schreef:
De wolf beangstigde haar niet. Dieren en mensen hadden haar nooit beangstigd. Wat dat betreft had ze misschien wel geluk met haar moeder. Ze was niet bang dat een ander haar iets aan zou doen, puur en alleen omdat ze wist dat ze hen kon dwingen het niet te doen. Ayer was daar nog maar een heel klein voorbeeld van. Alles wat ze hem aangedaan had, was hem verwarren. Ze had hem alleen gekust, ze had geen andere middelen ingezet. Oké, ze had zijn gedachten misschien een klein beetje beïnvloed, maar het was helemaal niet zo heftig geweest. Misschien had hij er enkele minuten last van gehad, maar hij had er niets aan over gehouden. Toch leek hij haar niet te kunnen vergeven voor wat ze gedaan had. Sterker nog, hij had een hekel aan haar.
Aaron had direct de keuze gemaakt om achter de wolf aan te gaan. Josy was hem heel snel gevolgd en zij was er niet lang daarna achteraan gegaan. Ayer volgde hen ook, maar keek slechts met een geïrriteerd gezegd voor zich uit. Uiteindelijk konden Josy en Aaron waarschijnlijk het best met elkaar overweg, ze zag het in hun manier van omgaan met elkaar. Ze hadden een soort onuitgesproken respect voor elkaar en ze hadden elkaar nog niet één keer afgekat. Dat was wel anders tussen Ayer en haar.
De wolf keek enkele keren achteruit, waardoor ze het vermoeden kreeg dat de wolf iets met hen wilde. Ze liepen echter al een hele poos achter de wolf aan en er gebeurde helemaal niets. Pas na zeker twintig minuten begon de omgeving te veranderen. Het werd een stuk donkerder, maar de zon was inmiddels al opgekomen. Ze wist niet of dat het aan het bos lag, maar momenteel betwijfelde ze alles.
'Het is te toevallig dat hij hier ineens opduikt. Bovendien, welke andere keuze hebben we?' vroeg hij, toen Josy zich bij hem had gevoegd. Hij klonk niet spottend als hij tegen Josy sprak, iets wat hij duidelijk wel deed als hij tegen Ayer sprak. Over Ayer gesproken, hij liep met een strak gezicht achter hen aan, duidelijk niet blij met deze situatie. Hij rolde met zijn ogen, maar hield wijselijk zijn mond.
Het werd steeds donkerder, maar er gebeurde niets. De wolf bleef lopen en checkte zo nu en dan of ze er nog waren, maar meer dan dat gebeurde er niet. Hij twijfelde er echter niet aan dat de wolf iets te maken had met deze queeste. Hij geloofde simpelweg niet in toeval. Als iets gebeurde, had dat altijd een reden. Vooral op een queeste.
Zijn vermoedens werden al snel bevestigd toen hij achter hen een hoop geritsel hoorde. Zijn hand gleed rond zijn zwaard en hij draaide zich om, om erachter te komen dat struiken volledig om hen heen gegroeid waren. De struik was een meter of drie hoog en verhinderde hen om terug te lopen.
'Is iedereen het ermee eens dat struiken normaal gesproken niet zo snel groeien?' vroeg hij, waarbij hij Ayer aankeek. Nu zou de jongen toch wel moeten begrijpen dat de wolf inderdaad een deel uitmaakte van hun queeste. Hij liet zijn zwaard weer los en draaide zich om. De wolf stond hen rustig aan te kijken, alsof het wachtte tot ze weer verder konden lopen. Hij knikte en begon weer te lopen, waarbij hij niet lette op de andere drie. Hij bestudeerde zijn omgeving, zocht naar eventuele hints die hen konden vertellen wat er in hemelsnaam van hen verwacht werd. Het was wel duidelijk dat ze niet meer terug mochten, maar wat moesten ze doen als ze verder zouden lopen? Ergens hoopte hij op een opdracht van Ares, daarvan wist hij in elk geval zeker dat hij er goed in zou zijn.
De wolf beangstigde haar niet. Dieren en mensen hadden haar nooit beangstigd. Wat dat betreft had ze misschien wel geluk met haar moeder. Ze was niet bang dat een ander haar iets aan zou doen, puur en alleen omdat ze wist dat ze hen kon dwingen het niet te doen. Ayer was daar nog maar een heel klein voorbeeld van. Alles wat ze hem aangedaan had, was hem verwarren. Ze had hem alleen gekust, ze had geen andere middelen ingezet. Oké, ze had zijn gedachten misschien een klein beetje beïnvloed, maar het was helemaal niet zo heftig geweest. Misschien had hij er enkele minuten last van gehad, maar hij had er niets aan over gehouden. Toch leek hij haar niet te kunnen vergeven voor wat ze gedaan had. Sterker nog, hij had een hekel aan haar.
Aaron had direct de keuze gemaakt om achter de wolf aan te gaan. Josy was hem heel snel gevolgd en zij was er niet lang daarna achteraan gegaan. Ayer volgde hen ook, maar keek slechts met een geïrriteerd gezegd voor zich uit. Uiteindelijk konden Josy en Aaron waarschijnlijk het best met elkaar overweg, ze zag het in hun manier van omgaan met elkaar. Ze hadden een soort onuitgesproken respect voor elkaar en ze hadden elkaar nog niet één keer afgekat. Dat was wel anders tussen Ayer en haar.
De wolf keek enkele keren achteruit, waardoor ze het vermoeden kreeg dat de wolf iets met hen wilde. Ze liepen echter al een hele poos achter de wolf aan en er gebeurde helemaal niets. Pas na zeker twintig minuten begon de omgeving te veranderen. Het werd een stuk donkerder, maar de zon was inmiddels al opgekomen. Ze wist niet of dat het aan het bos lag, maar momenteel betwijfelde ze alles.
'Het is te toevallig dat hij hier ineens opduikt. Bovendien, welke andere keuze hebben we?' vroeg hij, toen Josy zich bij hem had gevoegd. Hij klonk niet spottend als hij tegen Josy sprak, iets wat hij duidelijk wel deed als hij tegen Ayer sprak. Over Ayer gesproken, hij liep met een strak gezicht achter hen aan, duidelijk niet blij met deze situatie. Hij rolde met zijn ogen, maar hield wijselijk zijn mond.
Het werd steeds donkerder, maar er gebeurde niets. De wolf bleef lopen en checkte zo nu en dan of ze er nog waren, maar meer dan dat gebeurde er niet. Hij twijfelde er echter niet aan dat de wolf iets te maken had met deze queeste. Hij geloofde simpelweg niet in toeval. Als iets gebeurde, had dat altijd een reden. Vooral op een queeste.
Zijn vermoedens werden al snel bevestigd toen hij achter hen een hoop geritsel hoorde. Zijn hand gleed rond zijn zwaard en hij draaide zich om, om erachter te komen dat struiken volledig om hen heen gegroeid waren. De struik was een meter of drie hoog en verhinderde hen om terug te lopen.
'Is iedereen het ermee eens dat struiken normaal gesproken niet zo snel groeien?' vroeg hij, waarbij hij Ayer aankeek. Nu zou de jongen toch wel moeten begrijpen dat de wolf inderdaad een deel uitmaakte van hun queeste. Hij liet zijn zwaard weer los en draaide zich om. De wolf stond hen rustig aan te kijken, alsof het wachtte tot ze weer verder konden lopen. Hij knikte en begon weer te lopen, waarbij hij niet lette op de andere drie. Hij bestudeerde zijn omgeving, zocht naar eventuele hints die hen konden vertellen wat er in hemelsnaam van hen verwacht werd. Het was wel duidelijk dat ze niet meer terug mochten, maar wat moesten ze doen als ze verder zouden lopen? Ergens hoopte hij op een opdracht van Ares, daarvan wist hij in elk geval zeker dat hij er goed in zou zijn.



0
0
0
0
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? 


18