Lespoir schreef:
Koude regen was voelbaar op haar huid waardoor haar armen vrijwel meteen volstonden met kippenvel. Ze trok het vest dat ze rond haar middel gebonden had aan om de kou te breken terwijl ze om haar heen keek om eventueel een gebouw te vinden. Ze had geen thuis. Sinds de walkers haar moeder klemgezet hadden en Aryana moest vluchtten, had ze nooit ergens gewoond. Af en toe had ze het geluk een motel te vinden waar ze kon overnachten. Meestal verzon ze een plan waardoor ze ongezien het motel kon verlaten zodat ze niet hoefde te betalen. De trucjes die ze van haar vader geleerd had konden af en toe toch eens van pas komen.
Ze betrad het eerste de beste gebouw dat ze tegen kwam door met een vlotte beweging door het kleine raam te klimmen. Ze was behendig als het aankwam op gebouwen binnen raken zonder een deur te hoeven gebruiken. Meestentijds deed ze geeneens de moeite om te kijken of de deur open was, het was vermoedelijk dat de deur gesloten was. Met haar hand zocht ze de lichtknop zodat ze het duidelijk kleine kamertje kon verlichten. Ze botste overal tegen doordat ze geen steek zag. Toen ze uiteindelijk de lichtknop had gevonden, drukte ze het in. De lamp gaf minder licht dan ze had gehoopt. Ze stond in een droge ruimte, dat was het voornaamste.
Haar passen baande ze iets verder het gebouw in. Nadat ze door het raam geklommen had, kwam ze terecht in een soort opslagruimte vol met vreemde flesjes waar vloeistoffen inzaten die denkelijk gebruikt werden om proeven mee uit te voeren in een laboratorium. Zoals ze verwachtte kwam ze in een erg groot laboratorium uit. De ruimte werd verlicht door slechts enkel een lampullen. Enkelen werkte, maar sommigen begonnen langzaam te flikkeren. De oorzaak daarvan was dat het er redelijk donker was.
Enkele voetstappen waren hoorbaar. Ze was niet alleen. Naarmate ze verder wandelde door het laboratorium heen, drong een soort grommend geluid haar oren binnen. Een geluid dat ze vaag herkende.
"Damnit," mompelde ze haast onhoorbaar toen ze een walker slechts tien meter van haar af zag staan. Acuut stopte ze met wandelen. In een fractie van een seconde veranderde haar hartslag van een rustig naar een uitermate snel tempo. Talloze brokstukken lagen verspreid in het gebouw dat een laboratorium voor moest stellen. Ijzeren rekken waren omgevallen waardoor er allerlei glasscherven op de grond lagen, vooral reageerbuisjes. Vluchtig keek ze om haar heen om een uitweg te vinden, al had ze weinig succes. Ze stond vast tussen de vreemde wezens die walkers werden genoemd. Ze probeerde haar ademhaling zo stil mogelijk te houden, zodra ze haar in hun vizier hadden was ze er geweest. Weinig goede herinneringen had ze overgehouden aan de zombies. Een keer had ze van de vreselijke schepsels kunnen ontsnappen, maar een tweede keer zou moeilijk worden. Haar eerste poging was al uitzonderlijk geweest doordat ze haar gezien hadden, laat staan een tweede poging.
Koude regen was voelbaar op haar huid waardoor haar armen vrijwel meteen volstonden met kippenvel. Ze trok het vest dat ze rond haar middel gebonden had aan om de kou te breken terwijl ze om haar heen keek om eventueel een gebouw te vinden. Ze had geen thuis. Sinds de walkers haar moeder klemgezet hadden en Aryana moest vluchtten, had ze nooit ergens gewoond. Af en toe had ze het geluk een motel te vinden waar ze kon overnachten. Meestal verzon ze een plan waardoor ze ongezien het motel kon verlaten zodat ze niet hoefde te betalen. De trucjes die ze van haar vader geleerd had konden af en toe toch eens van pas komen.
Ze betrad het eerste de beste gebouw dat ze tegen kwam door met een vlotte beweging door het kleine raam te klimmen. Ze was behendig als het aankwam op gebouwen binnen raken zonder een deur te hoeven gebruiken. Meestentijds deed ze geeneens de moeite om te kijken of de deur open was, het was vermoedelijk dat de deur gesloten was. Met haar hand zocht ze de lichtknop zodat ze het duidelijk kleine kamertje kon verlichten. Ze botste overal tegen doordat ze geen steek zag. Toen ze uiteindelijk de lichtknop had gevonden, drukte ze het in. De lamp gaf minder licht dan ze had gehoopt. Ze stond in een droge ruimte, dat was het voornaamste.
Haar passen baande ze iets verder het gebouw in. Nadat ze door het raam geklommen had, kwam ze terecht in een soort opslagruimte vol met vreemde flesjes waar vloeistoffen inzaten die denkelijk gebruikt werden om proeven mee uit te voeren in een laboratorium. Zoals ze verwachtte kwam ze in een erg groot laboratorium uit. De ruimte werd verlicht door slechts enkel een lampullen. Enkelen werkte, maar sommigen begonnen langzaam te flikkeren. De oorzaak daarvan was dat het er redelijk donker was.
Enkele voetstappen waren hoorbaar. Ze was niet alleen. Naarmate ze verder wandelde door het laboratorium heen, drong een soort grommend geluid haar oren binnen. Een geluid dat ze vaag herkende.
"Damnit," mompelde ze haast onhoorbaar toen ze een walker slechts tien meter van haar af zag staan. Acuut stopte ze met wandelen. In een fractie van een seconde veranderde haar hartslag van een rustig naar een uitermate snel tempo. Talloze brokstukken lagen verspreid in het gebouw dat een laboratorium voor moest stellen. Ijzeren rekken waren omgevallen waardoor er allerlei glasscherven op de grond lagen, vooral reageerbuisjes. Vluchtig keek ze om haar heen om een uitweg te vinden, al had ze weinig succes. Ze stond vast tussen de vreemde wezens die walkers werden genoemd. Ze probeerde haar ademhaling zo stil mogelijk te houden, zodra ze haar in hun vizier hadden was ze er geweest. Weinig goede herinneringen had ze overgehouden aan de zombies. Een keer had ze van de vreselijke schepsels kunnen ontsnappen, maar een tweede keer zou moeilijk worden. Haar eerste poging was al uitzonderlijk geweest doordat ze haar gezien hadden, laat staan een tweede poging.



0
0
0
0
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? 


21