Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
AWAEAEA3AEA3A3A3AEAEAWAWAEAW
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
10 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Pagina: | Volgende | Laatste
TMIO | “Where there is love, there is often
Anoniem
Landelijke ster



Gebaseerd op "The Mortal Instruments"/ "Shadowhunters" / "De kronieken van de onderwereld" 

*“Where there is love, there is often also hate. They can exist side by side.”  





Gideon Cross -  19 jaar - Shaduwjager
Lespoir
Wereldberoemd



{option}


Addison Hale - 18 jaar - "Mundane"
Lespoir
Wereldberoemd



Erg oplettend wandelde Addison door een aantal steegjes en straten van New York, de stad waar ze woonde. In een stad als New York moest je erg aandachtig zijn aangezien er zomaar dingen konden gebeuren, dat vertelde Addison's moeder toch altijd. Er konden gevaarlijke mensen verstopt zitten in de steegjes, wat ook de reden was waarom Addison nooit te laat thuis mocht komen. Ze luisterde er niet naar, ze was immers net achttien jaar geworden wat wilde zeggen dat ze volwassen was. Ondertussen had ze ook de leeftijd gekregen om in de clubs waar ze vroeger nooit in mocht, te komen. Er waren veel clubs in New York waar ja pas vanaf een achttien jarige leeftijd in mocht wat Addison hatelijk vond. Zelfs een aantal dagen voor haar verjaardag mocht ze niet binnen. Alsof ze op die paar dagen tijd volwassener zou worden. Veel verschil merkte Addison niet qua volwassenheid, ze voelde zich nog steeds hetzelfde als eerst.
Addison stopte even toen ze een soort kerk zag die ze nog nooit in haar hele leven had gezien. Het was gek dat de kerk haar nog nooit was opgevallen, ze woonde haar hele leven al in New York en kende -bij haar weten- alle straten uit haar hoofd. New York was natuurlijk groot dus het was normaal dat ze nog voor verrassingen kwam te staan. Bovendien was ze ook nog nooit in de straat geweest waar ze zich bevond. Ondanks eigenlijk al achttien jaar in de stad woonde vond ze het soms best leuk om de buurt te verkennen, op die manier kon ze dingen ontdekken die ze nog niet ontdekt had, in dit geval de kerk. Het leek haar verstandiger om gewoon verder te wandelen, de verlaten kerk zag er onveilig en wantrouwend uit voor haar. Toch nam haar nieuwsgierigheid haar verstand over. Ze zette een aantal stappen dichter naar de poort voor de kerk. Ze duwde er een beetje tegen waardoor er een hels, piepend geluid ontstond, het gaf een pijnlijk gevoel aan haar oren. Toen de poort open was, wandelde ze verder naar de deur waar ze even aanklopte. Ze had geen idee of iemand kwam opendoen, ze kon het proberen. Wie weet was er zelfs niemand.
Al snel ging de deur open. "Ben je nu al terug? Ik had je pas...." De jongen die de deur opende stopte met praten toen hij Addison zag staan. "W-wie ben jij?" vroeg ze een beetje wantrouwend. Ze zag een jongen met donkere, bijna pikzwarte haren, een licht getinte huid en bruine ogen staan. Zijn armen en nek stonden vol met vreemde tekens, waarschijnlijk tatoeages. "Kan je me zien?" vroeg hij met een erg verbaasde toon in zijn stem. "Ja? Waarom zou ik je niet kunnen zien?" vroeg ze verward aan de jongen. Ze vond hem maar raar. Waarom zou ze hem niet kunnen zien?
Addison voelde dat de jongen haar arm vast nam en haar mee naar binnen toe trok. "Hé, doe even rustig," zei ze aangezien de jongen haar pols stevig vast had. Toen ze eenmaal binnen was, kon ze allemaal mensen zien staan. "Kan je hen ook zien?" vroeg hij aan Addison. "Ja, natuurlijk. Je kan me maar beter uitleggen wat er aan de hand is," zei Addison, maar daar kreeg ze geen antwoord op.
Anoniem
Landelijke ster



Al de hele ochtend was Gideon aan het trainen geweest in de trainingsruimte. Hij was ook niet van plan deze snel te verlaten. Het voorval van gisterennacht had hem genekt. Nog nooit eerder was een demon hem ontglipt. Al sinds dat hij jong was had hij elke demon die op zijn pad dwaalde uit de weggeruimd. De tegenslag van gisteravond had hem nu doen ontwaken. Zelfs hij, Gideon Cross, kon niet alle demonen uitschakelen. Hij haatte het feit dat hij zich daardoor niet goed genoeg voelde. Hij moest zijn vader immers trots maken. Zijn vader,  William Cross, was een van de beste schaduwjagers die de schaduwwereld kende. Het werd van hem verwacht om precies zo eervol en sterk te zijn als zijn vader. Het hooghouden van de familienaam was voor hem het allerbelangrijkste. 
Met een krachtige beweging bracht Gideon zijn arm naar voren en liet de ster in zijn hand los. De ster raasde en draaide door de lucht heen. Uiteindelijk belandde de ster precies in het midden van een van de schotsdoelen. Er rolde een opgelaten zucht over Gideon's lippen, hij had het nog steeds in zich. Zijn gevoel van richting was nog perfect en hij kon nog perfect gooien. Gisteren was gewoon een tegenslag, een slechte nacht, iedereen had die wel eens. 
Hij haalde een hand door zijn warrige haren en liet zichzelf toen op de koude vloer van de trainingsruimte vallen. Hij liet de ster die hij nog in zijn handen had door zijn vingers glijden. Zijn vader was ook altijd goed geweest in het werpen van sterren, het was een talent wat hij aan zijn vader te danken had. Niet dat hij zijn vader ooit had ontmoet. Alles wat hij van zijn vader wist, waren verhalen geweest. Niemand wist of zijn vader nog leefde, niemand wist waar hij was. Alles wat hij van zijn vader had waren de verhalen waar hij aan moest voldoen. Het was gewoon iets wat hij altijd al in hem had gehad, de ambitie om in zijn vaders voetstappen te treden. 
"Gideon?" 
Gideon schrok op uit zijn gedachten en stond op. "Kom binnen," antwoordde hij waarop Grace de kamer binnen trad.
"Je moet even beneden naar de hal komen, we hebben een nieuwe aanwinst," zei Grace. 
"Een nieuwe aanwinst?" vroeg Gideon verbaasd. Meestal wanneer er nieuwe schaduwjagers naar het instituut zouden komen, werd dat van te voren aangekondigd. Deze keer had hij er nog niks over gehoord. 
"Ja kom maar gewoon, je ziet het vanzelf," antwoordde Grace waarna ze zich omdraaide en terug naar de hal liep. 
Vanuit pure nieuwsgierigheid volgde Gideon Grace maar. Normaal gesproken had hem niet veel geboeid dat er een nieuwe schaduwjager bij kwam maar zo met het voorval van gisternacht in gedachten, dacht hij er deze keer anders over. 
Eenmaal in de hal aangekomen zag hij in het midden van een groep schaduwjagers een meisje staan, ze zag er totaal niet als een schaduwjager uit. Ze had nergens runes en ze zag er bovenal heel onschuldig uit. 
Snel liep Gideon de trap af en maakte zijn weg naar het meisje wat de zogenaamde nieuwe aanwinst zou moeten zijn. 
"Wie is zij en wat doet ze hier?" vroeg hij vervolgens. Hij keek het meisje niet aan, hij keek alleen naar Aiden, zijn parabatai. "Wat heeft dit te betekenen?" 
Lespoir
Wereldberoemd



"Ik ehm... Ik moet eigenlijk gaan, ik moest allang thuis zijn." Addison wantrouwde de gehele situatie waardoor ze zo snel mogelijk naar huis wilde gaan. De mensen waren onbekend voor haar en Addison had het moeilijk met mensen te vertrouwen. Zeker als ze vol stonden met vreemde tekens. "Dat kan niet," zei de jongen tegen haar waardoor ze hem raar aankeek. "Ik leg het je later wel uit," zei hij.
Haar felblauwe ogen keken onderzoekend door de hal waar ze stonden. De mensen die er ook waren, hadden dezelfde tatoeages als de jongen die de deur voor haar open deed. Waarom hadden ze allemaal dezelfde tatoeages? Dat was namelijk niet echt iets normaal. Er waren wel sommige stelletjes die zo dom waren om dezelfde tatoeages te nemen, maar voor zo'n grote groep mensen was het onlogisch. Het waren allemaal gekke tekens in verschillende vormen en maten. Wie had de tekens bedacht? Ze dacht even na waarvan de tekens misschien afkomstig konden zijn, ze kwamen haar vaag bekend voor. Ze had ooit zulke tekens gezien, maar ze moest heel erg goed nadenken voor ze precies wist waar ze de tekens gezien had. Waarschijnlijk had ze het ergens op het internet of in een boek gezien. Addison hield namelijk heel erg van boeken dus de kans dat ze daarin zulke tekens had gezien kon best zijn. Ondanks de mensen dezelfde tekens hadden, zaten ze allemaal op verschillende plaatsen. Toch vroeg ze zich af wat voor tekens het waren en wat de redenen om die tekens te tatoeëren waren. De meeste mensen lieten immers teksten of tekeningen tatoeëren, zulke tekens had ze nog nooit bij iemand gezien. Ze waren ook niet zwart zoals normale tatoeages eruit zagen, ze hadden een rood/rozige kleur. Ze leken sterk op een soort brandwonden.

Flashback:
Addison wandelde het trapje van de kelder af en stak het lichtje aan zodat de ruimte verlicht werd. Veel licht gaf de kleine lamp niet af, maar het was beter dan niks. Ze zocht tussen de rekken van het kastje naar een kookboek van haar moeder. Addison's favoriete gerecht stond in het kookboek en haar moeder had het nodig tijdens het koken. Ze nam uiteindelijk haar mobiel uit haar broekzak zodat ze iets meer licht tot haar beschikking had, dat maakte het zoeken handiger voor haar.
Tijdens het zoeken vielen haar ogen op een boek dat ze nog nooit had gezien. Ze nam het tussen de rest van de boeken uit en opende het. Ze richtte het scherm van haar mobiel erop waardoor ze kon zien wat erin stond. Het waren allemaal vreemde tekens, tekens waarvan ze nog nooit had gehoord. Ze waren getekend, maar door wie wist ze niet. Had haar moeder ze getekend? Ze keek even op de kaft van het boek in de hoop dat ze daar meer informatie kon vinden, maar ook daar stond geen enkele informatie op.
"Lukt het, Addison?" hoorde ze haar moeder roepen. "Ja hoor!" riep ze terug waarna ze het boek sloot en verder naar het kookboek zocht. Toen ze het gevonden had, nam ze het kookboek samen met het andere boek mee uit de kelder waarna ze het vreemde boek eerst in haar kamer legde. Ze zou het laten nog wel eens bestuderen. Misschien dat ze op internet wat kon vinden over de onbekende tekens.

Ze werd wakkergeschud uit haar gedachtes toen ze een andere jongensstem hoorde. Het was een andere stem dan die van de jongen die haar mee naar binnen genomen had. Meteen vroeg de jongen wie ze was en wat ze er deed. Ze had zelf geen idee wat ze er deed, dus op die vraag wist ze zelf geen antwoord. "Gideon, wees niet zo onbeleefd tegen onze nieuwe gast," zei de jongen waarvan ze de naam nog steeds niet wist doordat hij zichzelf niet had voorgesteld aan haar. Andersom was het ook niet het geval, Addison had niks over haarzelf verteld aan hem. Dat vond ze onnodig aangezien ze niet van plan was om lang te blijven in het voor haar nog onbekende gebouw. "Kom, ik zal je een rondleiding geven," zei hij tegen Addison waarna hij voor ze wat kon zeggen haar pols opnieuw vastnam en door de groep andere mensen heenliep om haar dus een rondleiding te geven. Als ze door de groep mensen heen waren gegaan liet hij haar pols los, maar toch bleef ze naast hem wandelen aangezien het onbeleefd was om zomaar te blijven staan. "Je hoeft me geen rondleiding te geven hoor, ik ben toch niet van plan om hier te blijven," zei Addison tegen de jongen. "Geloof me, je hebt een rondleiding nodig," zei de jongen. "Waarom?" vroeg ze waarna ze naar de jongen keek. "Dat merk je later wel." Opnieuw kreeg ze een mysterieus antwoord van hem. Waarom had ze per se de rondleiding nodig, maar wilde hij niet zeggen waarom? Ze vond het vervelend dat hij steeds halve en mysterieuze antwoorden gaf. Ze wilde duidelijkheid. Iets wat ze blijkbaar niet kon krijgen.
Anoniem
Landelijke ster



Gideon en Aiden waren altijd al samen geweest. Al vanaf dat de twee jong waren, waren ze onafscheidelijk. Eigenlijk was het vreemd dat de twee zo close waren, hun persoonlijkheden waren heel verschillend. Aiden was bescheiden, vriendelijk en behulpzaam. In tegenstelling tot Gideon die koppig en brutaal was. Misschien waren de twee wel een soort ying en yang voor elkaar. Ze hielden elkaar in balans. Aiden was ook de enige die Gideon weer rustig kreeg wanneer hij boos was. Gideon was de enige die wist wat er om ging in Aiden's hoofd wanneer hij zweeg. Het was daarom niet vreemd dat de twee elkaar als parabatai hadden uitgekozen. Parabatai zijn betekent echter niet dat de twee het altijd eens met elkaar moeten zijn, ze waren er wel altijd voor elkaar. 
Gideon keek zijn parabatai met grote ogen aan. "Kom op Aiden, ik ben nooit onbeleefd," zei Gideon met een grijns. "Ik kan er niks aan doen dat jij voorliefde hebt voor eenzame mundanes die hier op de deur kloppen,"
Aiden leek hem te negeren. Dat deed hij wel vaker, hij wist hoe hij om moest gaan met de opmerkingen van Gideon. Gideon probeerde hem nooit te beledigen, dat wist hij ook wel. 
Met een opgetrokken wenkbrauw keek Gideon zijn parabatai aan die het meisje aan haar pols mee trok verder het instituut in. Ging hij haar nu serieus een rondleiding geven? Er rolde een zucht over Gideon's lippen waarna hij beduusd een hand door zijn warrige bruine haar haalde. Hij keek de cirkel rond, naar de andere schaduwjagers die met open mond het tafereel stonden te bekijken. Niemand zei iets, niemand deed iets.
"Oké, dus ik neem aan dat het instituut voortaan beter een asiel genoemd kan worden," zei hij. "Opvang voor al uw zielige mundanes met een gave," grijnsde hij. Niemand beantwoordde zijn opmerking behalve Grace. 
"Gideon, hoor eens wat je zelf zegt. Een mundane met een gave. Die meid kan ons zien en het instituut. Ze is hier geheel op eigen houtje naar toegekomen. Ze moet wel een schaduwjager zijn," zei ze waarna ze haar armen protesterend over elkaar heen deed. 
"Heb je wel eens gehoord van Het Zicht?" vroeg Gideon vervolgens. "Ik heb het in de boeken gelezen. Het komt vaker voor dan je denkt. Een mundane hoeft niet perse een schaduwjager te zijn wanneer het ons kan zien," zei Gideon feitelijk. 
Gideon en Grace waren nooit de beste vrienden geweest. Ze hadden geen hekel aan elkaar maar ze zochten wel elk moment uit om de ander te slim af te zijn. Gideon zag het zelf altijd als 'elkaar op scherp houden'. 
"Oh Gideon heeft weer eens 'de boeken' gelezen hoor. Fijn dat je een keer iets anders leest dan die sprookjesverhalen van je," zei Grace met een grijns op haar gezicht. 
"Ik zal meer van die sprookjesverhalen leren dan dat ik ooit zal kunnen leren van jou," zei Gideon met een knipoog naar Grace. 
Ondertussen waren de andere schaduwjagers al afgedropen, ze waren duidelijk niet geïnteresseerd geweest in het alledaagse bekvechten van de twee. 
"Als ik jou was zou ik je parabatai en zijn nieuwe mundane vriendin maar zoeken voordat ze misschien wel bij jou kamer aankomen tijdens hun rondleiding. Stel je voor dat ze je sprookjesverhalen vinden," spotte Grace. 
Gideon schonk Grace een niet gemeende glimlach en verdween daarna de trap op, op weg om de twee te vinden. 
Lespoir
Wereldberoemd



Ze keek even rond toen de jongen haar mee naar een trainingsruimte nam. Waarom hadden ze überhaupt een trainingsruimte nodig? "Waarom een trainingsruimte?" vroeg Addison verdwaasd. Ze begreep niets van de situatie waarin ze zich bevond en dat vond ze niet fijn. Ze vond het verschrikkelijk om zo onwetend te zijn over dingen. Zeker als ze steeds halve antwoorden kreeg waar ze nog steeds niet wijzer van werd. Ze had liever dat hij gewoon duidelijk was en uitlegde wat het allemaal was. Ze had er ook nog steeds geen idee van waarom ze de rondleiding nodig had. Was het gewoon omdat de jongen zich verveelde? "Hier kunnen we oefen op verdedigen, aanvallen en dat soort dingen," zei de jongen waardoor Addison hem met een verwarde blik aankeek. "Hoezo?" vroeg ze beduusd aan de jongen naast haar die eigenlijk nog steeds onbekend was voor haar. "Omdat we schaduwjagers zijn," zei hij. Nog steeds wist ze niet waar hij het over had. Ze had nog nooit iets over schaduwjagers gehoord. "Schaduwjagers?" vroeg Addison met een warhoofdige toon in haar stem. "Ja, schaduwjagers. We zijn half mens, half engel," zei hij. Alsof Addison dan wist waar hij het over had. Waarschijnlijk was hij gewoon een beetje gek. Ze had nog nooit van zoiets gehoord. "Oh ja, natuurlijk. Dat maakt de situatie veel duidelijker. Doe de groeten van me aan jullie vampier en weerwolf vrienden," zei Addison op een sarcastische toon waardoor de jongen met een opgetrokken wenkbrauw naar haar keek. "Wacht, je gaat toch niet zeggen dat hun ook bestaan, hé?" vroeg ze aan hem. "Jawel, maar onze vrienden zijn het niet. We kunnen niet zo goed overweg met elkaar doordat zij benedenwerelders zijn," legde hij aan haar uit. "Wat zijn benedenwerelders?" vroeg ze onbegrijpend aan de vreemde jongen. Ze begreep geen enkel woord van wat hij zei. Alles wat hij uit zijn mond bracht klonk vreemd in Addison's oren. "Een half menselijk en half demonisch ras. Alle weerwolven, vampiers en heksenmeesters zijn benedenwerelders," meldde de jongen aan Addison. Hoe meer hij zei, hoe eigenaardiger de situatie werd.
"Weet je, ik heb geen tijd voor al die grapjes van je, ik moet maar eens gaan," zei ze, maar toen ze weg wilde lopen nam hij haar pols opnieuw vast. "Ga niet weg, ik ben nog niet klaar. Alles wordt naarmate de tijd wel duidelijker. Het is normaal dat je het nu nog niet geloofd, maar dat zal je later wel doen. Geloof me," zei de jongen terwijl hij haar doordringend in haar ogen aankeek. "Waarom zou ik je geloven? Ik ken je niet eens," zei ze waarna ze haar pols wegtrok. "Ik moet bovendien echt gaan. Ik had mijn moeder beloofd om op tijd thuis te zijn aangezien het in het donker niet veilig is in de straten van New York," vertelde Addison. "De onveiligheid is allang uitgebroken op dit uur. Je kan hier blijven als je wil?" stelde de jongen voor. Ze vond het een vreemd en onveilig voorstel. Ze kende niemand in het gebouw en wantrouwde iedereen. "Wat? Nee, ik ga wel gewoon naar huis toe. Ik ken hier niemand." Ze ging liever naar het vertrouwde huis toe waar ze met haar moeder woonde dan dat ze in het onbekende gebouw bleef. Haar moeder was overigens vast heel ongerust aangezien Addison een anderhalf uur geleden al thuis moest zijn. "Dat maakt toch niet uit? Het is hier in ieder geval veiliger dan in je eentje op straat," debiteerde hij. "Dat weet ik zo zeker nog niet," mompelde Addison. Waarom zou ze veilig zijn bij gekken die dachten dat schaduwjagers, vampieren, weerwolven en heksenmeesters bestonden? Het klonk alles behalve veilig in haar oren.
"Wat is je naam trouwens?"
Ze wist niet of haar naam vertellen wel zo verstandig was. Veel kwaad kon het niet, maar toch. Ze vertrouwde de hele boel niet. "Addison," antwoordde ze uiteindelijk toch maar. Haar familienaam liet ze achterwegen. "En je familienaam?" vroeg hij. "Waarom wil je mijn familienaam weten? Dat gaat je niks aan," bracht ze uit. "Kom op, vertel het nou gewoon." Addison rolde even met haar ogen. Waarom wilde hij haar familienaam zo graag weten? Ze probeerde hem maar te vertrouwen. "Hale," antwoordde ze waardoor ze meteen de vergrootte ogen van de jongen zag. "Je bent een Hale?" vroeg hij. "Ehm... Ja, dat zei ik net toch?" vroeg Addison aan hem.
Ze wist niet waardoor hij haar zo verwonderd aankeek toen ze haar familienaam zei. Zo speciaal was haar familie niet, nou ja, het gene wat er van was overgebleven. Addison had de afgelopen acht jaren geleefd met enkel haar moeder. Haar vader was overleden toen ze amper tien jaar was. Nog steeds wist ze de reden van haar vaders dood niet, haar moeder vertelde altijd dat het kwam door een auto-ongeluk, maar ze wist dat het niet waar was. Dat kon ze horen aan de stem van haar moeder. Er was een andere reden. Haar moeder had net zoals Addison nog steeds de familienaam 'Hale' omdat ze ondanks hij overleden was, het geen reden vond om haar eigen familienaam weer te gebruiken.
Anoniem
Landelijke ster



Snel haastte Gideon de trap op, op zoek naar zijn parabatai en het vreemde meisje. Toen hij boven kwam, was de gang leeg. Waar konden ze heen zijn gegaan? Gideon kende Aiden beter dan wie dan ook. Het kostte hem daarom niet veel tijd voordat het hem te binnen schoot waar ze heen waren gegaan. Natuurlijk als Aiden aan die meid zou willen uitleggen wat ze nu eigenlijk was, zou hij dat met een aanleiding van de trainingsruimte moeten doen. 
Gideon en Aiden brachten altijd veel tijd door in de trainingsruimte, meestal omdat Gideon dat graag wilde maar het was ook vaak een soort uitlaatklep voor de twee. Dat ze zo vaak met elkaar trainden maakte niet alleen hun band sterker, maar zorgde er ook voor dat de twee het beter deden tijdens gevechten. Zo waren ze precies op elkaar ingespeeld en wist Gideon precies wat en wanneer Aiden iets van plan was om te doen. Ze kenden elkaars bewegingen door en door en door de parabatai bond hadden zo ook een soort innerlijk instinct wat elkaar moest beschermen. 
Gideon haastte de gangen door, richting de trainingsruimte. Eenmaal aangekomen bij de trainingsruimte zag hij de twee voor de deur staan. Het meisje had een verschrikte uitdrukking op haar gezicht. Gideon grinnikte in zichzelf, natuurlijk zou ze Aiden's verhaal niet geloven. De schaduwwereld was onbekend voor de mundanes. In de wereld van de mensen was de schaduwwereld bekent als een soort sprookje. Het was dan ook niet heel vreemd dat het meisje Aiden zo raar aan stond te staren. 
Het leek erop dat het meisje weg wilde lopen maar dat Aiden haar nog tegenhield. De altijd goede Aiden kon haar zeker niet laten gaan. Gideon wilde meer horen van het gesprek, maar als hij nog dichterbij zou komen, zouden de twee hem sowieso in het vizier hebben. Hij besloot dus maar heel rustig naar de twee toe te lopen en iets van hun gesprek af te luisteren.
Terwijl Gideon de twee naderde ving hij iets op, de familienaam "Hale". De Hale's waren altijd al een hoge schaduwjager familie geweest. Ze behoorden tot een van de beste schaduwjager families. Echter waren ze een aantal jaren geleden compleet verdwenen na de dood van Elijah Hale tijdens een bruut gevecht met een van de hogere demonen. Als dat meisje dus een echte Hale was, dan zou ze een schaduwjager moeten zijn. 
"Aiden, je moet de mundanes niet bang maken, dat weet je toch?" zei Gideon met een grijns toen hij de twee naderde. 
"Ik maak niemand bang, ik vertel alleen de waarheid," antwoordde Aiden, zijn blik nog steeds op het meisje gericht. 
"Ach, als dit een echte Hale is zal ze niet zo snel bang zijn," zei Gideon terwijl hij het meisje aankeek. Hij haalde zijn schouders op. "Al de verhalen zijn waar, alles. Behalve natuurlijk de Kerstman," grijnsde hij. 
Lespoir
Wereldberoemd



Nog steeds had de jongeman de verwonderde blik in zijn ogen. Wat was er zo speciaal aan Addison's familie? Bij haar weten had ze een doorsnee familie, niks speciaals. Wat voor werk haar ouders deden voor de dood van haar vader wist ze niet. Daar wilde haar moeder ook niks over kwijt, ook al was Addison er altijd al nieuwsgierig naar geweest. Haar moeder deed steeds heel erg geheimzinnig als het over hun leven toen haar vader nog leefde ging. Wat haar moeders job na de vreselijke dood was wist ze natuurlijk wel. Haar moeder was verpleegster geworden in het dichtstbijzijnde ziekenhuis nadat ze een snelcursus verpleging had gevolg. Haar werk had als gevolg dat ze vaak nacht dienst had waardoor Addison alleen thuis was. Gelukkig had ze leuke vrienden die haar kwamen vergezellen als ze alleen was, vooral haar beste vriend was er vaak als Addison's moeder nacht dienst had. Af en toe had Addison het gevoel dat er erg belangrijke dingen verzwegen werden voor haar thuis. Haar moeder deed soms erg mysterieus over dingen terwijl Addison liever een volledig antwoord kreeg. Ze vroeg zich af waarom haar moeder altijd zo kortaf was als Addison vragen had over de dood van haar vader. Het was volkomen normaal dat ze vragen had. Ze mistte haar vader dan ook heel erg. Ze dacht acht jaar nadien nog steeds aan hem. Zoals haar vader Addison altijd zijn engeltje of zijn prinsesje noemde, was hij een held voor haar. Ook al had ze door dat ook hij voor zijn dood heel geheimzinnig deed, net als haar moeder.

Flashback:
Addison lag in haar bed terwijl ze hoorde te slapen. Het lukte haar niet om wat slaap te vatten. Ze lag al een tijdje gewoon wakker met haar rug naar de deur die openstond toegekeerd. Ze hoorde voetstappen in de hal. Het waren haar ouders. "Talia, we moeten het haar vertellen," hoorde ze de stem van haar vader vertellen. "Nu niet, Elijah, laat haar nog even kind zijn," zei haar moeder zuchtend. Addison was nog maar een klein meisje van tien jaar dus ze had geen idee wat ze ermee bedoelde. Wat ze wel wist, was dat ze stilaan genoeg begon te krijgen van het geheimzinnige gedoe. "We moeten haar voorbereiden op het gevaar dat eraan zit te komen," ging haar vader tegen de woorden van haar moeder in. Over welk gevaar hadden ze het? Addison begreep er helemaal niks van, al lag dat waarschijnlijk aan het feit dat haar moeder niks kwijt wilde. Het waren ongetwijfeld weer de zaken waar slechts volwassenen zaken mee hadden, het was dus niet bedoeld voor kinderen zoals Addison. "Wacht tot ze achttien is, dan is ze volwassen genoeg om het aan te kunnen," stelde haar moeder voor. "Jij moet het weten, maar klaag niet als ze boos wordt als dat we het die tijd voor haar hebben verzwegen. Je weet wat de gevolgen ervan kunnen zijn," zei haar vader waarna hij weg ging. Niet veel later verliet haar moeder ook de hal en ging het licht uit.

Addison ontwaakte uit haar gedachtes toen ze opeens de jongen die ze een aantal minuten geleden ook al zag bij hen kwam staan. Ze wist dat zijn naam Gideon was, dat had ze opgevangen tijdens een gesprek tussen de twee jongens. Toen de jongen genaamd Gideon tegen de jongen naast haar begon te praten, hoorde ze dat de jongen die haar alles had uitgelegd, maar nog steeds onbekend was voor haar, Aiden heette. Dat wist ze dan ook weer. Ze hoorde Gideon zeggen dat als ze een echte Hale was, ze niet zo snel bang was. Waarover had hij het nou weer? Wat had haar familie met haar angst te maken?
Toen hij zei dat alle verhalen echt waren rolde er een onhoorbare zucht over haar lippen. "Ik heb wel wat beters te doen dan hier bij een stelletje gekken te zitten," zei Addison waarna ze haar wilde omdraaien om weg te gaan. Voor ze slechts één stap kon zetten hield de jongen met de naam Aiden haar tegen. "Jij bent de dochter van Elijah Hale, niet waar?" vroeg hij aan haar met een kleine grijns op zijn gezicht. Ze keek even raar op van zijn vraag. Hoe wist hij wie haar vader was? "Ja, maar hoe weet jij wie mijn vader is, nou ja, was?" vroeg ze lichtelijk verbaasd. Fijn vond ze het niet dat om over haar vader te praten. Het was nog steeds een gevoelig puntje bij haar. Ze had het overlijden in de acht jaar tijd wel verwerkt, maar dat wilde niet zeggen dat het niet gevoelig kon liggen. "Omdat hij ook een schaduwjager was, net zoals je moeder en jij," zei Aiden. Addison's ouders en Addison zelf waren geen schaduwjagers. Anders hadden ze er vast wel wat over verteld en dat hadden ze namelijk nooit gedaan. Was dat misschien het gene dat ze al achttien jaar voor haar verzwegen hadden? "Dat is niet waar. Doe geen moeite om die vreemde verhaaltjes aan me te vertellen, ik geloof het toch niet," zei Addison dan tegen Aiden. Waarom zou ze het geloven? Er zat geen enkel puntje logica in. Alles klonk onlogisch in Addison's oren. Alhoewel het misschien kon omdat ze het niet wilde geloven. Ze wilde niet geloven dat schaduwjagers, vampiers, weerwolven en heksenmeesters bestonden, het klonk allemaal heel eng. Nou ja, eng niet meteen. Het klonk eerder heel vreemd. Bovendien vertelde Aiden dat vampiers en weerwolven een soort bedreigingen waren voor schaduwjagers. Ze wilde het liever niet zijn, ze was liever een gewoon mens en dat was ze ook. Addison was geen schaduwjager.
Anoniem
Landelijke ster



Er was duidelijk veel verwarring te zien in de blauwe ogen van het meisje dat voor Gideon stond. Ze zag er nog zo onschuldig uit, onwetend. Hij zou het zichzelf niet kunnen voorstellen dat er een tijd was geweest dat hij niet geloofde dat er een schaduwwereld was. Zijn wereld was de schaduwwereld. Al sinds dat hij jong was bevond hij zich in deze wereld, toen hij klein was had hij nog niet eens besef van de mensen die ook in deze wereld leefden. De mensen die geen flauwbenul hadden van wat de schaduwjagers al wel niet voor hen deden om hen veilig te houden. Eigenlijk was schaduwjager zijn maar ondankbaar werk. Natuurlijk kregen schaduwjagers onder elkaar wel erkenning voor hun daden, maar de mensen hadden gewoon geen idee van het gevaar en wie ze ertegen beschermde. Nog nooit had hij er eigenlijk zo over nagedacht, totdat hij in contact kwam met een onwetende schaduwjager zoals het meisje dat voor hem stond. Eigenlijk vond hij het maar vreemd, ze was opgegroeid als iets dat ze helemaal niet was. Hij zou zich ook niet kunnen voorstellen waarom iemand ooit de schaduwwereld zou willen verzwijgen voor een schaduwjager. Natuurlijk was het werk gevaarlijk, maar het verzwijgen zou gewoon weg gemeen zijn. Het zou iets zijn zoals het achterhouden van een groot deel van wie je bent. 
"Hoe heet je?" vroeg Gideon vervolgens aan het meisje. "Waar is je moeder? Het lijkt me het beste dat we meteen naar haar toe gaan zodat ze je het een en ander kan uitleggen." Hij haalde zijn schouders op. "Misschien geloof je het dan wel," 
Het was ook pure nieuwsgierigheid die Gideon bezat. Hij wilde precies weten waarom haar moeder deze wereld voor haar geborgen gehouden had. Natuurlijk wilde hij er ook achter komen of het meisje wel wist hoe haar vader echt omgekomen was, maar dat kon hij natuurlijk niet zo vragen. Gideon was vaak direct, maar hij kende zijn grenzen. 
"Geloof me, als je ons al een stelletje gekken vindt, dan moet je de faeries maar een keer zien," grijnsde hij. 
Zelfs hij verbaasde zich tot de dag van vandaag nog steeds over die wezens. Ze konden niet liegen, maar waren de meest grote leugenaars die er bestonden in de schaduwwereld. Hij wantrouwde die wezens. 
"Nou kom op, dan gaan we die moeder van je eens een bezoekje brengen," zei Gideon vervolgens waarna hij voor de twee uitliep. 
Lespoir
Wereldberoemd



De hoop dat het gewoon een nare droom was waaruit ze dadelijk zou ontwaken was royaal. Het was voor de twee jongemannen ongetwijfeld te zien aan haar dat ze verward was. Ze wist niet wat ze nou precies moest geloven. Ze stelde zich vooral de vraag waarom het haar niet eerder verteld was. Dat was desgelijks een reden om het niet te geloven. Als het echt waar was, hadden haar ouders het vast veel eerder tegen haar verteld, zeker als het belangrijk was. Haar ouders mochten geen considerabele dingen achterhouden voor haar. Als ze echt een schaduwjager was zoals de jongens haar vertelden, hadden ze gelogen over haar leven. Ze hadden een groot deel van Addison's leven achtergehouden. Toch bleef het bizar dat ze er nooit eerder achtergekomen was. Net nu ze eindelijk achttien jaar geworden was. Ze had het gevoel dat haar ouders dit voor haar verzwegen hadden. Ze hadden alles over de schaduwwereld -of hoe het nou ook genoemd werd- stilgehouden voor haar. Iets wat een redelijk groot deel van haar leven hoorde te zijn, als het echt waar was tenminste. Haar moeder was haar een serieuze uitleg verschuldigd. Ze mocht ook meteen vertellen wat de echte reden was van haar vaders dood. Over zulke serieuze onderwerpen hoorde haar moeder oprecht te zijn. Natuurlijk zou ze niet uitvliegen tegen haar moeder, wie weet was alles wat de jongens haar probeerden wijs te maken onwaar. Dan was ze voor niets boos. Nee, ze zou het rustig aanpakken, maar als het echt zo was, zou ze teleurgesteld zijn. Daar kon ze niks aan doen, het was haar moeders eigen fout. Ze had gelogen over alles. Over haar leven, het leven van haar ouders en over de dood van haar vader, dat was niet niks.
"Hoe heet je?" hoorde ze de jongen, Gideon, zeggen. "Addison," antwoordde ze simpel zonder er verder wat bij te vermelden. Haar familienaam wist hij onderhand wel doordat hij het gesprek met Aiden afgeluisterd had. "Gewoon, Thuis," beantwoordde ze toen ze de vraag kreeg waar haar moeder was. Haar moeder moest haar inderdaad het een en ander uitleggen, meteen. Ze wilde weten hoe het zat. Addison haatte het om zo onwetend te zijn zoals ze zich voelde door de vreemde dingen die de jongens haar wijs maakten.
Wat ze zich ook afvroeg, was of haar leven echt zou veranderen als het verhaal echt waar was. Zou het leven van een schaduwjager echt heel anders zijn? Ze wist dat schaduwjagers zich blijkbaar moesten kunnen verdedigen en moesten kunnen vechten met demonen. Dat had ze begrepen uit de uitleg die Aiden vertelde, ook al begreep ze er slechts de helft van. Ze begreep nog meer van de afstompende wiskunde lessen die ze vroeger op de middelbare school kreeg dan van het gedoe dat Aiden vertelde.
Ze richtte haar blik op Gideon toen hij over faeries begon. "Wat zijn faerlies?" vroeg ze, maar al snel besefte ze zich dat ze het niet wilde weten. Ze had wel genoeg vreemde wezens uitgelegd gekregen het afgelopen uur. "Ach, laat ook maar. Ik wil het volgens mij geeneens weten."
Toen Gideon zei dat ze haar moeder een bezoekje zouden brengen en begon te wandelen keek ze even naar Aiden. "Ga nou maar, je wilde toch naar huis toe?" zei hij waardoor Addison kort met haar ogen rolde en Gideon uiteindelijk maar achterna ging waardoor ze al snel bij hem was. Ze wilde daadwerkelijk naar huis toe en daar zou ze ook blijven ook. Ze wilde zo vluchtig mogelijk weg bij de rare mensen in het gebouw. Waarom Gideon mee ging, wist ze niet. Ze hield het dan ook voor zichzelf en hield haar mond. Haar nieuwsgierigheid had haar al in genoeg problemen gewerkt. Nou ja, problemen. Eerder in een eigenaardige situatie.
Anoniem
Landelijke ster



Vluchtig wierp Gideon een blik naar het meisje dat naast hem liep, Addison. Addison Hale, de dochter van Elijah en Talia Hale. Een van de beste schaduwjagers van de geschiedenis. Het meisje dat naast hem liep had geen idee van de trots en de eer die haar familienaam met zich meebracht. Hij wilde haar meer vertellen over haar ouders, hij had alle verhalen gelezen. Hij wilde haar meer vertellen over de schaduwwereld, maar hij wist dat het misschien wel te veel zou worden voor haar. Er rolde een vermoeiende zucht over zijn lippen. Hij hoefde haar niet te helpen, maar toch had hij het gevoel dat hij haar moest beschermen. Demonen waren overal op de loer en zeker nu was Addison heel kwetsbaar. Gideon was nooit echt een goeddoener geweest zoals Aiden, maar hij had wel gezond verstand en hij wist dat hij het niet over zijn hart zou kunnen krijgen om dit meisje alleen de wereld in te laten gaan. Een demon zou haar zo kunnen overvallen en overmeesteren, ze was totaal niet getraind. Toch, bleef het in zijn achterhoofd dagen, er was haar niks overkomen in de aantal jaren dat ze zich op deze wereld begaf, waarom zou dat nu wel kunnen gebeuren? Er waren zo veel vragen die kwamen dagen naarmate hij meer aandacht schonk aan de situatie. Bijvoorbeeld, waarom Addison tot de dag van vandaag niet eerder iets van de schaduwwereld heeft gezien. Hij keek weer naar het meisje dat naast hem liep. 
"Is dit de eerste keer dat je iets van de schaduwwereld hebt gezien?" vroeg hij toen, zijn stem klonk nieuwsgierig maar had ook een soort nonchalance. 
Hij liep voor Addison uit naar de deur van het instituut. Verschillende runes sierde de grote zware deur. "Dit zijn runes," zei hij terwijl hij de tekeningen op de deur aanwees. "Elke schaduwjager heeft ze." Hij liet zijn arm zien, deze zat vol verschillende runes. Hij wees de onzichtbaarheids rune aan. "Kijk deze zorgt ervoor dat normale mensen me niet kunnen zien." Zijn stem klonk feitelijk. "Is natuurlijk wel een groot gemis, mij niet kunnen zien," grijnsde hij. 
Hij slikte even en ging toen feitelijk verder met zijn verhaal. "Elke rune staat voor iets anders. We branden ze op ons lichaam met behulp van een cilinder," zei hij terwijl hij zijn cilinder uit zijn zak tevoorschijn haalde. "Aproximus," fluisterde en de cilinder lichtte op. Gideon glimlachte. "Ja elke cilinder heeft zijn eigen naam, deze moet je roepen voordat je het kunt gebruiken." 
Vervolgens fluisterde hij de naam van de cilinder weer en stopte het in zijn zak. Hij haalde snel een hand door zijn warrige haar en opende toen de deur van het instituut. Hij liep voor Addison uit, het instituut uit.
Lespoir
Wereldberoemd



Addison vroeg zich af wat ervoor had gezorgd dat haar ouders zo bekend hadden gemaakt bij de andere schaduwjagers zoals het blijkbaar werd genoemd. Er moest wel iets zijn. Misschien hadden ze iets gedaan waardoor veel andere schaduwjagers hen kenden. Het aantal mensen in het huis was erg groot, dus het was bijna onmogelijk om iedereen per naam te kennen. Zeker haar ouders niet. Het was acht jaar geleden dat haar vader was overleden en nog steeds werd hij herinnerd door de mensen, zelfs door mensen die zelf nog jong waren in die tijd. Ze zou het wel eens vragen aan haar moeder, ze was haar heel wat uitleg verschuldigd. Addison was niet boos, ze was eerder teleurgesteld dat haar moeder zo veel dingen had achtergehouden en altijd had gelogen tegen haar. Als kind werd het haar altijd aangeleerd dat liegen slecht was, maar haar moeder deed het zelf. Ze geloofde nog steeds erg weinig van de schaduwwereld, al was er vast wel iets. Hoe wisten de mensen anders van het bestaan van haar ouders af?
Ondanks ze er zo goed als niks van geloofde, was ze nieuwsgierig naar wat schaduwjager zijn verder inhield. Was het alleen een wezen dat demonen moest verslaan of was het meer dan dat? Van vampieren en weerwolven had ze wel dingen gehoord aangezien daar films over werden gemaakt. Er was geen garantie dat er achter de films ook realiteit had, maar ze wist wel wat vampieren en weerwolven inhielden. Over schaduwjagers had ze nog nooit wat gehoord. Het was een wezen waar nog nooit een film was over gemaakt. Misschien omdat de mensen nooit aan het ras gedacht hadden? Er waren duizenden boeken waarin mythes beschreven stonden over vampieren en weerwolven, maar niet over schaduwjagers.
Addison knikte toen Gideon aan haar vroeg of het de eerste keer was dat ze iets van schaduwwereld had gezien. "Ja, dus ik begrijp niet waarom ik er nu pas achter kom," zei ze. Hoe kon ze er nooit eerder achtergekomen zijn? Haar ouders waren blijkbaar al schaduwjagers toen ze nog jong was. Na achttien jaar kwam ze er pas achter dat de schaduwwereld bestond. Hoe hadden haar ouders het kunnen verzwijgen? Dat was nog een reden waarom Addison het niet zou geloven, als het echt was, was ze er vast en zeker eerder achtergekomen. Bovendien had ze geen idee hoe ze opeens bij het gebouw aankwam. Nog nooit had ze het gezien en plotseling stond ze voor de deur van een gebouw vol zogenoemde schaduwjagers. Het leek alsof haar voeten haar erheen hadden gebracht zonder dat ze er bewust van was. Betekende het iets? Betekende het dat ze het moest ontdekken?
Addison bekeek de tekeningen die op de deur stonden toen Gideon ze aanwees. Ze leken op de tekeningen die de mensen op hun lichaam hadden staan. Tekeningen die blijkbaar runes genoemd werden. Nog nooit had ze ervan gehoord, maar wat ze wel wist was dat haar moeder ze in een boek had staan. Het hele verhaal begon naarmate de tijd steeds logischer te worden. Misschien moest ze het toch geloven? Toch hoopte Addison dat het verhaal niet echt was, dat het verzonnen was. Ze leefden liever niet in een wereld waarin er gevochten werd met demonen. Ze keek eventjes naar zijn arm toen hij vertelde dat elke schaduwjager ze had. Het waren dus geen tatoeages zoals Addison dacht. Ze hoorde dat hij over een onzichtbaarheid rune begon, iets dat erg onnodig klonk in haar oren. Waarom zou het nodig zijn dat mensen je niet konden zien? "Wat is daar nuttig aan?" vroeg ze aan hem. Ze had erg veel vragen, maar natuurlijk zou hij Gideon niet overspoelen met vragen. Die kon ze vast ook aan haar moeder stellen.
Ze luisterde even naar de uitleg die hij verder gaf. Blijkbaar werden de runes op het lichaam verbrand, vandaar dat ze op brandwonden leken. Het klink wel erg pijnlijk in haar oren. "Dat dat geen pijn?" vroeg ze dan aan hem. Ze was dan misschien wel een schaduwjagers, maar die vreemde tekens wilde ze niet op haar lichaam. Het zag er behoorlijk permanent uit. De cilinders hadden ook allemaal aan naam, net als een hond, iets dat Addison erg gek vond. Ze bekeek de cilinder even. Het leek op het voorwerp dat ze eens van haar moeder had gekregen. Ze had geen idee wat ze ermee moest doen, ze had het gewoon in haar kamer liggen.
Anoniem
Landelijke ster



Een glimlach sierde Gideon's gezicht, het bleek dat Addison niet inging op zijn opmerkingen. Waarom zou ze ook, ze had vast al te veel aan haar hoofd. Wat ook geheel begrijpelijk was, aangezien ze vandaag opeens te horen had gekregen dat ze een schaduwjager is. Ongetwijfeld zou ze de wereld er nu een stuk anders voor haar moeten uitzien. Nog steeds vond hij het wel vreemd dat dit de eerste keer was dat ze iets van de schaduwwereld had gezien. Een schaduwjager moet al van zijn of haar geboorte de schaduwwereld kunnen zien. Het bloed van de engelen zou daarvoor moeten zorgen. En aangezien elke schaduwjager half mens en half engel was, zou Addison de schaduwwereld al vanaf haar geboorte moeten kunnen zien. Daar zou het bloed van de engel voor moeten zorgen. Haar ouders hadden wel een bezoekje moeten brengen aan een heksenmeester, een krachtige. Alleen de krachtigste heksenmeesters konden spreuken uitoefenen op het zicht van een schaduwjager. 
De twee liepen verder, door de drukke straten van New York. Het was een rustige dag en de zon scheen volop. 
"Ik ga er vanuit dat je ouders een bezoekje aan een heksenmeester hebben gebracht," zei hij tegen Addison. Het was de meest logische verklaring voor het feit dat ze schaduwwereld tot vandaag nog niet had kunnen waarnemen. 
"En, natuurlijk is het nuttig dat mensen ons niet kunnen zien," zei hij. "Stel je voor dat je een groep tieners in zwarte kleding hier door de straten van New York ziet rennen met een behendigheid die geen mens ooit eerder heeft gezien," grijnsde hij. "Of stel je voor dat je ons ziet rennen op een van die hoge wolkenkrabbers hier." Hij wees naar een wolkenkrabber die ze net hadden gepasseerd. "We trekken niet graag de aandacht, we doen ons werk ook niet voor niks in de 'schaduwwereld'." 
Hij wist niet waar ze heenliepen, hij had dit meisje tot de dag van vandaag ook nog nooit eerder gezien en hij wist dus ook niet waar ze woonde.
"De runes prikken een beetje als ze aan worden gebracht," zei hij feitelijk. "Maar natuurlijk kent een schaduwjager zoals ik geen pijn," zei hij waarna hij Addison een knipoog schonk. "Met een cilinder kun je trouwens niet alleen runes aanbrengen, het is ook een wapen. Alleen met een cilinder kun je een demon uitschakelen," zei hij. 
"Natuurlijk hebben we ook meer wapens, deze zijn allemaal speciaal gemaakt door de Ijzeren Zusters, niemand weet precies hoe ze gemaakt worden. Dat is ook helemaal niet belangrijk. Het belangrijkste is natuurlijk dat we met die wapens de demonen kunnen uitschakelen, zodat mundanes, hier veilig en onwetend kunnen rondlopen," zei hij. 
Lespoir
Wereldberoemd



Ondanks Gideon haar al een hele boel had uitgelegd en Aiden haar van te voren ook nog wat dingen het verteld, had ze nog steeds erg onwetend was over een hele boel andere dingen die met schaduwjagers te maken hadden. Het was bovendien allemaal heel erg veel informatie die ze plotseling moest verwerken. Ze vond het enorm afstompend dat haar ouders het verzwegen hadden voor haar. Hoe meer Gideon erover vertelde, hoe meer ze begon te geloven. Zeker toen hij zijn cilinder aan haar liet zien. Ze herkende het voorwerp. Haar moeder gaf haar er ooit eentje, alleen had het een iets andere vorm dan die van Gideon. Ze wist voorheen nooit waarvoor het diende. Ze had het vaker aan haar moeder gevraagd en elke keer als ze het probeerde uit te leggen viel ze stil. Alsof ze het geheim wilde houden voor haar. Dat was nog iets dat ze niet begreep. Waarom gaf haar moeder de cilinder aan haar als ze niks over de schaduwwereld mocht weten? Of dacht ze misschien dat Addison er vanzelf achter kwam als haar moeder aanwijzingen gaf? Ze was er in ieder geval zelf achtergekomen nadat er achttien jaar tegen haar was gelogen. Achttien jaar lang had ze geleefd als een normaal mens terwijl ze zigenlijk een schaduwjager was zoals het blijkbaar werd genoemd. Ze had engelen bloed in haar lichaam, iets dat heel vreemd in haar oren klonk. Haar vader noemde haar in de tijd dat ze hem levend had gekend altijd 'zijn engeltje', al was dat heel anders dan daadwerkelijk half engel te zijn.
Addison keek even naar Gideon toen hij ze dat hij er vanuit ging dat haar ouders een bezoekje hadden gebracht aan een heksenmeester. "Hoezo?" vroeg ze aan hem. Addison wist niet zo goed wat een heksenmeester was en waarom haar ouders er eentje een bezoekje hadden gebracht, ze kon al verwachten dat het iets met zijn/haar magie te maken had. Wat had dat te maken met het feit dat Addison nu pas in aanraking kwam met de schaduwwereld?
Toen hij erover begon dat het nuttig was dat mensen schaduwjagers niet konden zien, stelde ze de voorbeelden die hij gaf in beelden voor. Het zou er inderdaad een beetje vreemd uitzien voor normale mensen. "Oké, daar heb je een punt. Dat zou inderdaad best vreemd zijn," gaf ze toe. Ze wist niet dat schaduwjagers behendigheden hadden die normale mensen nog nooit hadden gezien. Addison had er immers nooit wat van gemerkt, maar dat zou ze later vast en zeker merken. Ze kende de schaduwwereld nog niet heel erg lang en ze moest er hoogstwaarschijnlijk nog veel over leren. Nog steeds was ze een beetje verward, alhoewel de situatie toch steeds een beetje duidelijker werd voor haar.
Net zoals ze de hele tijd al deden, wandelden ze richting haar huis. Het zou nog weinig tijd kosten voor ze er waren, ze waren er bijna. Addison's huis lag nog net in de stad, maar het was wel gewoon een normaal huis en geen appartementje waarin de meeste mensen woonden in New York. Ze wist dat haar moeder stochastisch zou schrikken als ze opeens aan zou komen met een andere schaduwjager. Ze zou het sowieso herkennen doordat hij zowat vol stond met tekens die blijkbaar runes werden genoemd.
Ze luisterde verder naar de uitleg die de jongeman aan haar gaf. De cilinder was dus niet alleen iets waarmee je vreemde tekeningen op je lichaam kon branden, het was ook een wapen. Ze had er geen idee van wat voor wapen het was, waarschijnlijk één of ander zwaard. Er konden weinig andere dingen komen uit het langwerpige voorwerp. Addison hoopte dat ze zelf niet met demonen hoefde te vechten, al moest ze dat waarschijnlijk wel doordat ze achter de schaduwwereld was gekomen.
Ze vond het vreemd dat ze nog nooit eerder demonen tegen is gekomen. Ze was al achttien jaar lang een schaduwjager dus het was eigenaardig dat ze nog nooit eerder demonen had gezien. Zo veel liepen er vast niet rond, anders had het haar wel eerder opgevallen. "Zo veel demonen zullen hier wel niet rondlopen, ik heb er nog nooit één gezien," zei ze. Als er echt veel demonen waren moest Addison er al wel eens één gezien hebben. Ze was zowat altijd weg van huis en nog nooit had er iets van opgemerkt.
Anoniem
Landelijke ster



"Tuurlijk niet, want voordat jij er een hebt kunnen zien, hebben wij hem al uit de weggeruimd," zei Gideon, er klonk trots in zijn stem. "Bovendien, denk ik dat een heksenmeester ervoor gezorgd heeft dat je ze niet hebt kunnen zien tot de dag van vandaag," vervolgde hij zijn verhaal. 
Hij zou niet weten waarom juist uitgerekend de dag van vandaag ervoor had gezorgd dat Addison de schaduwwereld kon waarnemen, maar er moest wel iets achter zitten. 
"Zijn we er eigenlijk bijna?" vroeg hij. "Ik heb wel meer te doen vandaag namelijk," zei hij. 
Het was niet helemaal waar, maar dat deed er niet toe. Hij hield ervan om mensen duidelijk te maken dat zijn aandacht niet makkelijk te vangen was. Een eigenschap waar Aiden hem altijd voor vervloekte. Hij haatte het wanneer Gideon uit de hoogte deed. Gideon kon er niks aandoen, hij genoot ervan. 
Uiteindelijk kwamen de twee uit bij een steegje, waar ze rechts afsloegen. Meteen voelde Gideon dat er iets niet pluis was. Dat gevoel kreeg hij altijd wanneer er een demon dichtbij was. Misschien was het zijn engelen bloed dat gierde door zijn aderen, misschien was het wel gewoon zijn instinct. 
"Wacht," zei hij terwijl hij zijn arm uitstak om Addison tegen te houden. "Ik heb zo het gevoel dat je vandaag je lucky day is," zei hij met een grijns, maar nog steeds keek hij gefocust voor zich uit. 
Het steegje zag er rustig uit, zo rustig dat het bijna onheilspellend was. Alhoewel de zon volop scheen, was het donker in het steegje. De hoge gebouwen zorgde ervoor dat het zonlicht geblokkeerd werd. En laat een donker, rustig steegje nou een perfecte plek zijn voor een Shax demon. Op dit moment kon Gideon zich geen risico's veroorloven, niet met een ongetrainde, 'baby' shadowhunter naast zich. Normaal gesproken zou hij alleen zijn, of met Aiden.
"Alsjeblieft, schrik niet en maak geen rare bewegingen. Laat mij dit maar afhandelen," zei hij, net op het moment dat zijn neus een vreselijke stank waarnam. Shax demonen roken vreselijk, een dode geur vulde zijn neusgaten. 
Snel haalde Gideon zijn cilinder tevoorschijn. "Aproximus," fluisterde hij, waarna de cilinder oplichtte. 
Net op dat moment kwam de Shax demon uit de schaduwen. Er kwam een vreselijke grom uit de bek van de demon. Hij hoorde Addison naast hem schreeuwen. "Wat zei ik?" zei hij nog voordat hij op de demon afrende. 
Het was maar een kleine Shax demon, hij hoefde maar een keer met zijn cilinder uithalen om de demon te doden. Zijn cilinder ging recht door de kop van de demon, demon schreeuwde en spatte vervolgens uit elkaar. Gideon voelde het bloed van de demon van zijn gezicht afdruipen. Grijnzend draaide hij zich om naar Addison. "Tja, dit hoort bij het vak," zei hij, waarna hij zijn gezicht afveegde met zijn mouw. 

Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Pagina: | Volgende | Laatste