Demish schreef:
Als Jillayne hier echt zou komen te wonen, zou ze hier zichzelf wegwijs moeten maken en snel ook, zeker als de prinses iets wilde hebben. Al had de prins hier ook bedienden, maar in haar ogen was het nog altijd haar taak om Arriane te bedienen en haar te helpen. Ze hadden best vaak diepe gesprekken gehad, ook over het huwelijk. Iets wat niet eens toe was gestaan. Toen ze was begonnen met haar werk, hadden ze haar heel duidelijk gemaakt dat ze de prinses, of wie dan ook, niet aan had mogen spreken. Nu waren de twee meisjes echter zo vaak alleen dat het er van was gekomen zonder dat ze het echt door had gehad. Daardoor beschouwde ze de prinses wel als een vriendin, hoe vreemd het misschien ook klonk dat iemand zoals zij, een simpel meisje, bevriend kon zijn met iemand die zoveel aanzien en allure had. Niet dat ze de prinses nog zo zag, niet echt tenminste. Ze kende de nette kant van het meisje, zoals ze zich nu gedroeg voor de prins en zijn raadsheer, maar ze kende ook de vrolijke kant, als ze bijvoorbeeld samen door de tuin hadden gewandeld, iets waarvan ze wist dat Arriane er dol op was en zij moest er bij blijven, om de parasol hoog te houden. De bleke huid van de prinses mocht immers niet verbranden. Dat zou zonde zijn. De bleke huid straalde juist iets uit, het straalde uit dat je genoeg geld had om er voor te zorgen dat de zon je niets deed.
Haar ogen gleden nogmaals rond de hal en ze probeerde het allemaal in zich op te nemen, net zoals de twee jongens die hen waren komen vergezellen. Al snel werd duidelijk wie de prins was, maar juist daardoor vroeg ze zich af wie de jongen was die naast hem stond. Misschien een jongere broer, maar voor zover zij had geweten, was Achlys de enige zoon geweest, waardoor hij de troon wel had moeten bestijgen. Daarbij leken de jongens ook totaal niet op elkaar, waardoor die logica haast niet kon kloppen en daarom schudde ze, bijna onzichtbaar, haar hoofd. Wie de andere, knappe, jongeman ook was, ze zou het vanzelf leren. Net zoals dat ze een hoop had geleerd in de tijd dat ze voor de prinses en haar familie had gewerkt. Ze zou vanzelf de namen leren, net zoals de gebruiken die de prins hier hanteerde.
Plotseling voelde ze twee ogen op haar rusten en ze zag de dat de tweede jongen haar kant op keek. Snel keek ze weg en zocht ze naar de prinses, wie nog steeds de zaal leek te bewonderen. Ze haastte zich naar het meisje om nog verdere blikken van de jongeman te ontwijken. Ze had geen idee waarom hij naar had gekeken, wat haar boeiend genoeg maakte om ook maar even aandacht aan haar te besteden. Ze was het niet gewend, zeker niet als de prinses in de buurt was. Dan ging automatisch alle aandacht naar haar en daar was Jillayne wel tevreden mee.
‘Prinses?’ het meisje glimlachte en knikte naar één van de mannelijke bediendes van de prins, die al klaar stond om hen naar het verblijf van de prinses te brengen. Samen met Arriane volgde ze de bediende trappen op en de gangen in. Alles was imposant. De planten die er stonden, de schilderijen die aan de wanden hingen, de kleden op de vloer. Ze probeerde alles in zich op te nemen, totdat ze stil stonden voor één van de deuren, vermoedelijk waar de prinses zou verblijven.
‘De prins heeft deze kamer nog speciaal voor u laten renoveren, prinses. Tevens heeft het een uitzicht op de tuin, omdat hij vermoedde dat u wel zou willen genieten van de bloemen en de bomen die er staan. De kamer heeft twee delen. Een slaapgedeelte en een badkamer, ’ vertelde de bediende, waarna zijn blik op Jillayne viel. ‘Uw kamer is aan het einde van de gang, de laatste deur aan de rechterkant.’
Jillayne knikte en bedankte de man zachtjes, wie daarna de deur voor haar en de prinses opende. Jillayne liep naar binnen en legde de tassen die ze bij zich had, op de grote bank die er stond. ‘Wil je dat ik begin met uitpakken?’ vroeg ze aan Arriane. Nu de bediende weer weg was, hoefde de hele formaliteit ook niet meer.
De prinses leek het hier mooi te vinden, iets wat Achlys liet glimlachen. Hij was blij dat ze het hier mooi vond, omdat dit haar thuis zou worden voor de komende jaren. Hij wilde wel dat ze zich thuis zou voelen en dat was ook de reden dat hij de kamer opnieuw had laten renoveren. Hij had geprobeerd om de mooiste stoffen te verwerken in de kamer en hij had geweten dat het meisje hield van planten, bloemen en dat soort dingen, dus hij had ook geprobeerd om een paar bossen bloemen in de kamer terug te laten komen. Hij wilde niet dat ze het idee had dat ze hier te gast was. Dit zou ook haar huis worden, hun huis. Dus ze moest hier ook rond kunnen lopen, met het idee dat ze hier echt zou kunnen wonen. Daarom had haar verblijf ook een uitzicht op de tuinen. Hij wilde haar vanavond daar mee naartoe nemen, tevens omdat ook hij het de mooiste plek van het kasteel vond. Al was er één plekje waar hij nog meer van kon genieten en dat was de torenkamer. Het was een plek waar hij vroeger vaak met Aidan was gekomen, als ze samen hadden gespeeld. Nu kwam hij er voornamelijk om uit te kijken over het land en na te denken over bepaalde dingen. Iets wat hij de laatste tijd vaak had moeten doen en het was zelfs een keer voorgekomen dat Cornswell hem daar vandaan had moeten plukken, omdat hij er te lang had gezeten.
Zelf maakte hij ook nog een buiging richting de prinses, wie daarna vertrok met zijn personeel en dat van haar, het jonge meisje dat waarschijnlijk haar bediende was. Met een lichte glimlach op zijn gezicht keek hij haar na. Stiekem was hij nieuwsgierig naar hoe ze vanavond aan het diner zou verschijnen. Of haar rode haren op zouden worden gestoken, en welke jurk ze zou dragen. Ze bleef een prachtige verschijning, daar hadden haar ouders niet over gelogen. Hij hoopte dat hij haar niet teleurstelde. Dat ze niet had verwacht dat hij er heel anders uit had gezien. Hij wist van zichzelf ook wel dat hij niet de meest lelijke man was die er rondliep, maar wie weet had de prinses wel meer van hem verwacht. Hij had eigenlijk geen idee van hoe Cornswell hem had beschreven in de brieven naar de koning.
‘U heeft een prachtige dochter,’ mekte hij op tegen de koning en koningin. ‘Ik ben vereerd dat ik met haar mag trouwen.’ In zekere zin was hij dat ook wel, maar het bleef een vreemd iets. Hij had niet het gevoel dat hij verliefd op haar was, of dat hij dat kon worden. Ze was een mooi meisje en ze had een prachtige stem om naar te luisteren, maar ze had niet meteen iets met hem gedaan. Het was niet alsof ze als enigen in de kamer waren geweest en hij zich had gerealiseerd hoe geweldig de prinses was. Misschien dat het nog zou komen, daar kon hij nu ook niets over zeggen.
‘Ik ga er vanuit dat je haar goed zult behandelen,’ begon de koning, wie voor Achlys was komen staan. ‘En uiteraard dat dit een goed huwelijk wordt. Het is een uitstekend idee om onze families te verenigen.’
‘Dat was het idee van Cornswell,’ bekende Achlys eerlijk en hij gebaarde naar de oudere man. Hij was al de raadsheer geweest van zijn vader en daarom had de prins er alle vertrouwen in dat hij ook nu het goede advies had gegeven, door te komen met het idee om met de prinses te trouwen. Tot nu toe had hij er vertrouwen in dat het ook echt een goed idee was.
‘Uiteraard.’ De koning knikte. ‘Als u me nu excuseert, dan zullen mijn vrouw en ik ons klaarmaken voor het diner. Tot vanavond.’
Achlys knikte en wenste de twee voor nu een fijn verblijf en hij hoopte dat ze even uit zouden kunnen rusten voordat het diner zou plaatsvinden. De twee verdwenen met hun eigen bediendes richting hun verblijven, wat er voor zorgde dat Achlys achterbleef met Aidan en Cornswell. De jongeman draaide zich om en keek naar de twee. ‘Je hebt geen woord teveel gezegd, Cornswell. Ze is prachtig.’ Al was dat ook het enige wat hij nu over haar te zeggen had.