ladybambi schreef:
Travis
Het rijk van het bovennatuurlijke werd met een geheime muur van het mensenrijk gescheiden. Een muur waar normale mensen niet doorheen konden en gemaakt was om ons te beschermen tegen de jagers. Er waren vele soorten jagers. Weerwolfjagers, vampiersjagers, feeënjagers, zombiejagers (al waren die niet moeilijk te vangen) en ga zo maar door. Meestal waren de andere soort jagers geen gevaar voor het wezen, alleen diegene die gespecialiseerd was in jou soort. De anderen konden je verwonden, maar niet doden. Toch waren er jagers die gespecialiseerd waren in meerdere monsters. Daar moest je voor uitkijken. Toch gingen er altijd veel wezens door de muur heen. Het maakte ze niet uit. Hoe groot was de kans ook om een jager tegen te komen? Een op de miljoen ongeveer. Er waren niet zoveel jagers, aangezien we altijd ons best deden om onopvallend te zijn en lang niet iedereen van ons bestaan wist. Sterker nog, de meeste mensen lachten je uit als je vertelde van ons bestaan.
Even kijk ik mam aan, terwijl ik voor de muur sta. Ondanks dat het niet heel gevaarlijk is, vind ik het toch een beetje eng om naar de mensenwereld te gaan. Anders-zijn, dit is het veiligste moment. Ik ben nog niet veranderd, al kan de verandering bijna komen. Mochten er in de omgeving waar ik uitkom jagers zijn, zullen ze minder snel denken dat ik een wolf ben, als ik bij de eerste ontmoeting nog niet veranderd ben. Dan zullen ze vaak denken dat ze zich vergist hebben. Mensen gaan niet op in mogelijkheden en de veranderingen die erbij horen. Dwaas, maar voorspelbaar. Al ben ik er ook wel een beetje blij mee.
“Moet ik echt weg?” vraag ik zacht aan mam, terwijl ik weer naar de muur staat en voel dat ze knikt. “Je kunt hier niet helpen. Het is alleen maar gevaarlijk. Je hebt een gave die geen enkele andere weerwolf bezit. Je moet veilig zijn tot die gave zich ontwikkeld” antwoord mijn moeder en ik zucht zacht. De legende, het begint me een beetje de keel uit te hangen. Toen ik geboren werd, zei een wijze uit het dorp dat ik in staat zou zijn om te veranderen wanneer ik wilde. Ik was niet afhankelijk van een stand van de maan, zoals de meesten. Het had niets te maken met volle maan, maar met elke maanstand was er een groep weerwolven die kon veranderen. Ook de dag dat de maan niet zichtbaar was. Ik zou echter in staat moeten zijn om elk moment te veranderen. Welke maan die dag ook was, welk tijdstip het ook was. (Niet dat een tijdstip belangrijk was, de maan stond ook overdag aan de hemel). Daarom werd ik als held van het dorp gezien. Ik zou de oorlog van de weerwolven moeten kunnen doen stoppen. Veel zijn dan ook erg ongeduldig en willen dat ik meteen verander, maar mijn tijd is nog niet gekomen.
Een zachte zucht verlaat dan ook mijn lippen, terwijl ik langzaam door de muur loop. Het ziet er misschien een beetje vreemd uit, maar ik heb ooit een mensenfilm gezien waar precies het zelfde in gebeurt. Hoe heet die film ook alweer? Owja, Harry Potter. Best een vage film. In een van die films komt ook een weerwolf voor. Logisch dat mensen bang voor ons zijn, dat was echt een monster. Zo zien we er echt niet uit.
Aan de andere kant van de muur, komt echter geen treinstation tevoorschijn. Slechts een diep, donker bos. Geen muur meer te bekennen, in plaats daarvan een boom met een wolvenpoot. Het teken van onze wereld. Even leg ik mijn hand tegen de poot aan en zie de muur weer kort verschijnen. Dan zucht ik zacht en kijk om me heen. Ik moet dit bos uit zien te komen, maar welke kant? Na een paar minuten denken, besluit ik maar gewoon mijn instinkt te volgen en een kant uit te gaan. Op een bepaald moment moet ik toch wel ergens uitkomen toch? De bossen aan de menselijke grens zijn iets anders dan de bossen aan onze kant. De bomen zijn bij ons thuis veel groener. Ze lijken hier groen, voor menselijke ogen, maar als je dieper kijkt zie je de waarheid. Een bruine gloed zit erover heen. Waarschijnlijk omdat de natuur verdrietig is. Als ik de verhalen moet geloven, moet de mens de natuur vernietigen. Wij proberen zoveel mogelijk in harmonie te leven met de natuur, maar de mens vernietigd hem en waarvoor? Voor palmolie, hout en dorpen. Ze denken niet na. Ze vernielen alles wat op hun pad staat. Het is gewoon gekkenwerk. De mens zou allang dood zijn, als wij er niet waren. Onze bomen geven nog schoon zuurstof. De uitlaatgassen komen niet bij onze bomen in de buurt, maar onze zuurstof gaat wel over het mensenrijk heen.
Even dacht ik na, over waar ik precies heen moest. Volgens het dorpshoofd waren er speciale weerwolf huizen. In die huizen konden weerwolven logeren, als ze net in de mensenwereld leefden. Daar hielpen andere weerwolven om voor hen een echt onderkomen te vinden. Een echt huis. Nu is het probleem nog dat ik die huizen nog moet vinden. Even zucht ik zacht en loop rustig verder, tot ik op een bepaald moment de bladeren op een onnatuurlijke manier hoor ritselen. Een geluid dat betekend dat er iemand aankomt. Even kijk ik om me heen en slik. “Wie is daar?” roep ik en zie een jongen met rode ogen tevoorschijn komen. “Vampier” zeg ik zacht en hij grijnst.
“Betrapt” antwoord hij en loopt naar me toe. “Je komt hier niet vandaan he? Of wel?” vraagt hij vervolgens.