
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.
ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar
19Kerst hoorde iets moois te zijn. Een feest waarbij mensen samen kwamen en genoten van elkaars aanwezigheid. Het had iets magisch. De sneeuw, alle lampjes en de knusse sfeer in de huizen. Vroeger was het Camilla haar favoriete feest geweest. Welk kind wilde nou gaan cadeautjes krijgen? Pas toen ze elf jaar was geworden, had ze zich gerealiseerd dat de kerstmis die zij kende, compleet anders was dan de kerstmis die in een andere wereld plaatsvond. Een wereld waar ook zij deel van uit maakte, maar voor haar gevoel deed ze dat niet, had ze dat nooit gedaan.
Camilla zat in haar laatste jaar van Zweinstijn en als ze op school was, dan voelde ze zich er thuis. Dan was ze in de zogenaamde wereld waar ze bij hoorde, maar de seconde dat ze het terrein verliet, werd ze onrustig, wist ze niet goed waar ze thuis hoorde. Toen ze op elfjarige leeftijd een brief had gekregen, waarin had gestaan dat ze zich aan had mogen melden voor de school, was ze achter het bestaan van magie gekomen. Ze had het als iets geweldigs gezien, iets waardoor ze eindelijk het gevoel zou hebben dat ze ergens thuis hoorde en ze had het graag met haar ouders willen delen. Die hadden er echter niets over willen horen. Ze hadden haar naar de school laten gaan, dat wel, maar er werd nooit gesproken over magie als ze eenmaal thuis was. Haar ouders hadden in de afgelopen zes jaar niets willen weten van toverspreuken, drankjes en andere dingen die ze hier mee had gemaakt. Altijd als ze thuis was, dan was het alsof deze wereld niet bestond en daardoor kreeg ze het gevoel dat een deel van haar daar ook niet bestond. Alsof haar ouders haar maar voor de helft wilden zien en de andere kant op keken als ze ook maar iets vertelde over magie.
Camilla had ook dit jaar haar Kerst doorgebracht in Londen, bij haar ouders. Zoals elk jaar had ze zich afgevraagd hoe Kerst op Zweinstijn zou zijn. Ze kreeg de voorbereidingen mee. Ze zag hoe Hagrid sjouwde met de grote dennenbomen, hoe de eetzaal langzaam werd veranderd. Ze had verhalen gehoord van haar vrienden over hoe het was. Het eten, de sfeer, de cadeautjes. Het klonk allemaal zo verleidelijk en elk jaar had ze zich voorgenomen dat ze zou blijven, om het mee te maken. Elk jaar was ze dat voornemen echter niet nagekomen.
Het was de eerste ochtend dat ze weer les hadden, na de vakantie. Camilla hield van de lessen, vooral van de les die ze nu had. Professor Parker gaf les over fabeldieren, wat Camilla uiterst interessant vond. Er waren zoveel verschillende, mythische wezens en ze kon er maar geen genoeg van krijgen. Ze moest toegeven dat ze al in haar boek had gelezen, om te weten waar het vandaag over zou gaan. Het was gewoon iets wat haar interesse wekte en als dar gebeurde, dan wilde ze het liefst alles weten van een onderwerp.
Zijn donkere ogen gleden over het ijzige landschap waar Zweinstijn zich in bevond. Het had gesneeuwd, zoals het hier wel vaker had gedaan. Jayvee kon zich de keren nog wel herinneren dat hij naar buiten was gerend met zijn vrienden om sneeuwballengevechten te houden. Het was elk jaar weer opnieuw gebeurd, hoe oud, of jong, ze ook waren geweest. Als hij zich goed concentreerde, zag hij zichzelf nog van de heuvel afrennen, richting het verboden bos, gevolgd door zijn vrienden. Vervolgens zouden ze lachend tot stilstand komen en weer wegrennen, voordat iemand door zou hebben dat ze er in de buurt waren geweest.
Zweinstijn had vele herinneringen voor de jongeman. Het was dan ook nog niet heel lang geleden dat hij hier zelf rond had gelopen. Vier jaar geleden had hij zijn diploma gekregen en omdat hij toen nog maar zeventien was geweest, had hij niet direct geweten wat hij verder had willen doen. Zijn ouders, beide tovenaars, hadden verwacht dat hi een goede baan zou zoeken en daar verder mee zou gaan. Uiteindelijk had hij dat gedaan en nu was hij terug op Zweinstijn, om kinderen de stof te leren die hij zelf een paar jaar geleden tot zich had genomen. Hij had gekozen voor het vak tovergeschiedenis, of de geschiedenis van magie. Er waren meerdere benamingen voor, maar de naam van het vaak maakte voor hem weinig uit. Het ging om de inhoud. Het was een vak dat niet altijd even goed werd gewaardeerd en dat vond Jayvee jammer, want hij wist dat de kinderen er veel aan zouden hebben. Vooral rond deze tijd.
Het was niemand ontgaan dat er problemen waren in de toverwereld. Er waren drie groepen tovenaars en allemaal vonden ze iets anders. De eerste waren de tovenaars die niets wilden weten van het hele conflict en dan ook deden alsof het niet bestond. De tweede groep, waarmee het oorspronkelijk was begonnen, waren de geheimhouders. Dit waren de tovenaars die hadden besloten dat dreuzels niet van hen mochten weten. Dat was voor een lange tijd goed gegaan, eeuwen zelfs, maar nu was er een groep in opstand gekomen: de vrijheidsstrijders. Een groep waar hij ook deel van uit maakte. Deze groep vond dat ze dreuzels en de tovenaars niet gescheiden van elkaar moesten leven, maar juist met elkaar. De tovenaars hadden altijd magie gehad om hun problemen op te lossen, maar de dreuzels, of mensen zoals Jayvee ze liever noemde, hadden technische oplossingen moeten vinden, wat ze ook hadden gedaan. Het waren vindingrijke wezens en zelf vond hij het meer dan genoeg dat ze de magie weghielden voor de dreuzels. Ze zouden juist een goede combinatie kunnen zijn. De magie van de tovenaars en de wijsheid van de mens.
Dit was ongeveer wat er dagelijks door zijn hoofd schoot, zelfs tijdens de vakantiedagen. Die waren echter voorbij en vandaag was de eerste dag dat de lessen weer zouden beginnen op Zweinstijn. Jayvee zat daarom geduldig te wachten op de rand van zijn bureau. Als het goed was, zouden de leerlingen vanzelf wel naar binnen
18
18
19
21
Langzaam begon Camilla aan haar tocht naar het verboden bos. Ze vond het niet erg om de eerste te zijn die er was, ze vond het eigenlijk nooit erg om in een lokaal te staan waar alleen een leraar was. Leraren hadden meer ervaring, meer kennis. Zij waren degene die de spreuken beheersten, die al hadden geleefd en nu hadden gekozen om les te geven en hun kennis en ervaring met iedereen te delen. Al wist ze dat deze leraar, professor Parker, nog redelijk jong was en hij ooit zelf ook op Zweinstijn had gezeten. Ze wist niet of ze hem ooit had gezien. Hij was een Huffelpuff, dus wie weet had ze hem ooit vanuit haar ooghoeken gezien toen zij hier op haar elfde was gekomen, maar dat kon ze zich niet meer herinneren. Toen was ze veel te verwonderd geweest over alles wat met magie te maken had gehad. Voor een meisje van elf die opeens te horen had gekregen dat ze een heks was geweest, was alles wat ook maar een beetje magisch was geweest, heel erg bijzonder geweest.
Ze klemde haar boek stevig tussen haar armen terwijl ze de smalle paadjes naar het bos volde. Het verboden bos was, zoals de naam al aangaf, verboden. Dat maakte het enigszins ironisch dat ze daar les hadden, maar er was een leraar bij, dus dat maakte het al beter, wist Camilla. Ze vond het ergens nog steeds vreemd om aan de rand van het bos te staan, door alle verhalen die zich daar af hadden gespeeld. Het was immers wel bekend dat er monsters rondliepen en die monsters konden hen aanvallen. Nu was Camilla na zes jaar wel gewapend met haar spreuken, maar ze gebruikte ze liever niet. Zelfs niet als het toegestaan was.
Camilla kwam aan bij het verboden bos, waar alleen de professor nog stond. Ze glimlachte licht en knikte naar de jongeman. ‘Goedemorgen, professor.’ Ze keek om zich heen, trok haar mantel iets beter rond haar lichaam en nam plaats op een omgevallen boomstam. Ze legde het boek op haar schoot en richtte haar aandacht weer op professor Parker. ‘Heeft u een goede vakantie gehad?’
18
19‘Niet echt. De sneeuw in Londen was meer natte sneeuw,’ antwoordde Camilla en ze haalde haar schouders op. Het had wel degelijk gesneeuwd in Londen, maar er reed zoveel verkeer langs dat de sneeuw al snel grijzig en bruin werd door het zout dat werd gestrooid. Daarbij was het altijd zo druk, ook op de stoepen, dat sneeuw eerder een ramp was voor een stad dan dat het echt iets moois was om van te genieten. Sneeuw had haar altijd geïnteresseerd. Het was uniek. Elke vlok zag er anders uit, geen enkel ding leek op elkaar. Zo had ze ook een tijdje over mensen gedacht, maar mensen waren niet echt uniek. Ze wilden graag uniek zijn, maar er waren veel mensen die allemaal bruin haar hadden, of blauwe ogen. Verfden ze hun haar, dan waren er alsnog anderen die dezelfde kleur hadden. Ze belandden misschien in een andere, kleinere, groep, maar ze waren zeker niet uniek.
Nieuwsgierig keek ze naar de beesten in de kooi. Ze wist niet zo snel wat ze waren, ondanks dat ze de lesstof voor vandaag had bestudeerd. De naam was haar ontschoten, maar het hele uiterlijk van de beesten eigenlijk ook.
Met een zucht staarde ze naar haar boek, waar haar vingers voorzichtig overheen gleden. Een paar jaar geleden, toen ze voor het eerst dit boek had gehad, had ze niet geweten hoe ze er mee om had moeten gaan. Het grommende, agressieve boek was er vandoor gegaan als ze het los had gelaten en haar ouders waren niet heel erg blij geweest toen het boek het hele huis door was geschoten. Uiteindelijk was ze er achter gekomen dat ze het had moeten aaien en had ze de ravage nog een beetje kunnen beperken, maar haar ouders hadden het alles behalve leuk gevonden. Magie was immers iets wat ze liever niet zagen en een bewegend boek was toch behoorlijk magisch.
18
18
21
19
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
