Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
AWAEAEA3AEA3A3A3AEAEAWAWAEAW
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
21 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar
O' || ft. Lespoir
Anoniem
Landelijke ster



O' || ft. Lespoir

Savagery: Mac Wolf - 20 


Lespoir: Jongen + begin ♥
Lespoir
Wereldberoemd



Ik: Alexandro (Alex) Sánchez - 23 jaar

{option}
Mijn begin komt hieronder.
Lespoir
Wereldberoemd



Alexandro
Ik haalde net de naald van de spuit waarmee ik daarnet een vloeistof inspoot, uit de arm van de jongen die nu voor me op de grond lag. De jongen leek helemaal buiten bewustzijn te zijn, wat natuurlijk de bedoeling was. Ik had de opdracht gekregen de jongen een overdosis drugs te geven, hij zat in een gevaarlijke bende die een grote bedreiging was voor de onze. De jongen kon dit overleven, maar hij kon er ook door sterven. Dat hing er vanaf of iemand hen zou vinden en dat ging niet snel gebeuren in het midden van het bos, dus de kans dat de jongen ooit nog levend ging rondlopen was klein. Plots voelde ik dat ik rechtgetrokken werd door iemand. Wie was dat nou weer. Voor ik wat kon zeggen, voelde ik een vuist tegen mijn gezicht aan waardoor ik mezelf een beetje draaierig voelde worden. Ik knipperde een aantal keren met mijn ogen waardoor ik al snel weer goed kon zien, maar ik zag twee mannen voor me staan, twee mannen die uit dezelfde bende kwamen als de jongen die ik gedrogeerd had. Shit, daar had ik niet op gerekend... Ik voelde even aan mijn hoofd en keek naar mijn hand waar wat bloed aan hing, dat was nog niet het ergste. Ik moest maken dat ik hier weg geraakte, ik moest vluchten. Ik begon te rennen, harder dan dat ik ooit gerend had. Het moest ook, ik mocht niet gepakt worden door die gasten. Dat zou gevaarlijk zijn voor mij, maar ook voor heel onze bende, mijn baas ging er in ieder geval niet blij mee zijn als ik gepakt werd door die gasten. Terwijl ik aan het rennen was, keek ik even achterom. De mannen kwamen me achterna. Trouwe bendegenoten waren ze niet, als iemand van onze bende gewond raakte moest de ander diegene wel helpen, behalve als het ook de dood van de ander kon worden. Hun daarin tegen lieten de jongen daar in het midden van het bos liggen, ze zouden hem niet meer terugvinden aangezien je in het enorme bos gemakkelijk verloren kon lopen. Ze zouden de plek waar de jongen lag niet meer terugvinden, heel de omgeving leek overal hetzelfde. Natuurlijk vonden ze mij belangrijker, ze wilden mij te pakken zien te krijgen, maar ik was sneller. Na ongeveer tien minuten rennen, keek ik weer achterom, ik was de mannen kwijt. Ze konden me waarschijnlijk niet volgen. Plots voelde ik dat ik tegen iemand aanliep, zolang het één van de mannen niet was, was het oké. Ik zag dan een meisje voor me waardoor er een opgelucht gevoel door me heen kwam, als het één van die mannen was, zat ik echt dik in de problemen. 'Ehm...Sorry,' zei ik tegen haar. Ik kon er moeilijk vandoor gaan zonder me te excuseren. Ik zat misschien wel in een bende, maar ik was geen onmens. Ik was nog steeds gewoon een nette jongen en ik voelde me ook niet te goed om me te excuseren bij mensen. De andere leden van mijn bende daarin tegen kenden het woord 'sorry' volgens mij geeneens, het was een mirakel als je hun zichzelf ooit hoorde verontschuldigen bij iemand. Ik hoopte natuurlijk maar dat ik het meisje geen pijn had gedaan of zo, ik liep redelijk snel dus kon het ook best hard aankomen.
Anoniem
Landelijke ster



Mac
Ik hoorde het geritsel van de bomen, en af en toe floten er enkele vogels hun avondlied. De hemel zag er iets of wat oranje uit, wat perfect paste bij de kleuren van de bomen. Het was midden herfst, dus waren de meeste bomen bruin, oranje of rood gekleurd. Elke keer als ik een stap nam, hoorde ik bladeren kraken, of een wild konijntje wegspurten. De avondlucht deed me goed, het was een soort uitvlucht van de buitenwereld. Even een momentje voor mezelf, zonder het gezaag van andere mensen. Ik wist dat ik grote verantwoordelijkheden op mijn schouders had liggen, maar dat nam niet weg dat ik een momentje voor mezelf mocht hebben.
Ik wandelde al zo'n kwartiertje door het bos, wat betekende dat ik binnen een kwartier terug thuis moest zijn, om dan verder te 'werken'. Ik haalde een hand door mijn haren en stopte kort met wandelen, met mijn ogen gesloten. Ik genoot van de stilte, al werd die snel verbroken door een aantal stemmen die door elkaar aan het roepen waren. Ik fronste mijn wenkbrauwen en keek rondom me, het enige wat ik op dat moment zag waren bomen en bladeren. Niets meer, niets minder. Het duurde niet lang voor ik iemand hoorde lopen, aangezien ik bladeren hoorde kraken op een snel tempo, alleszins veel sneller dan ik er daarnet deed. Het geluid kwam van achter me, dus draaide ik me vluchtig op, mijn oren gespitst. Een ruige jongen liep tegen me aan, waardoor ik een paar meter naar achter deunde. Hij excuseerde zich, maar ik bleef stil. Het ging allemaal te snel voor me, waardoor ik het nog even moest laten bezinken. "G-Geen probleem," stamelde ik en streek mijn kleren terug glad. Hij keek me indringend aan, hij meende de verontschuldiging. Ik forceerde een glimlach op mijn gezicht en keek over zijn schouder heen. Ik hoorde nog een andere groep aan komen spurten. De bladeren kraakten nu op een onregelmatig ritme, ook met een vlot tempo. Mijn instinct liet me weten dat we moesten rennen, en snel.
"Lopen," beval ik, waarna ik meteen begon te rennen alsof mijn leven ervan afhing. Ik moest zo snel mogelijk thuis geraken, die groep mannen zagen me er allesbehalve vriendelijk uit.
Lespoir
Wereldberoemd



Alexandro
Ik hoopte maar dat die mannen even wegbleven of misschien verdwaald waren en me niet meer konden vinden. Wat moest dat meisje wel niet denken als hier opeens een stelletje gekken aankwamen lopen die me achterna zaten. Misschien dacht ze dan wel dat ik met criminele zaken bezig was. Oké, daar was ik ook mee bezig, maar dat hoefde natuurlijk niemand te weten. Niemand mocht weten wat voor werk ik deed, maar er was ook niemand in mijn omgeving die achter mijn werk vroegen, buiten de mensen waarmee ik in een bende zat, wisten waarmee ik bezig was, maar dat was normaal. De rest van de mensen mochten natuurlijk van helemaal niets weten, dat was te gevaarlijk aangezien sommige mensen ons konden aangeven. Ik was al eens in aanmerking gekomen met de politie, alleen geraakte ik er toen gemakkelijk mee weg, al ging het de volgende keer als ik in aanmerking met de politie ging komen waarschijnlijk niet zo makkelijk gaan.
Ik glimlachte toch even zwak als ik haar hoorde zeggen dat het geen probleem was. Ik hoopte in ieder geval maar dat ik haar geen pijn gedaan had. Wat ze zo diep in het bos deed wist ik niet, het was ook niet verstandig om op dit uur diep het bos in te gaan. Het was de tijd dat mensen drugs gingen dealen en illegale zaken gingen doen, maar dat kon het meisje natuurlijk niet weten. Zij dacht er waarschijnlijk niet aan dat er mannen of zelfs vrouwen waren die hier in het bos kwamen om drugs te dealen. Ik was hier dan weer voor iets heel anders, maar het was illegaal en het was niet slim als ze verder het bos in zou gaan. Wat moest ik dan zeggen? 'Ik zou maar niet verder het bos in gaan aangezien er mensen met illegale dingen bezig zijn?'  Dat kon ik natuurlijk niet zomaar tegen haar zeggen, dan zou ik mezelf alleen maar verdacht maken en dat was niet de bedoeling. Eigenlijk was het beter als ik niet met mensen sprak die niet uit mijn bende kwamen, maar ik moest me excuseren omdat ik tegen haar aanliep. Ik ging ook geen gesprek met haar aangaan, er was nog een kans dat die mannen er zo aankwamen en dat ze mij samen met haar zagen en dachten dat zij ook iets te maken had met heel het complot en dat was niet zo. Ze was enkel een meisje waar ik tegenaan liep.
Ik hoorde haar opeens 'Lopen' zeggen waardoor ik even achter me keek, ik hoorde wel wat geluiden dus dat waren de mannen waarschijnlijk. Toen ik mijn blik achter me gericht had, zag ik wel degelijk die mannen lopen. Shit, dat had ik weer. Ik zag dat het meisje al een stuk verder was dan ik. Ik zag haar net de hoek om lopen, dus ze was uit het zicht. Dat was maar beter zo, de mannen zouden het vast niet erg vinden om ook haar wat aan te doen terwijl ze niets misdaan had. Ik begon uiteindelijk ook maar te lopen, zo snel als ik kon. Alleen rende ik de andere kant op dan het meisje aangezien ik niet wilde dat onschuldige mensen iets zou overkomen door mij. Zo was ik dan, ik wilde nooit dat onschuldige mensen wat overkwam, ook al deed onze bende soms ook onschuldige mensen wat aan. Dat moest ik er dan maar bijnemen, daar was niets aan te doen. Als iemand te veel wist, moesten de diegene vermoorden, ook al had die persoon helemaal niets misdaan.
Anoniem
Landelijke ster



Mac
De jongeman achter me begon niet veel later ook te rennen, met enkel een aantal meter tussen ons verwijderd maakte we het ons uit de voeten. Niet veel later ging ik een hoek om, waar ik even stopte om uit te rusten, de gast van daarnet ging de andere richting uit. Ik fronste mijn ogen kort, uit bezorgdheid. Wat had hij gedaan dat die mannen zo kwaad waren? 
De gevaarlijke maniakken zoefden ook even voorbij, eentje keek me zelfs dodelijk in de ogen. Ze zagen er allesbehalve positief uit, ze hadden leren vestjes aan en waren bekladderd met tattoos. Sommigen hadden zelfs een wapen tussen hun riem en broek zitten. Ik vond het zielig voor de jongen, maar besliste om maar snel naar huis te gaan voor ze achter me aan zouden komen. 
Zo'n kwartiertje later kwam ik aan aan de voordeur, waar ik mijn sleutel in het sleutelgat propte en de deur ontgrendelde. Ik wandelde naar binnen en sloot de deur achter me dicht. Een beetje ongelovig staarde ik voor me uit, starend naar niets. Mijn gedachten waren wel op hol aan het slaan. Was het wel een juiste keuze om de jongen zomaar achter te laten?
Ze slikte even en besloot gewoon voort te doen met wat ze bezig was, ze wandelde de woonkamer in en plofte in de zetel waar ik mijn telefoon naar boven griste en berichtjes beantwoordde. 
Mijn gedachten nog steeds bij de jongeman.
Lespoir
Wereldberoemd



Alexandro
Ik bleef maar rennen en rennen. Het meisje was in ieder geval niet meer in de buurt dus kon ik haar door mijn actie van daarnet niet meer in gevaar brengen. Ik had er niet op gerekend dat die jongen die ik gedrogeerd had mensen bij zich had, ik was er van overtuigd dat ik alleen was, met die jongen dan natuurlijk. Ik had helemaal niet verwacht dat ik misschien wel zou moeten rennen voor mijn leven, en dat was nu aan de hand. Als ik stopte, was ik bang dat ze me gingen afmaken. Ik was niet echt iemand die snel bang werd, maar deze situatie was toch wel een beetje beangstigend als ik eerlijk moest zijn. Naja, er liepen twee grote mannen achter me aan vol met tattoos, dat was niet echt een normale ervaring. Ik keek even achter me, maar ik zag de mannen niet meer. Misschien waren ze zelf moe geworden en konden ze me niet meer bijhouden, zoiets hoopte ik toch. Opeens hoorde ik weer wat voetstappen op een redelijk snel tempo, ik kon de voetstappen zo goed horen omdat ik de bladeren hoorde kraken. Ik zette het weer op rennen, nog sneller dan ik daarnet deed. 'Doe geen moeite Sanchez, we krijgen je toch wel te pakken,' hoorde ik een man achter me roepen. Hoe ze wisten wat mijn naam was, wist ik niet, maar dat was ook totaal niet belangrijk. Het belangrijkste was dat ik een weg moest zoeken hoe ik de mannen van me af kon schudden en kon ontsnappen uit dit enorme bos.
Ongeveer tien minuten later begon ik eigenlijk echt wel uitgeput te raken, niet dat ik een slechte conditie had, maar ik was al een lange tijd aan het lopen op een redelijk snel tempo. Het was dus normaal dat ik een beetje was uitgeput, naja, eigenlijk geen beetje, ik was heel erg uitgeput. Al weer tien minuten laten kon ik echt niet meer, mijn longen deden verschrikkelijk veel pijn en mijn benen werden zo zwaar dat ik bijna geen stap meer vooruit kon zetten. Ik had geen slechte conditie, maar ik was geen één of andere atleet die een uur aan een stuk kon lopen. Ik hijgde even door die inspanning, ik probeerde mijn ademhaling op controle te krijgen, maar dat lukte niet echt zo goed. Ik hoopte maar dat ik nog kon ontsnappen voor dat die mannen er weer aankwamen.
Opeens hoorde ik weer wat voetstappen, maar ik had de energie om verder te lopen niet meer. Hoe dat die mannen die conditie gekregen hadden wist ik niet, maar waarschijnlijk zaten ze aan de drugs of wat dan ook. Daar zou ik niet verbaasd over zijn. Opeens voelde ik een vuist in mijn gezicht, ik voelde even met mijn hand aan mijn gezicht en natuurlijk zag ik bloed. Doordat ik een beetje duizelig werd, viel ik op de grond, het leek wel of ik alles dubbel zag. Ik voelde nog hoe de mannen me tegen mijn ribben en in mijn maag begonnen te stampen. Ik spuugde nog wat bloed uit, maar toen ik nog een slag tegen mijn hoofd voelde, werd alles zwart.
Toen ik wakker werd, keek ik even om me heen. De mannen waren er niet meer, ik lag hier alleen op de grond in het bos. Ik probeerde rechtop te staan was me veel moeite kostte. Nog steeds voelde ik me wat duizelig. Een beetje wankelend probeerde ik de uitgang naar het bos te vinden, maar dat was niet simpel. Ik had heel veel pijn en alles om me heen leek te draaien. Ik was geen kleinzerig persoon, maar nu had ik toch echt wel veel pijn. Dat was ook normaal, die mannen hadden me redelijk hard geslagen en gestampt. Misschien was het maar beter als ik zo bij één of ander huis zou aanbellen, ik was niet iemand die snel om hulp vroeg, maar ik had toch wel hulp nodig.
Toen ik eindelijk de uitgang van het bos gevonden had, kwam ik bij een straat uit. Het was niet echt een drukke straat, het was eerder redelijk rustig. Nu moest ik er voor zorgen dat ik nog kon aanbellen bij iemand. Ik keek even om me heen. Waarschijnlijk zou ik iemand storen, maar ik had wel hulp nodig. Ik probeerde dan naar het eerste huis dat ik tegen kwam te wandelen, eerder wankelen en belde aan. Ik wist niet wie open ging doen, maar dat maakte ook niet zo veel uit.
Anoniem
Landelijke ster



Ik begon van de éne kant van de kamer naar de andere te ijsberen, mijn hand omklemde mijn telefoon. Zou ik de ambulances bellen? 
Ik drukte langzaam het nummer in, tot ik iemand hoorde aanbellen. Mijn lichaam begaf zich zo snel als ze kon naar de voordeur en opende die. Mijn pupillen detecteerde een gedaante voor me, die me maar al te bekend voorkwam. Hij was bedekt met bloed, zijn lip was opgezwollen en ik zag al een aantal littekens verschijnen.
Even bleef ik vastgetimmerd aan de grond staan, alsof mijn lichaam het begaf. Beide zeiden we niet, tot ik op het besef kwam dat ik aan het staren was.
"Kom binnen," stamelde ik waarna ik plaats maakte voor hem om naar binnen te wandelen. Nadar ik de deur sloot, nam ik een keukenhanddoek uit de kast en maakte die nat. Die bracht ik naar de jongeman en depte ik in zijn gezicht, om het bloed wat te doen onttrekken. Ik drukte de natte handdoek in zijn handen en wandelde naar de EHBO-kast, iets verder van ons verwijderd. "Wat is er gebeurd, wat hebben ze je aangedaan?" vroeg ik bezorgd en nam allerlei medische spulletjes die 24/7 klaarstonden om gebruikt te worden.
Ik griste steriel verband en wat ontsmettingsmiddel uit de hangkast. Ik draaide zich om en wandelde terug naar hem, waarna ik een plaatsje naast hem nam. Bewegen deed ik niet, staren wel. Naar de wonden die zich in grote mate op zijn gezicht begaven. 
Lespoir
Wereldberoemd



Alexandro
Wie de deur ging openmaken, wist ik niet. Dat maakte me verder ook niet veel uit. Als er iemand überhaupt de deur open ging doen voor me, er was een kans dat er niemand opendeed. Er was ook een kans dat er iemand opendeed en vervolgens de deur voor mijn neus zouden dichtgooien omdat ze niet wilde helpen. Dat kon allemaal, maar ik hoopte dat er iemand open deed die me toch wilde helpen. Anders moest ik een ander huis zoeken om aan te bellen en om hulp te vragen, en ik wist niet of dat me ging lukken aangezien ik me al heel erg duizelig voelde. Ik kon natuurlijk ook de weg naar het ziekenhuis nemen, maar dat was te ver en dat was ook niet nodig. Zo erg waren mijn verwondingen ook weer niet. Oké, ik had mezelf niet gezien aangezien ik niet echt in een raam of wat dan ook naar mezelf gekeken had. Ik kon wel in mijn telefoon naar mezelf kijken, maar heel mijn scherm was gesneuveld door die maniakken die me ineengeslagen hadden.
Al snel zag ik de deur opengaan, zo ver ik het kon zien. Alles om me heen zag er een beetje wazig uit, mijn zicht was dus niet zo scherp. Ik kon wel gewoon zien, maar ik zag niet zo goed als anders, maar dat kwam door de slagen die ik op mijn hoofd had gekregen, het zou wel beteren na een tijdje. Ik zag dat de persoon die de deur open deed, een meisje was, het meisje van in het bos. Ik liep tegen haar in het bos toen ik aan het rennen was terwijl die mannen achter me aan liepen. Ze had dus vast ook al door dat die mannen de verwondingen veroorzaakt hadden. Aan haar blik te zien, was ze een beetje verbaasd, ze wist niet wat ze moest doen wat ik ook begreep. Ik zag er niet bepaald goed uit en ze zag die mannen al achter me aan rennen. Ikzelf zei ook niets, wat moest ik zeggen?
Na een tijdje hoorde ik haar zeggen dat ik binnen mocht komen, waar ik best opgelucht door was. Ik had het begrepen als ze de deur dichtgegooid had, maar ik vond het fijn dat ik binnen mocht ook al was ik een vreemde voor haar en zij voor mij. Verstandig dat ze me zomaar binnen liet was het niet van haar, niet dat ik haar wat ging doen, helemaal niet zelfs, maar het kon wel. Ik kon één of andere gestoorde gast zijn die haar wat aan zou willen doen. Toch mocht ik haar natuurlijk dankbaar zijn dat ze me binnenliet, anders moest ik verder wandelen naar een ander huis. Ik liep dus naar binnen toe, nog steeds was het een beetje moeilijk voor me om te wandelen, maar ik deed mijn best om het toch te doen, ik wilde me niet kleinzerig gedragen want dat was ik niet. Ik had het sowieso niet graag dat mensen me pijn zagen hebben, ik voelde me er zwak door, maar in die situatie kon ik niet anders. Ik kon de pijn die ik had niet helemaal verbergen want ik had erg veel pijn. Niet alleen in mijn gezicht, overal.
Toen ik voelde dat ze met een vochtige handdoek over mijn gezicht depte op het bloed weg te krijgen, voelde ik de handdoek best prikken. Ik zei er niets van, ze deed het alleen om me te helpen. Volgens mij vielen de verwondingen die ik aan mijn gezicht had best wel mee, alleen bloedde het heel erg. Ik hoopte maar niet dat ik littekens ging krijgen die niet meer weg gingen, maar daar was niets tegen te doen natuurlijk. Als ik ze had, had ik ze. Ik mocht al blij zijn dat ik er zo nog mee weg kon komen, die mannen waren ook niet bang om gewoon mensen neer te schieten dus er was een kans dat ze me eigenlijk gewoon hadden neergeschoten.
Ik hoorde haar na een tijdje vragen wat er gebeurd was. 'Die mannen hebben me ineengeslagen,' zei ik dan simpel omdat ik meer echt niet kon zeggen. Ze wist heus wel welke mannen ik bedoelde, ze had ze zelf gezien. Ik voelde me redelijk zwak en ik had erg veel pijn, daardoor kon ik ook niet zo goed praten dus hield ik het kort. Dat begreep het meisje waarschijnlijk wel. Aan haar gedrag te zien was ze wel een beetje van dit hele gebeuren geschrokken, maar dat was normaal. Dat er opeens een jongen onder het bloed voor je deur stond was niet echt een situatie die je dagelijks zou overkomen.
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld