Mellifluous schreef:
Julie
De reis naar de aarde zou maar kort duren; over een paar minuten wisten ze wat hun te wachten stond. Julie keek uit een van de raampjes, die plotseling gevuld werden met dichte grijze wolken. Het transportschip schokte abrupt en het geroezemoes maakte plaats voor geschrokken kreten.
'Het is oké,' riep een jongen, hij was gespierd en zag er uit als een bewaker. 'Turbulentie op het moment dat we de aardatmosfeer binnenkomen is heel normaal.' Maar zijn woorden werden overstemd door het gegil dat de cabine vulde. Het schokken nam toe en werd toen gevolgd door een vreemd gezoem. Julie haar beugel boorde zich in haar maag terwijl haar lichaam van de ene naar de andere kant werd geslingerd, toen op en neer, en daarna weer heen en weer. Ze kokhalsde toen een zurige smaak haar neus binnendrong en ze zich realiseerde een meisje voor haar had overgegeven.
Het gezoem werd een doordringend gejank, onderbroken door een misselijkmakende dreun. Julie deed haar ogen open en zag dat in de intussen kapotte raampjes niet langer gevuld waren met grijs. Erdoorheen zag ze alleen nog maar vlammen. Stukjes witheet metaal regenden op hen neer. Julie stak haar armen omhoog om haar hoofd te beschermen, maar voelde het puin nog steeds schroeien in haar nek.
Caleb
Het schip schudde nog harder en met een enorm geraas scheurde een deel van het transportschip open. Er klonk een oorverdovende klap, gevolgd door een dreun die trillende pijngolven veroorzaakte tot in elk botje van het lichaam. Net zo plotseling als het was begonnen was het allemaal voorbij. Rook steeg op uit het dak en in de cabine was het donker en stil. De lucht raakte gevuld met de geur van smeltend metaal, zweet en bloed. Caleb kromp ineen toen hij probeerde zijn vingers en tenen te bewegen. Het deed pijn, maar er leek niets gebroken. Caleb stond beverig op; hij moest zich aan de stoel vasthouden om niet om te vallen. De meeste mensen zaten nog vast in de beugel, maar een paar waren opzij gevallen of lagen languit op de vloer. Caleb kneep zijn ogen iets samen en speurde de rijen af naar Abegale. Elke keer dat zijn blik langs een lege stoel gleed begon zijn hart sneller te kloppen. Te midden van alle verwarring in Caleb zijn hoofd drong opeens een vreselijk besef door: sommigen van de passagiers waren tijdens de noodlanding naar buiten geslingerd.
Julie
De reis naar de aarde zou maar kort duren; over een paar minuten wisten ze wat hun te wachten stond. Julie keek uit een van de raampjes, die plotseling gevuld werden met dichte grijze wolken. Het transportschip schokte abrupt en het geroezemoes maakte plaats voor geschrokken kreten.
'Het is oké,' riep een jongen, hij was gespierd en zag er uit als een bewaker. 'Turbulentie op het moment dat we de aardatmosfeer binnenkomen is heel normaal.' Maar zijn woorden werden overstemd door het gegil dat de cabine vulde. Het schokken nam toe en werd toen gevolgd door een vreemd gezoem. Julie haar beugel boorde zich in haar maag terwijl haar lichaam van de ene naar de andere kant werd geslingerd, toen op en neer, en daarna weer heen en weer. Ze kokhalsde toen een zurige smaak haar neus binnendrong en ze zich realiseerde een meisje voor haar had overgegeven.
Het gezoem werd een doordringend gejank, onderbroken door een misselijkmakende dreun. Julie deed haar ogen open en zag dat in de intussen kapotte raampjes niet langer gevuld waren met grijs. Erdoorheen zag ze alleen nog maar vlammen. Stukjes witheet metaal regenden op hen neer. Julie stak haar armen omhoog om haar hoofd te beschermen, maar voelde het puin nog steeds schroeien in haar nek.
Caleb
Het schip schudde nog harder en met een enorm geraas scheurde een deel van het transportschip open. Er klonk een oorverdovende klap, gevolgd door een dreun die trillende pijngolven veroorzaakte tot in elk botje van het lichaam. Net zo plotseling als het was begonnen was het allemaal voorbij. Rook steeg op uit het dak en in de cabine was het donker en stil. De lucht raakte gevuld met de geur van smeltend metaal, zweet en bloed. Caleb kromp ineen toen hij probeerde zijn vingers en tenen te bewegen. Het deed pijn, maar er leek niets gebroken. Caleb stond beverig op; hij moest zich aan de stoel vasthouden om niet om te vallen. De meeste mensen zaten nog vast in de beugel, maar een paar waren opzij gevallen of lagen languit op de vloer. Caleb kneep zijn ogen iets samen en speurde de rijen af naar Abegale. Elke keer dat zijn blik langs een lege stoel gleed begon zijn hart sneller te kloppen. Te midden van alle verwarring in Caleb zijn hoofd drong opeens een vreselijk besef door: sommigen van de passagiers waren tijdens de noodlanding naar buiten geslingerd.



0
0
0
0
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? 


10