Demish schreef:
Al enkele dagen was ze onderweg. Haar ogen had niets meer gezien dan de binnenkant van haar koets en haar mede reizigers. Twee andere vrouwen en één man. De twee vrouwen hadden samen gereisd en waren onderweg geweest naar familie. De man was op zakenreis, onderweg naar een haven waar hij weg zou kunnen varen met zijn handel, opzoek naar een plek waar hij het kon verkopen. Naeva was zo vriendelijk geweest om de drie reizigers een plek in haar koets aan te bieden. Over het algemeen was het confronterend om met drie mensen opgesloten te zitten in een kleine ruimte, zeker in haar… Staat van zijn. Alles was echter vlekkeloos verlopen, zoals het al jaren zo liep.
Zelf was Naeva onderweg naar een stad waar ze voor enkele maanden zou verblijven. Ze was uitgenodigd door lady Tremaine om haar te vergezellen en te helpen bij het organiseren van verschillende evenementen in de stad. In ruil daarvoor had de vrouw haar onderdak en eten aangeboden. Dankbaar had Naeva de uitnodiging aangenomen. De vrouw was één van de meest invloedrijke mensen in de stad en om bij haar te mogen wonen, zou haar aanzien meteen goed doen. Iets wat ze altijd wel kon gebruiken.
Van wat haar bekend was, speelde er het één en ander rond de stad. Ze had verhalen gehoord over mysterieuze moorden en bewoners van de stad die waren verdwenen. Naeva wist wat het zou kunnen betekenen. Daardoor ging ze met een zekere alertheid naar de stad. Wie weet waren er al bepaalde mensen die alles goed in de gaten hielden, wat betekende dat ook zij, als vampier, voorzichtig zou moeten zijn. De laatste keer dat ze betrapt was op wat ze precies was, had niemand haar dat in dank afgenomen. Daar wilde ze geen herhaling van.
De koets kwam tot stilstand bij de haven van de stad, waarbij de laatste reiziger die ze mee had genomen, afscheid nam. Ze wenste hem veel succes met zijn handel, waarna hij haar een fijn verblijf wenste in de stad. Vervolgens ging de koets richting zijn oorspronkelijke bestemming. Het huis van vrouwe Tremaine.
Tijdens de rit keek Naeva nieuwsgierig naar buiten. Ze hield van het dagelijkse leven in de stad. De markten en de verkopers. De kinderen die rondrenden. Het was heel anders dan leven op een groot landgoed, ver weg van alle drukte. Doordat het Tremaine landgoed ook net buiten de stad lag, duurde het nog zeker een half uur voordat Naeva uiteindelijk op het landgoed kwam. Vanuit haar koets zag ze al een aantal mensen op de grote trappen staan.
De koets kwam tot stilstand en de deur werd voor haar geopend door Oliver, een bediende die ze al enkele jaren had en wie ze zelf in vertrouwen had verteld over haar geheim. Oliver stak zijn hand naar haar uit, die ze glimlachend aannam. Ze stapte uit de koets en keek onder de indruk naar het landgoed voor haar.
‘Welkom op het Tremaine landgoed, Naeva,’ vertelde Oliver haar. ‘Ik zal zorgen dat alle spullen door de bedienden naar de juiste kamers woorden gestuurd. Zo kunt u rustig kennismaken met uw gastvrouw en haar personeel.’
Het werk wat Hugh uit had gekozen had op veel manieren al zijn tol geëist. Letterlijk, omdat hij veel reisde en zo nu en dan ook geld moest betalen om een stad binnen te komen. Slechts enkele keren werd de tol voor hem betaald, omdat hij gevraagd was door de mensen in de stad om het probleem op te lossen. Jammer genoeg gebeurde dat niet vaak, aangezien de meeste steden niet eens door hadden dat ze werden geteisterd door een vampier. Een andere reden dat zijn baan veel van hem had gevraagd, was dat Hugh nauwelijks tijd had voor zijn eigen familie, vrienden of andere relaties. Hij was altijd op zijn hoede, vertrouwde niemand. Want iedereen kon een slechte bedoeling hebben. Iedereen.
Er was één vampier die vooral veel tijd vroeg van hem. Het was een man die geen moeite had met het vermoorden van mensen. Hij had geen respect voor hun leven en trok ze letterlijk uit elkaar als hij daar behoefte aan had. Hij had al meerdere steden in gevaar gebracht en iedere keer was de vampier hem een stap voor geweest. Noah Mitford. Dat was zijn naam. Een naam die al heel lang bovenaan zijn lijst stond, maar het was hem nog steeds niet gelukt om de vampier te vinden en hem te pakken te krijgen.
Tot aan nu. Hij had een spoor gevonden. Noah was roekeloos geworden in het achterlaten van de lichamen en getuigen, waardoor hij hem had kunnen traceren. Hij was in de omgeving van een grote stad en Hugh wist hoe hij te werk ging. Een grote stad was als een speeltuin voor een vampier. Mensen gingen toch al dood, dus het zou niet echt opvallen als iemand opeens zou verdwijnen. Soms lagen de doden zelfs op straat, als slachtoffers van een ziekte. Dan waren ze voer voor het ongedierte, en voor een vampier zoals Noah. Al hield Noah, volgens de observaties van Hugh, meer van een levende prooi.
Naast dat Noah rond de stad aan het cirkelen was, was er nog een andere vampier die haar weg maakte naar de stad. Een vampier waar hij, gelukkig, minder rekening mee hoefde te houden. Hij zag nog steeds graag geen vampieren in de stad, maar er zat een verschil tussen Noah en de vrouw die de stad kwam bezoeken. Gelukkig, voor hem. Al wilde hij ze allebei graag zien verdwijnen.
Hugh was getraind door een zeer ervaren jager, waardoor hij alle trucjes kende. De houten staken, de vervain, vuur. Hij wist precies waar hij een vampier mee kon vangen. Maar hoe ouder de vampier was, hoe sterker hij was en hoe sneller. Dat maakte een vampier als Noah moeilijk te vangen.
Vandaag had hij Noah echter gevonden en hij had hem geschaduwd. Hugh was zich er bewust van dat een vampier hem met de meest kleine signalen zou kunnen betrappen, dus hij was extra voorzichtig geweest. Zelfs in het bos had hij zijn afstand gehouden en had hij zijn best gedaan om uit het zicht, en gehoor, van de man te blijven.
Tenminste, tot hij geschreeuw van een vrouw had gehoord. Hij was op het geluid af gerend en had gezien hoe Noah haar toe had getakeld. Zonder te twijfelen had hij zijn speciale kruisboog gepakt, waarmee hij een staak op de vampier af had geschoten. Slechts in zijn been, om aan te geven dat hij er was.
‘Laat haar los, nu meteen! Of de tweede staak gaat recht door je hart,’ dreigde hij de vampier.
@BeauRathbone