Envy schreef:
Ryth's ogen vielen op Asa en die andere jongen, zonnebril-gozer. Hij gaf het niet graag toe, maar hij was geïnteresseerd in Asa. Hoewel, meer in de gedachtes en herinneringen van Asa, om eerlijk te zijn. Ondanks dat Ryth wist dat hij een risico liep, vooral met die zwarte waas die zo snel vooruit sprong, kon hij het niet laten. Hij wilde weten wat er rondging in de gedachtegang van Asa, en daarom deed hij iets heel erg onfatsoenrijks. Hij hoefde geen oogcontact om zijn gave te gebruiken, zolang hij zich maar in een bepaalde straal van het doelwit bevond. Asa was dichtbij genoeg om even...
Voordat hij het wist stond Ryth in de gedachtegang van Asa, praktisch naar binnen gezogen wegens zijn verlagen en nieuwsgierigheid. Hij keek rond, voorzichtig, en liet zijn handen over een paar deuren glijden zonder dezen te openen. Zijn aandacht werd getrokken door een bepaalde deur, en hij openende hem voorzichtig, en deed een stille stap naar binnen.
"Asa Benjamin Ford jij gaat naar het winterbal of ik breek mijn belofte neem je lichaam over en sleep je ernaartoe." Zei een stem, en Ryth keek gefascineerd naar de twee onmenselijke figuren in de kamer, wat waarschijnlijk Asa's kamer in dit gebouw was. Ryth voelde de gedachtes en emoties die Asa had, en de andere twee dingen. Hij hoorde hun namen en gesprekken door de ruimte weergalmen, samen met een overweldigend gevoel van lust wat hij niet kon plaatsen, en dus maar bij de herinnering schoof, want het zou Ryth verbazen als het zijn eigen gevoel was.
"Oeh ik weet wie je moet meevragen die nieuwe jongen." Een roze, heksachtige vrouw lag op Asa's bed. Nee, geen heks...
'Demon.' Zei Ryth, zijn ogen schoten open en hij was weer in de normale wereld, nog steeds staande bij zijn tafel. Hij voelde zich niet onverklaarbaar leeg, wat betekende dat hij deze keer geen herinneringen was kwijtgeraakt. Hij keek op, richting Asa en glimlachte.
'Demonen, eh? Interessant.' Mompelde hij terwijl hij langs de tafel van Asa liep, richting de uitgang van de zaal. Hij wist dat Asa hem waarschijnlijk kon horen. 'En ik mag die Sitri wel.'