah een soort vrouwelijk rolmodel had, eentje die haar zou kunnen laten zien wat er mogelijk is als je al je wilskracht gebruikt! Dat is waarom ik haar uit heb genodigd!’
Die woorden leverden Nathan een harde klap op in zijn gezicht. Nathan kromp ineen en nam zijn gezicht vast op de plek waar zijn vader hem had geraakt. Zijn huid gloeide onder zijn eigen vingertoppen. ‘Beweer jij dat je moeder, de vrouw die je heeft groot gebracht, niet goed genoeg is voor Leah? Spreek nooit meer zo over haar en zeker niet op die manier, Nathaniel!’
Zijn vader kwam dichterbij en iets aan zijn houding liet Nathan weten dat dit nog lang niet voorbij zou zien. ‘En wat het bosmeisje betreft. Ik zal je beter in de gaten moeten houden. Vanaf nu werk je elke dag in de leerlooierij en mocht je er ook maar aan denken om haar nog eens op te zoeken, dan zal ik nog duidelijker moeten zijn.’
Amarynthia
Internationale ster



Haar benen bungelde over de rand van de rots, terwijl haar voeten in het koude water dobberden. Het was een van haar favoriete plekken, een van de eerste plekken die Podrick haar had laten zien. Een van de eerste plekken die Kayra aan Nathan had laten zien. Het was een open meer met een kleine waterval. Het geruis van de waterval was niet overheersend en lag eerder op de achtergrond. De plek wist haar vaak wat rustiger te maken, iets wat ze vaak genoeg nodig had. 
Onbewust gingen haar gedachten uit naar het blonde jongetje. Het beeld lag op haar netvlies gebrand en het achtervolgde haar in haar slaap, net zoals de bovennatuurlijke blik van de jongeman. Onbewust deed haar terugdenken aan de man die haar destijds gebeten had, de man wie zij vermoord had. Hij had weliswaar geen opgezwollen aderen gehad of een inktzwarte oogkleur, maar hij had wel op diezelfde bloeddorstige manier naar haar gekeken. 
Maar wat ze nog wel het ergste vond, was dat het leven van het jongetje ontnomen was. Hij had nog een heel leven voor zich, hij had zorgeloos door de straten moeten rennen. Hij had zich niet eens zorgen mogen maken over Leah. Nu was hij weg en was Leah haar speelmaatje kwijt. 
Toch was dat niet het enige waar ze aan dacht. Het was al enkele dagen geleden dat Kayra bij Leah langs was geweest. Meestal zocht Nathan haar een dezer dagen wel op. Het liefst zou ze naar het dorp gaan om hem zelf op te zoeken, maar nadat ze de moord zo dichtbij had meegemaakt, durfde ze al helemaal niet meer naar het dorp te gaan. Niet alleen omdat ze bang was voor dat monster dat tegenover haar had gestaan, maar ook omdat ze wist dat mensen dachten dat zíj dat monster was. Ze wist dat Nathan een goede reden had, maar ze miste hem. Ze miste het om tegen iemand te praten, ze miste de manier waarop ze elkaar aankeken, ze miste zijn stem, zijn glimlach, maar bovenal miste ze zijn aanwezigheid. 
Kayra klom op de steen overeind en pakte de pijl en boog die ze naast zich had neergelegd. Als ze die dag haar pijl en boog bij zich had gehad, zou ze dan in staat zijn geweest hem te stoppen? Dan had ze eindelijk haar ongelijk kunnen bewijzen. Toch betwijfelde ze of iemand haar zou geloven, waarschijnlijk werd ze dan alsnog voor moordenaar aangezien worden en zou ze alsnog een marteldood tegemoetzien. 
In gedachten verzonken wandelde Kayra terug naar haar huisje. Ze was van plan geweest te gaan jagen. De winter kwam aan zijn einde en daardoor waren er steeds meer dieren in het bos te vinden. Toch had Kayra haar hoofd er niet bij kunnen houden. Ze was onzorgvuldig en maakte geluiden, waardoor de dieren in angst vluchtten. 
Wat als ze het verpest had? Wat als haar verhaal de stemming verpest had? Wat als Nathans mening over haar veranderd was doordat ze hem verteld had wat er gebeurd was? Nee, dat was onzin. Die jongen was zelfs bij haar gebleven nadat ze bekend had dat ze iemand vermoord had. Die jongen zag in niemand kwaad, zelfs in haar niet. 
Plotseling stond ze aan de grond genageld. Voor ze het wist had ze haar pijl en boog in de aanslag toen ze zag hoe er iemand om haar huisje heen liep. Ineens begreep ze precies waarom Nathan er niet was. 
‘Meneer Anderson?’ sprak Kayra, terwijl ze haar pijl liet zakken. Verrast draaide de man zich om, al leek hij niet bepaald blij haar te zien. Het leek erop alsof hij elk moment op haar af zou kunnen stormen om haar te bedreigen, maar de pijl en boog in haar handen leken hem daarvan te weerhouden. 
Nonchalant stopte hij zijn handen in zijn zakken, al wist Kayra dat hij gespannen was. Zelfs hij was bang voor haar. ‘Ik heb gehoord dat je Leah hebt bezocht.’
Een koude rilling gleed door haar heen. Hij wist het. En Kayra wist dat hij dat niet leuk vond. Dàt was de reden waarom Nathan hem niet had opgezocht. 
‘Ik wil niet dat je ooit nog bij Nathaniel in de buurt komt,’ sprak de vader van de jongen om wie ze zoveel gaf. ‘Sterker nog, ik wil dat je vertrekt. Het dorp is beter af met jou uit het zicht. Nathan is beter af zonder jou.’ 
Die woorden wilde ze niet geloven. Ondanks dat ze Nathan een keer bedreigd had, ondanks dat ze Nathan weinig te bieden had, geloofde ze niet dat ze de jongen ooit kwaad had gedaan. En toch was dat niet helemaal waar. Zij had hem nooit iets misdaan, maar het feit dat niemand haar vertrouwde en Nathan met haar omging, maakte hem ook een doelwit. Daarbij leek zijn vader ook niet bepaald blij met haar aanwezigheid. Wie wist wat hij gedaan had om Nathan te vertellen hoe fout hij zat. 
Kayra liet haar pijl en boog nog verder zakken. De verwarring moest van haar gezicht af te lezen zijn. Was het echt het beste om te gaan? Maar waar zou ze dan naartoe moeten? En, was ze daadwerkelijk in staat om Nathan achter te laten? 
De man zette enkele stappen dichterbij. Haar verwarring leek hem goed te doen, alsof het hem macht gaf. ‘Als je slim bent, ben je hier voor komende vrijdag weg.’ En met dat dreigement keerde hij haar de rug toe. 
Demish
Internationale ster



De vader van Nathan had het gemeend toen hij de jongen had verteld dat hij niet meer wilde dat hij Kayra ooit nog zou zien. Het leek zelfs alsof zijn vader hem geen moment weer uit het oog wilde verliezen. Waar Nathan eerst nog vrije dagen had gehad, en die kon besteden aan het opzoeken van Kayra, werkte hij nu elke dag hard in de leerlooierij. Zijn vader had het gebracht als iets praktisch. Nu Nathan ouder werd, werd het tijd voor hem om het beroep volledig te kennen, zodat hij later het bedrijf van zijn vader over kon nemen. Zijn moeder had er, natuurlijk, mee ingestemd. Nathan wist echter wel beter. Het werk was voor zijn vader weer een andere manier om hem van Kayra weg te houden.
Ook op de markt kon Nathan niet meer met iedereen spreken. Als er ook maar een vrouw bij hem in de buurt kwam met hetzelfde uiterlijk als Kayra, sprong zijn vader zo snel op dat het voor Nathan onmogelijk werd om diegene te helpen. Iets wat tegenstrijdig was, vond Nathan. Zijn vader wilde juist dat hij meer zou leren. Nathan wist echter wel beter dan dat hij zou protesteren. Dat was wel het laatste wat hij nu zou moeten doen. 
Leah voelde zich ontzettend schuldig tegenover Nathan en probeerde elke keer als ze hem zag, haar excuses aan te bieden. Iets wat ook niet meer zo gemakkelijk ging als dat het ooit was gegaan, want Nathan had niet meer bij zijn zusje op de kamer mogen slapen. Dat vond hij eigenlijk nog één van de ergste maatregelen die zijn vader hem had opgelegd. Hij kon niet meer elke dag bij Leah zijn en in de gaten houden hoe het met haar ging.
Nathan nam zijn jongere zusje niets kwalijk. Hij had haar nooit verteld dat ze het niet had mogen vertellen en hij snapte dat ze graag iets over Kayra had willen vertellen. Nathan wist dat zijn zusje een geweldige dag had gehad, juist door de aanwezigheid van Kayra. Hij had haar in tijden niet meer zo zien lachen. Daarnaast vertelde hij ook graag over Kayra. Nu had hij echter niemand meer die naar hem luisterde. Want ook zijn normale gesprekspartner, Kayra, leek van de aardbodem verdwenen te zijn.
Het was ongeveer twee weken geleden sinds het gesprek in de schuur en ondanks dat Nathan meer werk op was gelegd en er andere maatregelen waren getroffen, maar toch had hij geprobeerd contact te leggen met zijn vriendin. Hij had geweten dat ze niet had kunnen lezen of schrijven, dus brieven sturen had geen zin gehad. In plaats daarvan had hij geprobeerd om zo nu en dan iets op te sturen. Geen grote voorwerpen, maar wel: een zak rijst, een paar appels, schone stof die ze ergens voor zou kunnen gebruiken. Hij had echter niks terug gehoord, op wat voor manier dan ook. Dat deed hem twijfelen aan hoe het met Kayra ging, want ondertussen gingen de moorden in het dorp nog steeds door en begonnen steeds meer mensen het meisje uit het bos te verdenken. 
Toen Nathan zich deze ochtend klaar had willen maken voor het werk in de leerlooierij, had zijn  moeder hem tegengehouden. Ze had hem verteld dat hij vandaag een vrije dag had gekregen. In eerste instantie was Nathan heel blij geweest en had hij al een denkbeeldige afspraak met Kayra gemaakt. Zijn moeder had hem echter verteld dat hij zijn netste kleding uit de kast had moeten pakken en zich klaar zou moeten maken voor een bijzondere ontmoeting. 
Nathan kon al raden wat dat betekende. Hij wist dat hij de leeftijd had om te trouwen. Hij zat er misschien zelfs al iets boven. Ondanks dat hij het idee van Leah weg had gelachen toen ze hem en Kayra had verteld dat ze uitkeek naar hun bruiloft, voelde Nathan er ook niks voor om met een ander te trouwen. Hij wist dat zijn ouders wel met zorg een meisje uit zouden kiezen, maar hij betwijfelde of hij ooit met iemand gesprekken zou kunnen voeren zoals hij dat deed met Kayra.
Nathan stond klaar in de woonkamer, wachtend tot het meisje met haar familie zou arriveren. Zijn aandacht werd echter getrokken door een deur die voorzichtig op een kiertje ging. In die kleine opening stond zijn zusje, nog half verscholen achter het bewerkte hout.
‘Leah!’ zei Nathan en hij liep snel naar haar toe. Hij knielde voor haar neer en legde zijn hand op de deurknop. ‘Je kan beter in het bed blijven, straks krijg je het nog koud.’
Dat leek Leah niet te delen. Ze bekeek haar broer van top tot teen. ‘Als je liever met Kayra wil trouwen, dan moet je er niet zo netjes uitzien,’ sprak ze vervolgens.
Nathan fronste. ‘Wat bedoel je?’
‘Nou, als je er nu niet zo netjes uitziet, dan wil het andere meisje misschien niet met je trouwen en dan kan je alsnog met Kayra trouwen!’ Het meisje had er duidelijk nog steeds vertrouwen in. Iets wat Nathan, jammer genoeg, niet kon zeggen. Toch kon hij zijn zusje nu niet verdrietig maken of tegenspreken.
‘Je bent echt een genie, wist je dat?’ vroeg Nathan met een lichte glimlach. ‘Maar het werkt helaas niet zo. We moeten er het beste van maken en jij,’ hij gaf een aai over haar bruine haren, ‘moet weer terug naar bed.’
Nathan gaf haar voorzichtig een zetje terug de kamer in en sloot de deur achter zich. Hij kwam weer overeind en fatsoeneerde zijn kleding. Hij wierp een blik op zijn reflectie in het raam en haalde een hand door zijn warrige krullen, die zijn moeder die ochtend nog had geprobeerd te fatsoeneren. Daarna wierp hij een blik op de klok. 
Het zou nu ieder moment kunnen gebeuren. 
Amarynthia
Internationale ster



De afgelopen dagen had Kayra enorm getwijfeld. Het liefst bleef ze, in de hoop dat Nathan haar op een dag weer kwam opzoeken. Toch was Nathans vader duidelijk geweest. Hij had gewild dat ze elkaar niet meer wilde zien, hij had gewild dat ze zou verdwijnen. En ergens had hij gelijk. Nathan leek zich op zijn gemak bij haar te voelen, ze hadden een hechte band. Maar hun hechte band was een gevaar voor Nathan. Weinig mensen vertrouwden haar, die geloofden zelfs dat zij achter de moorden zat. Die roddels en geruchten brachten Nathan in gevaar, zijn reputatie. Zolang hij met haar om zou gaan, zou hij nooit volledig geaccepteerd worden in het dorp. 
Ruw schrobde Kayra de vlekken uit haar jurk. Voor haar stond een teil gevuld met lauw water, waarin ze een van haar jurken probeerde te wassen. Het frustreerde haar als ze dacht aan de valse beschuldigingen die ze kreeg. Het was waar, ze had mensen vermoord. Als Nathan haar die dag een teken van kwaad had laten zien, dan was ze zelfs in staat geweest hem te vermoorden. Maar het verschil met haar moorden en de moorden die in de stad plaatsvonden, was dat zij moordde uit zelfverdediging. Dat monster dat voor haar had gestaan was moordlustig. Het blonde jongetje was geen bedreiging voor hem geweest. Maar het liet haar afvragen waarom hij haar niet vermoord had. Was er een reden? Wilde hij op die manier ervoor zorgen dat alle vingers naar haar gewezen zouden worden? 
Met een luide dreun werd de deur opengeschopt. Geschrokken keek Kayra naar de mannen die een voor een haar huis binnen kwamen lopen. Vier man, gekleed in ridderkleding. Kayra hield haar blik strak gericht op de mannen, ze wist dat ze hen niet aan zou kunnen. Zelfs als ze haar dolk of pijl en boog in handbereik had liggen, had ze deze strijd niet kunnen winnen. Niet alleen het aantal was in haar nadeel, maar ook waren ze gekleed in kleding waar haar wapens met geen mogelijkheid door heen zouden kunnen breken.
Twee van hen liepen op haar af. Ze pakten haar bij haar armen vast en trokken haar ruw omhoog. Ze verzette zich niet, wetende dat het een verloren zaak was. Een van hen, ogenschijnlijk de leider van de vier, kwam intimiderend dichtbij. ‘Je wordt vastgehouden wegens verdenking van moord.’ 
Het was alsof hij haar reactie wilde pijlen met die woorden, alsof hij haar uit de tent probeerde te lokken. Dat plezier gunde ze hem niet. Ze bleef hem strak aankijken met een kille blik. 
De man pakte haar kin ruw vast. ‘Het is bijna zonde dat een meisje als jij vastzit in de kerkers.’ 
Die opmerking liet een rilling over haar rug glijden en daardoor deed ze iets wat ze beter niet had kunnen doen: ze spuugde in zijn gezicht. Een harde stomp in haar gezicht volgde. Kayra keek de man opnieuw aan, met een blik die nog killer was dan eerst. Een grijns verscheen op zijn gezicht. ‘Je geeft je niet snel gewonnen. Wat jij wilt.’ Nog een stomp volgde, harder dan de eerste, waardoor het zwart werd voor haar ogen. 

Vermoeid gleden haar ogen open. De vloer onder haar was koud en ruw. De ruimte om haar heen donker en vochtig. Ze probeerde haarzelf omhoog te duwen, waarbij er een bonkende hoofdpijn op kwam zetten. Met haar vingers tastte ze haar voorhoofd, waar ze een kleverige substantie voelde. 
Ze keek om zich heen. Vier muren omsingelden haar, met aan een muur een deur van stalen palen. Een misselijkmakend gevoel overviel haar. Ze zat vast. Opgesloten. Alleen. Ze schoot overeind en wilde op de tralies afrennen, alsof ze daarmee haar vrijheid tegemoet liep. Echter, ze werd halverwege ruw naar achter getrokken door de ijzeren kettingen die om haar polsen en enkels zaten. Vluchtig bestudeerde Kayra de rest van de ruimte. Er was geen daglicht. Geen raam. Enkel grauwe muren. Ze zette enkele stappen naar achteren en liet haarzelf neervallen op de grond. Met haar rug leunde ze tegen de muur. Boven haar hing een balk waar de kettingen aan verbonden zaten. Ze maakte haarzelf zo klein als een bolletje en sloot haar ogen. 
Was dit het? 
Was dit waar ze al die jaren voor gevochten had? 
Zou haar leven hier eindigen? 
_
Al vanaf het moment dat ze een klein meisje was, droomde Charlotte ervan om op een dag te trouwen. Vroeger droomde ze altijd van haar prins op het witte paard en dat zij een prinses zou worden. Ze droomde ervan om in de meest extravagante jurken te lopen, terwijl twee plukken haar naar achteren gevlochten waren. Dat was haar droom tot ze een jaar of twaalf was, daarna werd haar droom realistischer. Nu droomde ze ervan om met een man te trouwen die knap, lief en grappig was. Een man die haar speciaal kon laten voelen. Ze droomde ervan om een gezin te starten. Niet omdat het moest, maar omdat zij en haar man graag de liefde bedreven. En vandaag zou ze erachter komen of die droom werkelijkheid zou worden. Vandaag zou ze te weten komen met wie zij haar toekomst zou delen. 
Zijn naam was Nathan Anderson. De achternaam kende ze, het hele dorp kende die familie. Hun leerlooierij was een tijd geleden betrokken geraken bij een brand en ondanks deze tegenslag, hadden ze zichzelf er weer bovenop geholpen. Meer kennis had ze niet over de familie, maar haar ouders waren ervan overtuigd dat dit een uiterst geschikte keuze was. 
‘Wat gaat er in je om?’ vroeg haar vader die een hand op haar rug legde. 
Charlotte richtte haar aandacht op haar voeten en haalde haar schouders op. ‘Wat als hij niet goed voor me is?’ 
Haar vader stopte met lopen en legde zijn handen op haar schouders. ‘Het is een alleraardigste jongen, anders zouden we dit niet doen.’ 
‘Maar wat als we niet van elkaar houden?’ 
Haar vader omhelsde haar. ‘Maak je geen zorgen. Als we straks de deur door lopen, zullen al je zorgen verdwijnen.’ 
De woorden van haar vader waren troostend, maar hij had de vragen onbeantwoord gelaten. Iets wat haar ervan overtuigde dat het huwelijk onder wat voor omstandigheden dan ook, door zou gaan. Zij zou een Anderson worden. Charlotte Anderson. Het klonk niet verkeerd. 
Ze was enorm zenuwachtig. Ze begreep waarom ze uitgehuwelijkt werd, maar tegelijkertijd beangstigde het haar. Ze wilde trouwen met de juiste, ze wilde een mooie toekomst tegemoet gaan, maar was bang dat ze vandaag teleurgesteld zou worden. 
Haar vader stopte met lopen en keek zijn dochter met een aandoenlijke glimlach aan. ‘Ben je er klaar voor?’ 
Nee. Ze knikte. 
Driemaal klopte haar vaders hand op de deur. 
Ze hoorde voetstappen dichterbij komen en haar hart bonsde in haar keel. 
Ze zag hoe de deurklink werd vastgenomen. Ze werd haast misselijk van de zenuwen. 
Met een zachte kraak ging de deur open en heel even vergat Charlotte om adem te halen. 
Een paar warme ogen ontmoette de hare. Zijn gezicht werd gesierd door eigenwijze krullen. Een vriendelijke glimlach vormde zich op zijn lichaam en hij pakte haar hand vast. Een verlegen glimlach verscheen op haar gezicht toen hij zacht zijn lippen op haar hand drukte. 
‘Mijn naam is Nathan, aangenaam.’ 
Charlotte boog lichtjes, met nog altijd die verlegen glimlach op haar gezicht. ‘Charlotte.’ 
Nathan richtte zich kort op haar vader om hem ook op de juiste manier te begroeten. 
Haar vader had gelijk, haar zorgen waren als sneeuw voor de zon verdwenen. Was hun huwelijk voorbestemd? 


Demish
Internationale ster



De jonge vrouw voor wie hij de deur had geopend was een prachtige verschijning. Zelfs Nathan kon dat niet ontkennen. Nu had hij ook wel verwacht dat zijn ouders iemand uit zouden zoeken die bij hem zou passen. Hij zag zichzelf niet als een knappe man, maar hij wist dat hij wel iets hoger stond dan bijvoorbeeld de zoon van de barman, wie vaak nog erger stond dan de bar zelf. Toch was er iets aan het meisje waardoor Nathan nu al wist dat hij nooit voor haar zou kunnen vallen, hoe gemeen dat ook klonk.
Haar blonde haren waren in twee vlechten naar achteren gebonden, waardoor haar poppengezicht meer naar voren kwam. Met rozenrode wangen en grote, blauwe ogen deed ze hem denken aan een hele dure pop die wel eens werd verkocht op de markt, voor heel wat meer muntstukken dan bijvoorbeeld de kleden die hij en zijn vader maakten. Ondanks dat het meisje mooi was, deed ze hem echt denken aan iets wat zo perfect was gemaakt dat het haast onmogelijk was dat ze echt bestond.
Automatisch gleden zijn gedachten even naar Kayra, wiens donkere haren vaak wat verwilderd rond haar gezicht lagen. Een meisje die totaal geen manieren had geleerd, maar op haar eigen manier zo beleefd mogelijk probeerde te zijn naar de mensen om haar heen. Kayra had niemand nodig om haar eten te vangen, of om voor haar te zorgen. Hij wist zeker dat Charlotte daarin heel anders zou zijn.
‘Nathan, laat ze niet zo in de kou staan! Kom toch binnen, kom toch binnen,’ zei zijn vader achter hem en toen pas besefte Nathan zich dat hij het meisje en haar vader inderdaad buiten had laten zijn, met zijn hand nog altijd in de hare. Hij bedacht zich dat hij de hand van Kayra nog nooit op die manier vast had gehouden. 
‘Mijn excuses, welkom,’ zei Nathan, waarna hij de hand van Charlotte los liet en vervolgens een stap opzij zette, zodat Charlotte en haar vader naar binnen zouden kunnen treden. Terwijl ze dat deden, probeerde Nathan een glimlach op zijn gezicht te houden. Dit was zijn toekomst. Zijn ouders, en die van haar, hadden het samen al allemaal geregeld en waarschijnlijk had zijn vader zelfs al geld klaarliggen voor de bruiloft. Dat terwijl Nathan op dit moment nog niks voor het meisje voelde, al had hij het idee dat ze nog best aardig was. Misschien dat ze ooit vrienden zouden kunnen worden.
‘Mijn vrouw heeft een taart gebakken en verse thee gezet. Ik suggereer dat we hiervan gaan genieten aan de eettafel.’ Nathan was blij dat zijn vader de leiding nam. Hij wist niet eens hoe hij zich op dit moment moest gedragen. Hij had zoveel momenten alleen gehad met Kayra dat het eigenlijk vreemd voelde om iemand te moeten leren kennen met zijn vader, en die van haar, er bij. Toch wist hij dat dit wel gebruikelijk was. Kayra was de uitzondering en Charlotte was de regel. 
Nathan was het gezelschap gevolgd naar de eettafel en liep als eerste naar één van de stoelen, die hij naar achteren zou schuiven voor Charlotte. Met een wat sullige glimlach legde hij zijn handen op de rugleuning en trok hij de houten stoel een stukje naar achteren.
‘Alsjeblieft, ga zitten,’ zei hij en hij gebaarde naar de stoel. Hij merkte wel dat Charlotte ondertussen alles aan het bekijken was. Natuurlijk had zijn moeder voor deze gelegenheid alles zo netjes mogelijk opgeruimd. Toen hij zag dat de taart stond te rusten op het beste servies wat ze hadden, wist hij dat ook zij volledig achter dit huwelijk stond en de beste indruk wilde maken op Charlotte en haar vader.
Zelf nam Nathan tegenover het meisje plaats. Hij wist niet goed wat hij nu moest zeggen, of dat hij iets aan haar moest vragen. Met Kayra ging het allemaal veel gemakkelijker. Zij kenden elkaar al, ze wisten waar ze wel over konden praten en waarover niet. Al was het nooit echt moeilijk geweest. Misschien die ene keer dat ze hem aan had willen vallen met haar pijl en boog, maar ergens vond Nathan het achteraf wel lachwekkend.
Wat nerveus, en een klein beetje ongemakkelijk, ging Nathan met zijn vingers door zijn krullen. Toen pas merkte hij dat de vier niet de enige waren in de eetkamer van het huis. Om de hoek, net zodat zijn vader het niet zou kunnen zien, stond zijn kleine zusje op de uitkijk. Zelfs haar nieuwsgierigheid won het nog van haar ziekte.
‘Wie is dat?’ vroeg Charlotte, waarschijnlijk uit belangstelling. Nathan wist echter dat als zijn vader door zou hebben dat Leah hier was, ze meteen weer terug zou moeten naar haar bed. Daarom gebaarde Nathan ook dat ze haar stemvolume laag moest houden.
‘Dat is mijn zusje, Leah. Ze hoort eigenlijk op bed te liggen,’ zei hij, waarna hij een blik wierp op het meisje. Het liefst had hij haar zo aan tafel gevraagd, want Leah wist altijd wel iets te vertellen. Ze kon echt de sfeer omhoog tillen en dat had hij, voor zijn gevoel, wel nodig. 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste