Demish schreef:
Het uitstapje naar de markt was een stuk minder vredig geworden op de terugweg. Plots had er iemand voor haar gestaan en had ze Linn een brief overhandigd. Voordat ze een vraag had kunnen stellen, was de mysterieuze vrouw al vertrokken. Lang had Linn niet na hoeven denken over wie de afzender had kunnen zijn. De brief had het zegel van de Mikaelsons, net zoals de andere twee die ze onder haar kussen bewaarde.
Ze had de brief diep in de zak van haar rok gestopt en geprobeerd om er niet aan te denken. De stilte van Allister, die ze normaal altijd waardeerde, had er echter voor gezorgd dat ze aan niets anders had kunnen denken dan de inhoud van de brieven. Waren het spijtbetuigingen en smeekbedes, of vormde zijn zinnen samen een afscheid? Het was vrij gemakkelijk om antwoord te krijgen op haar vragen, maar tot op het heden had ze zichzelf er nog niet toe kunnen zetten om de brieven te openen.
Het ritje met de paarden kon haar gedachten ook niet verzetten. Sterker nog, Naylene leek op te merken dat er iets aan de hand was.
De reden dat ze Naylene nog niet had verteld over de brieven was simpel. Het contact met de familie had Naylene niet veel goeds gedaan. Ze had nog steeds nachtmerries over Niklaus en Linn wist hoeveel zorgen ze zich maakte om haar vriendschap met Finn. Naylene had het goed hier, bij Meggy en Allister. Dat was niet iets wat Linn wilde verpesten.
Aan de andere kant hadden ze beloofd om zo eerlijk mogelijk tegen elkaar te zijn. Alleen op die manier zou hun vriendschap werken.
Linn haar hand gleed in de diepe zak van haar rok. Haar vingers raakten het papier en er trok een rilling over haar rug. Ze had nooit gedacht dat wat papier en iets inkt zoveel in haar los kon maken.
‘Elijah heeft me geschreven,’ fluisterde ze. Ze durfde bijna niet op te kijken naar Naylene. Ze wist niet welke reactie ze moest verwachten. Naylene keek niet haar kant op, maar hield haar ogen strak gericht op het pad voor zich. Haar schouders stonden recht, maar Linn zag dat ze de teugels steviger vastnam.
‘Oh.’ Haar antwoord was vlak. Te vlak. Linn liet de brief los en haalde haar hand weer uit haar zak. Ze kon niet peilen of Naylene geraakt was dat ze het niet eerder had gedeeld, of dat er iets anders was wat haar nu bezighield. Ondanks dat haar verscherpte zintuigen een hoop konden oppikken, was Naylene soms moeilijk te doorgronden.
‘Hoe lang al?’
Daar moest Linn over nadenken. Ze had drie brieven in totaal ontvangen. Tussen elke brief had een ruime tijd gezeten. ‘De eerste ontving ik toen we hier een paar weken waren. De tweede was misschien een maand geleden? Ik weet het niet meer zo goed.’
Weer probeerde ze Naylene in te schatten, maar het bleef moeilijk. Het enige wat ze merkte, was dat Naylene niet liet zien wat er in haar hoofd omging. ‘Vandaag was de derde. Maar ik heb geen van de drie nog geopend.
Er kon zoveel in staan, waardoor ze niet wist wat ze kon verwachten. Wat als zijn woorden haar teleur zouden stellen? Want als hij vast zou blijven houden dat hij de juiste keuze had gemaakt, en dat hij aan Niklaus zijn kant stond? Linn wist niet of haar woorden enig effect op hem hadden gehad. Ze hoopte van wel, maar ze durfde niet meer te zeggen dat ze wist hoe Elijah in elkaar zat. Ze had gedacht hem te kennen, maar hij had haar verrast met zijn reactie. Wat als er nog meer nare verrassingen op haar stonden te wachten?
Naylene liet haar paard stoppen, waardoor Linn gedwongen werd hetzelfde te doen. Ze draaide de merrie iets, zodat ze naar Naylene kon kijken.
‘Als Elijah jou heeft gevonden, dan kan Niklaus dat ook.’ Voor het eerst zag Linn iets van emotie in Naylene haar gezicht. Angst. Angst voor het monster in haar dromen, dat misschien wel werkelijkheid zou worden.
Het was een gedachte waar Linn over na had gedacht, maar ook eentje die ze snel had laten varen. Als Niklaus hen echt had willen vinden, dan had hij dat al gedaan. Daardoor geloofde Linn dat ze niet langer gevaar liepen. Al zou dat de angst van Naylene niet wegnemen.
‘Mijn hoop is dat Niklaus niet naar ons opzoek is.’ Ze kon het niet met zekerheid zeggen. Ze had geen idee. Maar ze hoopte dat, ondanks alles wat er was gebeurd, Elijah haar zou waarschuwen als zij en Naylene gevaar liepen.
‘Hoop is niet voldoende,’ zei Naylene hoofdschuddend.
‘Lees jij ze dan,’ gooide Linn eruit. Naylene keek verward naar haar. Linn haalde de brief uit haar zak en hield hem omhoog. ‘Jij kan ze lezen. Misschien heeft hij iets over Niklaus geschreven wat je gerust kan stellen.’
Het was maar een idee en Linn wist niet in hoeverre het zou werken. Er bestond een kans dat Elijah niet over zijn broer had geschreven. Tegelijkertijd wist Linn ook niet of zijn woorden wel voor Naylene bestemd waren, maar ergens vond ze het prettig als Naylene degene zou zijn die het eerst zou lezen. Zij zou wellicht in kunnen schatten of het haar goed zou doen, of dat ze de brieven beter zou kunnen negeren.
‘Jouw brieven lezen?’ vroeg Naylene.
Linn knikte snel. ‘Ik wil dat je je veilig voelt, Nay. En als de brieven daar iets aan kunnen bijdragen, dan kan ik ze niet van je weghouden. Niet als ze je ook maar iets rust kunnen geven.’
Het uitstapje naar de markt was een stuk minder vredig geworden op de terugweg. Plots had er iemand voor haar gestaan en had ze Linn een brief overhandigd. Voordat ze een vraag had kunnen stellen, was de mysterieuze vrouw al vertrokken. Lang had Linn niet na hoeven denken over wie de afzender had kunnen zijn. De brief had het zegel van de Mikaelsons, net zoals de andere twee die ze onder haar kussen bewaarde.
Ze had de brief diep in de zak van haar rok gestopt en geprobeerd om er niet aan te denken. De stilte van Allister, die ze normaal altijd waardeerde, had er echter voor gezorgd dat ze aan niets anders had kunnen denken dan de inhoud van de brieven. Waren het spijtbetuigingen en smeekbedes, of vormde zijn zinnen samen een afscheid? Het was vrij gemakkelijk om antwoord te krijgen op haar vragen, maar tot op het heden had ze zichzelf er nog niet toe kunnen zetten om de brieven te openen.
Het ritje met de paarden kon haar gedachten ook niet verzetten. Sterker nog, Naylene leek op te merken dat er iets aan de hand was.
De reden dat ze Naylene nog niet had verteld over de brieven was simpel. Het contact met de familie had Naylene niet veel goeds gedaan. Ze had nog steeds nachtmerries over Niklaus en Linn wist hoeveel zorgen ze zich maakte om haar vriendschap met Finn. Naylene had het goed hier, bij Meggy en Allister. Dat was niet iets wat Linn wilde verpesten.
Aan de andere kant hadden ze beloofd om zo eerlijk mogelijk tegen elkaar te zijn. Alleen op die manier zou hun vriendschap werken.
Linn haar hand gleed in de diepe zak van haar rok. Haar vingers raakten het papier en er trok een rilling over haar rug. Ze had nooit gedacht dat wat papier en iets inkt zoveel in haar los kon maken.
‘Elijah heeft me geschreven,’ fluisterde ze. Ze durfde bijna niet op te kijken naar Naylene. Ze wist niet welke reactie ze moest verwachten. Naylene keek niet haar kant op, maar hield haar ogen strak gericht op het pad voor zich. Haar schouders stonden recht, maar Linn zag dat ze de teugels steviger vastnam.
‘Oh.’ Haar antwoord was vlak. Te vlak. Linn liet de brief los en haalde haar hand weer uit haar zak. Ze kon niet peilen of Naylene geraakt was dat ze het niet eerder had gedeeld, of dat er iets anders was wat haar nu bezighield. Ondanks dat haar verscherpte zintuigen een hoop konden oppikken, was Naylene soms moeilijk te doorgronden.
‘Hoe lang al?’
Daar moest Linn over nadenken. Ze had drie brieven in totaal ontvangen. Tussen elke brief had een ruime tijd gezeten. ‘De eerste ontving ik toen we hier een paar weken waren. De tweede was misschien een maand geleden? Ik weet het niet meer zo goed.’
Weer probeerde ze Naylene in te schatten, maar het bleef moeilijk. Het enige wat ze merkte, was dat Naylene niet liet zien wat er in haar hoofd omging. ‘Vandaag was de derde. Maar ik heb geen van de drie nog geopend.
Er kon zoveel in staan, waardoor ze niet wist wat ze kon verwachten. Wat als zijn woorden haar teleur zouden stellen? Want als hij vast zou blijven houden dat hij de juiste keuze had gemaakt, en dat hij aan Niklaus zijn kant stond? Linn wist niet of haar woorden enig effect op hem hadden gehad. Ze hoopte van wel, maar ze durfde niet meer te zeggen dat ze wist hoe Elijah in elkaar zat. Ze had gedacht hem te kennen, maar hij had haar verrast met zijn reactie. Wat als er nog meer nare verrassingen op haar stonden te wachten?
Naylene liet haar paard stoppen, waardoor Linn gedwongen werd hetzelfde te doen. Ze draaide de merrie iets, zodat ze naar Naylene kon kijken.
‘Als Elijah jou heeft gevonden, dan kan Niklaus dat ook.’ Voor het eerst zag Linn iets van emotie in Naylene haar gezicht. Angst. Angst voor het monster in haar dromen, dat misschien wel werkelijkheid zou worden.
Het was een gedachte waar Linn over na had gedacht, maar ook eentje die ze snel had laten varen. Als Niklaus hen echt had willen vinden, dan had hij dat al gedaan. Daardoor geloofde Linn dat ze niet langer gevaar liepen. Al zou dat de angst van Naylene niet wegnemen.
‘Mijn hoop is dat Niklaus niet naar ons opzoek is.’ Ze kon het niet met zekerheid zeggen. Ze had geen idee. Maar ze hoopte dat, ondanks alles wat er was gebeurd, Elijah haar zou waarschuwen als zij en Naylene gevaar liepen.
‘Hoop is niet voldoende,’ zei Naylene hoofdschuddend.
‘Lees jij ze dan,’ gooide Linn eruit. Naylene keek verward naar haar. Linn haalde de brief uit haar zak en hield hem omhoog. ‘Jij kan ze lezen. Misschien heeft hij iets over Niklaus geschreven wat je gerust kan stellen.’
Het was maar een idee en Linn wist niet in hoeverre het zou werken. Er bestond een kans dat Elijah niet over zijn broer had geschreven. Tegelijkertijd wist Linn ook niet of zijn woorden wel voor Naylene bestemd waren, maar ergens vond ze het prettig als Naylene degene zou zijn die het eerst zou lezen. Zij zou wellicht in kunnen schatten of het haar goed zou doen, of dat ze de brieven beter zou kunnen negeren.
‘Jouw brieven lezen?’ vroeg Naylene.
Linn knikte snel. ‘Ik wil dat je je veilig voelt, Nay. En als de brieven daar iets aan kunnen bijdragen, dan kan ik ze niet van je weghouden. Niet als ze je ook maar iets rust kunnen geven.’