Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Ik wens jullie allemaal een hele fijne en veilige jaarwisseling toe
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
14 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina:
HP|ORPG ~ Peeves
Peeves
Wereldberoemd



Sirius keek Remus een ogenblik stomverbaasd aan, alsof hij niet had verwacht dat iemand zich bij hem wilde voegen. 'Natuurlijk!' zei hij toen, nadat hij van de schok was bekomen. 'Maar heb je geen vrienden om bij te gaan zitten?' Dit klonk zo bot dat Remus even niet wist wat hij moest zeggen. Wilde Sirius hem er niet bij hebben? 'Ik bedoel: het zal je reputatie geen goed toen, met mij om te gaan.' voegde hij er haastig aan toe. 'Hoezo niet?' zei Remus lachend, terwijl hij aanstalten maakte om de glazen deur achter zich dicht te doen. Hij stond echter oog in oog met nog een jongen van zijn leeftijd. 'Hé, mag ik bij jullie zitten? Ik weet niet waarom, maar die andere mensen spreken me niet zo aan.' zei hij met een scheve grijns. Hij had een ronde bril, en zijn zwarte haar stond aan de achterkant recht overeind, alsof het nog nooit gekamd was. Remus keek even vragend naar Sirius, maar zette toen een stap opzij om de jongen binnen te laten. 'Ik ben James Potter, en ik ga dit jaar voor het eerst naar Zweinstein.' zei de jongen haast nonchalant, alsof het niets bijzonders was. Natuurlijk was het dat ook niet, maar voor Remus wel. Nu deed hij de deur wel dicht, en nam plaats tegenover James. 'Als je het over je familie hebt, dan maakt het me niet uit wat mensen over me denken als ik met je omga. Je lijkt me een aardige jongen.' mompelde Remus tegen Sirius terwijl hij zijn schouders ophaalde. Hij begreep natuurlijk hoe hij zich voelde, met al die bevoordelende mensen, maar dat zei hij niet hardop.
CRFJ
Internationale ster



Remus keek inderdaad alsof hij even niet wist wat Sirius bedoelde. 'Hoezo niet?' zei hij lachend. Sirius wilde antwoorden, maar werd afgeleid doordat hij zag dat Remus de deur dicht wilde doen en dat hij tegen gehouden werd door iets. Beter gezegd iemand, namelijk door de andere jongen van bij de bank. Hij stond in de opening. 'Hé, mag ik bij jullie zitten? Ik weet niet waarom, maar die andere mensen spreken me niet zo aan.' zei deze jongen met een scheve grijns. Sirius besloot opnieuw dat hij hem mocht. Hij was spontaan en aardig en dat beviel hem. Hij knikte naar Remus toen die naar hem keek. 'Ik ben James Potter, en ik ga dit jaar voor het eerst naar Zweinstein.' zei de jongen, James dus, nonchalant. Hij had zich er vast al op voorbereid, net zoals hijzelf had. James en Remus zaten tegenover elkaar. Remus richtte zich weer op Sirius. 'Als je het over je familie hebt, dan maakt het me niet uit wat mensen over me denken als ik met je omga. Je lijkt me een aardige jongen.' mompelde hij schouderophalend. 'Dankje,' glimlachte Sirius. 'Maar echt, je weet geloof ik niet half wie mijn familie is.' Dan bedenkt hij zich iets. Dit kan ook goed zijn, in zijn voordeel werken. 'Bij nader inzien, hoef je dat ook niet te weten,' James lachte. Sirius grijnsde naar hem.
Peeves
Wereldberoemd



Sirius glimlachte dankbaar. 'Maar echt; je weet geloof ik niet half wie mijn familie is. Bij nader inzien hoef je dat ook niet te weten.' Remus en James lachten, en Sirius grijnsde. Een golf van geluk overspoelde Remus; dit is precies wat hij droomde: vrienden om mee te praten en te lachen, zonder zich zorgen te maken om de last die op zijn schouders drukte. De deur ging weer open en er stond vrouw in de opening wiens haar grijze plukken bevatte, en net als bij Olivander schatte Remus haar niet ouder dan vijftig. 'Willen jullie iets eten, jongens?' vroeg ze vriendelijk, en nu pas realiseerde Remus zich hoeveel honger hij had. Van zijn ouders had hij een geldbuidel meegekregen, die hij snel uit zijn koffer haalde. 'Het is al goed, ik betaal het.' zei James toen hij de munten in Remus' hand zag. Verbaasd maar ook blij borg Remus zijn geld weer op, en nam dankbaar het snoep van James aan. 'In welke afdeling hopen jullie te komen? Ik heb van mijn ouders veel goeds gehoord over Griffoendor, dus daar hoop ik te belanden.' vroeg James terwijl hij een verpakking losscheurde. Remus wist tot een week geleden niet dat hij naar Zweinstein zou gaan, dus hier had hij niet zo snel een antwoord op. 'Ja, Griffoendor klinkt wel goed.' zei hij, boos dat hij niks beters kon zeggen. James en Sirius leken het de normaalste zaak van de wereld te vinden om naar Zweinstein te gaan, iets wat Remus lichtjes jaloers maakte. Zij hoefden niet iedere maand in een weerwolf te veranderen. Nu hij erover dacht, wist Remus niet wat Perkamentus had geregeld zodat hij naar school kon gaan.
CRFJ
Internationale ster



Niet veel later kwam een vrouw aankloppen met een kar vol eten. James was zo aardig om, nu al, voor ons te betalen. ik bedankte hem. 'In welke afdeling hopen jullie te komen? Ik heb van mijn ouders veel goeds gehoord over Griffoendor, dus daar hoop ik te belanden.' vroeg James daarna, ondertussen scheurde hij al een verpakking los. Sirius wachtte even op Remus om zelf te antwoorden. 'Ja, Griffoendor klinkt wel goed.' zei Remus. Hij leek het niet echt te weten, maar dat kon ook makkelijk komen door mider ervaring of iets dergelijks. Sirius zocht er niets achter. 'Het maakt mij minder uit, als het maar geen Zwadderich is,' antwoordde hij naar eerlijkheid. Niet per se om tegen zijn ouders in te gaan, maar hij paste daar gewoon in. 'Al zal samen in een afdeling komen niet slecht zijn,' glimlachte hij erna. Deze jongens waren aardig en vrienden met ze worden zou eker geen straf zijn. James knikte. 'Daar kan ik me in vinden,' zei hij instemmend. Blijkbaar mocht James hem wel, wat insgelijk was.
Peeves
Wereldberoemd



'Het maakt mij minder minder uit, als het maar geen Zwadderich is. Al zal samen in een afdeling komen niet slecht zijn' Remus voelde zich nu nog gelukkiger. 'Daar kan ik me in vinden.' zei James knikkend. 'Ja, inderdaad.' zei Remus een beetje schaapachtig. Gelukkig lachte James vriendelijk naar hem. De rest van de reis praatten ze veel, en toen het donker werd en de lampen in de trein aan gingen kleedden ze zich om in hun gewaden. 'Kijk!' riep Remus toen hij naar buiten keek. De trein was een bocht omgeslagen en nu kwam het grote kasteel in zicht. Achter de miljoenen raampjes brandde licht en Remus voelde zich plots erg zenuwachtig. Toen de trein stopte nam zijn opwinding toch de overhand en haastte hij zich naar buiten samen met zijn koffers. Een felle lamp danste boven de hoofden van alle leerlingen en Remus hoorde een zware stem 'Eerstejaars, eerstejaars hierheen.' roepen. Een gigantische man doemde op uit de duisternis, en een aantal zenuwachtige eerstejaars stonden dicht bij hem. Hij had een korte zwarte baard, en lang ongekamd haar. 'Kom!' riep James, terwijl hij zelfverzekerd naar de man liep. 'Zijn we d'r allemaal? Volg mij!' De grote man, die minstens twee keer zo lang en drie keer zo breed was als Remus, wenkte de groep eerstejaars, die hem aarzelend volgde. Ze liepen een paar minuten over een donker pad, en uiteindelijk kwamen ze uit bij een groot meer. In het midden zag Remus de rots waarop de school stond, en voor hem lagen een aantal kleine bootjes. 'Iedereen met z'n vieren in zo'n boot.' zei de man bruusk, dus nam Remus samen met Sirius, James en een kleine mollige jongen plaats in een bootje. De man had een bootje voor zichzelf, en toen iedereen zat riep hij: 'Varen!' waarna de bootjes in beweging kwamen. Langzaam kwam de school dichterbij, tot ze er helemaal onder vaarden. In de ondergrondse haven stapten ze uit en liepen via een stenen trap naar boven. Daar liepen op een drafje naar de voordeuren, omdat de man veel grotere stappen maakte. Hij klopte twee keer op de deuren, die daarna openvlogen. In de deuropening stond een jonge vrouw wiens zwarte haar in een strak knotje zat. Ze keek op dat moment erg nors, maar dat zag Remus niet. Hij was druk bezig de hal waarin ze stonden te bestuderen. Hij zag een grote trap links van hen, en aan de rechterkant bevonden zich twee grote deuren, gelijk aan die waar ze net doorheen waren gelopen. Het klonk alsof de hele school daarachter zat, maar de vrouw liep de andere kant, deed de deur van een kleine ruimte open en gebaarde dat ze naar binnen moesten gaan. 'Welkom op Zweinstein. Voordat jullie kunnen genieten van het feestmaal zullen jullie eerst in een van de vier afdelingen worden gesorteerd. Ze heten Griffoendor, Huffelpuf, Ravenklauw en Zwadderich.' zei ze nadat ze de deur achter zich dicht had gedaan.
CRFJ
Internationale ster



Na Remus antwoord, had Sirius voor ene van de weenige keren echt een leuk gesprek. Hij mocht dit drietal wel. Al gauw konden ze zich om kleden. Sirius wierp een blik op zijn gewaad,waar nu nog geen kleur op zat, hij werd uit zijn gedachten gehaald door de 'Kijk,' van Remus en keek naar buiten. Het kasteel zag er best indrukwekkend uit, en leek best vermakelijk. Er zou vast veel te doen zijn. Remus en James waren snel buiten toe de trein stopte, iets later kwam Sirius zelf. Een zware stem klonk 'Eerstejaars, eerstejaars hierheen.' Een gigantische man doemde op uit de duisternis, hij zag er anders uit dan beschrijvingen van zijn ouders, Sirius voegde zich snel bij Remus, James en andere zenuwachtige eerstejaars. Zelf vielen zijn zenuwen nu nog wel mee. 'Zijn we d'r allemaal? Volg mij!' De reus wenkte hen, enigsinds aarzelend volgde iedereen hem. Na een paar minuten over een donker pad, kwamen ze uit bij een groot meer. Kleine bootjes lagen voor ze. 'Iedereen met z'n vieren in zo'n boot.' zei de man bruusk. Sirius ging met de jongens en een kleine mollige jongen in een bootje zitten. Toen iedereen zat riep de man: 'Varen!' waarna de bootjes in beweging kwamen. Zwijnstein kwaw steeds dichterbij, tot ze er uiteindelijk helemaal onder vaarden. Eenmaal op vaste grond, liepen ze via een stenen trap naar boven toe. Ze moesten haasten om de man bij te benen naar de voordeur van de school toe. De man klopte twee keer op de deuren, die daarna openvlogen. In de deuropening zag Sirius een jonge vrouw, wiens zwarte haar in een strak knotje zat, staan. Ze keek niet tevreden, maar Sirius keek naar de leerlingen om hem heen. Daarna volgde hij de blikken van de leerlingen. De zaal was grootst, maar hij wist dat de etenszaal nog geweldiger zou zijn. De vrouw deed de deur van een kleine ruimte open en gebaarde dat ze naar binnen moesten gaan, waarna ze de deur sloot.. 'Welkom op Zweinstein. Voordat jullie kunnen genieten van het feestmaal zullen jullie eerst in een van de vier afdelingen worden gesorteerd. Ze heten Griffoendor, Huffelpuf, Ravenklauw en Zwadderich.'
Nu voelde Sirius wel enige spanning. Een aantal Zwadderich blikken vestigden zich om hemzelf. Hij wist dat hij als een an de laatste zou zijn, wat zijn zenuwen niet beter maakte. Ooit had hij op een motor gezeten, maar dat was alleen maar leuke zenuwen. Dit waren minder leuke zenuwen, al liet hij dat niet merken. Ze liepen naar voren toe. De sorteerhoed zat er al. De vrouw van net als de eerste naam voor. Een meisje liep zenuwachtig naar voren toe, ze werd een Huffelpuf. 'Wanneer zijn jullie,' hoorde hij James zacht vragen aan hem en Remus. 'Laatste,' zei Sirius zelf. Hoogstwaarschijnlijk dan, dacht hij er achteraan.
Peeves
Wereldberoemd



De vrouw, die zichzelf had voorgesteld als professor Anderling, meldde dat het tijd was om te sorteren. Remus' handen waren klam van het zweet en zijn benen leken wel van rubber. Hij wist dat hij in bijzijn van de hele school werd gesorteerd en voor een groot publiek staan was nou niet een van Remus' favoriete bezigheden. Ze liepen richting de lerarentafel en Remus zag een man die niemand anders kon zijn dan professor Perkamentus. Remus was niet geboren in een dreuzelgezin, dus wist hij net als elke andere tovenaar en heks hoe Perkamentus eruit zag. Zijn grijze haar en baard leken wel te glinsteren in het licht van de honderden zwevende kaarsen en hij keek op dat moment glimlachend naar de nieuwe leerlingen. Remus ving zijn blik en met moeite krulde hij zijn mondhoeken omhoog. Gelukkig knipoogde Perkamentus naar hem, waardoor Remus zich ineens een stuk geruster voelde. De knoop die eerst in zijn maag zat werd in ieder geval een stuk losser. 'Wanneer zijn jullie?' fluisterde James terwijl professor Anderling de leerlingen gebaarde stil te zijn. 'Laatste,' antwoordde Sirius nog zachter. 'Ik ben ergens halverwege,' mompelde Remus, maar toen professor Anderling hem streng aankeek richtte hij zijn aandacht op de kruk die nu voor hem stond. Daarop stond een haveloze hoed, die zo te zien veel te lijden had gehad. Het was nu doodstil in de zaal, maar Remus wist niet waarom. Hij keek omhoog, en zag dat er geen plafond was. In plaats daarvan keek hij nu naar de sterrenhemel. Plotseling schrok hij van een stem; een scheur in de rand van de hoed was opengegaan en nu zong hij een lied. 


Welkom op Zweinstein
in weer een nieuw jaar
Maar eerst moet er nog één klein ding gebeuren
Wees niet bang; geen gevaar
Want alles wat je moet doen is mij op je hoofd zetten
en ik zeg je waar je heen moet
Jij denkt nu: hoe kan hij dat nou doen?
Heel makkelijk: ik ben de Sorteerhoed!
Ik kan je in Griffoendor plaatsen
Daar zijn ze ridderlijk en durven ze veel
Ja dat zijn de echte leeuwen
Maar dat is niet de enige afdeling in dit kasteel!
Want bij Huffelpuf zijn ze geduldig
rechtvaardig en loyaal
Ze zijn eerlijk en werken hard
Hun vrienden staan meestal centraal
Bij Ravenklauw zitten de verstandigen
Een goed stel hersenen hebben zij
Ze helpen anderen met hun wijsheid
En schrikken niet terug van een flink karwei
Ten slotte heb je Zwadderich
Die slangen zijn sluw en erg ambitieus
Geboren leiders zijn zij, dat is zeker
En soms een beetje mysterieus
Ik sorteer je waar je hoort
Ik weet wat er in jouw hoofd omgaat
En al snel, je weet niet hoe gauw
schittert er een nieuw logo op jouw gewaad



De Sorteerhoed deed zijn 'mond' dicht en bleef roerloos liggen. De zaal barstte in een luid applaus uit, en professor Anderling stapte naar voren met een rol perkament in haar handen en riep de namen van de leerlingen een voor een af. 'Remus Lupos!' Zenuwachtig stapte Remus naar voren en ging op het krukje zitten. Alle gezichten in de zaal waren zijn kant op gericht, totdat de hoed op zijn hoofd werd gezet en over zijn ogen zakte. Een paar seconden bleef het stil en toen riep de magisch versterkte stem van de hoed 'Griffoendor!' Opgelucht rende Remus naar de tafel aan de linkerkant nadat hij de hoed had afgezet. Hij werd begroet door juichende leerlingen en een gelukzalig gevoel verspreidde zich door zijn lichaam.
CRFJ
Internationale ster



-hele lied vergeten grote oeps-
Sirius keek deels afwachtend naar de hoed, hij wist wat zou komen. Niet dat hem dat geruster maakte, maar hij wilde de hoed wel eens horen zingen. Plus zo kon hij de zaal nog eens goed bekijken. Iets horen en zien verschilde nog wel eens. Na het geklap om de hoed, focuste Sirius zich op de anderen die gesorteerd werden. Natuurlijk klonk er veel geklap bij iedereen. Ook bij de eerste van de trein net, Remus. Hij was in Griffoendor terecht gekomen. Hij hoorde de Gryffoendors klappen, dat deden ze ook bij James en de mollige jongen. Sirius' naam kwam steeds dichterbij. Hoe klam hij zich ook probeerde te houden, ergens waren er zenuwen bij hem. Zwadderich zou het hoogstwaarschijnlijk niet worden, wat zijn ouders al boos zou maken, maar waar paste hij wel bij? Zelf wist Sirius het niet zeker, maar Gryffoendor sprak hem wel aan. Zeker nu daar aardige jongens bij zaten. Al wist hij ook dat zijn ouders dat niet zouden apprecieren. Ergens maakte dat hem bezorgd, maar ergens kon het hem ook weinig schelen. 'Sirius Zwarts,' werd uiteindelijk als laatste omgeroepen. 
Sirius voelde de spanning in de zaal, toen hij naar de beslissende hoed toe liep. 'Ah een Zwarts..' hoorde hij de hoed zeggen. 'Een eerste indruk zou Zwadderich zijn.. maar nee, daar ben je niet helemaal geschikt voor..' Sirius hield zijn adem in. 'Hmm.. Je kan slim zijn, maar ik zie je eerder dapper en moedig zijn. Je bent vanbinnen duidelijk een GRYFFOENDOR' 
Het laatste schreeuwde de hoed. De zaal werd stil, er klonk weinig geklap toen Sirius zich voegde bij de Gryffoendors. Hij ging naast James zitten. Die zat tegenover Remus. De realisatie was nog niet helemaal doorgedrongen.
Peeves
Wereldberoemd



Toen de tafel waaraan Remus zat stil was keek hij nieuwsgierig naar de rest van de leerlingen. Hij was naast een meisje met rood haar gaan zitten, dat vriendelijk naar hem lachte. Daarna keek ze naar de groep eerstejaars en zwaaide. Remus keek en zag dat een jongen met zwart, vettig haar terug zwaaide. Er zaten veel geesten aan de tafels, die stuk voor stuk afwachtend naar de sorteerceremonie keken. Aan de andere kant van de zaal, waar de leerlingen uit Zwadderich zaten, zag Remus dat er een jongen naar hem keek; hij had witblond haar, hij zag er veel ouder uit en zijn uitdrukking deed hem denken aan die van de familie van Sirius. Toen Remus zijn blik ving keek hij meteen weg, en klapte toen er een eerstejaars in Zwadderich werd gesorteerd. Remus wilde het liefst nog veel langer de zaal bestuderen, maar de jongen die bij hem in het bootje zat, Peter Pippeling genaamd, werd ook in Griffoendor gesorteerd waardoor Remus gedwongen was beleefd te klappen. James Potter werd meteen daarna ook in Griffoendor geplaatst, en hij liep breed grijnzend naar de tafel. Zijn blik had iets arrogants, maar toen hij tegenover Remus ging zitten feliciteerde die hem toch van harte. De groep leerlingen die te wachten stond werd steeds kleiner, en pas helemaal op het eind werd Sirius' naam geroepen. Duidelijk zenuwachtig nam hij plaats op de kruk, en de hoed werd ook op zijn hoofd gezet. Een paar tellen was het stil, waarin de zaal gonsde van spanning. Blijkbaar hadden ook deze leerlingen van de naam Zwarts gehoord. 'Griffoendor!' verbrak de hoed te stilte. Remus begon te klappen, net als James, maar ze hielden er snel mee op toen niemand bleek mee te doen. Alle blikken in de zaal volgen Sirius toen hij naast James ging zitten, en ze keken pas weg toen Perkamentus opstond en zijn keel schraapte. 'Welkom op Zweinstein! Ik zou jullie graag nog veel zeggen, maar ik weet hoe de maag van een leerling snakt naar een maaltijd na weer die lange treinreis, dus nu zeg ik alleen: eet smakelijk!' Er klonk hier en daar gelach, en de zaal vulde zich met geluid toen de gouden schalen op de tafel volstroomden met al het eten dat Remus kon bedenken. 'We zitten in Griffoendor, samen!' zei hij vrolijk terwijl hij zo veel mogelijk op zijn bord schepte. Ook James en Peter, die naast Remus was gaan zitten, trokken dankbaar de schalen naar zich toe. 'Ja, wel raar dat iedereen stil viel toen jij in Griffoendor werd geplaatst.' bracht James er met moeite uit met zijn mond vol vleespastei. 'Ik ken de familie Zwarts natuurlijk wel,' voegde hij er aan toe. 'en ik weet dat velen van hen in Zwadderich zaten, maar om er nou zo'n drama van te maken...'
CRFJ
Internationale ster



Pas toen perkamentus ons welkom heette, wendden de blikken zich af van Sirius. Die zuchtte ongehoord geergerd, waarom dacht iedereen nog steeds dat hij zo het zelfde was als zin familie? Dat liet hem denken aan zijn ouders, hoe dan ook zouden di eer niet tevreden over zijn. Hij keek nu zo mogelijk nog minder uit naar weer naar huis gaan. Gelukkig was hij nu hier. Sirius schepte wat van het getoverde eten op, honger had hij nu wel. Hij glimlachte om Remus, daar was hijzelf ook blij om. Zo erg vond hij de hoeds keuze nou ook weer niet, ergens paste het hem wel. En nu kon hij laten zien wat hij werkelijk was, niet alleen maar een Zwarts. 'Ja, wel raar dat iedereen stil viel toen jij in Griffoendor werd geplaatst.' zei James met volle mond.
Sirius keek hem aan, hij kende zijn familie. Zo raar was het dus ook niet, en zeker omdat James dat ook wist. 'Ik ken de familie Zwarts natuurlijk wel,' voegde James er aan toe. 'en ik weet dat velen van hen in Zwadderich zaten, maar om er nou zo'n drama van te maken...'
Sirius schudde zijn hoofd. 'Dat is wel de reden denk ik,' antwoordde hij, na wat gegeten te hebben. 'Zo geliefd is Griffoendor bij mijn familie niet,' legde hij uit. 'En dat is nog zacht uitgedrukt ook. Ik snap ook niet dat het nog zo onverwachts komt eigenlijk..,'
'Maar zoveel is er toch niet mis met Gryffoendor?' vroeg James hem.
'Dta dnek ik ook, maar ik ben mijn familie niet..' zuchtte Sirius.
Peeves
Wereldberoemd



Remus zag dat Peter geboeid meeluisterde. De sorteerhoed had lang over zijn beslissing nagedacht bij hem, en de vreemde uitdrukking van de jongen maakte Remus erg zenuwachtig. 'Vergeet je familie, laten we er gewoon een leuk jaar van maken. Hé, waarom vieren we kerstmis niet samen op Zweinstein? Ik heb gehoord dat het er dan prachtig uitziet.' James leek wel enthousiast, en Peter maakte een raar geluid, alsof hij ook antwoord wilde geven. Snel richtte hij zich op het stuk taart dat nu voor hem lag. Toen de restjes eten weggesmolten waren en de borden er weer schoon uitzagen stond Perkamentus opnieuw op. Remus ogen begonnen dicht te vallen, maar toch dwong hij zichzelf naar het schoolhoofd te luisteren. 'Ik hoop dat iedereen goed heeft gegeten. Nou komen de wat minder fijne aankondigingen. Eerstejaars, en ook de wat oudere leerlingen, moeten er aan worden herinnerd dat ze na negen uur niet meer buiten hun leerlingenkamers mogen zijn. En wat betreft jullie afdelingen: tijdens jullie verblijf hier zullen goede daden beloond worden met afdelingspunten, terwijl er punten zullen worden afgetrokken bij straf. Je slaapt bij de andere leerlingen uit je afdeling, het is dus min of meer je familie op Zweinstein. Maar denk nu niet dat puntenaftrek je zwaarste straf is; als je te ver over de streep gaat zal je afdelingshoofd bepalen wat er met je gebeurt. Je kunt zelfs het risico lopen van school te worden gestuurd. Gooi er dus niet met de pet naar, want als je afdeling aan het eind van het jaar de meeste punten heeft verzameld ontvangen jullie de Afdelingsbeker. Nou zal ik jullie niet meer lastigvallen, want ik weet dat de meeste van jullie verlangen naar jullie behaaglijk warme bed. Welterusten, en kom morgen goed uitgerust aan bij je eerste les!' Een meisje met een badge waarop een 'K' stond sprong overeind en gebaarde dat de eerstejaars naar haar toe moeten komen. 'Volg mij naar de leerlingenkamer!' Geeuwend volgde Remus haar, tot ze voor een schilderij tot stilstand kwamen waarop een dikke vrouw gehuld in een ouderwetse jurk afgebeeld stond. 'Het wachtwoord is ''Leo vigilans'' ' zei het meisje voordat de vrouw iets kon zeggen. Het schilderij vloog open en onthulde een grote ronde kamer, gevuld met kleine tafeltjes, comfortabele stoelen en een gezellig brandend haardvuur. Er zaten al wat leerlingen die vrolijk pratend hun handen warmden. 'De jongens mogen mij volgen.' zei een tweede leerling met een 'K' op zijn gewaad, terwijl het meisje de rest van de eerstejaars voorging naar de andere kant van de ruimte. Te moe op nog iets te zeggen beklom Remus een trap, en liep een knusse kamer binnen. Daarin stonden vier hemelbedden met rode gordijnen. Zijn spullen lagen er al, dus kleedde hij zich zwijgend om en kroop in zijn warme bed. Hij keek nog een laatste keer grijnzend naar Sirius, en viel toen bijna gelijk in slaap.
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: