Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Mai
Check het forum voor gezelligheid!!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
10 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
O | Loving and fighting. Accusing, uniting.
Amarynthia
Internationale ster



In de paar minuten die ze samen doorbrachten, had Charlotte al een hele toekomst voor zich gezien. Ze was een hopeloze romanticus en dat was iets wat in haar fantasie-toekomst duidelijk zichtbaar was.
Met z’n tweeën liepen ze door het bos, waar ze elkaar lachend plaagden. Door zijn kietelende vingers, viel ze op de grond waarbij ze hem met zich mee trok. Met een glimlach op hun gezicht geplakt, verdronken ze in elkaars ogen, tot hun lippen elkaar vonden en eindigden in een gepassioneerde zoen.
Ze zaten in hun huisje, knus ingericht en ergens aan de rand van de stad. Zij had een dikke buik, waar hij met zijn oor tegenaan zat. Elke keer wanneer hij iets dacht te horen of voelen, keek hij liefdevol haar kant op. 

Charlotte had het al helemaal uitgestippeld. Dit was de toekomst waar ze van droomde en nu had ze eindelijk een gezicht die bij haar droom paste. 
Echter was er nog een lange weg te gaan voor ze bij dat moment aan zouden komen. Ze hadden elkaar nog niet eens onder vier ogen gezien, al was dat een moment waar Charlotte enorm naar uitkeek. Toch was er nog zoveel wat ze niet over hem wist. Zijn zusje bijvoorbeeld, Leah. Ze zag er moe uit, alsof ze zich niet helemaal goed voelde. Maar ook was ze nieuwsgierig naar Nathan zelf. Zou hij de leerlooierij over willen nemen of had hij andere verlangens? 
Charlotte wilde hem genoeg vragen, maar wist niet waar ze moest beginnen. Haar handen lagen in elkaar gevouwen op tafel en ietwat verlegen staarde ze naar haar handen. Zijn hand om de hare had warm aangevoeld. 
‘Wat doe je graag in je vrije tijd?’ vroeg ze uiteindelijk, waarbij ze haar blik op hem richtte. De vraag leek hem iets te overvallen. Alsof hij iets met zijn vrije tijd deed wat verboden was, alsof hij een geheim had wat zij niet mocht weten. 
‘Eh,’ stamelde hij, ‘ik ben graag bij Leah en ik ga graag het bos in.’ 
Een glimlach verscheen op haar gezicht. ‘Hou je veel van de natuur?’ 
Nathan leek zich weer iets op zijn gemak te voelen en knikte. Ineens leek haar droom over een huisje aan de rand van het dorp dichterbij te komen. 
‘Ik ook,’ zei ze enthousiast. ‘Ik vind het heerlijk om een wandeling door het bos te maken.’ 
‘Misschien dat we dat een keer kunnen doen?’ stelde hij wat ongemakkelijk voor. 
Een warm gevoel laaide op in Charlotte’s lichaam. Ja. Ja, ze wilde met hem trouwen. Nu al. Het liefst morgen als het kon. En ondanks dat Nathan zich nog niet volledig op zijn gemak leek te voelen, geloofde ze dat hij het ook wilde. 
Haar vader kwam overeind en keek haar met een glunderende glimlach aan. Hij dacht hetzelfde als zij: dit huwelijk was voorbestemd. ‘We laten jullie even alleen, dan kunnen jullie elkaar in alle rust even beter leren kennen. Wij zullen even alle belangrijke zaken doornemen.’ 
Nathans vader begeleidde haar vader naar zijn kantoor. De twee leken het goed te kunnen vinden, ze hadden dezelfde normen en waarden. 
Charlotte vestigde haar blik opnieuw op de knappe jongeman tegenover haar. Zijn blik volgde hun ouders nog steeds. 
‘Wat vind jij ervan dat ze ons gekoppeld hebben?’ 
Wat ongemakkelijk schuifelde hij op zijn stoel, alsof hij goed nadacht over zijn woordkeuze. ‘Uithuwelijking hoort erbij en ik denk dat we er samen het beste van moeten maken.’ Een vriendelijke glimlach volgde. 
‘Mee eens,’ zei Charlotte. Zij had er alle vertrouwen in.  
Demish
Internationale ster



Nu zijn vader hen alleen had gelaten, wist Nathan niet goed wat hij moest doen. Hij had het idee dat het zijn taak was om Charlotte nu te vermaken. Hij wist nu dat ze hield van de natuur en ze zouden samen een wandeling kunnen maken, maar ze hadden zojuist thee en taart voor hun neuzen gekregen. Het zou onbeleefd zijn tegenover zijn moeder als ze er niets van zouden nemen. Al durfde Nathan er nu ook niet zo goed van te eten, bang dat Charlotte hem weer een vraag zou stellen en hij niet meteen antwoord zou kunnen geven. Al had hij waarschijnlijk wel even tijd nodig om zijn antwoorden te bedenken.
De vraag over het huwelijk had hij moeilijk gevonden. Hij had er eigenlijk niet op zitten wachten om te moeten trouwen, maar hij had wel geweten dat het aan had zitten komen. Daardoor kon hij er ook niks meer tegen doen. Dit was het meisje wat ze voor hem uit hadden gezocht en hij zou met haar trouwen. Dat was nou eenmaal hoe het ging. Vroeg of laat zou hij de leerlooierij van zijn vader overnemen en zou hij samen met Charlotte een familie beginnen. Op dit moment klonken het echter meer als taken dan als een toekomst. 
Nathan nam voorzichtig zijn mok met thee vast. Eigenlijk hield hij er niet heel erg van. Het had vaak een te duidelijke smaak, waardoor het bitter werd, of het smaakte nergens naar. De thee waar hij nu van dronk, smaakte zo duidelijk naar bladeren dat hij zich in moest houden om geen vies gezicht te trekken. Dat zou alles behalve charmant zijn voor Charlotte.
Toch leek zij wel door te hebben dat thee niet zijn favoriet was. ‘Houd je niet van thee?’
‘Niet echt,’ bekende Nathan. ‘Maar in de winter is het wel fijn om iets warms te hebben.’ Hij dacht terug aan de keer dat hij en Kayra samen buiten hadden gezeten in de sneeuw. Ze hadden bij het vuur gezeten en Kayra had ook daar thee voor hen gemaakt. Toen had hij er niet veel erg in gehad dat hij thee had moeten drinken. Misschien lag het ook wel het gezelschap met wie hij de thee kon delen.
‘Ik ben blij dat het bijna lente is,’ zei Charlotte. Haar stem had haast iets dromerigs. ‘Dan begint alles weer te bloeien en komen er zoveel nieuwe dieren.’
‘Misschien kunnen we dan gaan wandelen als het weer lente is,’ stelde Nathan met een lichte glimlach voor. Hij vond Charlotte wel een aardig meisje. Ze was niet vervelend, ze was ook niet lelijk. Hij had het waarschijnlijk veel erger kunnen treffen. Ze was een perfecte kandidaat om mee te trouwen. Daarom hadden zijn ouders haar waarschijnlijk ook uitgekozen. 
‘Dat zou fijn zijn,’ antwoordde ze glimlachend. ‘Al zijn er de laatste tijd wel wat vreemde verhalen over het bos. Dus misschien kunnen we dan beter aan de rand blijven.’
Nathan wist wel wat voor verhalen er waren. De verhalen gingen over Kayra. Over het meisje dat alleen in het bos woonde en daar probeerde te overleven. Het meisje dat zogenaamd verantwoordelijk was voor alle moorden die tijdens de winter waren gepleegd. Nathan geloofde het niet. Hij wist ook dat het niet zo was. Ze had dan wel eens iemand vermoord, maar dat was uit zelfverdediging geweest. Ze had nooit gemoord puur voor de moord zelf en Nathan vertrouwde haar volledig. 
‘Ik geloof niet echt in die verhalen,’ probeerde Nathan zo neutraal mogelijk te zeggen. Ergens deed het hem pijn dat dit meisje dacht dat Kayra echt zo was. Ze kende haar niet. Nathan wist dat het vreemd was, een meisje helemaal alleen in het bos. Hij had echter gezien hoe Kayra leefde en ze was verre van het monster dat sommige dorpelingen beschreven. Kayra was zijn vriendin en als Charlotte ook maar enigszins wilde dat dit huwelijk een kans van slagen zou hebben, dan vond Nathan het belangrijk dat ze zijn vriendschap met Kayra zou accepteren.
‘Dus jij gelooft niet dat er iemand in het bos woont?’
‘Ik geloof wel dat er iemand woont, maar niet dat diegene dezelfde persoon is als de moordenaar die rondloopt,’ zei Nathan kalm. Nu hij een beetje wist hoe Charlotte over Kayra dacht, durfde hij haar niet meer te vertellen dat hij het meisje in het bos goed genoeg kende om zeker te weten dat er niks aan de hand was en dat ze nooit iemand uit het dorp met opzet had vermoord. 
Amarynthia
Internationale ster



Ergens baarde het haar zorgen dat hij het opnam voor het meisje uit het bos. Ze had het meisje uit het bos nooit gezien, maar ze had er genoeg verhalen over gehoord. Angstaanjagende verhalen die haar de rillingen over het lijf bezorgden. Onbewust gingen haar gedachten uit naar de vele mensen die op een brute wijze vermoord waren. Ouderen, mannen, vrouwen en zelfs kinderen. Het meest angstaanjagende was nog dat er enkele moorden overdag hadden plaatsgevonden. Daar waar er eerst geruchten te ronde gingen over Vampieren, leek dat nu weggewuifd te worden. Toch was het meisje uit het bos sindsdien verdachter geworden, omdat zij ook overdag gezien was in het dorp. Maar, wat zou ze zijn? Een heks misschien? Of misschien was het gewoon een verbitterd meisje dat doodde om haar verleden te vergeten. 
Het feit dat Nathan haar niet als een gevaar zag, maakte Charlotte angstig. Wat als hij haar een keer zou tegenkomen in het bos, niet wetende wat voor monster er in haar schuilde? Wat als hij de volgende was? 
Toch wilde Charlotte de sfeer niet bederven door de discussie aan te gaan. Ze zou het er nog wel een keer met hem over willen hebben, maar dat kon wachten. Charlotte’s gedachten gleden terug naar zijn zusje die verstopt om het hoekje had gestaan. Ze had er toen niet meer over willen doorvragen, ook omdat zijn en haar vader er op dat moment nog bij hadden gezeten. Daarentegen was het nu een goed moment om van onderwerp te veranderen. 
‘Wat is er eigenlijk met je zusje?’ vroeg ze, terwijl ze haar thee tussen beide handen vastnam en staarde naar de goudgele vloeistof. 
Nathan zuchtte zachtjes, alsof er een last op zijn schouder viel die hem enorm uitputte. ‘Ze is al ziek vanaf het begin van de winter, maar we weten niet goed wat ze heeft.’ 
De lente stond op het punt te beginnen, wat betekende dat zijn zusje al minstens drie maanden ziek moest zijn. ‘Is er nog geen dokter geweest?’ vroeg Charlotte. Ze nam voorzichtig een slok van haar thee, die nog behoorlijk heet was. 
Weemoedig schudde Nathan zijn hoofd. Nu had ook hij zijn blik neergeslagen, wat zijn gevoel precies leek te weerspiegelen. ‘Een jaar geleden is er een brand geweest, waardoor we veel inventaris verloren zijn. Sindsdien hebben we het financieel wat zwaarder en is een doktersbezoek ons iets teveel.’ 
De brand kon Charlotte zich goed herinneren. Ze herinnerde hoe iemand door de straten schreeuwde dat er brand was. Veel mensen waren op de brand af gegaan, zodat men het gezamenlijk kon blussen, voordat de brand over zou slaan op de andere huizen. Zijzelf was thuisgebleven, samen met haar moeder. Niet alleen was het geen taak voor een vrouw, maar ook beangstigde het vuur haar. Op sommige momenten kon ze een bang konijntje zijn en juist om die reden vond ze het belangrijk een dappere man aan haar zijde te hebben. 
‘Misschien kunnen wij helpen?’ stelde Charlotte voor. Sinds ze met elkaar zouden trouwen, zou veel van hun geld samenvoegen. Ze wist dat haar moeder ook bereid was een bijdrage te doen. Het zou meer moeite kosten om haar vader over te halen. Toch was ze ervan overtuigt dat ook hij bereid zou zijn een kleine bijdrage te doen. 
Nathan glimlachte lichtjes en schudde zijn hoofd. ‘Dat is erg lief, maar dat kunnen we niet aannemen.’ 
‘Waarom niet?’ vroeg Charlotte. Ze boog zich iets over de tafel en legde haar hand op de zijne. ‘We zullen trouwen. Wat belangrijk is voor jou, is ook belangrijk voor mij. Als een doktersbezoek jouw zusje kan helpen, dan geef ik je met liefde een bijdrage.’ 
Nathan keek naar haar hand op de zijne en het leek hem een wat ongemakkelijk gevoel te geven. Ze kon het hem niet kwalijk nemen, het was immers best een vreemde situatie. Ze zaten tegenover elkaar als vreemden, maar binnen een half jaar zouden ze naast elkaar in bed liggen als man en vrouw. 
‘Ik zal het overleggen, oké?’ 
Glimlachend haalde Charlotte haar hand weg. ‘Dat beschouw ik als een ja. Ik zal met mijn ouders het bedrag overleggen en dan kunnen jullie hopelijk binnenkort een dokter inhuren.’ 
Demish
Internationale ster



Nu Nathan zijn dagen vol zaten met het werken bij de leerlooierij, het leren kennen van Charlotte en het overtuigen van zijn ouders om eindelijk een dokter te laten kijken naar zijn zusje, vloog de tijd sneller dan dat hij wenste. Nathan had geen tijd meer om Kayra te bezoeken, terwijl dat wel was wat hij het liefste wilde. Hij had niks meer van haar gehoord, zelfs geen klein berichtje. Geen appel op zijn vensterbank, of iets anders kleins. Niets. Hij maakte zich zorgen, niet wetend hoe het met zijn vriendin ging. Zijn zorgen kon hij echter niet met iemand delen. Alleen met Leah, maar hij wilde haar nergens mee belasten.
Charlotte was een optie, maar zij had al vanaf hun eerste ontmoeting duidelijk gemaakt dat ze niets wilde weten van het meisje dat in het bos woonde. Nathan had aan haar kunnen merken dat ze het vreemd had gevonden dat hij haar had verdedigd en sindsdien had Nathan haar er niet meer op aangesproken. Laf, dat vond hij van zichzelf. Hij was trots om Kayra als vriendin te mogen beschouwen en hij hield haar geheim voor zijn aanstaande vrouw. 
Soms twijfelde Nathan of juist dat de reden was dat Kayra niets meer van zich liet horen. Hij had het nooit met haar over de liefde gehad, het onderwerp was nooit aan bod gekomen, maar ergens in zijn achterhoofd had Nathan het idee dat ze boos op hem was. Misschien had Leah wel iets gezien wat hemzelf niet eens was opgevallen. Nathan wilde niet denken dat zijn bruiloft de reden was dat Kayra hem niet probeerde te contacteren, maar misschien probeerde ze hem nu al weg te duwen, wetende dat hij het nog drukker zou krijgen als hij eenmaal getrouwd was.
Er waren in Nathan zijn hoofd miljoenen redenen waarom hij geen contact meer had met Kayra en de één was nog erger dan de ander. Hij begon steeds meer te denken dat het zijn schuld was, dat hij iets had gedaan waardoor ze niet meer met hem wilde praten. Hij had haar niet meer gezien sinds de middag dat ze hem en Leah op was komen zoeken. Het was juist een hele fijne middag geweest waarop ze veel hadden gelachen met z’n allen. Het was een fijne herinnering om aan terug te denken, maar Nathan wilde niet dat het al de laatste herinnering zou zijn die hij van Kayra zou hebben.
Vandaag was echter weer een dag waarop hij niet aan Kayra kon denken. Vandaag was de dag dat de dokter eindelijk zou komen om Leah te onderzoeken. Nathan was thuis gebleven van werk en ook Charlotte was langs gekomen. Ze was best lief tegen Leah, vond Nathan. Het meisje kon zelfs gitaar spelen en als ze er was, speelde ze vaak ook een stukje voor Leah. Ondanks dat zijn zusje dat ook heel erg leuk vond, was haar glimlach nooit zo groot als hij was geweest toen Kayra samen met haar verhalen had bedacht. 
‘Heb vertrouwen, Nathan,’ zei Charlotte. ‘Hij is echt een geweldige dokter. Hij weet vast wat hij kan doen om Leah te helpen.’
Nathan knikte wat afwezig. Natuurlijk hoopte hij op goed nieuws, op medicijnen die bestonden voor de ziekte die Leah te pakken had gekregen, maar hij wist ook dat medicijnen meer geld zouden kosten dan dat de familie Anderson op dit moment had. Hij deed zijn best om hard te werken voor zijn vader, zodat ze meer zouden kunnen verkopen, maar hij wist ook dat medicijnen nog veel prijziger zouden zijn dan het geld wat ze in een paar dagen konden verdienen. 
‘Ik hoop gewoon dat hij oprecht is,’ bekende Nathan. Hij wist dat er veel kwakzalvers rondliepen. Charlotte vertrouwde deze dokter en Nathan wist dat hij zijn toekomstige vrouw in beslissingen moest vertrouwen. Als zij vond dat het een goede dokter was, dan zou hij dat vast ook zijn. Nathan wilde echter niet horen dat ze vele muntstukken zouden moeten betalen voor een flesje waar eigenlijk alleen maar oude thee in zat.
Er werd op de deur geklopt en Nathan kwam meteen overeind van de tafel. Hij liep naar de voordeur en opende die meteen. Voor hem stond een dokter, zoals Nathan ze wel vaker had gezien. Hij oogde slim en professioneel, maar dat zei eigenlijk vrij weinig. Verder has hij een soort dominante blik in zijn ogen, gepaard met een zelfverzekerdheid dat redelijk nieuw was voor Nathan om te zien bij een ander mens.
‘Goedendag, mijn naam is Luke Marshall en ik ben de dokter die Charlotte heeft aangeraden.’
‘Dokter Marshall! Wat fijn dat u zo snel kon komen,’ zei Charlotte, die de man verwelkomde alsof het haar eigen huis was. ‘Zou u wat te drinken lusten? Of wil u liever meteen naar Leah toe?’
‘Ik bekijk liever meteen de patiënt.’
‘Moet u niet eerst weten wat er precies met haar aan de hand is?’ vroeg Nathan iets wantrouwend. Hij zou nu zomaar een vreemde man bij zijn zusje laten en hij wist niet of hij dat wel vertrouwde, ondanks dat de man in kwestie een dokter was die zijn verloofde aan had geraden.
‘Charlotte heeft me al ingelicht. Waar is haar kamer?’
Nathan keek naar het blonde meisje, wie ter bevestiging knikte op de woorden van dokter Marshall. Charlotte was echt een heel erg lief meisje en het leek alsof ze aan alles had gedacht. Ze zou vast ooit een goede moeder worden. Dat ze de moeder zou worden van zijn kinderen, kwam bij Nathan nog niet helemaal binnen. 
‘Deze kant op. Volgt u mij maar,’ zei Nathan en hij begeleidde de dokter naar de kamer waar hij ooit zelf had geslapen. Toen Nathan de deur had geopend en de dokter naar binnen wilden volgen, hield de man hem tegen. De dokter werkte liever in een gesloten ruimte zonder teveel aandacht. Charlotte legde troostend een hand op zijn schouder en trok hem iets naar achteren.
‘Het komt wel goed met haar, Nathaniel. Echt.’
Amarynthia
Internationale ster



De tijd was voorbijgevlogen. In de afgelopen weken hadden Nathan en zij veel tijd samen gespendeerd. Charlotte was veel bij hun familie. Bijna dagelijks at ze bij hen en dat voelde goed. Ze voelde zich goed bij Nathan en elke keer wanneer ze aan hun toekomst dacht, kreeg ze kriebels in haar buik. 
Toch was het niet zo perfect als ze gehoopt had. Ze had gehoopt dat ze veel genegenheid naar elkaar zouden tonen, dat ze liefdevol in elkaar armen kropen als ze samen in bed lagen. Het tegendeel was waar. De eerste nacht dat Charlotte bij Nathan had geslapen, was vrij ongemakkelijk geweest. Het had haast geleken alsof hij haar niet aan had willen raken. Als ze elkaar zagen, dan bleef het vaak bij een vriendelijke glimlach en een simpele begroeting, terwijl ze gehoopt had dat zijn lippen de hare zouden raken op die momenten. Charlotte merkte dat hij terughoudend was, dat hij niet opging in hun relatie. Ze had het idee dat het kwam door zijn zorgen om Leah. Elke keer als ze bij haar waren, kon ze de trieste blik in Nathans ogen zien. Hij hield enorm veel van zijn zusje en ze dacht dat dat de oorzaak was van zijn afstandelijkheid. 
Het ergste was nog wel dat het steeds slechter met Leah leek te gaan. Ze leek steeds minder energie te hebben en ze was graatmager. Het zag er niet goed uit, maar Charlotte hoopte dat dokter Marshall dat toekomstbeeld zou kunnen veranderen. 
Nathan en zij waren opnieuw aan tafel gaan zitten, deze keer naast elkaar. Met haar hoofd leunde ze tegen zijn schouder, terwijl Nathan’s handen in elkaar gevouwen op het tafelblad lagen en hij er bedenkelijk naartoe keek. In spanning wachtte ze tot de dokter weer binnen zou komen wandelen, hopelijk met voorspoedig nieuws. 
‘Over een maand is het al zo ver,’ fluisterde Charlotte zacht. Het leek zo ver weg en zo dichtbij tegelijk. De voorbereidingen waren in volle gang, iets waar Charlotte een groot deel van haar dagbesteding aan kwijt was. 
Nathan verschoof wat ongemakkelijk op zijn stoel, waardoor Charlotte rechtop ging zitten en haar verloofde bestudeerde. Zijn blik was nog altijd op zijn handen gericht. De bezorgdheid droop van zijn gezicht af. 
Teder liet Charlotte haar hand over zijn wang glijden, waarna ze zijn gezicht lichtjes haar kant opduwde. Zijn blik werd losgerukt van zijn handen en ontmoette de hare. ‘We kunnen de datum verplaatsen tot het weer wat beter gaat met Leah? Dan kan zij er ook bij zijn.’ 
Nathan’s blik schoot kort richting de deur van haar kamer. Ze kon het hem bijna horen denken: “Wat als ze er dan niet meer is?” 
Charlotte boog zich naar hem toe en drukte haar lippen zacht tegen de zijne. Meer dan dat deden ze niet. Hun intimiteit bestond slechts uit het delen van kusjes en het af en toe knuffelen. Charlotte wilde meer, ze wilde zijn liefde voor haar voelen. Hoewel ze daar nog niet veel van had mogen proeven, was ze ervan overtuigt dat het op een dag zou komen. ‘Het komt wel goed, Nathaniel. Dokter Marshall is een goede dokter.’
Van die woorden leek hij weinig te geloven. De rest van de tijd brachten ze in stilte door. De seconden tikten voorbij alsof ze minuten duurden. 
Het verlossende geluid van een krakende deur, wekten zowel Nathan als Charlotte op uit hun gedachten. Nathan kwam direct overeind. 
‘En? Kunt u iets voor haar betekenen?’ 
De dokter had een trieste blik in zijn ogen terwijl hij naar de tafel toeliep. De dokter richtte zijn aandacht op Charlotte. ‘Zou jij de ouders van Leah willen halen, ik heb belangrijk nieuws voor ze.’ 
Charlotte keek naar Nathan, die alleen maar oog had voor de dokter. Een sprankje hoop was in zijn ogen te zien, alsof het “belangrijke nieuws” betekende dat zijn zusje beter zou worden. Charlotte knikte, waarna ze overeind kwam om naar de keuken te lopen. 
‘Dag Charlotte,’ zei Nathans moeder vriendelijk, terwijl ze opkeek van de pan met soep. 
‘Goedendag, mevrouw Anderson. De dokter is klaar met zijn onderzoek naar Leah, hij wil u en de rest van uw familie graag informeren.’ De blik van de vrouw kreeg een trieste, bezorgde blik. Charlotte kon zich niet voorstellen hoe het was om je dochter zoveel pijn te zien lijden. Het moest verschrikkelijk zijn. 
De vrouw knikte. ‘Ik kom eraan.’ 
Vervolgens liep Charlotte richting de werkplaats van Nathans vader, die druk was met het bewerken van zijn leer. ‘Meneer Anderson?’ 
De man keek wat verbaasd op van zijn werk. ‘Hm?’ 
‘Dokter Marshall is klaar.’ 
Met een zucht legde hij zijn werk aan de kant. Alsof hij de hoop voor zijn dochtertje al verloren was. Hij liep naar haar toe terwijl hij zijn handen schoon maakte met een doek. ‘Goed, laten we eens horen wat de dokter te vertellen heeft.’ Ondanks dat hij het leek te verbergen, waren de zenuwen in zijn stem te horen.  
Amarynthia
Internationale ster



Elke ademhaling schraapte langs haar keel, elke ademhaling kwam met een raspend geluid naar buiten. Ze kreeg eten, ze kreeg water. Te veel om aan te verhongeren, te weinig om energie van te krijgen. Ze hielden haar in leven, maar het was alsof ze haar wilden laten smeken voor de dood. 
Al dagen, misschien zelfs weken, zat ze in deze donkere kerker. Er was geen daglicht te bekennen, waardoor Kayra geen idee van tijd had. Het ergste van dat alles vond ze dat ze nu geen idee had hoe het met Nathan ging. Wat als hij toch stiekem naar haar huisje was gekomen? Wat als hij dan tot de conclusie zou komen dat ze er niet was? Ze wilde niet overlijden terwijl hij dacht dat ze hem in de steek had gelaten. Ze wilde niet dat hij de griezelverhalen over haar zou gaan geloven. 
Ondanks dat ze alleen in de kerker zat, was het Nathan die haar overeind hield. De gedachte aan hem gaf haar kracht. Ze wist dat ze hem niet meer zou kunnen zien, niet in de stad tenminste. Mensen zagen haar aan voor een heks, een monster. Zelfs als ze zou ontsnappen, kon ze geen moment in het dorp blijven en teruggaan naar haar huisje was ook geen optie. Dat zou de eerste plek zijn waar ze haar zouden zoeken. En ondanks dat ze wist dat ze hem misschien nooit meer zou zien, was hij wel een krachtbron voor haar. Hij had haar geleerd om iemand opnieuw in vertrouwen te nemen, om te genieten van het leven en niet alleen te overleven. 
Luide voetstappen klonken door de gang, waardoor Kayra’s gezicht een harde blik kreeg. Ze was niet van plan haar zwakte te laten zien. Ze voelde zich uitgeput en zwak, het liefst lag ze opgekruld op haar zij, alsof ze een huilende baby was. Maar zodra ze dat zouden doen, zou ze toegeven aan haar zwakte – en dat was iets waar ze nog niet klaar voor was. 
In zijn ridderkleding stopte hij voor haar kerkerdeur. Hij hield een gevulde mok met water vast, al was dat niet hetgeen wat haar blik trok. Aan zijn riem hing een ring met daaraan verschillende sleutels, hoogstwaarschijnlijk ook de sleutel naar haar vrijheid. Ze moest hem naar binnen lokken. Ze moest hem overtuigen om dichtbij genoeg te komen. Maar hoe? 
‘Dorst?’ vroeg hij geamuseerd, terwijl hij zijn mok omhooghield. 
De dorst was nog wel het ergste. Het liefst verborg ze haar behoeften, maar ze kon niet voorkomen dat haar pupillen groot werden van verlangen. 
Hij gooide het water op de grond, waarbij een bulderende lach door de gang galmde. Kayra krabbelde overeind en liep zo dichtmogelijk naar hem toe als de kettingen haar toelieten. Ze probeerde zo stevig mogelijk te staan, maar wankelde iets door de duizeligheid. 
‘Wat is er popje? Ben je boos?’ 
Zou het werken? 
Traag knikte ze, waarbij ze haar vingers zo ver mogelijk spreidde. Als deze poging zou mislukken, zou ze de stempel dat ze een heks was nooit meer kwijtraken. Haar lippen vormde betekenisloze woorden, alsof ze een spreuk uitsprak. 
‘Wat doe je?’ De geamuseerde lach verdween van zijn gezicht. Schijnbaar voerde ze act overtuigend uit, het leek hem zelfs te beangstigen. 
Kayra draaide haar handen iets, terwijl ze de woorden harder begon uit te spreken. Ze verbaasde haarzelf over de heesheid in haar stem. 
De ridder keek angstig naar haar handen, die ze steeds meer aanspande. 
‘Stop het!’ schreeuwde hij. Hij keek angstig om zich heen, alsof er elk moment een demon op hem af zou komen. Met trillende handen stak hij de sleutel in het sleutelgat. Kayra besloot er een schepje bovenop te gooien: ze legde haar hoofd in haar nek en holde haar rug lichtjes. Alsof ze werd overspoeld door een kracht die er niet was. 
Woest trok de ridder de deur open en stormde hij op haar af met de sleutels in zijn handen. Met een gebalde vuist stompte hij haar in haar buik, waardoor Kayra resoluut stopte met haar onzinspreuk. Ze klapte voorover en zwarte vlekken vormden zich voor haar ogen. Toch gaf ze zich niet gewonnen, het hoorde bij haar plan. In een snelle beweging duwde ze haar knie omhoog, waardoor ze de ridder precies raakte op zijn gevoelige plek. Hij verstijfde van de pijn, waardoor Kayra de sleutels uit zijn handen kon vissen. Ze zette vluchtige stappen naar achter en probeerde de juiste sleutel te zoeken. De ridder herstelde sneller dan ze gehoopt had. Terwijl ze de juiste sleutel in een van de kettingsloten stopte, kwam hij op haar af rennen. Met een grote kracht duwde hij haar tegen de muur en drukte hij zijn onderarm tegen haar sleutelbeen. Kayra sloot haar ogen, bang voor wat er zou komen. 
Bang. Ze was doodsbang. 
‘Vieze. Vuile. Heks!’ Spetters raakten haar gezicht terwijl hij de woorden uitschreeuwde. Hij trok haar een keer naar zich toe, waarna hij haar opnieuw met een nog hardere klap tegen de muur duwde. Door de klap zakte Kayra neer op de grond, waardoor er een schop in haar zij volgde. Er volgden er nog twee, waarna ze hoorde hij haar alleen liet. 
Kayra bolde haarzelf tot een bolletje, ondanks dat ze dat zo lang had willen uitstellen, ondanks dat het haar zwakte weergaf. Ze trilde van de kou, de pijn en de schaamte. Hoe had ze kunnen denken dat ze zo had kunnen ontsnappen? Hoe had ze haar lot zo stom durven riskeren? Nu had ze bevestigd dat ze een heks was, terwijl het een act was. Hoe lang nog voor ze haar op de brandstapel zouden gooien? 
Opnieuw klonken er voetstappen. Deze keer meerdere. Kayra ging overeind zitten en probeerde haar laatste beetje kracht te bewaren. Ze moest sterk zijn. Ze mocht zich geen gewonnen geven. 
‘Hier is ze.’ 
Kayra’s hart bonkte als een gek en sloeg een slag over toen ze zag wat een van hen vasthad. Opnieuw werd de deur geopend, waarna de vreemde ridder naar haar toe kwam lopen. Ruw greep hij haar bij haar haren vast en trok hij haar bij de muur vandaan. ‘Dat zou ik niet nog eens proberen, heks.’ Hardhands draaide haar om. Hij verstelde de kettingen, maakte ze korter, zodat Kayra niet anders kon dan met haar rug naar hen toe staan. Haar hele lichaam bewoog bij elke ademhaling die ze maakte, ze raakte in een lichte paniek. Haar pijngrens was hoog, maar niet zo hoog. Ze klemde haar kaken op elkaar, wetend wat er zou komen. Ze telde tot tien en probeerde daarmee haarzelf voor te bereiden, maar ze had zich nooit kunnen voorbereiden op dat wat zou komen. 
Een pijnlijke steek trok door haar rug, terwijl er een harde klets door de ruimte galmde. Bij de tweede keer bolde Kayra haar rug en wilde ze haar handen lostrekken uit de kettingen. Bij de derde keer sloot ze haar ogen en beet ze op haar tong, terwijl ze een verstikte kreun losliet. En bij de vierde keer dat het leer haar rug raakte, liet ze een kreet van pijn los. 
Demish
Internationale ster



Hoop. 
Dat was wat Nathan had. Hoop op goed nieuws, hoop op dat Charlotte toch een dokter had weten te vinden die zijn zusje goed zou kunnen helpen, haar misschien zelfs beter zou kunnen maken. Toch was die hoop ook iets verraderlijks. Hoeveel dagen had hij nu al wel niet gehoopt dat hij iets van Kayra te horen zou krijgen? En hoeveel dagen was dat al niet gebeurd? Daarom probeerde Nathan zijn hoop voor zich te houden, wetend dat dokter Marshall ook wel eens met slecht nieuws zou kunnen komen. Nieuws wat hem misschien wel zo erg zou raken dat hij niet zou weten wat hij zou moeten doen.
Langzaam maar zeker verzamelde iedereen zich in het woongedeelte van het huis van de Andersons. Eerst kwam Nathan zijn moeder, die geruststellend haar arm rond de zijne legde en hem probeerde te verzekeren dat het allemaal wel goed zou komen. Daarna kwam Charlotte terug, die aan de andere kant van Nathan plaatsnam en stevig zijn hand in de hare nam. Nathan wist nooit zo goed wat hij moest doen als Charlotte fysiek contact zocht. Er was altijd iets in hem wat hem tegenhield, maar voor nu kon hij alle steun gebruiken die hem aan werd geboden.
Als laatste kwam zijn vader de kamer binnen. Het was duidelijk dat hij net gewerkt had. Hij had het vast druk, zeker zonder een paar extra handen van Nathan erbij, maar Nathan had hier willen zijn vanaf het begin. Hij had de dokter recht aan willen kijken en willen weten wat voor man het precies was geweest, voordat hij hem ook maar in de buurt had gelaten van zijn zusje. 
‘Fijn dat jullie er allemaal zijn,’ begon dokter Marshall. ‘Ik zal er maar niet omheen draaien. Leah is behoorlijk ziek, maar ik denk dat jullie je daar allemaal al bewust van waren.’ Nathan knikte kort. Ze hadden ook geen dokter nodig gehad om zeker te weten dat zijn zusje ziek was. Ze hadden een dokter nodig om ervoor te zorgen dat ze weer beter zou worden.
‘Is er iets wat u kunt doen?’ Het was Charlotte die het vroeg. Het deed Nathan wel iets dat ze zo haar best deed voor zijn zusje. Alsof ze echt wilde dat ze beter zou worden. Ze had zelfs de bruiloft op een dag willen houden waarop Leah er ook bij zou kunnen zijn, maar Nathan wist dat het niet de bruiloft zou zijn waar Leah op hoopte. Het bleef een fantasie van een meisje van tien, maar hij wist dat ze veel liever haar laatste dagen door zou willen brengen met het idee dat Nathan zou trouwen met het meisje dat Leah een tijger had genoemd.
‘Het zal behoorlijk intens en zwaar worden, misschien dat Leah de behandeling zelf niet eens zal trekken, maar het is het proberen waard.’
‘Dus de behandeling…?’ begon zijn moeder, maar ze maakte haar zin niet af. Nathan voelde haar grip om zijn arm verstevigen.
‘Kan haar einde betekenen,’ sprak dokter Marshall zakelijk, alsof hij een stuk huid probeerde te verkopen op de markt. ‘Maar het kan haar ook redden.’
‘Doe het,’ sprak de vader van Nathan. ‘Als er iets is wat haar kan redden, dan moeten we het proberen.’
‘Het zal wel geld kosten.’
‘Geld is geen probleem,’ zei Charlotte, waarna ze Nathan een kus op zijn wang gaf. ‘We doen er alles aan om Leah te redden.’
--
De behandelingen waren Leah inderdaad zwaar gevallen. In de week dat dokter Marshall een aantal keren was langs gekomen, leek het alleen maar slechter met haar te gaan. Op een gegeven moment had ze zelfs haar eigen bloed opgehoest. Leah zag er zieker uit als ooit tevoren en daarmee begon Nathan te twijfelen aan de kunnen van de dokter. Hij had echter zelf gezegd dat het een zware behandeling was geweest en dat het verkeerd af had kunnen lopen. 
Nathan had geëist om erbij te zien, zodat hij had kunnen zien wat dokter Marshall precies met zijn zusje deed, maar de dokter had een duidelijke regime: niemand mocht bij de behandeling zijn. Als Nathan aan zijn zusje probeerde te vragen wat de dokter precies met haar deed, kon ze er nooit een goed antwoord op geven. Alsof ze niet meer wist wat er was gebeurd.
Het was Charlotte wie Nathan probeerde af te leiden. Ze praatte over de bruiloft, over hoe mooi het zou zijn als Leah straks in een mooie jurk naast hen zou kunnen staan, maar Nathan wist dat het steeds slechter ging met zijn zusje. Daardoor stond de bruiloft niet in zijn prioriteitenlijstje. Sterker nog: al het gepraat van Charlotte begon hem zelfs een beetje te irriteren. Hij wilde haar niet afsnauwen en hij probeerde zijn slechte humeur ook voor zich te houden, maar ze kon toch niet echt denken dat hij bezig kon zijn met een bruiloft terwijl zijn eigen zusje haar dekens onder hoestte met bloed?
Vandaag was dokter Marshall weer aanwezig in het huis van de Andersons. Wederom zat hij achter de gesloten deur van Leah haar kamer en staarde Nathan er afwachtend naar. Charlotte was bezig in de keuken. Wat ze precies aan het doen was, wist hij niet. Het maakte hem eigenlijk ook niets uit. Zijn bruine ogen waren gefixeerd op de deur en hij spande zich zo erg in om te horen wat er daar achter gebeurde, maar hij werd er niet wijzer van.
De deur ging open. Dokter Marshall kwam naar buiten. De blik op zijn gezicht was een blik die Nahtan nog niet eerder had gezien. Meteen kwam hij overeind van de stoel en liep meteen op de dokter af. ‘Wat is er aan de hand? Is er iets mis gegaan?’
‘Het lijkt me beter als we eerst je ouders erbij halen.
‘Ik stel u een vraag!’ protesteerde Nathan en hij probeerde langs de man te komen, maar nog voordat hij een beweging had gemaakt, hield de man hem al tegen. ‘Het lijkt me niet verstandig om daar nu naar binnen te gaan.’
‘Leah?!’ riep Nathan in paniek, hopend dat ze iets terug zou zeggen. Er kwam echter geen antwoord. Was ze aan het slapen? Nathan hoopte dat ze aan het slapen was, maar het stemmetje in zijn hoofd wist wel beter. Er was een andere reden waarom ze niet reageerde.
Amarynthia
Internationale ster



Alle hoop was gevestigd op de behandeling. Een succesvolle behandeling was de kern naar de toekomst. Het was waar de hele familie haar hoop op had gevestigd. Ondanks dat ze het jonge meisje nog maar weinig gesproken had en ze op de meeste momenten behoorlijk uitgeput was, was ze verzot geraakt op het meisje. Misschien kwam het ook door het moedersinstinct dat in haar verscholen zat. Het voelde onrechtvaardig dat een jong en sterk meisje als zij zo ziek was. 
Buiten het feit dat Leah op zou knappen, hoopte Charlotte ook dat het effect zou hebben op de relatie tussen haar en Nathan. Het leek des te slechter te gaan nu Leah in behandeling was, terwijl Charlotte gehoopt had dat het juist de andere kant op zou gaan. Ze had gedacht dat het Nathan hoop zou geven en dat hij zich wat meer zou ontspannen. In plaats daarvan leek hij de dokter te wantrouwen. Al helemaal toen Leah een keer bloed had opgehoest. Sindsdien hield Nathan de deur naar Leahs kamer goed in de gaten, alsof hij daarmee het onvermijdelijke zou kunnen voorkomen. 
Door alle spanning, begon Charlotte zich zorgen te maken. Ze vroeg zich af of dit leven paste binnen haar perfecte toekomstbeeld. Was Nathan wel echt de man van haar dromen? Een betere vraag was: Was zij de perfecte vrouw voor Nathan? Haar liefde voor hem bleef onbeantwoord. Hun relatie was amper een relatie te noemen. De twijfels en onzekerheden begonnen daardoor te groeien, maar de bruiloft zouden ze niet meer kunnen stoppen. En ondanks alle tegenslagen, wilde ze dat ook niet. 
Ze was een kippensoep aan het maken. Ze hoopte dat het Leah ook wat energie zou geven en omdat het niet te zwaar op de maag was, hoopte ze dat ze het toch naar binnen zou krijgen. Ze sneed de wortel in stukjes, terwijl ze nadacht over de naderende bruiloft. Haar bruidsjurk was helemaal klaar. Haar moeder had ‘m gemaakt en ze was er verzot op. Het zat als gegoten en daardoor kreeg ze alleen maar meer zin in de bruiloft. Maar tegelijkertijd had ze een leeg gevoel vanbinnen gekregen. Ergens diep vanbinnen, wist Charlotte dat zijn hart naar iemand anders uit ging, dat ze nooit de liefde zou krijgen van hem die ze zou wensen. 
Charlotte verstarde toen ze zijn stem hoorde die haar naam schreeuwde. Niet háár naam, maar die van zijn zusje. Charlotte staarde naar de wortel die voor de helft in stukjes gesneden was en een koud gevoel overviel haar. Zijn stem… Het zat vol emotie. 
Met een trillende hand legde ze het mes neer, waarna ze naar de gang liep. Nathan wilde de kamer van Leah binnen rennen, maar de dokter hield de overstuurde jongen tegen. Dat kon maar een ding betekenen. 
‘Is ze…,’ stamelde Charlotte. 
Nathan keek op van haar stem. De jongen had een boze blik in zijn ogen, eentje die niet bij hem paste. Maar achter die woede, lag verdriet. 
De dokter keek met een spijtige blik naar Nathan, waarna hij knikte. ‘Ik zal je ouders ophalen, dan kunnen jullie afscheid nemen.’ 
Die woorden waren voor Nathan het teken dat hij naar binnen mocht. Zijn woede leek als sneeuw voor de zon te verdwijnen. Geruisloos gleed er een traan over zijn wang, terwijl hij op de rand van haar bed ging zitten. Charlotte zelf bleef op een afstandje kijken. Ze wilde hem troosten, haar armen om hem heen leggen, maar ze had het vermoeden dat hij dat niet op prijs zou stellen. Op dit moment leek hij tijd nodig te hebben voor zichzelf, hij had tijd nodig om afscheid van zijn kleine zusje te nemen. 
Het was een emotioneel moment om de familie aan het sterfbed van Leah te zien. Zelfs Nathans vader, de man die weinig emotie losliet, had tranen in zijn ogen staan. Het meisje lag roerloos op het bed, bijna vredig. Alsof ze eindelijk tot rust kwam nu ze er niet meer was. Al die tijd had Charlotte afstand van ze genomen. Ondanks dat Nathans familie een tweede familie voor haar was geworden, was haar verdriet lang zo groot niet als die van hun. 
Uiteindelijk had Charlotte besloten dat ze verder zou gaan met het eten. Het was een lange dag geworden en Nathans moeder leek niet bepaald in staat om nu nog voor het eten te zorgen. Daarnaast wilde Charlotte hun de ruimte geven die ze nodig hadden. Na ongeveer twee uur was het eten klaar en zette ze een grote pan met soep op tafel. Ondertussen waren de ouders van Nathan al weer in de kamer. Zijn moeder had haar bij de laatste loodjes geholpen en had de tafel voorbereid – natuurlijk nadat Charlotte haar een knuffel had gegeven en haar had proberen te troosten. 
Charlotte klopte zacht op de deur van Leahs kamer. Ondanks dat de deur op stond, vond ze dat ze moest aankloppen. Ze kon zich amper voorstellen hoe hij zich moest voelen en ze deed enorm haar best het te begrijpen. 
‘Hé,’ fluisterde ze, waarna ze naar hem toeliep. 
Hij zei niks. Gebroken als hij was. Zijn ogen en neus waren rood van alle tranen die hij gelaten had, maar nu rustte er alleen nog maar een stuk leegte in zijn ogen. Het was alsof niet alleen Leah gestorven was, maar ook alsof er een deel van Nathan met haar was meegegaan.
‘Het eten is klaar,’ zei ze, niet wetend wat ze anders zou moeten zeggen. 
Nog steeds was zijn blik op zijn zusje gericht, zonder dat ze een reactie kreeg. 
Charlotte veegde haar jurk wat ongemakkelijk recht. ‘Wij zijn in de kamer als je ons nodig hebt.’ 
Maar hij kwam niet. Na het eten besloot Charlotte opnieuw te controleren hoe het met hem was, maar Nathan was er niet. Alsof hij van de aardbodem verdwenen was. 
Demish
Internationale ster



Eerst had hij niets anders gekund dan staren.
Hij had gestaard naar het ingevallen gezicht van zijn zusje, zoals hij dat wel vaker had gedaan. Elke keer als ze had moeten lachen, had het hem verbaasd dat de spieren en haar huis het aan hadden gekund, maar het was haar keer op keer gelukt. Dit keer had ze niet gelachen. Haar donkere haren hadden hun glans allang verloren, maar toch had Nathan kunnen zweren dat ze er nu nog doffer uit hadden gezien.
Een hele tijd had hij daar gezeten, tegenover zijn zusje. Hij had gehoopt op een foute constatering van de dokter, maar Nathan had al snel gezien dat dokter Marshall het bij het juiste eind had gehad. Leah was er niet meer. De ziekte had de strijd van haar gewonnen. Ondanks dat het niet de schuld van de dokter kon zijn, want ze was immers al ziek geweest, vertrouwde Nathan de man nog steeds.
Zowel Charlotte als zijn moeder had een poging gedaan om hem te troosten, maar hun woorden waren nauwelijks bij hem binnen gekomen. Het was duidelijk dat Nathan om zijn zusje gaf, maar hij had het idee dat niemand precies begreep hoeveel hij dat had gedaan, en nog steeds deed. Niemand behalve Kayra.
Plotseling had hij niet meer in de slaapkamer van Leah willen blijven. Hij had er genoeg van gekregen, maar hij had ook geen behoefte gehad om bij zijn familie en Charlotte te zijn. Er was maar één iemand met wie hij nu wilde praten en Nathan had besloten dat hij het risico zou moeten wagen, ondanks dat hij misschien niet eens meer welkom was bij Kayra. Hij wilde bij haar zijn, haar vertellen wat er was gebeurd. Er was zelfs een deel van hem wat zich schuldig voelde. Ook Kayra had hem geld gegeven voor de behandeling van Leah. Iets wat voor hem meer had betekend dan het geld van Charlotte, aangezien het alles was geweest wat Kayra had gehad.
Nathan was naar haar huisje gelopen. Dat er geen rook uit de schoorsteen was gekomen, of dat de tuin eruit zag alsof er minstens al een week niemand meer was geweest, was hem niet opgevallen. Het enige wat hij wilde was met haar praten en alles eruit gooien. Hij had niet eens door hoeveel tranen er al over zijn wangen waren gerold, hoeveel schreeuwen er al uit zijn mond waren gekomen. Alles wat er om hem heen gebeurde, leek niks meer met hem te doen. Geen enkele prikkel kwam nog binnen, behalve het grote verdriet wat hij voelde.
‘Kayra!?’ Nathan was aangekomen bij de deur, waar hij aan aantal keer op klopte. Geen reactie.
‘Kayra, alsjeblieft!’ smeekte Nathan haar, de tranen goed hoorbaar in zijn stem. ‘Ik weet dat ik dingen fout heb gedaan en… En Charlotte… Maar alsjeblieft, Kayra! Doe open!’ Als Kayra er was geweest om zijn smeekbedes te horen, was ze vast al naar de deur gerend om Nathan naar binnen te brengen en hem te troosten, maar in plaats daarvan werd Nathan zijn smeekbede beantwoord met stilte.
In wanhoop duwde Nathan de deur open. Hij belandde in het huisje van Kayra zoals hij het vaker aan had getroffen, maar Kaya was er niet. Het leek zelfs alsof ze er nooit was geweest. Ook lagen er zoveel spullen overhoop dat het haast leek alsof ze had gevochten.
‘Nee…’ sprak Nathan en hij schudde zijn hoofd. ‘Nee, nee, nee, nee!’ Leah was al weg, ze mochten Kayra niet ook van hem wegnemen. Al leek het er al op alsof ze dat al lang hadden gedaan. 
‘Nathaniel, mijn jongen toch,’ zei een stem en Nathan draaide zich meteen om. Het was dokter Marshall, maar zonder zijn gebruikelijke doktersjas. Er was iets anders aan hem. Iets wat Nathan niet kon plaatsen, maar misschien lag het wel aan de tranen die zijn zich verblindden.
‘Blijf bij me uit de buurt! Ik wil niks meer met u te maken hebben! Zonder u zou ze… Zou ze-‘
‘Nog steeds dood zijn gegaan,’ maakte de dokter zijn zin af. Hij zette vervolgens een paar stappen naar Nathan toe. ‘Ik snap dat het pijn doet, Nathaniel. Eerst je zusje verliezen en dan ook nog eens beseffen dat je enige vriendin er vandoor is gegaan zonder iets te zeggen.’
Nathan reageerde niet. 
‘Wil je dat de pijn ophoud?’
Op deze vraag knikte Nathan voorzichtig.
Met een ruwe beweging nam dokter Marshall hem vast. Met zijn handen om Nahtan zijn gezicht gewoven, dwong hij de jongen om hem aan te kijken. ‘Niet schreeuwen en niet protesteren.’ Het voelde meteen alsof Nathan geen woord meer uit zijn keel kon krijgen.
De man liet Nathan met één hand los. Nathan keek toe hoe de dokter zijn arm naar zijn eigen mond bracht. Tot Nathan zijn gruwel zag hij een demonisch gezicht verschijnen, met twee scherpe slagtanden. Zijn eerste ingeving was om weg te rennen, maar de sterke grip van de dokter hield hem tegen. Nathan keek toe hoe de scherpe tanden in de eigen arm van de dokter belandde, waardoor er een bloedende wond tevoorschijn kwam.
‘Drink op.’ De dokter duwde zijn arm in het gezicht van Nathan en, vreemd genoeg, deed Nathan precies wat de dokter hem vertelde.
Enkele seconden later voelde hij de twee handen van de dokter rond zijn nek, hoorde hij een luide krak en werd alles zwart voor zijn ogen. 
Amarynthia
Internationale ster



Gebroken, schor en zwak galmde haar stem door de gangen heen. Zacht gezang van liederen die haar moeder ooit voor haar gezongen had. Herinneringen aan Nathan, fantasieverhalen en gezang was het enige wat haar nog overeind hield. De verveling was minstens net zo erg als de pijn die ze in haar lichaam voelde. Er zaten meerdere gevangenen in de kerker, maar zij waren te ver om een degelijk gesprek mee te voeren. Er was er een persoon die bijna elke minuut van de dag aan het jammeren was, ze kon zich niet voorstellen wat voor pijn hij moest voelen. 
Al was de pijn die Kayra voelde ook niet bepaald op de achtergrond aanwezig. Twintig zweepslagen. Twintig keer had ze gehoord hoe het leer tegen haar huid kaatste. Vanaf de vijfde slag had ze gevoelde hoe een warme substantie over haar rug gleed. En toch had ze geen traan gelaten, had ze geen moment gesmeekt om het te laten stoppen. Het enige waar ze van hadden kunnen genieten, was haar gekreun en haar geschreeuw. Dat was iets wat ze niet had kunnen stoppen. 
En nu zat ze brak en weergaloos op de koude vloer. Nog altijd dacht ze na over manieren waarop ze kon ontsnappen, maar haar hoop brak stukje bij beetje af. Ze had haar kans verpest door haar act en daarmee had ze haarzelf een straf opgelegd die haar had willen laten breken tegenover de ridders. 
Haar stem stopte toen ze het gerammel van sleutels hoorde. Met een wazige blik keek ze naar de deur, waar ze een schaduw zag staan. Het was een lang silhouet die bijna slungelig overkwam. Hij opende de deur en kwam zelfverzekerd op haar aflopen. Hij hurkte bij haar neer en langzaam kon ze zijn gelaat onderscheiden van de duisternis. 
‘Waarom ben je gestopt met zingen? Ik was er net zo van aan het genieten.’ 
Zijn woorden drongen amper bij haar binnen. Het was alsof haar lichaam niet meer werkte door een gebrek aan vocht, voedsel, beweging en zonlicht. 
Hij grinnikte en overhandigde haar een mok met water. ‘Hier, drink het.’ 
In zijn stem lag een dwingende ondertoon, eentje waar Kayra niet tegenin kon gaan. Moeizaam bracht ze haar handen omhoog. Het ijzer om haar polsen maakte de beweging zwaarder dan het leek. Ze nam de mok met twee handen vast en dronk voorzichtig van de koele vloeistof. Het voelde verfrissend aan in haar keel en leek het branderige gevoel in haar lichaam wat te dempen. 
De jongeman pakte de mok uit haar handen en zette die naast haar neer. Hij pakte haar pols vast en trok deze iets naar haar toe. Even was ze bang dat ze opnieuw op ruwe wijze naar voren werd getrokken en opnieuw klappen zou krijgen, maar in plaats daarvan stak hij zijn sleutel in het slot. Met een luid gekletter viel de ketting van haar pols. Haar pols was wat rood geïrriteerd door de ijzeren band die er al die tijd omheen had gehangen. De jongeman pakte haar andere hand, waarbij hij precies hetzelfde deed. 
Verward bestudeerde Kayra hem. Hij droeg geen ridderkleding, dus de kans was klein dat hij een ridder was. Hoe kwam hij dan toch aan de sleutels? Nog belangrijker: waarom liet hij haar vrij? 
Behoedzaam pakte hij haar enkel, waar hij opnieuw de kettingen van verwijderde. Hij kwam overeind toen ze volledig ontdaan was van kettingen. ‘Ga, voor ze komen. Ga, zo ver als je kunt.’
En ineens was hij weg. Verdwenen, alsof hij er nooit geweest was. 
Wankelend kwam Kayra overeind. Ze had al dagen geen stap meer gezet en het voelde onwennig om haar benen weer te gebruiken. Zodra ze bij de tralies was, klemde ze haar handen om de stalen buizen. Met haar voorhoofd leunde ze tegen de tralies. 
Nathan. Ze wilde zo graag naar Nathan, maar ze wist dat het niet kon. Niet alleen omdat er genoeg ridders in de stad liepen, maar ook omdat zijn ouders het nooit goed zouden keuren. Teruggaan naar haar huisje was ook geen optie. Ze moest weg, een compleet andere kant op. 
Haar lichaam was op, maar toch dwong ze haarzelf om verder te gaan. Ze liep de gang in en werd overvallen van een golf van misselijkheid toen ze zag hoe er een onthoofde ridder op de grond lag. Was dat het werk van de jongeman die haar net bevrijd had? Kayra sloot haar ogen en telde tot drie. Vervolgens begon ze te rennen, de pijn in haar lichaam negerend. Ze hoorde hoe andere gevangenen riepen dat ze hen moest helpen, maar ze kon niks doen. Ze had geen sleutel en als ze eerlijk was, wilde ze het niet riskeren om opnieuw gevangen genomen te worden. Vooral in de wetenschap dat ze dan voor de tweede keer kennis zou maken met een zweep. Egoïst. 
Kayra lette niet eens meer op haar omgeving, ze negeerde alles om haar heen, ze negeerde de pijn in haar lichaam. Het enige waar ze zich op concentreerde, was de weg voor haar en de weg die nog te gaan was. 
Demish
Internationale ster



Het had even geduurd voordat Nathan had begrepen wat er was gebeurd toen hij midden in de nacht wakker was geworden in het bos. Leah was dood geweest, Kayra was nergens te vinden en hij was weggerend van huis, overstuur door alles wat er was gebeurd. Al die gedachten hadden hem wanhopig laten voelen, gecombineerd met een gescheurd gevoel van verdriet. Toch waren geen van die dingen als eerste bij hem binnen gekomen. Als eerste had hij een ongelooflijke honger gevoeld. Eentje die hij nog nooit had gekend, zelfs niet na een lange dag hard te hebben gewerkt.  
Alles had pijn gedaan, zijn hele lichaam had aangegeven dat het niet meer had gewild. Hij had er niks van begrepen en hij had ook niet geweten wat hij had gemoeten. Hij had niet naar huis gewild. Een voorgevoel had hem duidelijk verteld dat het geen goed idee was geweest om terug te keren naar zijn ouders en Charlotte. Daarom had Nathan rondgelopen, net zolang totdat hij aan de rand van het dorp een gewonde dief tegen was gekomen. De dief had overduidelijk spullen bij zich gehad die niet aan hem hadden toebehoord. Waarschijnlijk had hij ze door willen verkopen op de markt. Nathan was echter niet geïnteresseerd geweest in de spullen, maar wel in het bloed van de dief dat rijkelijk had gevloeid. Hij had zichzelf niet kunnen beheersen, zelfs niet doen hij door had gehad dat zijn honger niet zomaar een gevoel van missend eten in zijn maag was geweest. Hij was hongerig geweest naar bloed. Bloed dat hij, waar hij zich nu voor schaamde, ook zomaar had genomen van een omstander. Het was dan wel een dief geweest, maar zelfs daar voelde Nathan zich nog slecht over, ondanks dat het al meer dan een maand geleden was.
Zonder te weten had Nathan zichzelf compleet getransformeerd in een vampier. Een bloeddorstige, hongerige vampier. Het erge was nog dat degene die hem had veranderd, zich voor had gedaan als dokter en elke dag bij zijn zusje in de buurt was gekomen. Nathan was woedend op zichzelf, deels ook op Charlotte omdat zij degene was geweest die de dokter aan had geraden. Nathan had echter ook snel geleerd dat vampieren in staat waren om mensen te commanderen, beïnvloeden en te dwingen tot bepaalde acties. Daardoor was hij ervan overtuigd dat dokter Marshall het arme meisje had gedwongen hem aan te raden.
Nathan vond het zelf verschrikkelijk om een vampier te zijn en aan het begin had hij ook niet geweten hoe hij er mee om had moeten gaan, totdat hij opeens lotgenoten had gevonden. Hij was een jongeman tegengekomen, wiens uiterlijk er niet veel ouder uit had gezien als Nathan zelf. De jongeman had hem meegenomen naar een grot, waar hij een groep van vijf vampieren had ontmoet. De leider, Dane, had hem graag op willen nemen in de groep. Iets waar Nathan hem dankbaar voor was. Hij had het niet lang alleen volgehouden, zeker niet omdat hij elke dag had moeten schuilen voor de zon en niet had geweten hoe hij om had moeten gaan met de honger.
Schuilen voor de zon was met de grot geen probleem meer. Ook leerde hij steeds meer over het vampier-zijn, bijvoorbeeld hoe hij mensen zelf kon manipuleren of over hoe hij zijn snelheid en kracht kon benutten. Alleen het drinken van bloed verliep moeizaam. Nathan wilde niet doden, niet zoals hij die nacht had gedaan. Hij kon na een maand echter ook niet ontkennen dat hij het bloed nodig had om te leven. Zeker als hij uiteindelijk naar zijn familie en Charlotte wilde gaan om de losse eindjes voor hen aan elkaar te knopen. Hij had niks meer van zich laten horen en hij wist hoe verwarrend het zou moeten zijn, vooral voor iemand zoals Charlotte. Zij had gehoopt dat ze samen zouden trouwen en een leven op zouden bouwen, maar voor nu was het voor Nathan duidelijker dan ooit dat hij nooit iets zou kunnen hebben gevoeld voor Charlotte. Niet terwijl de naam Kayra nog vast zat in zijn hoofd.
Amarynthia
Internationale ster



De nacht was koud. Koud en angstaanjagend. De duisternis leek haar met elke stap die ze zette te willen stoppen. Haar lichaam was op en gebroken. En toch bleef ze grote, gehaaste stappen zetten. Toch bleef ze doorrennen met haar laatste beetje energie. 
De pijn in haar lichaam was niet alleen fysiek van aard. Een drukkend gevoel lag op haar borst, veroorzaakt door haar verleden die achter haar verdween. Haar verleden met Podrick, haar verleden in haar huisje waar ze jarenlang alleen overleefd had. Maar bovenal het verleden met Nathan, de toekomst die ze met hem had kunnen hebben. Meer dan ooit had ze iemand nodig om op te steunen, maar die mogelijkheid was er niet. 
En plotseling verdween haar laatste beetje energie. Haar lichaam was niet meer in staat om nog een extra stap te zetten of om haar lichaam te dragen. Vermoeid zakte ze neer op de grond. Ze was ergens midden in het bos, op een plek waar ze nog nooit eerder geweest was. 
Geruisloos gleden de tranen over haar wangen. Haar blik was gericht op haar handen die op de grond lagen. Tenger, bleek en breekbaar. Rond haar polsen waren duidelijke schaafwonden te zien, te wijten aan de kettingen die er dagen omheen hadden gezeten. Geruisloos en weerloos zat ze op de grond, ze had de energie niet om het uit te schreeuwen, om nog maar iets te doen. 
Ze kon niet meer verder, het enige wat ze wilde was teruggaan. Terug naar Nathan. 
‘Gaat het wel?’ 
Geschrokken keek Kayra omhoog, terwijl ze haar tranen ruw wegveegde. Het liefst kwam ze direct overeind, maar haar lichaam was nog altijd te uitgeput om haarzelf te verdedigen. 
De stem was afkomstig van een man van rond de midden twintig. Hij had middellang haar en een beginnend baardje. In zijn armen droeg hij een grote stapel takken, die hij voor zich neer legde. 
‘Laat me je helpen.’ 
Kayra schudde haar hoofd. Ze voelde zich weerloos en wanhopig. Ondanks dat ze door Nathan geleerd had mensen te vertrouwen, had ze deze man het liefst op dezelfde manier bedreigd als Nathan op de eerste dag. 
De jongeman hurkte op een gepaste afstand bij haar neer. ‘Geen zorgen, ik zal je niks doen. Ik kan je helpen.’ 
Maar ze wilde niet geholpen worden. Ze wilde niet afhankelijk zijn. Maar de waarheid was dat ze wel afhankelijk was. Ze was niet sterk. In elk geval op dit moment niet meer. 
‘Mijn vader heeft een eigen herberg. Mijn zus en ik helpen hem hier en daar. Hij zal het vast niet erg vinden als je daar een paar dagen blijft om aan te sterken.’ 
Het klonk perfect. Dat was dé manier om aan te sterken. Misschien kon ze er na die tijd nog een tijdje blijven in ruil voor arbeid. Op die manier zou ze langzaam een nieuw leven kunnen opbouwen. Maar de vraag was of ze dat wel wilde. 
Kayra keek over haar schouder, alsof ze Nathan daar zou zien staan. Natuurlijk was hij er niet. Kayra richtte haar blik weer op de grond en gaf een klein knikje. Ze duwde haarzelf af van de grond in een poging overeind te komen, maar zakte bijna direct weer omlaag. 
‘Wacht!’ zei de jongeman. Hij haastte zich naar haar toe en greep haar onderarm vast ter ondersteuning. Hij hielp haar overeind en legde een arm om haar heen om haar te ondersteunen. Pijnlijke steken trokken door haar rug, maar ze probeerde de pijn te negeren. 
Zonder iets gezegd te hebben liepen ze door het bos. Verschillende keren had het gevoeld alsof ze flauw had willen vallen, maar ze had zichzelf overeind weten te houden – al was dat zonder de steun van de jongeman niet mogelijk geweest. Het was niet ver, hoogstens een kwartiertje lopen. Het was een schattig huisje met een rietdak. 
De deur werd opengedaan door een meisje met dezelfde haarkleur als de jongeman naast haar. Haar ogen waren groot en blauw. 
‘Dat is mijn zusje,’ vertelde hij, terwijl het meisje bezorgd op hen af kwam lopen. 
‘Oh hemel, wat is er gebeurd?’ vroeg het meisje. 
De jongeman keek haar bezorgd aan. ‘Je hebt vast honger, of niet?’ 
Maar nog voor Kayra antwoord had kunnen geven, was ze haar bewustzijn verloren. 
_
Ongecharmeerd gaapte Daneyon. De afgelopen tijd had hij weinig plezier beleefd. In het begin had hij er nog plezier uit kunnen halen dat het nieuwe Vampiertje aan het worstelen was met zijn lichaam. Nu leek hij zichzelf echter al een stuk beter onder controle te hebben. Hij dronk enkel dierenbloed én had zich niet laten verleiden door een van de vrouwelijke Vampiers uit de groep. Toen Daneyon had besloten hem te betrekken in zijn groep, had hij niet verwacht dat zijn aanwezigheid zoveel verveling zou opleveren. Het was tijd om wat nieuw amusement in de groep te brengen. 
En het leukste was nog dat Daneyon er zelf niets voor had hoeven doen. 
De groep van zeven had zich opgesplitst. Een viertal was het bos in gegaan om hun dorst te lessen, terwijl Nathan, James en hijzelf in de hun tijdelijke verblijfplek achterbleven: de grot. 
James was ook een vrij nieuwe Vampier. Daneyon had hem eigenhandig veranderd en had besloten er een leuk spelletje van te maken. Hij zou het niet zelf zijn die hem zou doden, daar moest hijzelf maar voor zorgen. In tegenstelling tot Nathan was James wel een échte Vampier. Hij was niet goed in het bedwingen van zijn specialiteiten, maar dat maakte het voor Daneyon juist leuk. De jongeman doodde mensen zonder dat het zijn bedoeling was, manipuleerde hen regelmatig om zijn eigen rotzooi op te ruimen en schrok nog regelmatig van de kracht die hij bezat. Nathan leek daar veel meer controle over te hebben, plus dat hij ook geen gebruik leek te willen maken van zijn krachten als Vampier. 
Uit verveling gooide James een dolk in zijn hand omhoog en ving hij hem weer op. Onhandig als hij was sneed hij zichzelf af en toe, maar de wond genas als sneeuw voor de zon. Nathan, die aan de andere kant van de grot zat, leek zich deels te irriteren aan de andere Vampier. Met zijn blik volgde hij hoe de dolk omhoogging en (verkeerd) werd opgevangen door James. Er verscheen een frons op zijn gezicht. 
‘Waar heb je die dolk vandaan?’ 
James haalde zijn schouder op. ‘Met deze dolk ben ik vermoord.’ 
Hij zei het onverschillig, maar Daneyon wist dat James behoorlijk geschokt wakker was geworden. 
Daneyon grinnikte. ‘Heb ik je ooit verteld hoe James Vampier is geworden?’ 
Nathan schudde zijn hoofd en het leek hem ook niet veel te interesseren. 
‘Het is al een aantal maanden geleden, aan het begin van de winter denk ik? Ik had James mijn bloed gegeven, maar was te lui mijn handen vies te maken. Daarom dwong ik hem de eerste persoon die hij tegenkwam aan te vallen. Hij zou er uiteindelijk wel aan overlijden, zou je denken, toch?’ 
James voelde het verhaal al aankomen en zuchtte. ‘De eerste persoon die ik tegenkwam, was een bruinharig meisje. Ze was iets jonger dan jij denk ik.’ 
‘Ik en de rest hadden gedacht dat het meisje geen schijn van kans maakte. Maar niets was minder waar. Dit jonkie is gewoon ingemaakt door een meisje.’ Opnieuw moest Daneyon lachen om het idee. Hij vond het nog steeds zeer vermakelijk. 
‘Klopt, maar ik heb haar wel goed te pakken gehad!’ 
‘Vast, die wond op haar arm is vast goed gaan ontsteken.’ 
Ondanks dat het verhaal Nathan weinig had kunnen interesseren, had Daneyon wel een lach verwacht. In plaats daarvan keek Nathan bedenkelijk naar de dolk. Iets deed Daneyon vertellen dat Nathan deze jongedame kende. Sterker nog, het leek erop dat ze veel voor hem betekende. Eindelijk zou Daneyon zichzelf weer wat kunnen vermaken. 
‘Jammer dat ze er nu niet meer is.’ 
Die opmerking leek Nathan te verwarren. ‘Hoezo?’
‘Ik was wel in haar geïnteresseerd, dus ik ben haar gevolgd. Ze woont op zichzelf in een klein huisje. Ik zag in haar wel een… interessante Vampier. Regelmatig heb ik gekeken hoe het met haar ging, maar steeds meer roddels wezen erop dat ze een heks was. En, heksen bestaan, weet je. Dus ik besloot eerst in de gaten te houden of de roddels klopten. Ik kon nog wel een extra heks gebruiken die bij mij in het krijt stond. Maar…’ Daneyon liet een gepaste stilte vallen. Aan de blik van Nathan te zien zat hij raak: dit meisje betekende veel voor hem. ‘helaas is ze opgepakt wegens valse beschuldigingen. Aan het einde van de winter is ze in de kerker gegooid en twee dagen later is ze op de brandstapel gezet. Zonde. Ze had ons goed kunnen helpen.’ 
Demish
Internationale ster



De dolk was van haar.
Nathan had hem herkend het moment dat James de dolk erbij had gepakt en er mee was gaan spelen. Meteen waren er miljoenen vragen in hem opgekomen. Was James de reden geweest dat hij Kayra niet meer had gesproken. Nathan wist echter ook dat Kayra haar dolk al langer kwijt was geweest. Ze had het hem zelfs verteld. Ze was haar dolk kwijtgeraakt in een gevecht met een man. Misschien dat James, een jongeman die net iets langer een vampier was als Nathan, het gevecht met haar aan was gegaan. Het zou de tandafdrukken in haar arm hebben verklaard.
Terwijl James zich bezig had gehouden met het gooien en opvangen van het mes, had Nathan er over nagedacht. Hij had elke situatie in zijn hoofd afgespeeld en er waren momenten geweest waarop hij er iets over had willen zeggen, er naar had willen vragen. Nathan had echter maar al te goed door dat Dane hem in de gaten hield, wachtend op een moment waarop hij Nathan zijn zwakte zou kunnen zien en kunnen gebruiken om zichzelf te vermaken. Dat vermaak wilde Nathan de leider van de groep niet gunnen. 
Uiteindelijk had Nathan, uit pure nieuwgierigheid, gevraagd waar de dolk vandaan was gekomen.
Het antwoord beviel hem niet.
Hij had het bij het rechte eind gehad. Het was de dolk die Kayra had gebruikt om een man te vermoorden. Nathan kon zich nog goed herinneren hoe overstuur Kayra was geweest, en hoe verbaasd toen hij haar had verteld dat hij haar acties had begrepen en er geen ernst in zag. 
Wat er nu echter bij kwam kijken, was dat James toen nog een mens was geweest. Een mens onder dwang van een Vampier, namelijk van Dane. Het ergste was nog wel dat hij Kayra dus al een lange tijd in de gaten had gehouden. Nathan vroeg zich af of Dane dan ook wist wie hij was. Dat moest haast wel, anders had hij het verhaal vast niet aan Nathan willen verteld. Als Nathan ieder ander was geweest, had het verhaal over het meisje hem niet veel gedaan.
De opmerking van Dane, over dat Kayra er niet meer was, liet Nathan twijfelen. Hij had geweten dat ze niet meer in het dorp was geweest, maar hij had altijd gedacht dat dat ze weg was gelopen. Weg van de mensen die haar verdachten en weg van Nathan, die onwetend bezig was geweest met de behandelingen van zijn zusje en zijn eigen bruiloft.
‘Nee…’ zei Nathan, zonder nog aan de afspraak te denken die hij met zichzelf had gemaakt. Dane had hem al lang door. Hij had duidelijk gezien hoeveel Kayra voor hem had betekend. Het voelde als een mes in Nathan zijn rug om te horen dat Dane al die tijd al had geweten waar Kayra had gezeten: de kerkers. Daneyon had het mes nog eens omgedraaid door er aan toe te voegen dat ze het maar twee dagen had volgehouden en vervolgens op de brandstapel was beland. 
Kayra was dood.
Ze was dood en hij had er niks van gemerkt. Hij was niet bij de verbranding geweest, hij had niet eens geweten dat ze vast had gezeten in de kerkers. Hij had haar kunnen helpen. Nathan gebruikte zijn gave om mensen te manipuleren nauwelijks, maar hier had hij het wel kunnen doen. Hij had de bewakers kunnen dwingen om haar vrij te laten, haar kunnen helpen, misschien zelfs wat van zijn bloed kunnen geven zodat ze weer op de been had kunnen komen. Kayra had hem nodig gehad en hij was er niet voor haar geweest. 
Tranen glommen in zijn donkere ogen, maar hij weigerde het aan Dane en James te laten zien. Hij hield zijn kaken stevig op elkaar en zijn vingers omklemden de stof van zijn broek, alsof hij zichzelf tegen wilde houden. Dane probeerde hem uit te lokken. Het liefst stormde Nathan op hem af, maar Dane zou met gemak van hem winnen. Hij was veel ouder en sterker. Iets wat niet alleen door zijn leeftijd kwam, maar ook doordat hij mensenbloed dronk en Nathan probeerde te leven op dieren als herten en koeien.
‘Heb je er niets over te zeggen?’ vroeg Dane, duidelijk geamuseerd doordat Nathan zichzelf probeerde te weerhouden van een aanval.
Nathan snoof en kwam overeind. Hij wilde een stuk lopen, maar hij kon de grot niet uit. Het daglicht verpestte die optie voor hem. Dan kon hij nog maar één kant op.
‘Ik ga een stuk lopen,’ melde hij enkel, maar zijn stem liet zijn verdriet doorschemeren. Zo snel als hij kon liep Nathan verder de grot in. Het werd steeds donkerder, kouder. Het deed hem echter niets. Niets kon hem nog raken, niet zoals het verlies van Kayra dat had gedaan. 
Toen hij er zeker van was dat Dane en James ver genoeg uit de buurt waren, zakte hij tegen de muur aan naar beneden en liet hij zijn tranen geruisloos over zijn wangen stromen.
Kayra was echt weg en hij had er niks van gemerkt. 
--
De binnenkomst van haar broer met het verwarde meisje had Allysin behoorlijk aangegrepen. Van nature had ze voor het meisje willen zorgen en al snel was de zorg voor de jonge vrouw ook aan haar over gedragen. Iets wat maar goed was, want het meisje had het nauwelijks volgehouden toen ze de herberg was binnen gegaan. Ze was meteen omgevallen en het was Allysin wel duidelijk geweest dat het niet een slaap was waar ze in was beland, maar dat ze echt was flauw gevallen.
Zo snel als ze had gekund, had ze samen met haar broer het meisje naar haar kamer gebracht Daar had ze eerst nog aan haar broer gevraagd wat er precies was gebeurd. Hij had haar verteld dat hij de brunette tegen was gekomen in het bos, met gescheurde kleren en wonden over haar hele lichaam, maar vooral op haar rug. Volgens haar broer had ze nauwelijks kunnen lopen en had hij haar moeten ondersteunen tot aan de herberg zelf.
Omdat haar broer weer aan het werk had gemoeten, was Allysin bij het meisje gebleven. Ze had eerst voorzichtig de bladjes en stokjes uit de haren van het meisje gevist. Daarna had ze met een natte doek haar gezicht schoongemaakt. Een best mooi gezicht, had Allysin gezien.
Ook had ze met een mes, zo voorzichtig mogelijk, de achterkant van haar kleding opengemaakt. Allysin had gegokt dat het meisje er niet veel erg in zou hebben, omdat haar kleding toch al vies en kapot was geweest. Het beeld van de bebloede rug van het meisje had Allysin laten schrikken, maar ze was er niet voor terug gedeinsd. Ze had de rug zo voorzichtig mogelijk schoon geprobeerd te maken. Ze was opgelucht geweest toen ze had gezien dat het meeste bloed al ouder was geweest en opgedroogd was op  de huid van het meisje. 
Allysin had haar best gedaan om het meisje zo goed mogelijk te verzorgen. Ze had zelfs een kruidenmengsel op de rug van het meisje gesmeerd, waar de kamer nu sterk naar rook. Ze had schone kleding uitgezocht van haarzelf en deze alvast klaar gezet. Ook de haard in haar kamer had ze aangestoken, ondanks dat de winter al voorbij was en het steeds wat aangenamer werd buiten. Het meisje had echter al die tijd geslapen.
Allysin zelf had besloten om naar beneden te gaan en daar wat eten klaar te maken voor haar gast. Ze was ontzettend nieuwsgierig naar wat het meisje was overkomen. De wonden op haar rug leken van een zweep te komen, wat betekende dat ze misschien wel vast had gezeten en was ontsnapt. Als dat zo was, dan was het gevaarlijk om haar in huis te nemen. Allysin had echter ook medelijden met het meisje. Ondanks dat ze nu iets was gewassen en er een stuk netter uitzag, was ze nog steeds mager. Ze verdiende op z’n minst een paar dagen goede zorg. Daarnaast leek ze ook van dezelfde leeftijd als Allysin. Misschien dat de brunette iets ouder was. 
Met een goed gevuld dienblad liep ze weer naar boven. Toen ze de deur opende, zag ze dat het meisje wakker was geworden. Ze zat rechtop op haar bed. Twee bruine ogen keken wantrouwend Allysin haar kant op.
‘Waar ben ik?’ vroeg het meisje.
Allysin zuchtte en zette het dienblad neer op haar eigen bureau. Ze streek haar jurk recht en nam vervolgens plaats op de rand van het bed. ‘Je bent in een herberg. Mijn broer heeft je een paar uur geleden in het bos gevonden en je meegenomen. Weet je dat nog?’
Het meisje gaf niet meteen een reactie. ‘Ik dacht dat ik dat droomde.’
Allysin schudde haar hoofd. ‘Dat heb je niet. Hij heeft je meegenomen, maar je viel al flauw bij binnenkomst. Ik heb de opdracht gekregen om je te verzorgen. Ik heb geprobeerd om je wonden zo goed mogelijk schoon te maken, maar daarvoor moest ik wel je jurk kapot maken. Het spijt me, maar ik hoop dat je dat niet heel erg vindt,’ zei Allysin. Vervolgens gebaarde ze naar de kleding die ze klaar had gelegd. ‘Ik heb wat dingen van mezelf uitgekozen. Ook een nachthemd, als je dat liever hebt.’
Het meisje leek wat overweldigd te zijn voor de woorden van Allysin, misschien ook wel door de zorg die ze zomaar had gekregen.
‘Ik heb trouwens ook wat eten voor je. Brood, soep en een paar stukken fruit. Ik wil je niet beledigen, maar je ziet er niet uit alsof je dagen goed hebt gegeten. Je mag alles pakken wat je wil. Ik heb ook melk, van onze eigen koeien, en ik kan ook water voor je halen.’
Amarynthia
Internationale ster



Het was precies de snaar die hij had willen raken. Het was duidelijk dat het nieuws de jonge Vampier raakte, het meisje betekende veel voor hem. Mogelijk maakte Nathan dat wat losser. Mogelijk zette hij zijn menselijkheid uit en zou hij eindelijk een waardige Vampier worden. 
Het leukste was nog, dat het verhaal niet helemaal gelogen was. Daneyon was inderdaad nieuwsgierig geweest naar het meisje, dus hij was enkele keren bij haar langs geweest. Toen had hij ook gezien dat ze bezocht werd, maar hij had niet de link gelegd dat het Nathan was die daar langs was geweest. Ook was het niet gelogen dat het meisje gevangengenomen was vanwege hekserij, maar ze was niet daadwerkelijk op de brandstapel verschenen. Waar ze wel was, wist Daneyon niet en eerlijk gezegd verwachtte hij niet dat het nog een probleem zou opleveren. 
Ondanks dat Daneyon zijn vinger in de wond wilde drukken, besloot hij dat het misschien beter zou zijn om Nathan nu even alleen te laten. Als Daneyon nu naar hem toe zou gaan, zou hij zijn verdriet en woede op Daneyon af kunnen reageren. Het zou beter zijn wanneer Nathan zelf weer naar hem toe zou komen en dan zou Daneyon hem kunnen vertellen dat er een makkelijkere manier was om met de pijn om te gaan. 
Eigenlijk was het zijn plan om de rest van de dag vrijwel niks te doen, om de tijd te doden door James te irriteren, maar zijn plannen werden helaas al snel verstoord. 
Huilend knielde Julia bij hem neer. Ze pakte zijn handen beet en keek hem met betraande ogen aan. De andere twee volgden al snel. De een met een vrij geschokte blik, de ander eerder verveeld. ‘Victoria is dood.’ 
Daneyon kwam direct overeind, waarbij hij zijn handen uit de greep van Julia trok. Verloren zat ze op de grond. Victoria was een goede vriendin geweest van Julia en Julia was een emotioneel wrak op sommige momenten. Maar juist die kwetsbaarheid zorgde ervoor dat hij om haar gaf. 
‘Wat is er gebeurd?’ 
‘Luke,’ antwoordde Matthew. ‘We waren opgesplitst. Lexy en ik waren samen door het bos gaan lopen en waren een herberg op het spoor. We zaten in een van de bomen om een plan te verzinnen om bij de herberg aan te kloppen en net toen we op een idee waren gekomen, hoorden we Julia.’ 
Julia kwam wankelend overeind en veegde haar tranen weg. Ze ademde diep in, waarna ze haar verhaal begon met een trillende stem. ‘We waren gewoon wat aan het geinen. Er was een middelbare man in de buurt en we maakten er een wedstrijdje van wie als eerste bij hem zou komen. Natuurlijk liep Victoria voor, ze is tweehonderd jaar ouder dan ik.’ Die uitspraak leek haar te beangstigen, alsof haar 130 jaar korte leven elk moment gestopt kon worden. ‘En net toen ik in de buurt kwam, zag ik hoe Luke zijn hand in haar borstkas stak.’ Een rilling gleed over haar rug, terwijl de tranen over haar wangen bleven glijden. ‘Hij kneep in haar hart alsof het speelgoed was. Ik vertelde haar dat hij haar moest laten gaan, maar…’ 
‘In plaats daarvan trok hij zijn hart uit haar borstkas,’ vulde Daneyon haar aan. Hij kende Luke lang genoeg. Daneyon was wreed, maar Luke was minstens zo erg. Daneyon nam Julia’s gezicht tussen zijn handen. ‘Het is oké. Waar is ze nu?’ 
‘Ergens middenin het bos. We kunnen je er naartoe brengen,’ vertelde Matthew. 
Daneyon knikte en liet Julia los. ‘Graag. James, Julia en Lexy, jullie blijven hier. Pas goed op de nieuwe.’ 
‘Wacht,’ zei Julia aarzelend. ‘Hij zei nog iets. “Wens Daneyon veel plezier met zijn nieuwe Vampiertje.”’
_
De zorg van het meisje overdonderde haar. Sterker nog, het gaf haar zowat een benauwd gevoel. Een angst die ze ook had gehad toen Nathan voor haar deur had gestaan. Wie had ooit gedacht dat ze zoveel om die jongeman zou geven? 
Kayra wilde niet afhankelijk zijn. Ze had op een wrede manier moeten ontdekken hoe ze voor zichzelf moest zorgen, hoe ze moest overleven. Lange tijd had ze alleen gewoond, had ze amper haar stem gebruikt in verband met gebrek aan mensen om haar heen. Twee keer was ze een persoon waarom ze gaf verloren op brute wijze, twee keer had ze moeten ontdekken wat voor demonen er in de mens woonden. Maar Nathan had haar geleerd dat niet iedereen zo was. Niet iedereen was kwaadgezind. Er waren uitzonderingen. Nathan was een uitzondering. Podrick was een uitzondering. En misschien was dit meisje tegenover haar ook een uitzondering. 
Kayra’s blik richtte zich tot het eten dat op haar nachtkastje stond. Haar maag verging van de honger, maar tegelijkertijd voelde ze zich misselijk. Misselijk van de pijn, misselijk van vermoeidheid en misselijk vanwege het idee dat ze Nathan nooit meer zou zien. Toch pakte ze de mok met soep en nam deze op haar schoot. Met trillende handen bracht ze de mok naar haar lippen nam ze een slok van de hete, zoute vloeistof. Het was alsof de vloeistof haar betoverde en liet ontspannen. Van genot sloot Kayra haar ogen en nam ze nog een grote slok. 
‘Ik hoop dat het smaakt,’ klonk het meisje. Kayra opende haar ogen en bracht de mok omlaag. Ze knikte kort en probeerde haar vijandigheid aan de kant te zetten. 
‘Het smaakt goed,’ zei ze zacht. Het voelde onwennig om de hulp van een vreemdeling aan te nemen. 
Haar antwoord leek het meisje goed te doen. ‘Mooi. Ik zal straks met vader overleggen hoelang je kunt blijven.’ 
Kayra schudde haar hoofd. ‘Dat is niet nodig. Ik waardeer jullie hulp enorm, maar het is niet nodig. Vanavond zal ik vertrekken.’ 
Het meisje keek haar met grote ogen aan en kwam naast haar zitten. ‘Ben je gestoord? Je kunt zo niet gaan, dat houd je nog geen dag vol.’ Daar kon ze weleens gelijk in hebben. ‘Blijf in ieder geval tot je weer wat aangesterkt bent. En, misschien kun je zelfs langer blijven als je daarna wat helpt in de herberg. Het zijn drukke tijden en alle hulp is welkom.’
Twijfelend keek Kayra naar de mok in haar handen. Voor ieder ander was het een perfect aanbod. Gratis verblijf en eten, personen die naar je omkeken. Het klonk haast te mooi om waar te zijn. Maar iets in Kayra leek zich te willen verzetten tegen alle hulp. Het liefst zou ze vandaag nog vertrekken. Ze was liever eenzaam en zelfstandig, dan afhankelijk in gezelschap. 
‘Weet je wat?’ zei het meisje uiteindelijk. ‘Wacht anders vandaag af. Als het goed gaat, dan blijf je. Als we je ook maar een idee geven om te vertrekken, dan ga je. Geef het een kans.’ 
Het meisje klonk oprecht vriendelijk en haar grote, blauwe ogen bevestigden dat. Een dag blijven kon geen kwaad, toch? Aarzelend knikte ze, waarna ze de restjes van haar soep opdronk. 
De glimlach op het meisje haar gezicht werd groter. ‘Mooi! Kom, laat me je wassen. Je ziet eruit alsof je wel een opknapbeurt kan gebruiken.’
Demish
Internationale ster



Eerst kwam het verdriet.
Het immense verdriet scheurde hem erger dan dat het ooit had gekund. Hij had gedacht dat hij na de dood van Leah nooit meer zoveel pijn zou kunnen voelen als dat hij toen had gedaan. Het nieuws dat zijn zusje hem had verlaten, was hem zwaar gevallen. Dit verdriet voelde echter nog vele malen erger aan. Nathan herinnerde de toespraak van Dane nog maar al te goed, over dat zijn gevoelens en persoonlijkheid waren versterkt nu hij een vampier was geworden, maar hij had nooit gedacht dat verdriet zo zou kunnen voelen. Dat elke cel, elk bloedvat en elk bot het verdriet zou voelen. Zijn lichaam voelden zwaar, zijn toekomst leek uitzichtloos nu hij wist dat hij Kayra nooit meer zou kunnen zien. Ze zouden nooit meer samen op jacht kunnen gaan, hij zou haar nooit meer wat extra’s kunnen brengen. Alle herinneringen die hij aan haar had, waren nu slechts dat: herinneringen. En ze zouden nooit meer kunnen worden aangevuld.
Nadat het verdriet door zijn lichaam had getrokken, kwam de schuld. Nathan, de lieve, gevoelige jongen die hij was, voelde zich schuldig. Hij was zo druk bezig geweest met Leah, met Charlotte. Met alles in zijn leven, behalve Kayra. Hij had niet eens gemerkt dat ze was opgepakt, dat ridders haar huis waren binnen gedrongen en dat ze waarschijnlijk had moeten vechten voor zijn leven. Kayra had het verschrikkelijk gehad en hij was er niet geweest om haar te helpen, terwijl ze dat wel andersom had gedaan. Ze had hem haar geld geschonken om Leah te behandelen. Een goede daad die nu ook in rook op was gegaan, want het had niet geholpen. Kayra had al haar geld aan hem gegeven en vervolgens was Leah alsnog dood gegaan.
Hoe had hij het niet kunnen merken? Hoe had hij niet kunnen weten dat zijn beste vriendin was meegenomen en vervolgens was verbrand op het plein van het dorp? Hij was er niet eens bij geweest, hij had haar niet geprobeerd te helpen. Wat zou Kayra op haar laatste momenten hebben gedacht? Zou ze boos op hem zijn geweest, omdat hij er niet voor haar had kunnen zijn? Of was ze er van overtuigd geweest dat het beter zou zijn geweest als hij er niet van had geweten, omdat hij een heel ander leven aan het opzetten was geweest. Een leven zonder haar.
Nathan had dat echter nooit gewild. Zelfs al zou hij zijn getrouwd met Charlotte, dan had hij Kayra nog altijd in zijn leven willen houden, Kayra was zijn maatje, de enige persoon op de gehele wereld die hem zo goed begreep dat ze hem alleen maar aan hoefde te kijken om te weten wat hij had bedoeld. Ze had het goed kunnen vinden met Leah en Nathan wist zeker dat als zijn ouders, Kayra een kans hadden gegeven, dat ook zij wel bij zouden zijn gedraaid. Ze was misschien niet de charmante Charlotte geweest, maar Nathan had ook nooit om Charlotte kunnen geven zoals hij dat om Kayra had gedaan.
En nog steeds deed.
In de dagen die volgden werd Nathan geconsumeerd door pijn, schuld en verdriet. Het enige waar hij nog aan kon denken, was Kayra. Hij wilde haar terug, hij wilde de tijd terug draaien en haar helpen. Er waren zoveel dingen die hij wilde, maar hij wist dat het allemaal hopeloos weg. Zijn gevoelens aten hem op alsof hij maar een klein tussendoortje was en Nathan kon het niet meer aan. Hij kon niet meer leven met het gemis van Kayra, met de kennis dat hij haar had kunnen helpen als hij haar meer in de gaten had gehouden. De dood van Kayra voelde aan alsof het zijn schuld was, alsof hij er iets aan had kunnen doen als hij nog in de buurt was geweest. De gevoelens waren te zwaar voor hem om te dragen en toen de rest van de vampieren-groep in het zonlicht naar buiten was gegaan, had Nathan de beslissing gemaakt. 
Hij wilde niets meer voelen.

Toen Dane, tegen de avond, samen met de groep weer terug was gekomen van hun jacht, kon Nathan zien dat hij aangenaam verrast was. Dane had hem nooit als een echte vampier beschouwd, omdat Nathan had geprobeerd niemand pijn te doen en het hem ook nog redelijk was gelukt. Nu Nathan echter zijn gevoelens uit had gezet, leek het alsof zijn hele lichaam en brein anders werkten.
Zijn instincten kwamen meer naar boven. De honger die hij voelde leek heviger, maar ook minder belemmerend. Het bloed dat hij had geroken van een voorbijganger die een avondwandeling had gemaakt en opeens had hij zichzelf niet meer tegen willen houden. Hij had zichzelf niet meer tegen hoeven houden.
In de grot zat Nathan, zonder de trieste blik die ze van hem waren gewend. Zijn uitdrukking vertelde hen vrijwel niets, maar het levenloze lichaam van een man op de grond kon hen het hele verhaal vertellen. De bloederige wonden, het opengescheurde vlees. Nathan had iets gedaan wat hij nog nooit eerder had gedaan: hij had een mens vermoord. Het meest bijzondere was nog dat hij er niets om leek te geven.
‘Gaan jullie alleen nog maar staren of?’ Nathan kwam overeind. Nu hij meer in het licht kwam, was te zien dat het opgedroogde bloed van de man nog aan zijn lippen kleefde. 
‘Wat is er gebeurd?’ vroeg Julia, wie zelf nog steeds leek te rouwen om wat er met haar vriendin Victoria was gebeurd.
‘Ik denk dat ik dat wel weet,’ zei Dane, wie vervolgens op Nathan afstapte. De felblauwe ogen van zijn leider hielden hem goed in de gaten, terwijl hij langzaam om Nathan heen cirkelde. ‘Je hebt je gevoelens uitgezet, of niet, Nathan?’
Nathan haalde enkel zijn schouders op. ‘Er was een probleem, dat is er nu niet meer.’ Nathan herinnerde zich plots iets. Nadat Dane bekend was gemaakt met de dood van Victoria, waren ze naar haar lichaam toe gegaan en hadden ze haar daglichtring van haar lichaam af genomen. Een ring die nu niet gebruikt werd. Nathan kon, als nieuwe vampier, nog steeds niet rondlopen in de zon. Iets wat hij nu wel wilde. Eerst was hij bang geweest dat als hij rond zou lopen in de zon en meer onder de mensen zou komen, hij zich niet in zou kunnen houden. Daar had hij nu geen reden meer voor.
‘Ik wil de ring van Victoria.’
‘Wat laat je denken dat ik die zomaar aan je zou overhandigen?’ vroeg Dane, maar Nathan merkte aan hem dat deze gebeurtenis hem goed deed. Dat dit precies was wat Dane had gewild en Nathan had het nu aan hem gegeven.
‘Ik wil mee naar buiten, dat kan niet zonder die ring. Als je hem niet voor mij had willen bewaren, dan had je hem al lang weg gegooid.’
‘Misschien hebben we hem wel bewaard omdat hij voor Victoria was. Iemand die al langer bij ons was dan dat jij op deze aarde rondloopt,’ snauwde Julia en ze liep al op Nathan af, maar Dane hield haar tegen door zijn hand voor haar te houden.
‘Rustig, Julia. Nathan is nu minder gevoelig voor al dat gesnauw van je. Misschien zou je een voorbeeld aan hem moeten nemen.’ Julia snoof enkel op dat voorstel.
Dane liep naar de spullen die ze hadden verzameld in de grot. Hij pakte de ring van Victoria en liep vervolgens terug naar Nathan. De ring werd voor zijn neus gehouden, maar Nathan wist beter dan hem meteen te pakken.
‘Je hebt één kans. Verpest het niet.’
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste