Paran0id schreef:
►"No..," stamelde hij vol ongeloof. Talmend zakte zijn lichaam ineen, door zijn knieën gegaan indien hij zijn blik vestigde op het bloederige beeld. Een levenloze jongeman die zo bleek als sneeuw leek te zijn werd zijn uitzicht. Onbezield lag het er op de koude straatstenen van de steeg, omringd door een poel van bloed. Twee lichte ogen staarden in de diepte van de nacht, gevormd door het donkerte om hen heen, en geen teken van beweging werd getoond. Enige tranen die stroomden over zijn wangen werden acuut gestopt alhoewel het vocht zich bleef verspreiden. Het haalde Jack zijn adem uit zijn keel weg, gestokt onderwijl hij suf zijn handen op een paar van de verwondingen op de borstkas drukte. Het bloed voelde hij plakken tegen zijn handpalmen. IJzig en naar, noch hield niets hem ervan weer om het te proberen. Zichzelf voor te houden dat wat hij zag een droom was of beter gezegd een nachtmerrie. Zijn hoofd schudde hij uit radeloosheid heen en weer, voordat hij uiteindelijk zijn hoofd ophief. Verscholen in de schaduwen zocht hij het ene gedaante op dat hij nooit had willen waarnemen. De spanning was om te snijden, maar vreemd genoeg wist Jack zijn mond te openen nadat het zwijgen hem voor even volledig over had genomen.
"W-What've you done.."
---
Stapvoets liep hij door de gangen van het safehouse. Het geschreeuw kwam niet meer bij hem binnen net als de vele bendeleden aan wie hij finaal voorbijliep, stil en wel. De mobiel in zijn handen bleek het enige te zijn dat ertoe deed voor hem op het moment. Vastgeknepen tussen zijn vingers, geconcentreerd wachtende op dat ene telefoontje dat hem beter nieuws kon brengen. Een waardeloos idee misschien, denkend dat het allemaal goed zou komen. Wonderen gebeurden niet. Ze bestonden niet, maakte hij zichzelf wijs. Toch leek het geen invloed op zijn doen te hebben. Hetzelfde apparaat bleef fijngeknepen in zijn handpalmen te vinden bij het weglopen van zijn eigen kamer. Grote wallen stonden onder zijn ogen, zichtbaar uitgekomen op zijn lichtgetinte huid. Hij zag er slecht uit vergeleken met zijn eerdere toestand. Zelfs de pogingen voor het behouden van zijn stalen gezicht - dat hij normaal gesproken altijd voor elkaar wist te krijgen - werd onbekommerd geloosd. De vermoeidheid en onrust namen hem over, zijn ongevoelige blikken verwisseld voor zijn bedachtzame gelaat en als er iets was dat er opviel, was het dat Jack's handen ietwat begonnen te trillen. Het verschijnsel dat aan zou worden gezien voor de woede die hij vaak moeilijk wist te uiten kwam aan het licht. Enkel voelde hij minder boosheid dan het zou moeten veroorzaken; sterker nog, het stond juist voor paniek. Iets dat Jack niet vaak had gevoeld en hem, al had hij het pas een hele dag aan moeten voelen, nu al gek wist te maken. Hij wist niet hoe hij de woorden uit moest brengen om alles te kunnen verklaren. Geen redelijke gedachte zorgde ervoor dat hij het kon brengen zoals het moest, maar het hield hem wel op de been. Een omweg nemen zou hem niet het komende gedoe besparen. Het kon immers de tijd uitstellen totdat het zover was, niet zijn hoofd van de chaos ontdoen die zich er al urenlang bevond. In plaats van zich af te sluiten van de rest ging Jack dan ook recht naar het probleem toe. Zijn twijfels zette hij opzij evenals protest. Ze hoorde het te weten, en wel door hemzelf dan dat zijn huisgenoten het zouden overbrengen.
De ruimte waar hij naar opzoek was had hij tot zijn grote afkeer sneller gevonden dan hij had verwacht. Hij had gepland om er rustig heen te lopen, nadenkend in de tijd die hij overhad over hoe hij het zou vertellen. Jack zou er niet omheen draaien had hij zichzelf beloofd. Vertellen wat nodig was, haar steun bieden als het werkelijk moest en haar ervan overtuigen dat zelfs tegen zijn eigen geloof in, alles goed zou komen. Het klonk als een goed plan in zijn oren. Oprecht en rechtvaardig, echter werden de woorden uit zijn mond gehaald zodra hij dan eindelijk voor de deuropening stond. De houten deur sloot hem niet buiten de ruimte, integendeel. Het stond zowat wagenwijd open voor hem om de kamer te betreden. Het was haast te gemakkelijk, te voorspelbaar, of niet soms?
Wantrouwig naar wat hij er kon aantreffen ging zijn blik in een raas door de kamer. Als Addison er echt was zoals Gabriel hem het had verteld, waarom zou ze dan ongeboeid in een open cel zitten? Het was alsof ze aan het wachten was voor de vampierjagers om haar wederom weg te halen uit hun omgeving. Rondom hem leek ze bang te zijn, de aantal dagen geleden wilde ze niet eens alleen in zijn kamer wachten. Wat maakte dan dat ze zich ongegeneerd zo'n doelwit wilde maken?
"Addison?" Zachtjes werd zijn stem hoorbaar gemaakt. De aarzelende ondertoon rolde over zijn lippen, maar naar het antwoord op de vraag hoefde hij niet lang te zoeken. Addison was vreemd genoeg wel degelijk in de kamer van de nieuwe jongen te zien. Ze had hem gezelschap gehouden, precies hetgeen dat hij gehoord had. Alleen was het verder gegaan dan praten als vrienden ofwel de jonge Genovese op zijn gemak stellen. Liggende in zijn armen zat ze er te slapen. Tevreden en stil, dichterbij dan Jack haar had verwacht te vinden bij iemand anders. Een onwetende frons verscheen op zijn gezicht die hij van de twee afwendde. "I can't do this.." Het ongemak groeide in hem, zijn spraakzaamheid was volledig verdwenen en al gauw maakte hij aanstalten om terug te gaan naar zijn kamer. Doen dat er niets plaats had gevonden klonk ineens veel beter dan hij eerst gedacht had.