Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Hey, everybody!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
16 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
O | Tales of the dark
Marlee
Landelijke ster



Maeyra leek al te struikelen over zijn eerste bekentenis over de paganisten. Arwin knikte bevestigend. Het was vreemd dat sommigen nog nooit in hun hele leven in aanraking waren geweest met paganisten en tóch zo sterk geloofden dat de verhalen echt waren, terwijl het voor anderen, zoals Maeyra, die meer gezien hadden dan de gemiddelde mens, het nog steeds moeilijk was te overtuigen.
‘Ik denk dat je het antwoord wel weet,’ reageerde hij vervolgens op Maeyra, die nog steeds niet helemaal kon geloven hoe ver haar oom zou gaan. Misschien kende ze hem toch minder goed dan dat ze dacht, en had ze zijn wreedheid flink onderschat. Evenals haar vader, en de koninklijke wacht. Een inval op het kasteel en een ontvoering die succesvol was geweest, was tevens een grote fout van de lijfwachten en bewakers die op dat moment werkzaam waren. Zelfs al hadden ze er niks aan kunnen doen, was het een inbraak op de veiligheid van de koninklijke familie, de nummer één prioriteit van elke soldaat. Het was een flinke blunder die veel erger had kunnen aflopen, maar desalniettemin niet genegeerd voorbij mocht gaan. De lijfwachten die op dat moment bij Maeyra’s kamer aanwezig waren moesten een gepaste straf krijgen, en daarna moest de beveiliging sterk worden opgeschut. Het liefst wilde Arwin nog bijkomende maatregelen uitvoeren, die een aanval met behulp van de zwarte magie kon helpen voorkomen, maar het was lastig om de koning van deze noodzaak te overtuigen. Arwin had een welverdiende plek bij de wekelijkse raadsvergadering, waar hij als aanvoerder van de lijfwachten sprak, en tevens een vertrouwd adviseur van de koning was, maar als hij het woord paganisme al noemde wist hij dat hij deze plek kwijt zou zijn. Zijn plek had hij eerlijk verdiend, dankzij zijn loyaliteit, integriteit en hardwerken, maar tevens omdat hij onder zijn collega’s geliefd werd. Hij was dan nog wel jong, maar ze zagen hem als rolmodel, en hij nam deze taak heel serieus. Hij zat dus in tweestrijd, en wist niet hoe hij de familie beter kon beschermen zonder zijn kennis over de paganisten te verraden.
Het stelde Arwin in ieder geval gerust dat Maeyra beloofde er met niemand over te praten. Daarom knikte hij dankbaar, want het was tenminste één zorg minder waar hij zich druk om zou maken. Hij nam het water aan van Maeyra, maar het koste hem moeite om overeind te komen. Hoewel hij zijn best deed de pijnsteken die hij voelde in zijn zij te verbergen, vertrok zijn gelaat in een pijnlijke grimas. Het zou hem morgen niet gemakkelijk afgaan om de genezer ervan te overtuigen dat hij fit genoeg was om weer op eigen benen te staan; want fit was hij absoluut niet, maar Arwin was vastberaden en als hij iets in zijn hoofd had kon hij niet rusten totdat het gedaan was.
‘Maeyra, bedankt dat je gekomen bent. Het maakt mijn nacht in ieder geval een stuk verdraaglijker.’ Hij keek even naar Maeyra voordat hij voorzichtig een paar slokken water nam. ‘En maak je er niet te druk om. Ik zal er persoonlijk voor zorgen dat dit niet een tweede keer kan gebeuren.’ Hij wist niet wat het was, maar iets in hem wilde er alles aan doen om haar in bescherming te nemen. Het was meer dan zijn dienstplicht en loyaliteit, het zat dieper. Het dreef hem zelfs zover dat hij bereid was regels te verbreken als het nodig was. Want zelfs als de koning hem niet zou toelaten nader onderzoek te doen naar de zwarte magie, zou Arwin er nog steeds alles aan doen om deze vorm van paganisme tegen te gaan.
Daynty
Internationale ster



Maak je er niet te druk om, had Arwin gezegd. Maeyra kon niet op één hand tellen hoe vaak ze die woorden de afgelopen vijf dagen in haar hoofd herhaald had. Iedere keer als de herinneringen aan die ene nacht naar boven kwamen drijven of als haar gedachten afdwaalden naar paganisten en magie en duisternis, probeerde ze haar aandacht terug te brengen naar die geruststelling. Toch had het lang niet zoveel effect als ze die woorden tegen zichzelf zei dan dat ze hadden gehad toen Arwin ze had uitgesproken. Er was geen dag voorbij gegaan dat ze niet onopvallend had geprobeerd om hem te zoeken in de kasteelgangen, bij de ziekenboeg of in de vleugel met de vertrekken van het personeel. Ze wilde weten hoe het met hem was. Het enige dat ze te horen had gekregen, was dat hij die eerste cruciale nacht door was gekomen en dat hij de dag erna alweer in de werkkamer van haar vader had gestaan om te bespreken wat er gebeurd was. Veel soldaten spraken er met respect en bewondering over, anderen leken er minder goedkeurend tegenover te staan. Hoewel Maeyra beide visies begreep, neigde ze zelf ook meer naar het tweede - ze hoopte dat Arwin niet te snel aan de slag was gegaan, dat hij wel luisterde naar zijn lichaam en het niet nog meer uitputte nu het herstellende was van het gif. 
Maar naast dat ze graag wilde weten hoe het nu met hem ging, hing er een rusteloosheid in haar lichaam die ze niet wegkreeg. Vanaf dat ze ontvoerd was, bleef het haar achtervolgen. Het enige moment waarop het even weg was geweest, was toen ze bij Arwin in de ziekenboeg had gezeten. 

Het kasteel gonsde van de bedrijvigheid. Bedienden renden gestresst door de gangen, koks schreeuwden ongeduldig bevelen naar de keukenhulpen en er was vrijwel geen plek in of om het kasteel waar geen paleiswachters te bekennen waren. Alle vloeren waren geveegd, de ramen gepoetst en de kasteeltuinen lagen er onberispelijk bij. Als Maeyra niet beter zou weten, leek het alsof er minder dan een week geleden helemaal geen ontvoering had plaatsgevonden. Desondanks was ze blij dat het feest deze avond de aandacht wat wegtrok bij die nare gebeurtenis. Ze wist namelijk niet wat ondraaglijker was - de herinneringen aan de ontvoering zelf of alle medelijdende blikken die ze toegeworpen kreeg van edelen en bezoekers aan het hof. Na vanavond zou dat laatste hopelijk voorbij zijn. Het was een feest om te vieren dat zij veilig terug was gekomen op het kasteel en tevens om Arwin voor een avond in het middelpunt te zetten. Hij was immers degene die een staatsgreep had voorkomen. Als zijn reputatie niet al onomstotelijk goed was geweest, was het dat nu zeker. Hoewel ze het hem van harte gunde, hoopte Maeyra dat de edelen niet heel de avond om hem heen zouden zwermen, zodat ze wellicht eindelijk een kans had om hem even te spreken. 
Maeyra merkte pas dat haar hofdame en tevens een goede vriendin van haar, haar iets gevraagd had toen de handen van het meisje stilvielen tijdens het vlechten van haar haren. 
‘Huh, wat zei je?’ Maeyra tilde haar hoofd op en keek Elyane via de spiegel van de kaptafel aan.
‘Waar zit je toch met je gedachten?’ lachte Elyane terwijl ze het vlechten weer oppakte. ‘Ik vroeg of je nog bepaalde danspartners in gedachten hebt voor vanavond?’ 
Normaal zou Maeyra een tikkeltje vermoeid maar lachend haar ogen ten hemel hebben geslagen bij die vraag van Elyane, die gek was van de adellijke jongens. Nu kon ze er alleen zwakjes om glimlachen. Eigenlijk was ze wel blij met zo’n normaal gesprek, zodat ze even aan iets anders kon denken, aan iets onbeduidends. Hoewel, helemaal onbeduidend waren de adellijke jongens niet. Aangezien haar achttiende verjaardag langzaam maar zeker in zicht kwam, werd stilletjes al van haar verwacht dat ze haar ogen open hield voor mogelijke huwelijkskandidaten. Gelukkig lag er bij haar niet zoveel druk op als het geval was geweest bij Adriana, haar oudste zus en de kroonprinses van Elesiya. Zij was inmiddels getrouwd met een bevelhebber uit het leger. Eigenlijk had het vooraf al zo goed als vastgestaan dat hij Adriana’s man zou worden, aangezien haar vader hem één van de weinige geschikte kandidaten vond voor de rol van toekomstig koning. Maeyra had meer vrijheid, net zoals haar middelste zus Aleria, maar eerlijkgezegd voelde ze er nog weinig voor om zich al aan iemand te binden. Maar wellicht kwam dat doordat er tot nu toe nog geen jongen was geweest met wie ze zich een toekomst voor kon stellen. Er liepen genoeg leuke, aantrekkelijke jongens rond en ze was niet vies van een beetje flirten, maar geen van hen bracht echt iets in haar teweeg. 
‘Eigenlijk niet,’ antwoordde ze op Elyane’s vraag. ‘Maar ik ben er ook niet echt mee bezig geweest.’
‘Dayan zal er vast ook weer zijn, denk je niet? Zijn ouders zijn sowieso uitgenodigd.’ Elyane wierp haar via de spiegel een veelbetekenende, scheve grijns toe. 
Maeyra voelde haar wangen warm worden bij het horen van die naam, en dan vooral bij de herinneringen die dat opriep. Dayan was de zon van graaf Taius. Hij was lang, knap en grappig. En heel misschien had hij haar gekust een aantal weken terug. 
‘Ja, hij zal er vast zijn.’ Maeyra plukte een denkbeeldig pluisje van haar jurk en praatte snel verder voor Elyane enthousiast kon worden. ‘Maar ik weet niet of ik weer… Nou ja, je weet wel. Mijn hoofd staat daar nog niet echt naar.’ 
‘Daarom zal hij juist een goede afleiding zijn!’ Elyane drukte een paar speldjes in Maeyra’s haren, waarna ze een stap naar achter zette om het resultaat te bekijken. ‘Je ziet er in ieder geval prachtig uit. Hij zal zijn ogen vast niet van je af kunnen houden.’ 
Maeyra stond op van het met fluweel beklede zitje voor de kaptafel en draaide zich om naar de grote spiegel in haar kamer. Ze kon niet anders dan haar hofdame gelijk geven - ze zag er prachtig uit. Haar haren waren gevlochten en kunstig opgestoken, met enkel twee losse plukjes die haar gezicht omlijstten. De gouden speldjes staken fel af tegen haar donkere haren en de goudkleurige topaassteentjes waarmee ze versierd waren, pasten bij haar oogkleur en de amberkleurige tinten van haar jurk. Fijne details van gouddraad en piepkleine, glinsterende steentjes sierden het lijfje en de rokken van de jurk. De kleuren van haar outfit deden haar denken aan het zand van de woestijn en warme zomeravonden. 
‘Je hebt weer geweldig werk geleverd,’ complimenteerde ze Elyane. Het bleef Maeyra verwonderen wat voor kunstige kapsels ze kon maken, maar bovenal leek het bijna magie hoe goed haar hofdame de wallen onder haar ogen had weten weg te werken. Als Maeyra zichzelf zo in de spiegel zag, leek het helemaal niet alsof ze al vijf dagen nauwelijks had geslapen. 
Elyane glimlachte dankbaar en liep naar de deur toe. ‘Laten we maar gaan. Het feest kan vast ieder moment beginnen.’


Marlee
Landelijke ster



Zoals Arwin voorspelt had, was de genezer er duidelijk niet mee eens toen hij de volgende dag alweer op eigen benen wilde staan. Echter met een middeltje tegen de pijn en de belofte dat hij terug zou komen om de wond te laten controleren kwam hij er wel mee weg. Niet lang daarna stond hij dan ook in de werkkamer van de koning die hem welgemeend bedankte, maar hem tevens op het hart drukte om verder geen woord te verspreiden over Saevar’s rol in het complot. Dat begreep Arwin maar al te goed, want het zou natuurlijk een schande zijn voor de familie als uitkwam dat de broer van de koning een staatsgreep had willen uitvoeren. Wel vroeg hij zich af op welke manier Saevar gestraft zou worden, en hoe ze dat gingen verhalen aan het volk, maar dat liet hij aan de koning zelf over. Het zou hem namelijk niet verbazen als koning Lavare een oogje toe zou knijpen aangezien het zijn broer was. Vergeven en vergeten zou hij nooit, maar ieder ander die dezelfde misdaad zou zijn begaan zou allang publiekelijk een schande zijn gemaakt, en tot de dood veroordeeld zijn, als hij al niet direct om het leven werd gebracht.

De dag erop was Arwin alweer op zijn paard gestegen en reed hij met een dubbel gevoel in een rustige stap richting de plek waar het allemaal gebeurd was; het jagershutje in het Ovaichewoud. Alvorens hij het woud instapte, bekroop hem een onbehaaglijk gevoel, maar deze keer kon hij niet vluchten voor het gevaar, nee, deze keer zocht hij het op.
Direct toen het hutje in zicht kwam wist hij dat er iets anders was, maar hij kon er nog niet helemaal opkomen wat het was. In zijn eerste oogopslag kon hij niets ongewoons opmerken, het was eerder een soort gevoel dat hij had, dat hij niet met normale zintuigen kon waarnemen. Toch liet hij zich uit zijn zadel glijden, en zette dapper voet richting het huisje. Vanuit de deur en over de veranda, zag hij een breed bloedspoor, wat verraadde dat iemand de lichamen verplaatst had. Hij hurkte, en met zijn vingertoppen raakte hij even het bloed aan, wat nog nat onder zijn vingers voelde. Niet kortgeleden was het dus gebeurd. Direct was Arwin meer op zijn hoede, en legde hij instinctief zijn hand om zijn zwaard. Het was te hopen voor hem dat hij niet zou worden aangevallen, want door de zijn verwonding was hij lang niet zo snel en scherp als normaal.
Binnen viel er eigenlijk niets te zien, op de twee grote bloedvlekken na waar de lijken hadden gelegen. In zijn hoofd begon hij zich wel af te vragen wie ze verplaatst had, en vooral waarom, maar hij dwong zichzelf om scherp te blijven. Hij was hevig opzoek naar aanwijzingen, sporen, hints, iets wat hem zou kunnen leiden naar meer antwoorden, maar hij vond niets. De omgevallen stoel waar Maeyra op had gezeten, de touwen waarmee ze haar hadden vastgebonden. Wat andere meubels die schots en scheef stonden, en in de hoek een kastje met flesjes en potjes die gevuld waren met verschillende goedjes. De laag stof die overal op lag en de doorgezakte planken van het verrotte hout zei hem dat hier al tijden niemand geweest was, waarschijnlijk een goede reden om Maeyra juist hier vast te houden. Niemand zou haar hier zoeken.
Buiten volgde hij het bloederige spoor dat om het huisje liep, en bleef daar staan waar het spoor stopte. Zijn hart kromp even ineen toen hij ze zag, beide lichamen aan hun voeten vastgebonden aan de grote eikenboom. Oh. Iemand had ze opgehangen als offer. Dat zag hij aan de manier waarop ze waren opgehangen, en aan het symbool dat in hun voorhoofd was gesneden. Hij herkende het symbool niet, maar dat was voor hem niet zo moeilijk om uit te vinden. Het was tenminste iets waar hij verder mee kon, en dat gaf hem hoop.

Diezelfde dag kreeg hij een officiële uitnodiging voor een feest aan het einde van de week. Een feest om te vieren dat Maeyra ongedeerd was thuisgekomen, en ter ere van hem voor zijn heldhaftige daad. Hoewel velen dat in zijn plaats wel zouden zijn, was Arwin niet bepaald enthousiast te krijgen. Een feest waarbij hij omringt zou zijn door nobele gasten voorzien van rijkdom, titel en land was niets voor hem. Hij vond het een verkleedpartijtje, waarbij ze allemaal in hun mooiste uniformen en duurste jurken zouden komen, allemaal om anderen te laten zien hoe welvarend ze wel niet waren in het leven. Hij had genoeg feesten en partijen meegemaakt, afzijdig aan de zijlijn waar de situatie overzichtelijk was. Om nu in het middelpunt te staan was echt ver buiten zijn comfortzone.
Omdat nee zeggen geen optie was, liet hij zich door Aaron overhalen om van hem een pak te lenen, want Arwin had natuurlijk geen gepaste kleding voor het feest. Op dit moment was hij dankbaar dat hij en Aaron, die nu getrouwd was met Adriana en dus kroonprins van Elesiya was geworden, het goed met elkaar konden vinden, want zonder hem had hij dit niet kunnen doen. Aaron liet het pak naar Arwin’s kamer in het kasteel brengen, waar het op maat werd bijgewerkt speciaal voor deze gelegenheid. Ook dat was iets waar Arwin met zijn hoofd niet bij kon, onnodig vond hij het, maar Aaron bleef hem koppig vertellen dat het nodig was. ‘Geloof mij nou maar,’ had hij gezegd. ‘Wanneer jij de zaal betreedt in een pak als deze, zullen de hofdames de rest van de avond nergens anders meer naar kijken.’ Dat geloofde hij wel. Het gebeurde wel vaker dat een nobele vrouw interesse toonde in een lijfwacht als hij maar goed gespierd was en een aantrekkelijk hoofd had. Voor de spanning, een nacht, of een kortdurende affaire, of ze nou getrouwd was of niet. Zulke dingen gebeurde vaker dan dat men waarschijnlijk door had. Arwin had allang wel door dat ook hij soms de aandacht trok, maar dat kon hem niet zoveel schelen en hij ging er ook zeker niet op in. Voor een nachtje plezier deed hij het niet, zo’n type was hij niet, en voor de rest had hij ze ook niks te bieden. Hij hoopte maar dat hij tijdens het feest niet onder bedolven zou worden in vragen, zoveel aandacht was niks voor hem.

Arwin had vaak genoeg de feesten van een veilige afstand bijgewoond, in zijn uniform en afgezonderd van de menigte. Hij had kunnen afkijken hoe de nobele mannen zich gedroegen, hoe ze door de zaal liepen, met wie ze een praatje maakten. Nu hij voor een avond één van hen was, twijfelde hij over alles. Wat deed hij als hij binnenkwam, waar hield hij zijn handen, en waarom in vredesnaam zat zijn pak zo vervelend? Echter hoefde hij zich daar totaal geen zorgen over te maken toen hij de zaal binnenkwam, want hij werd met open armen ontvangen. Iedereen wilde hem ontmoeten, zijn verhaal horen, hoe hij Maeyra had weten op te sporen en haar veilig had weten terug te brengen. Ze wemelden om hem heen, gaven hem drankjes, en deden hopeloze pogingen om hem op zijn gemak te stellen. Het enige moment dat hij niet het middelpunt van de belangstelling stond, was toen Maeyra zelf de trap afkwam en de gedecoreerde zaal betrad. Toen waren alle ogen op haar verschijning gericht, en tevens die van hem. Op de een of andere manier voelde hij op dat moment zijn hart sneller kloppen, en zijn handen klam worden. Hij wist niet wat het aan haar was, dat hem zo deed voelen, maar hij wist zijn ogen niet van haar prachtige jurk en sprankelende lach af te houden. Nu ze er echt uit zag als een prinses, bekeek hij haar met hele andere ogen dan een paar dagen geleden. Eén ding wist hij zeker, hij had er geen woorden voor hoe beeldschoon ze er vanavond uitzag.
Daynty
Internationale ster



Geflankeerd door Elyane en met achter heen twee lijfwachten begaf Maeyra zich naar de achterkant van de westelijke vleugel van het kasteel, waar een wenteltrap die enkel voor privégebruik van de koninklijke familie was hen naar de begane grond van het kasteel bracht. Eens ze in de buurt van de centrale hal van de zuidvleugel kwamen, dreven de geluiden van het feest hen al tegemoet. Hoewel er nog steeds rijtuigen voorreden om gasten af te zetten, was het grootste deel van de genodigden al aanwezig in de balzaal. Het gepraat en gelach werd vergezeld door subtiele klanken muziek, die aan zouden zwellen als het feest eenmaal officieel geopend was.
Gewoonlijk keek Maeyra reikhalzend uit naar deze feesten, waar ze haar vriendinnen zag, ze kon lachen, roddelen en dansen, en zich vergapen aan alle prachtige en soms ook belachelijke kleding, maar deze avond schoot er een steek nervositeit door haar heen zodra de openstaande deuren van de zaal in zicht kwamen aan het einde van de gang. Haar gebrek aan enthousiasme ontging Elyane niet. Vlak voor ze de zaal bereikten, bleef hield haar hofdame haar staande. Elyane pakte haar handen vast en keek haar ernstig aan.
‘Hé, ik weet dat je niet veel voelt voor een feest zo snel alweer, of omdat die brutale edellieden je sowieso vragen zullen stellen, maar je kunt dit, oké? Je hebt een ontvoering overleefd, nota bene. Vergeleken met dat stelt de adel niets voor. Beeld ze maar in alsof het niets meer zijn dan heel kleurrijke vogels die om aandacht zitten te kwetteren.’
Het lukte Elyane altijd weer om haar zich iets beter te laten voelen. Maeyra moest zwakjes lachen om de vergelijking van de adel met vogels, die eigenlijk best accuraat was. ‘Ik hoop dat ze niet de hele avond om me heen gaan dringen.’
Elyane glimlachte bemoedigend. ‘Als iemand te lang blijft hangen, zorg ik er wel voor dat ze weggaan. En als je het echt niet meer ziet zitten, moet je het laten weten. Je vader zal het ook vast wel begrijpen als je eerder weg wil.’
Maeyra knikte, hoewel ze van die laatste woorden niet helemaal overtuigd was. Haar vader zou het wel begrijpen, maar hij zou het niet waarderen mocht ze het feest eerder verlaten. Al helemaal niet omdat het een feest ter ere van haar was.
‘Je kunt dit,’ herhaalde Elyane nogmaals. Ze gaf Maeyra een kort kneepje in haar handen alvorens haar los te laten.
Het achttal wachters bij de deuren – vier buiten de zaal en vier binnen – bogen kort hun hoofd naar haar. Daarna draaide één van hen zich naar de zaal toe om haar aanwezigheid aan te kondigen.
‘Dames en heren, prinses Maeyra van Elesiya.’ Zijn bulderende stem verstomde de gesprekken en alle hoofden draaiden in de richting van de deuren.
Nog een steek van zenuwen. Het was puur door haar opvoeding dat Maeyra een stralende glimlach op haar gezicht plakte terwijl ze de paar treden afdaalde en de balzaal betrad. De aanwezigen maakten een kleine buiging voor haar, wat als een golf door de zaal heen trok. Alleen de wachters die op vaste afstand van elkaar langs de muren opgesteld stonden bleven staan, evenals haar ouders en zussen natuurlijk. Automatisch zocht haar blik de wachters af naar de persoon naar wie ze heel de week al opzoek was, maar halverwege bedacht ze zich dat Arwin daar natuurlijk niet bij stond. Hij was immers de eregast van dit feest. Werken hoefde hij vanavond niet.
Maeyra verplaatste haar blik naar de menigte. Voor ze daar kon zoeken naar de bekende groene ogen en donkere haren, dook er een bediende naast haar op.
‘De koning verwacht u bij het podium, hoogheid,’ zei het meisje, een tikkeltje buiten adem.
Het was geen raadsel waarom haar vader haar bij zich wilde hebben op de verhoging aan de andere kant van de zaal: de officiële opening. Nog één keer zouden alle ogen op haar gericht zijn deze avond en daarna hoefde ze alleen nog maar de talloze gesprekjes met edellieden te overleven. Met die geruststelling in gedachten – hoewel het weinig deed tegen de zenuwen – zocht Maeyra zich een weg naar het podium. Ze liet haar hofdame en lijfwacht achter bij het trapje. Op het podium stond de koning al te wachten. Zoals gewoonlijk was bij feesten, was hij in vol ornaat gekleed, in de donkerblauw met gouden kleuren van de familie. Het meest imposante was de gouden kroon op zijn hoofd, bezet met saffieren en robijnen. Het viel Maeyra op dat hij deze avond ook al zijn militaire onderscheidingen op zijn kleding droeg, iets dat hij gewoonlijk bijna nooit deed, zeker niet bij zulke feesten. Waarschijnlijk was deze avond voor hem tevens een manier om onomstotelijk te laten zien dat hij nog steeds de koning was en de touwtjes in handen had. Het kon niet anders dan dat het nieuws van een mislukte staatsgreep als een vuurtje was rondgegaan onder de adel.
‘Maeyra,’ begroette hij haar met een knikje en een glimlach. ‘Goed dat je er bent. Als Arwin ook bij ons is, zal ik het feest openen.’

Marlee
Landelijke ster



Arwin werd uit zijn gedachten geschud door een bediende die hem verzocht om zich bij de koning te voegen zodat het feest kon worden geopend. Arwin knikte. Het was voor hem wel een beetje ongewoon dat hij op deze manier werd benaderd door één van de bediende, iemand van zijn eigen klasse. Hij excuseerde zich van de edellieden waar hij op dat moment nog mee had staan te praten, en zette een tikkeltje zenuwachtig voet richting het podium, waar de koninklijke familie al stond te wachten. Het was wel een hele eer dat uitgerekend hijzelf hierbij mocht staan, maar dat maakte hem niet minder nerveus. Integendeel, al die aandacht die hij daardoor zou krijgen was niets voor hem en liet hem totaal niet op zijn gemak voelen.
Voor hij het podium opkwam, maakte hij een diepe buiging, en toen hij weer omhoogkwam knikte Aaron hem bemoedigend toe. Dat was het enige wat Arwin een sprankeltje hoop gaf dat hij deze avond zou overleven, want Aaron had ook ooit als bevelhebber in het leger in zijn schoenen gestaan, en kijk waar hij nu stond met Adriana aan zijn zijde.
‘Arwin, fijn dat je gekomen bent. We kunnen je niet genoeg bedanken wat je voor ons Maeyra hebt gedaan.’ Arwin zag aan zijn ogen dat koning Lavare het echt meende, en de koningin knikte al even dankbaar. ‘Geen dank, Majesteit. Ik zou het ongetwijfeld weer doen, maar laten we ervoor zorgen dat het niet opnieuw kan gebeuren.’ Hij glimlachte even, en zijn ogen kruisten met die van Maeyra. Hij wilde haar graag vragen hoe het met haar ging, want hij had haar niet gezien sinds ze hem bezocht had in de ziekenboeg. Hij hoopte dat hij daar vanavond nog de kans voor kreeg.
‘Ik voel me vereerd dat ik hier mag staan,’ zei hij dankbaar, voor hij zich op het podium voegde. Eenmaal Arwin op zijn plek stond en de koning een stap naar voren deed, dempte de muziek en viel het geroezemoes langzaam stil terwijl blikken naar het podium opdraaiden. Nieuwsgierige ogen keken zijn kant op, alsof ze allemaal wilden weten welke dappere soldaat het was, die prinses Maeyra had weten te redden. Hij had nog nooit zo erg in de belangstelling gestaan, het ongemak was duidelijk van zijn gezicht af te lezen.
De koning schraapte zijn keel, waardoor zelfs de laatste zachte stemmen in de zaal stil werden. Vanaf hier kon Arwin goed zien dat de meeste nobels en edellieden in de zaal koning Lavare met veel bewondering en een tikkeltje vrees aankeken. Ondanks de opschudding in het paleis van een paar dagen geleden, dwong hij veel respect af, en was vandaag de uitgelezen kans om te laten zien hoe sterk hij was, en zijn heerschappij ondoordringbaar was.
‘Dames en heren, graag wil ik jullie allemaal bedanken dat jullie gekomen zijn…’ Terwijl de koning langzaam verder praatte, gleden Arwin’s ogen door de zaal, toen hij plotseling een onbehagelijk gevoel kreeg. Zijn ogen waren op een van de grote ramen gericht. Hoewel het begon te schemeren, wist hij zeker dat hij zojuist, in een flits van een seconde, een schaduw zag. Zijn blik gleed langs de andere ramen, over het publiek, langs de wachters bij de muur. Niemand anders leek iets door te hebben, waardoor hij even twijfelde aan zichzelf. Maar hij wist zeker dat zijn ogen niet logen tegen hem, hij had het echt gezien. Naast hem hoorde hij de koning zijn naam zeggen, en het volk klappen. Hij knikte even dankbaar, maar zijn gedachten waren ergens anders.
Zodra het feest officieel was geopend, en de muziek langzaam weer op gang kwam, liep Arwin dan ook doelgericht op een van zijn collega’s af die vanavond de wacht had. ‘Oliver, hoeveel staan er vanavond buiten op de wacht?,’ vroeg hij op dwingende toon. Oliver keek even ongemakkelijk naar Arwin en haalde zijn schouders op. ‘Weet ik niet, genoeg in ieder geval. Moet je niet van het feest genieten vanavond?’ Daar had hij wel gelijk in, maar er heerste een onrust in Arwin waardoor hij niet kon genieten. ‘Ik zag iets buiten, ik vertrouw het niet.’ Oliver schudde ongelovig zijn hoofd. ‘Er is niets, echt niet. Er staan binnen en buiten genoeg op wacht, niemand komt de poort binnen zonder dat wij het weten. Ik zal iemand een extra ronde laten lopen, oké? Maak jij je nou maar geen zorgen. Volgens mij zijn er genoeg mensen die je aandacht vereisen.’ Het duurde even, maar Arwin knikte. Hij was niet persé gerustgesteld, maar wist dat hij er nu niks aan kon doen. ‘Als er ook maar iets verdachts gebeurt, dan wil ik het weten,’ waarschuwde hij Oliver, die daarin toestemde. Daarna mengde Arwin zich langzaam weer in de zaal, want waar Oliver wel gelijk in had, was dat er inderdaad genoeg mensen waren die hem wilden spreken.
Daynty
Internationale ster



Terwijl Maeyra alvast bij haar moeder en zussen ging staan, ging haar blik terug naar de mensenmassa die de zaal vulde. Nu Arwin onderweg was naar het podium was het een stuk makkelijker om hem te ontwaren tussen de andere aanwezigen. Met zijn chique kleding paste hij perfect tussen alle nobelen, hoewel zijn outfit net wat minder opzichtig was dan die van de meeste adellijke heren. 
Maeyra moest twee keer kijken om zichzelf ervan te verzekeren dat het Arwin echt was die het podium beklom. Heel haar leven had ze hem in weinig anders gezien dan zijn werkkleren, zijn gevechtsuitrusting. Het was wennen om hem nu in zulke nette, dure kleren te zien. Toch stond deze outfit hem bijzonder goed, misschien juist wel omdat het niet zo opzichtig was. Het was chique, maar simpel en dat paste bij hem. 
Zodra Maeyra zichzelf erop betrapte dat ze te lang naar hem aan het kijken was, wendde ze haar blik af. Ze kon het echter niet helpen dat ze na een paar seconden weer terugkeek op het moment dat hij het podium opstapte. Het liefst ging ze meteen naar hem toe om met hem te praten. 
Nu hij dichterbij was, kon ze zien dat hij zich niet erg comfortabel voelde onder alle ogen die op hem gericht waren. Het stelde haar gerust dat zij in ieder geval niet de enige was die daar last van had, ondanks dat ze eraan gewend zou moeten zijn. Heel even kruisten hun blikken en ze glimlachte bemoedigend naar hem. 
De toespraak van de koning was zoals ze van hem gewend was: kort maar krachtig. Hij benadrukte hoe blij iedereen was dat zij veilig terug was en hij roemde Arwins moed en daadkrachtige handelen. Maeyra hoorde het glimlachend aan, zoals van haar verwacht werd, maar haar gedachten zaten ergens anders. Vanavond zou de eerste nacht sinds de ontvoering zijn dat ze weer in haar eigen kamer zou slapen. Enerzijds was ze er blij om dat ze weer die privacy en rust zou hebben, ondanks dat het bij Aleria erg gezellig was geweest. Aan de andere kant, echter, maakte het haar nu al bang om te slapen in de ruimte waar nog geen week geleden een indringer binnen had weten te komen zonder dat iemand het door had gehad. Haar moeder had haar op het hart gedrukt dat de ramen en luiken van betere sloten voorzien waren en dat het moeilijker was gemaakt om langs de kasteelmuur omhoog te klimmen naar haar balkon. Het stelde haar enigszins gerust, maar er bleef iets aan haar knagen dat ze niet van zich af kon zetten: sloten waren geen partij voor zwarte magie. 
Het applaus liet haar opschrikken uit haar gedachten. Maeyra glimlachte nog een keer naar de zaal, waarna ze aanstalten maakte om Arwins kant op te lopen voor hij zou verdwijnen in de menigte. Voor ze een stap had kunnen zetten, pakte Aleria haar pols vast. 
‘Kom, we gaan wat te drinken halen! Ik heb van Adriana gehoord dat moeder en zij erg uitgepakt hebben met de hapjes en drankjes vanavond.’
Een tikkeltje gefrustreerd liet Maeyra zich meevoeren het podium af. 
‘Ze hebben sowieso geen enkele moeite bespaard met dit feest,’ ratelde Aleria verder, die onder het lopen en praten door ook nog eens netjes glimlachjes uitdeelde naar de nobelen die ze passeerden. ‘Heb je de decoratie al eens goed bekeken? Het matcht helemaal met de kleur van je jurk! Is dat expres zo gedaan of is dat toeval? Hallo, ik praat tegen je!’
Maeyra knipperde met haar ogen en lachte verontschuldigend. ‘Het is inderdaad prachtig,’ beaamde ze. Terwijl ze Aleria volgde, keek ze de zaal rond om de versiering te bekijken. Ze had er helemaal niet op gelet bij binnenkomst en nu ze alle decoratie zag, voelde ze zich daar schuldig om. Aleria had gelijk: Adriana en haar moeder hadden inderdaad flink uitgepakt. De kroonluchters waren versierd met fijne, gouden linten en het licht van de honderden kaarsen die erin brandden, hulde de zaal in een warm licht. Fakkels flakkerden aan de muren, versierd met goud en zwart geverfde bloemen die met soortgelijke gouden linten bij elkaar waren gebonden. De bekleding van de tafels volgde eenzelfde kleurenschema en ze wist zeker dat de tuin die aan de balzaal grensde, ook zulke decoraties bevatte. In gedachten noteerde ze dat ze haar moeder en zus later nog op zou moeten zoeken om ze te bedanken. 
‘Oh, hoe ga ik hier ooit uit kunnen kiezen?’ verzuchtte Aleria. Ze keek naar alle verschillende drankjes op de lange tafel tegen de muur alsof het de moeilijkste beslissing uit haar leven was. ‘Ik denk dat ik ze allemaal maar moet proberen.’ 
Maeyra trok bedenkelijk een wenkbrauw op. ‘Als je aan het eind van de avond niet meer op je benen wil kunnen staan, moet je dat inderdaad doen.’ 
‘Waarvoor heb ik benen nodig als ik aan het eind van de avond een superknappe jongen heb om me te ondersteunen?’ Grijnzend pakte Aleria een glas. Het drankje dat erin zat, was zo roze dat Maeyra haar tanden bijna kon voelen knappen van de suiker alleen al door ernaar te kijken. 
‘O ja, en wie mag die jongeman dan wel niet zijn?’ Maeyra nam zelf een glas water van de tafel. Ze voelde er vanavond weinig voor om bedoezeld te raken door alcohol, hoewel dat anderzijds juist als een erg goed idee klonk. 
‘Heer Kaspian natuurlijk,’ antwoordde Aleria, nog steeds met een grijns op haar gezicht. ‘Vader heeft het hem officieel toegestaan om mij het hof te maken.’ 
Verheugd bewoog Maeyra haar wenkbrauwen omhoog. ‘Dat is geweldig nieuws, Al! Ik weet hoe gek je op hem bent. Gefeliciteerd.


Marlee
Landelijke ster



De rest van de avond werd Arwin bedolven door vragen van de edellieden. Het was alsof ze nog nooit een soldaat hadden gesproken en zijn verhalen heel bijzonder vonden. ‘Hoe dapper van je, heer Dušan. Je bent een aanwinst voor het rijk. Prinses Maeyra mag wel van geluk spreken dat jij zo snel en moedig was.’ Dat kreeg hij vanavond vaak te horen en Arwin lachte ze bedankend weg, omdat het voor hem niet meer dan zijn taak was. ‘De naam Dušan komt mij bekend voor, was jouw vader misschien ook een befaamde krijger?,’ merkte een oudere man op. Arwin zijn gezicht betrok, maar hij antwoordde beleefd. ‘Ja dat klopt,’ zei hij, omdat hij er liever verder niet op in wilde gaan. Hij werd niet vaak herinnerd aan zijn vader en zeker niet hoe hij om het leven was gekomen. Dat was namelijk wat er gebeurde als je als soldaat ver kwam in carrière, niemand herinnerde zich alle goede daden die hij had gedaan en hoeveel slagvelden hij had gewonnen, maar iedereen kende het verhaal van hoe hij om het leven werd gebracht. ‘Je vader zou trots op je zijn,’ hoorde hij hem zeggen. ‘Misschien ja. Bedankt.’ Het was niet alsof dat het gemis minder maakte of de pijn zou verzachten, Arwin had er een hekel aan wanneer ze dat tegen hem zeiden.
De bedienden bleven rondlopen met drankjes en verse hapjes, en hoewel Arwin nog nooit zo goed te eten had gehad kon hij er weinig van genieten. Hij bleef wantrouwig over zijn schouder kijken en zijn ogen waren merendeels van de tijd op de jongste prinses gericht. Maeyra werd continu omringd door haar zussen of door andere edellieden met wie ze fatsoenlijk praatjes maakte. Met haar haren hal opgestoken en versierd met gouden speldjes en haar jurk die elegant om haar lichaam heen viel, leek ze de ster van het bal. Enerzijds zag ze er weer jong en onbezorgd uit, maar daar prikte Arwin zo doorheen. Het was een façade die ze ophield omdat ze zich groot moest houden onder de gasten, maar af en toe zag Arwin een blik in haar ogen die verried dat ze het voorval nog lang niet vergeten was. Hij vermoedde dat het deels te maken had met het feit dat ze vanavond weer in haar eigen vertrekken zou slapen, iets wat hij te weten was gekomen doordat zijn collega’s voor het eerst weer als wacht waren opgesteld voor haar deur. Ze hadden een week de tijd gehad om allerlei extra maatregelen te nemen zodat haar veiligheid gegarandeerd was. Onder leiding van Arwin waren de sloten vervangen, haken en prikkeldraad opgehangen op de muren onder haar balkon en de wacht buiten verdriedubbeld, evenals de wacht voor haar deur. Maar ondanks dat, was Arwin nog steeds bang dat het niet genoeg was om de zwarte magie te weren. Hij wist niet of hij vanavond wel rustig zou kunnen slapen als Maeyra weer helemaal alleen in haar kamer zou zijn.
Telkens als hij op het punt stond om op haar af te stappen, was er weer iemand anders die hem in de rede viel en iets van hem wou weten. Maeyra zelf leek het al even druk te hebben, en leek vooral niet te ontkomen aan de aandacht van de jongere adelen. Dat herinnerde hem eraan hoe jong ze nog eigenlijk was en haar hand nog aan niemand beloofd was. Ze was dan wel geen kroonprinses, maar een prinses niettemin, en uit het hele land waren zij en haar middelste zus nu misschien wel de meest gewilde vrouwen. Arwin was klaarblijkelijk niet de enige die een moment van haar aandacht vroeg.
Even later, toen Arwin zelf bij de tafel stond om zijn glas neer te zetten, zag hij Maeyra subtiel onder de menigte uitkomen terwijl ze richting het balkon stapte. Direct zette hij zich af van de tafel om in actie te komen. Het was niet alleen dat hij haar heel graag even wilde spreken, maar hij herinnerde zich ook direct weer de schaduw die hij buiten voor het raam had gezien.
‘Prinses Maeyra,’ glimlachte hij, terwijl hij langzaam op het balkon verscheen. De frisse lucht deed hem goed, alsof hij eindelijk weer normaal kon ademen. Weg van de priemende ogen kon hij tenminste zichzelf zijn. ‘Hoe gaat het met je?’ Zijn groene ogen vonden die van Maeyra waarna hij haar even bezorgd aankeek. Deze vraag had de hele week al door zijn hoofd gespeeld maar het was voor het eerst dat hij haar weer kon spreken zonder dat iemand daar vreemd van zou opkijken.

Daynty
Internationale ster



‘Had ik al gezegd dat je er schitterend uitziet vanavond?’
Maeyra glimlachte loompjes en keek even op naar de jongeman die haar over de dansvloer begeleidde. ‘Nog maar iets van twee keer,’ antwoordde ze met een klein lachje. 
Dayan schudde zijn hoofd alsof hij niet kon geloven dat ze daadwerkelijk voor hem stond. ‘Ik kan het niet vaak genoeg zeggen, denk ik.’ Hij haalde zijn hand van haar rug om haar een rondje om haar as te laten draaien, net zoals de koppels om hen heen deden. Maeyra genoot van de jurk die om haar benen zwierde, van de lucht die om haar heen suisde. Na de eindeloze gesprekjes met zo’n beetje iedere aanwezige was ze klaar geweest om haar vaders teleurstelling te trotseren en het feest te verlaten om naar haar kamer te vluchten, maar Dayan had haar weten te overtuigen om in ieder geval nog een dans te doen voor ze weg zou gaan. Nu ze hier rondzwierde over de dansvloer was ze blij dat ze op zijn aanbod in was gegaan, al had het hem wel een smekende blik en een stralende glimlach gekost. Het voelde lullig om hem te weigeren. Hoewel hij erg lief was en niet teveel vragen stelde over de ontvoering, wist Maeyra niet of ze écht iets voor hem voelde. Hoe wist je zoiets? Ze had geen idee, ze had er totaal geen ervaring mee. In ieder geval kon ze Dayan wel in haar achterhoofd houden als potentiële huwelijkskandidaat. 
De laatste klanken van het lied zwierven weg naar het plafond. Maeyra boog naar haar danspartner zoals hoorde en bedankte hem voor de dans. Haar ogen gingen automatisch de zaal rond, zoals bijna de hele avond. Ze voelde zich er schuldig over tegenover Dayan, maar als ze Arwin vanavond niet te spreken kreeg, wanneer zou ze daar dan ooit de kans voor hebben? 
Tot haar frustratie en, zo merkte ze, teleurstelling zag ze Arwin zo snel niet. Wel kruiste haar blik met die van Graaf Landor, wier donkere ogen zich recht in haar ziel leken te boren. Zijn koude blik bezorgde haar rillingen, maar erger nog was het gesprek dat ze eerder die avond met hem had gevoerd. Hij had het lef gehad om haar ervan te beschuldigen dat ze de indringer misschien wel zelf haar kamer in had gelaten, want ‘hoe komen ze anders binnen zonder de lijfwachten te alarmeren?’. En daarna had hij gesuggereerd dat ze zelf best meer had kunnen doen om terug te vechten, dat ze had kunnen schreeuwen of om hulp had moeten roepen. Maeyra was zo overstuur geraakt door zijn grove beschuldigingen dat ze niets had weten terug te zeggen. Alsof dat nog niet genoeg was, had hij afgesloten met de mededeling dat het eigenlijk erg goed was dat ze ontvoerd was geweest, dat het haar misschien wat serieuzer zou maken en dat ze maar snel een man moest kiezen om mee te trouwen en om haar te beschermen. Ze had op het punt gestaan om in huilen uit te barsten om zijn opmerkingen, ware het niet dat Elyane haar gekalmeerd had, terwijl Gravin Landor haar man tot orde had geroepen. 
Alleen al het zien van zijn gezicht maakte haar benauwd. 
‘Wil je me vereren met nog een dans?’ Dayan stak zijn hand naar haar uit en keek haar vragend aan. Hoewel ze hem eigenlijk niet wilde teleurstellen, schudde Maeyra haar hoofd. Ze voelde zich misselijk door de herinnering aan de beschuldigingen van de graaf. 
‘Ik heb even wat lucht nodig,’ wist ze uit te brengen. ‘Misschien later nog, goed?’ 
Voor Dayan haar op andere gedachten kon brengen of kon aanbieden dat hij wel even meeliep, haastte ze zich van de dansvloer af. Hoe haalde Graaf Landor het in zijn hoofd om zulke dingen tegen haar te zeggen? Maeyra dwong zichzelf haar tot vuisten gebalde handen te ontspannen. Ze liep langs de paleiswacht heen die bij de smalle trap naar het balkon van de balzaal stond – een plek die alleen toegankelijk was voor de koninklijke familie en de wachters. 
De koele avondlucht ontspande haar meteen. Maeyra liet haar handen lichtjes op de stenen balustrade rusten en sloot haar ogen. Ze ademde diep in, om haar adem langzaam weer te laten ontsnappen. Pas nu het van haar af gleed, merkte ze hoeveel spanning ze de hele avond al meedroeg. 
Het geluid van voetstappen op het balkon liet haar zich omdraaien. Even was ze geërgerd dat iemand haar alweer stoorde, maar bij het zien van twee bekende groene ogen maakte de ergernis plaats voor een brede glimlach. 
‘Arwin,’ groette ze hem terug. Ze betrapte zichzelf erop dat haar stem verraadde hoe blij ze was om hem eindelijk te zien. De vraag die hij stelde, was er eentje die ze heel de avond al aanhoorde. Maar alleen hem gaf ze een eerlijk antwoord, in plaats van een oppervlakkig “het was schrikken, maar nu gaat het weer goed”. 
‘Ik heb het gevoel alsof ik geen lucht krijg daarbinnen.’ Met een zucht draaide ze zich terug naar het uitzicht over de zuidelijke tuinen. Ze wist dat hij niet zozeer bedoelde hoe ze zich deze avond voelde, maar ze moest nadenken over hoe ze de knagende angst het beste kon verwoorden. 
‘Het gaat beter dan een week geleden,’ antwoordde ze, terwijl ze een blik opzij wierp naar hem. ‘Maar… Het is niet dat ik echt bang ben, alleen op de achtergrond is de angst altijd aanwezig. Zodra ik even niets heb om mezelf mee af te leiden, ga ik nadenken. Ik kan maar niet rustig worden, helemaal nu ik vanavond weer in mijn eigen kamer slaap.’ 
Ze zweeg even voor ze de sombere uitdrukking van haar gezicht veegde en zich een kwartslag naar hem toe draaide. ‘Maar dat is allemaal niet belangrijk. Jij was er veel erger aan toe. Hoe is het met jou?’ 

Marlee
Landelijke ster



Vanaf Maeyra zich naar hem omdraaide, zag Arwin een grote glimlach op haar gezicht ontstaan. Het verbaasde hem een beetje om hoe blij ze was hem te zien, maar daarop kon hij alleen maar terug glimlachen.
Daarna knikte hij begrijpend op haar antwoord. Hoewel Maeyra heel haar leven had gehad om te wennen aan feesten zoals deze, leek ze zich niet erg op haar gemak. Al geloofde hij wel dat het ook te maken had met de blijvende angst die wel steeds aanwezig was sinds de ontvoering. Die angst was er voor hem ook, al zat het anders in elkaar. ‘Ik begrijp hoe je je voelt,’ zei hij daarom. Hij hoefde haar geen medelevende blikken te geven om te laten zien dat hij met haar meevoelde. In tegenstelling tot anderen, wist Arwin precies wat ze had meegemaakt die nacht. Niemand begreep beter wat ze nu doormaakte.
Toen ze dezelfde vraag op hem richtte, sloeg hij even zijn blik neer. Hij praatte niet graag over zichzelf, en doordat de vraag van Maeyra kwam voelde het een beetje dubbel om te antwoorden. Hij wilde namelijk niet dat ze zich druk zou maken om hem. Maar aangezien ze hem een eerlijk antwoord had gegeven, was het niet meer dan terecht om hetzelfde te doen.
‘Ik leef nog,’ zei hij, waarna hij even zwakjes glimlachte. ‘En het gaat wel goed. Een beetje overwerkt, dat is alles. De genezer zegt dat de wond wel snel zal helen, maar misschien sneller als ik rust had genomen.’ In werkelijkheid, de genezer had hem flink op zijn kop gegeven nadat hij aan het rijden was geweest. Uit bed komen was éen ding, maar het vele bewegen had ervoor gezorgd dat de wond weer was gaan bloeden.
‘Maar je hoeft je niet druk te maken om mij. Ik heb wel erger meegemaakt,’ verzekerde hij Maeyra. Dat had hij haar al een keer eerder gezegd. Hij hoopte ook dat ze het daarom los zou kunnen laten.
Nu voor het eerst gleden zijn ogen over de kasteeltuinen, die al even feestelijk versierd waren. Overal brandden kleine lichtjes die een pad langs de kleurrijke bloemenperken volgden. Het was een prachtig gezicht, er was goed uitgepakt om het kasteel zowel binnen als buiten zo mooi te decoreren. Ze hadden duidelijk hun best gedaan zodat Maeyra haar zorgen even kon vergeten. ‘Oh, voor ik het vergeet,’ zei hij toen plotseling. ‘Ik heb nog iets voor je.’ Uit zijn binnenzak haalde hij het sieraad wat hij de hele avond al bij zich had gedragen. Hij had het haar eerder willen geven, maar het moment ontbrak. Nu hij wist dat ze vanavond weer voor het eerst alleen zou slapen, was er geen beter moment om dit te geven. In zijn hand liet hij het armbandje zien, voorzien van kleine zwarte steentjes bespikkeld met gouden glinsteringen. Het waren dezelfde edelsteentjes waarvan hij er een om zijn hals droeg, wat hem beschermd had een week geleden tegen de monnikskap. De afgelopen dagen was hij op onderzoek uitgegaan, maar daarnaast had hij zijn best gedaan om iemand te vinden die het armbandje speciaal voor Maeyra op tijd had kunnen maken, want het was een zeldzame edelsteen.
‘Het is gemaakt van nuummiet,’ legde hij toen uit. ‘Het heeft een beschermende werking tegen slechte invloeden, negatieve connecties, en… Ja, ook tegen zwarte magie.’ Dat laatste sprak hij zachtjes uit, zodat hij zeker wist dat alleen Maeyra het zou horen. ‘Ik hoop dat je je hierdoor wat veiliger voelt.’ Het vreemde was, Arwin zelf zou zich er in ieder geval een stuk rustiger onder voelen wetende dat Maeyra het bij zich droeg. Hij kon natuurlijk niet elk moment van de dag in haar bijzijn blijven om er zeker van te zijn dat ze veilig was, ook al zou hij dat er wel voor over hebben.
Hij droeg het armbandje met een glimlach aan haar over. Hij had er expres voor gekozen om er geen ketting van te maken, omdat dit wat subtieler was, en anderen dan niet zo gauw vragen zouden stellen. ‘Het heeft mij ook beschermd tegen de monnikskap. Ik hoop voor je dat je het niet nodig bent, maar mocht je wel in gevaar komen dan zal je deze keer beter beschermd zijn.’ Hoewel hij haar graag vertelde dat een tweede poging onmogelijk was, wist hij dat zelf ook niet helemaal zeker. Er waren nog te veel vragen waar hij geen antwoord op had. Zoals het symbool op de voorhoofden van de twee lichamen, wat vers op zijn geheugen stond geprint. Dat was nu helaas het enige aanknopingspunt wat hij had. Tot die tijd had hij in ieder geval de geruststelling dat Maeyra veilig was zolang ze de edelsteentjes dicht bij zich droeg.
Daynty
Internationale ster



Maeyra keek terug naar de tuinen die zich onder het balkon uitstrekten. De zuidelijke tuin was aan de kant van de balzaal ruim en strak, met een keurig bijgehouden pad dat naar een fontein leidde en rechte grindpaadjes tussen bloemenperkjes en buxushaagjes door. In sommige perkjes stond een fruitboom, die in de nazomer verse vruchten leverde en in de zomer aangename schaduw bood. Verder naar achter werd de tuin ruiger, avontuurlijker. De grindpaadjes slingerden meer, de beukenhagen waren groter dan de buxus en er stonden meer bomen. Dat deel van de tuin kleurde in de herfst in alle tinten bruin, oranje en rood die er bestonden. Haar favoriete tuin was echter die aan de oostzijde van het kasteel. De oosttuinen liepen iets glooiend naar beneden af en bestonden voor een groot deel uit schattige paadjes, verborgen plekjes, rozenstruiken en verder naar achteren toe bos met grasveldjes en zelfs een klein meertje. Maeyra kon er op dagen dat het mooi weer was uren vertoeven, genietend van de rust en toch zonder dat ze zich zorgen hoefde te maken om haar veiligheid, aangezien de kasteelmuur ook helemaal om de tuinen heen liep. 
De zuidtuin waar ze nu op uitkeek was zoals ze verwacht had net zo mooi versierd als de balzaal. Toch was het naar haar zin een tikkeltje te druk voor een rustige wandeling. Veel stelletjes zochten de rust van de tuinen op en de privacy van de invallende nacht. 
Arwin was de enige van wie ze geloofde dat hij oprecht begreep hoe ze zich voelde. Het aantal edellieden dat diezelfde woorden had gesproken was niet meer op één hand te tellen, maar Maeyra had bij geen van hen ook maar een greintje van die woorden geloofd. Ze konden haar niet begrijpen. Zij waren nog nooit ontvoerd, laat staan dat ze te maken hadden gekregen met zwarte magie of de beklemmende sfeer van het Ovaichewoud. 
Maeyra schudde afkeurend haar hoofd. ‘Ik heb je nog zo gezegd dat je het rustig aan moest doen.’ Toch kon ze het niet helpen dat er een klein lachje doorbrak op haar gezicht. Hoewel ze Arwin niet echt persoonlijk kende, leek et typisch iets voor hem om het advies van de genezer in de wind te slaan en veel te veel druk op zijn lichaam te leggen. 
Ze legde kort een hand op zijn onderarm en keek hem aan. ‘Beloof me dat je de komende dagen wel rustig doet, oké? Een vergiftiging met monnikskap is niet niks.’ Ongetwijfeld had de arts hem hetzelfde gezegd, maar Maeyra hoopte dat hij naar haar wel zou luisteren, of dat hij er op zijn minst over na zou denken. 
Nieuwsgierig draaide ze zich naar hem toe. Wat zou hij voor haar kunnen hebben? Haar mond zakte een stukje open op het moment dat ze het armbandje in zijn hand zag liggen. De steentjes waren zo zwart als de nacht en de gouden spikkeltjes waarmee het bezaaid was, glinsterden in het licht van de maan. 
‘Wauw, ik… Is die echt voor mij?’ Het was geen gebruikelijk sieraad. Vaak droeg ze gouden of zilveren dingen of meer kleurrijke edelstenen, maar het feit dat Arwin deze speciaal voor haar had uitgekozen, maakte dit sieraad specialer dan alle andere sieraden die ze had. 
Met haar vingertoppen streek ze zacht langs de edelsteentjes, terwijl ze luisterde naar Arwins uitleg. Een armband die haar zou beschermen tegen negatieve invloeden, tegen zwarte magie. Het zou de magie nooit helemaal af kunnen weren, maar alleen al de gedachte dat het kon helpen, maakte dat ze zich meteen een stuk rustiger voelde. 
‘Dankjewel,’ zei ze zachtjes. ‘Dit is het beste dat iemand me ooit heeft gegeven.’ Glimlachend keek ze naar hem op. Achter haar ogen voelde ze een paar tranen prikken, die ze snel wegknipperde. De opluchting dat ze eindelijk iets minder bang hoefde te zijn, nadat ze een week continu in angst had geleefd. 
Ze stak het armbandje weer naar hem uit en schoof de mouw van haar jurk iets omhoog. ‘Kun je hem omdoen?’ Terwijl ze toekeek hoe Arwin het armbandje vastmaakte om haar pols dacht ze terug aan de woorden van Graaf Landor. Hopelijk zou zich met deze armband wel kunnen verzetten tegen de magie als iemand opnieuw iets zou proberen. Het was niet iets waar ze aan wilde denken, maar ze kon het niet van zich afzetten. 
‘Ik heb nog een vraag,’ begon ze uiteindelijk. ‘Denk jij dat ik meer had moeten doen toen ze in mijn kamer waren? Ik bedoel, i-ik had kunnen vechten, toch? Ik had moeten proberen om… Om de lijfwachten te roepen, om iets te doen.'
Marlee
Landelijke ster



Arwin moest wel zachtjes lachen, hoe vaak hadden mensen hem wel niet verteld dat hij wat beter om zichzelf moest denken? Arwin hoorde dit vaak genoeg. Ook Maeyra had dit hem al eerder verteld, maar Arwin kende zichzelf te goed en wist dat hij haar deze belofte niet kon maken. ‘Ik zal mijn best doen,’ zei hij daarom, nadat ze even haar hand op zijn arm had gelegd en hem indringend had aangekeken. Hij wist dat er wel niet veel van zal komen, maar ook dat leek Maeyra al te begrijpen.
Toen Arwin haar zo zag glunderen nadat hij het armbandje liet zien, glimlachte hij even tevreden. Eerst had hij niet zo goed geweten hoe ze erop zou reageren, waardoor hij even had getwijfeld of het wel een goed idee was om haar het armbandje te geven. Als prinses zijnde had ze natuurlijk een overvloed aan sieraden, dit simpele armbandje van zwarte edelsteentjes leek daar niets bij. En misschien zou ze niet eens zo zeer geloven in de werking ervan, aangezien ze haar hele leven was verteld dat zwarte magie niet bestond, dat het een verzonnen verhaal was om kinderen bang te maken. Gelukkig was het allebei niet het geval, en kreeg ze zelfs bijna tranen in haar ogen omdat ze zo ontroerd was. ‘Geen dank, Maeyra,’ glimlachte hij, waarna hij voorzichtig het armbandje om haar pols vastmaakte.
Even daarna zag Arwin haar uitdrukking veranderen, alsof ze even wegdreef en nare herinneringen te geest haalde. Maar zodra ze hem de vraag stelde, betrok zijn gezicht ook. ‘Wie heeft je deze woorden in de mond gelegd?,’ vroeg hij meteen. Sinds die keer in de ziekenboeg had Arwin vooral gemerkt dat ze enorm geschrokken was door de situatie, maar dat ze het zichzelf kwalijk nam was nieuw. Hij schudde direct zijn hoofd. ‘Je had niet meer kunnen doen, echt niet,’ verzekerde hij haar. Zelfs Arwin kon weinig beginnen tegen zwarte magie. Het was iets dat veel sterker was dan een mens fysiek of mentaal kon verdedigen. Het maakte niet uit hoe goed je met wapens was, of hoe snel je was, of hoe hard je ook getraind had. Zelfs de beste krijgers waren niet opgewassen tegen iets dat zo onmenselijk sterk was. Vooral niet als je er totaal geen kennis over had.
‘Maeyra,’ zei hij daarom, terwijl hij voorzichtig haar handen beetnam in de zijne. ‘Zelfs de beste lijfwachten hadden hier niks tegen kunnen doen, dus ook jij niet. Wie dat jou heeft verteld heeft vast nog nooit zelf zoiets meegemaakt, dus diegene weet niet waar die over spreekt. Je hoeft je daar niks van aan te trekken, echt niet.’ Het had dezelfde reden waarom hij nooit inging op de roddels die zich rond verspreidden over zwarte magie, paganisten of het Ovaichewoud. De grootste praters hadden vaak de minste ervaring.
‘En nu heb je dit,’ zei hij, terwijl hij even naar het armbandje om haar pols knikte. ‘Dus zelfs als iemand je nog kwaad zou proberen aan te doen, dan heb je nu de kans om terug te vechten, of gewoon heel hard te roepen. Dan sta ik binnen een paar tellen bij je, ik of een andere lijfwachter. Dat beloof ik je.’ Hij keek Maeyra even indringend aan en gaf aanmoedigend een kneepje in haar handen. Hij begon zich steeds meer te beseffen dat zulke beloftes veel meer dan zijn dienstplicht was, maar op de een of andere reden kon dat hem niets schelen.

Daynty
Internationale ster



Met een glimlach op haar gezicht bekeek Maeyra de steentjes nog een keer eens het armbandje om haar pols zat. Het sieraad paste precies. Ze wist nu al dat ze deze nooit af zou doen. 
‘Ik wist niet dat je zo’n goed oog had voor sieraden,’ zei ze met een plagend glimlachje. Hoewel het niet een heel conventioneel sieraad was voor een prinses, was het wel een subtiele armband. Hij sprong niet heel erg in het oog, niet zoveel als een ketting zou doen. Toch zou Maeyra nog wel een verhaal moeten bedenken die verklaarde waar de armband ineens vandaan kwam. Ze wist niet zeker of haar zussen en ouders het zouden accepteren als ze zou vertellen dat een lijfwacht haar de armband had gegeven, zelfs al was die lijfwacht Arwin. Dat was echter iets waar ze zich later druk over zou maken. 
Arwin raadde meteen dat iemand haar beschuldigd had van de dingen die ze hem vroeg. Maeyra vertelde liever niet wie het was. Wat als Arwin terug de zaal in zou stormen om graaf Landor duidelijk te maken dat hij zijn opmerkingen voor zichzelf moest houden? Dat zou Arwin zeker weten in de problemen brengen. Gelukkig praatte hij verder zonder een antwoord te verwachten.
Ze luisterde naar zijn woorden, probeerde ze tot haar door te laten dringen en de beschuldigingen van de graaf uit haar geheugen te laten wissen. Als zelfs Arwin zei dat ze er niets tegen had kunnen doen, dan moest dat wel waar zijn. Hij was immers de enige die precies wist wat er aan de hand was. 
Maeyra keek van hun handen naar zijn gezicht en glimlachte zwakjes. ‘Dankjewel.’ Het voelde alsof ze hem alleen maar aan het bedanken was elke keer dat ze hem zag. ‘Voor alles dat je hebt gedaan voor me, vorige week en nu.’ 
Even keek ze hem onderzoekend aan. Haar ogen bleven hangen bij de zijne. In het maanlicht was de kleur die normaal stralend smaragdgroen was, iets bleker. Op de één of andere manier maakte dat zijn blik iets meer open, alsof ze nu dieper in zijn ziel kon kijken dan in het daglicht. 
Hoewel Maeyra het verrassend prettig vond dat hij haar handen vasthield, maakte ze ze toch los en zette ze een stapje achteruit. Voor ieder die het balkon op zou lopen en hem haar niet gerust had horen stellen zou het er heel anders uitzien dan wat er werkelijk aan de hand was. 
Ze keek weer naar de tuinen onder het balkon en een idee schoot haar gedachten binnen. ‘Wil je een stukje wandelen in de oosttuinen? Ik voel er nog niet zoveel voor om alweer terug naar binnen te gaan.’ Maeyra had het idee dat hij zich precies hetzelfde voelde. Daarnaast had ze de afgelopen week de oosttuinen meerdere malen willen bezoeken. Na de stormachtige nacht vijf dagen geleden, was het weer opgeklaard en de herfstzon had er zo uitnodigend uitgezien. Ze had het alleen niet aangedurfd om ver de tuinen in te dwalen, zelfs met twee lijfwachten. Met Arwin, echter, zou ze dat wel durven. 

Marlee
Landelijke ster



Op het moment dat Maeyra het contact verbrak door haar handen terug te trekken, betrapte Arwin zichzelf erop dat het een soort golf van lichte teleurstelling met zich meebracht. Afstandelijk deed ze ook een stap naar achter, maar Arwin realiseerde zich op dat moment dat het nogal ongepast zou lijken als ze nog langer waren blijven staan. Hij begreep waarom ze het deed, ze had een reputatie die ze moest beschermen, maar ondanks dat krabde hij even ongemakkelijk achter zijn oren. Gelukkig verbrak Maeyra niet lang daarna de stilte, en stelde ze voor om een stukje te wandelen in de tuinen. Eerst twijfelde Arwin of dat wel een goed idee was. ‘Weet je het zeker?,’ vroeg hij eerst. Hij wilde haar niet langer van het feest weghouden dan nodig was, maar bovenal haar niet onnodig in gevaar brengen. Toch overtuigde hij zichzelf ervan dat het binnen de kasteelmuren die om de hele tuin heen liepen veilig zou zijn, en bovendien was hij er zelf bij.
‘Oké, laten we dat doen,’ glimlachte hij, want hij wilde haar ook niet teleurstellen. Hijzelf voelde er namelijk nu ook niet veel voor om zich alweer onder de mensen te begeven. Het was alsof hij bij Maeyra zijn masker kon afzetten en zichzelf zijn, en die verademing wilde hij nog even vasthouden.

Nadat ze het kasteel uitgeglipt waren en de wachters bij de deur hadden ontweken, liepen ze over de schattige kronkelpaadjes steeds dieper de oosttuin in. Weg van de nieuwsgierige blikken en eindeloze vragen, voelde Arwin zijn hoofd eindelijk tot rust komen. Hij had geen idee dat hij deze avond zoveel spanning met zich meedroeg totdat hij het eindelijk losliet. De lage avondzon die zijn laatste zonnestralen op zijn wangen scheen in combinatie met de wilde bloemenperken om hen heen, hielp daarbij.
Om de stilte te verbreken richtte hij even zijn blik op Maeyra, die vlak naast hem liep, en glimlachte. ‘Ik dacht dat je wel van feesten zoals deze moest houden,’ gaf hij eerlijk toe. ‘Ik bedoel, je bent ermee opgegroeid.’ Nu had hij nooit echt veel aandacht besteed aan de edellieden om erachter te komen of ze wel daadwerkelijk genoten, maar in zijn jaren als lijfwacht had hij wel gezien dat om ieder klein excuus een groot feest werd georganiseerd. Voor iedere aankondiging, voor elke gewonnen strijd, voor elke nationale feestdag die op de kalender stond, of gewoon wanneer de koningin daar zin in had. Om als van adel aanwezig te zijn, was een vereiste. Desondanks was het hem opgevallen dat Maeyra vanavond niet in de stemming leek. Ze leek zelfs even nerveus te zijn als hem van alle aandacht die vanavond op hen gericht was. Of dat had meer te maken met alles wat ze had meegemaakt de afgelopen dagen, en het feit dat iedereen haar daaraan zou helpen herinneren door de verhalen naar boven te halen. Om een poging te doen haar daar juist niet aan te herinneren, besloot hij over zichzelf te vertellen. Iets wat hij niet snel deed, of eigenlijk bijna nooit.
‘Grote bijeenkomsten zijn eigenlijk niets voor mij,’ zei hij daarom, al was haar dat misschien al wel bekend. ‘Ik eh, ben opgegroeid als enigst kind. We woonden in een klein dorp buiten Lavaién. Mijn vader ging bij het leger, hij was een hele goede vechter. En als hij thuis was, dan leerde hij mij jagen en sporen volgen in het bos. En mijn moeder was goed in handwerk. Ze handelde in borduurwerken op de markt aan de hogere klasse. Soms nam ze mij mee naar Lavaién. Ik weet nog de eerste keer dat ik het kasteel met eigen ogen zag. Ik wist van horen zeggen dat het groot was, maar ik had nog nooit zoiets majestueus gezien.’ De herinneringen aan zijn ouders die hij naar boven haalde brachten een brok in zijn keel. Hij had nooit hardop over het verlies of gemis van zijn ouders gepraat. Omdat hij het verdriet zelf had willen verwerken, was hij nadien een meer gesloten persoon geworden. Niemand wist over zijn verleden, of wie zijn vader was, en dat hield hij graag zo. Dat hij het nu wel aan Maeyra verteld had, was een uitzondering.
Daynty
Internationale ster



De oosttuin was een oase van rust. Vlakbij het paleis was het gonzen van het feest nog vaagjes te horen, maar hoe verder de slingerpaadjes hen de tuin in leidden, hoe zachter het geluid werd, tot het uiteindelijk overging in een serene stilte, alleen verbroken door het geluid van een paar krekels en hun voetstappen. Het was een stilte die haar de afgelopen dagen nerveus had gemaakt, maar nu Arwin naast haar liep en ze de geruststelling van de armband had, bleef die spanning weg. 
‘Normaal vind ik deze feesten ook erg leuk,’ antwoordde ze. Haar vingers streken zacht langs een van de rozen aan de zijkant van het paadje. De normaal dieproze bloemblaadjes hadden in het maanlicht een mysterieuze bleke kleur. Ze vond het altijd wonderbaarlijk hoe anders de wereld er ‘s nachts uitzag. 
‘Praten met vriendinnen, kijken naar de kleren die iedereen draagt,’ vervolgde ze. ‘Er zitten altijd wel een paar edellieden tussen die er veel te overdreven uitzien. En het dansen is altijd zo leuk. Alleen vanavond… Ze laten me maar niet met rust. Ze blijven maar vragen naar wat er gebeurd is en ik kan al hun medelijden niet meer hebben.’ 
Maeyra hoopte dat er later op de avond, als ze terug zouden keren naar het feest, al wat meer alcohol in de adel zat. Vaak betekende dat dat de oppervlakkige gesprekjes over waren en er meer werd gedanst en gelachen. En soms ook gevochten - het was verbazingwekkend hoe onvolwassen de nobelen zich konden gedragen. 
Een tikkeltje verrast luisterde ze naar wat Arwin vertelde. Ze had hem niet ingeschat als het persoon dat snel dingen over zichzelf deelde met anderen. Het was ook te horen aan zijn stem, die een beetje onwennig klonk terwijl hij vertelde waar hij was opgegroeid. Wat zijn ouders hem hadden geleerd. Maeyra zoog ieder woord dat hij zei op als een spons, bang dat dit moment waarin hij zijn afstandelijkheid liet zakken ieder moment voorbij kon zijn. Het was intrigerend om te horen uit wat voor gezin hij kwam. 
‘Dat klinkt als een heel fijn gezin,’ zei ze zachtjes eens hij uitgepraat was. Een heel gewoon gezin, heel anders dan zijn leven op het kasteel, maar juist dat gewone had wel iets. Toch was het Maeyra opgevallen dat hij in verleden tijd over zijn ouders had gesproken. Betekende dat, dat ze niet meer leefden? Het zou in ieder geval verklaren waarom hij in de nacht van de aanval niet om zijn familie had gevraagd, terwijl hij had geweten dat zijn laatste uur mogelijk geslagen had. Eigenlijk wilde ze ernaar vragen, maar ze durfde het niet. Ze wilde geen herinneringen oprakelen die hem somber zouden maken, ondanks dat ze er wel erg nieuwsgierig naar was. Dit was niet de juiste avond daarvoor. 
‘Jagen en sporen zoeken klinken ook als veel nuttigere vaardigheden dan muziekles en huishouden,’ zei ze met een klein lachje. Maeyra hield ervan om buiten te zijn, om met haar paard door de bossen te rijden, in de zon te liggen op open plekken tussen de bomen en zich te vergapen aan de schoonheid van de natuur. Sporen zoeken leek haar een geweldige vaardigheid om te kunnen, maar omdat dat geen activiteit voor meisjes was, zou ze er waarschijnlijk alleen maar over kunnen dromen. 
Aan het einde van het paadje weken de rozenstruiken en beukenhaag uiteen en onthulden een klein prieeltje. De paar balken ervan waren begroeid met klimop en rozen en het keek uit over een stuk grasland, dat flauw naar beneden helde richting de bosrand. De ruimte die de prieel bood, bracht haar op een idee. Ze stapte de tegels op en draaide een rondje om haar as, genietend van de frisse avondlucht. 
‘Heb je ook leren dansen?’ vroeg ze, terwijl ze met een veelbetekenende grijns terugkeek naar Arwin. 


Marlee
Landelijke ster



Arwin kon Maeyra maar al te goed begrijpen. Vanavond was niet een feest zoals het normaal was. Op de medelijdende blikken na, begreep hij volkomen hoe vervelend het was dat ze maar bleven vragen naar de avond van een week geleden. Al helemaal voor iemand die liever zweeg dan over zichzelf sprak.
Arwin glimlachte zwakjes om haar opmerking. Het was ook zeker een fijn gezin, maar dat was voordat zijn vader om het leven kwam. Hij was slechts elf, een kind nog, en begreep niet waarom zijn vader niet terugkwam. Als soldaat was zijn vader vaak lang van huis, er was altijd wel commotie bij de grenzen van Elesiya, of opstanden in het zuiden van het land waar veel armoede was. Maar hij was altijd teruggekomen. Hij herinnerde het zich maar al te goed, toen ze het slechte nieuws persoonlijk kwamen brengen. Twee ridders te paard in volledig harnas en bewapent zorgden wel voor wat beroering in het rustige dorpje. Arwin wist direct dat het zijn vader niet kon zijn. Zijn moeder wilde het eerst niet geloven, ze bleef stug volhouden dat het een misverstand moest zijn en hij wel gauw terug zou komen. Op die dag wist Arwin dat hij geen kind meer was, en niet meer kon zijn. Hij was man van het huis, en zijn moeder had hem nodig.
Het hartzeer bespaarde hij Maeyra. Het was een treurig verhaal en hij vond het niet nodig om Maeyra daarmee lastig te vallen, ze had genoeg aan haar hoofd. En bovendien was het inmiddels al erg lang geleden. Op de een of andere manier, had hij het een plekje kunnen geven, en daar had hij vrede mee.
‘Jagen en sporen zoeken is zeker een vereiste als je voor je eigen eten moet zorgen,’ glimlachte hij naar haar. Hij herinnerde zich wel hoe trots hij altijd was als hij weer thuiskwam met wild vlees. Bovendien had hij er veel meer van geleerd dan alleen maar op prooien te jagen. Het belangrijkste voor hem was echter de tijd die hij met zijn vader had besteed, en hij koesterde die momenten dierbaar.
‘En jouw vaardigheden komen vast beter van pas, hier in het paleis.’ Een prinses zijn had dan ook hele andere verantwoordelijkheden. Hoewel muziekles dan meer als een hobby klonk, deed hij daar verder geen uitspraken over. Hij realiseerde zich wel dat de rol van de koningin even belangrijk was als die van de koning, en hetzelfde gold voor een prinses, vond hij.
Nu ze ver genoeg van het kasteel waren, en de geluiden vanuit het nabije bos sterker waren dan die van het feest, liet Arwin voor het eerst de omgeving echt in zich opnemen. Hoe vaak had hij wel niet door de oosttuinen gelopen zonder er echt aandacht aan te besteden. Zijn ogen waren op Maeyra gericht, die de tegels van het prieel opstapte en een rondje om haar as draaide, haar jurk die om haar heen zweefde en haar lange lokken die dansten in de wind. Hij schudde even lachend zijn hoofd zodra hij haar uitdagende blik opving. ‘Dansen? Nee,’ zei hij. ‘Tenminste, vast niet waardig genoeg voor een prinses…’
Toch zette hij een stap dichterbij en keek veelbelovend naar Maeyra, een ondeugende twinkeling in zijn ogen. ‘Maar misschien moet je ook maar leren jagen en vechten nadat ik je leer dansen als een plattelandsmeisje.’
Hij stak zijn arm naar haar uit, en zodra ze haar hand in de zijne legde, trok hij haar lichaam in één beweging dichter naar hem toe, waarna hij zijn andere hand op haar onderrug legde. ‘Althans, als je mij kan bijhouden.’ Hij glimlachte uitdagend naar Maeyra, nu dichterbij dan ooit. Nu had hij vaak genoeg vanaf een afstand kunnen kijken hoe ze dansten in de balzaal. De passen waren misschien hetzelfde, makkelijk te volgen. Maar voor zijn volk, was dansen meer dan dat. Tijdens het dansen, kon je even vergeten wie je was, en welke problemen je had. De muziek, en de dansvloer, en de mensen om je heen maakten dan niet uit, het was alleen jij en je danspartner in een andere wereld. In zijn beleving, was er veel meer passie, en veel meer liefde dan dat hij ooit in de balzaal gezien had. Je hoefde je niet beter voor te doen dan wie je was, of jezelf belangrijker te voelen dan anderen. Hier op de dansvloer kon je jezelf zijn, en smolt je samen weg als één met je danspartner. Daaraan probeerde Arwin te denken terwijl hij en Maeyra over het prieeltje dansten, ver weg van de andere feestgangers, in de diepste stilte van de nacht.
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste