Lewis Dunbar | 23 Vanaf jongs af aan heeft Lewis al behoorlijk wat shit over zich heen gehad.
Zijn ouders leken nooit wat om hem te geven, mede door het vele gebruik van
verdovende middelen. Vrijwel nooit kreeg hij aandacht van hen, dus haalde hij
de raarste streken uit om toch een beetje gezien te worden. Zo begon hij op de
basisschool te vechten met andere leerlingen en werd hij roekeloos bij het
buitenspelen, waardoor hij regelmatig verwondingen opliep. Vaak zorgde dit
thuis voor geschreeuw en gescheld, maar voor hem was negatieve aandacht ook
aandacht. Omdat het thuis nooit erg gezellig was, trok Lewis ook vaak naar
buiten. Hij was vaak op straat te vinden en op die manier ontmoette hij ook
vrienden die niet zo goed voor hem waren. Ze trokken hem in het criminele
circuit. Dit begon met het overhalen om kleine dingetjes uit een winkel te
stelden, maar die dingen werden steeds groter en duurder. Door de
adrenalinekick en de hoeveelheid geld die hij eraan overhield, begon hij er ook
echt van te genieten om dit te doen. Zo nu en dan werd hij betrapt en moest hij
een paar dagen in een cel verblijven. Dit was ook het geval toen de
zombie-uitbraak plaatsvond. Hij was verbaasd toen zijn cel in volle paniek werd
opengemaakt en er tegen hem werd geroepen dat hij moest vluchten, zo snel als
hij kon. Iets wat hij op dat moment natuurlijk niet erg vond, omdat hij in
afwachting was van zijn proces. Tot hij erachter kwam wat er precies aan de
hand was.
Lewis sloeg natuurlijk direct op de vlucht voor de zombies en voor een
paar dagen lang wist hij zich verborgen te houden op een zolder van een
onbekend huis. Nadat hij de supermarkt had geplunderd, uiteraard. Zodra hij de
straat weer op durfde te gaan, vond hij een paar mensen die de uitbraak ook
hadden overleefd. Een van hen had het krankzinnige idee om een vliegtuig te
stelen en daarmee naar een ander land te vliegen. Hoewel Lewis dat eigenlijk
niet vertrouwde, had hij ook geen idee wat er verkeerd kon gaan. Mocht het plan
niet lukken of mochten ze ergens neerstorten, dan hadden ze het in ieder geval
geprobeerd. Het was niet alsof het heel veel uitmaakte als je een illegale
activiteit ondernam. De politie zou het toch veel te druk hebben met het
beschermen van het land.
En zo gezegd, zo gedaan. De man die het voorstelde had blijkbaar een kennis met
een klein vliegtuig en deze wisten ze zonder al te veel moeite mee te nemen.
Hoewel er toen nog hoop was dat er aan de andere kant van de wereld geen zombie-uitbraak
had plaatsgevonden, veranderde dat zodra ze geland waren. Nu waren ze in het
grote Amerika, een land waarvan Lewis altijd al gedroomd had om er ooit naar
toe te gaan. Tot nu toe is hij de hele tijd bij dezelfde groep gebleven. Samen
zoeken ze veilige schuilplaatsen en gaan ze supermarkten en andere winkels
langs om dingen te verzamelen die ze nodig hebben om te overleven. Al begint
Lewis zich steeds vaker te ergeren aan de mensen om zich heen, omdat iedereen
het haantje wil zijn. Hijzelf trekt ook graag zijn mond open, maar niet als
daar eindeloze discussies door ontstaan. Daarom is hij eigenlijk op zoek naar
een manier om weg te glippen en zijn eigen gang te gaan. Al is hij er niet van
overtuigd dat hij het in zijn eentje zal overleven.
Omdat Lewis heel wat ervaring heeft met het stelen van spullen, is hij
hier ook erg goed in. Hij kan ongezien dingen weghalen bij anderen. Daarnaast
kan hij ook behoorlijk hard rennen, want eenmaal je iets gestolen hebt, moet je
er natuurlijk voor zorgen dat je niet gepakt wordt. En als laatste kan hij ook
best goede schuilplaatsen vinden. Hij is geen onbekende met het verstoppen van
spullen en mensen zijn niet veel anders, enkel wat groter dan de meeste spullen
die hij in zijn leven gejat heeft.