Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Hey, everybody!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
16 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar
ORPG | Project Starfall
Daynty
Internationale ster




War is a slippery slope.
What would you do?
becomes
what will you do?
becomes
my god, what have you done?



Orpg met @marlee <3


Zahra Ferryn Galloway





Dimitri James Gramarye


Marlee
Landelijke ster



Time is the greatest of all warriors
What it doesn't destroy,
It alters beyond recognition.
Time tears everything down
We brace our backs against the void,
desperate to hold on to the past....
To our ghosts...
To ourselves


Rowin Feline Archer





Nicolas Aidan Falconer



Daynty
Internationale ster



De duisternis was haast tastbaar. Het kringelde om haar heen, ondoordringbaar zwart, dicht als een mist die van de wereld een uitzichtloze waas maakte. Af en toe trok de mist iets op en kon ze zich erdoorheen een weg naar het oppervlak worstelen. Een paar keer was het haar zelfs gelukt haar ogen even te openen, hoewel er bijster weinig te zien was geweest. Alleen maar meer duisternis, slechts onderbroken door een smalle streep licht. Ze had op een harde, koude ondergrond gelegen en het zachtjes heen en weer dienen daarvan had haar misselijk gemaakt. Maar iedere keer als ze probeerde haar gedachten helder te krijgen en zich te bedenken waar ze was, wat er gebeurd was, kwam die mist weer opzetten, haar genadeloos mee terug een diepe slaap in trekkend. 
Dit keer was het anders. Haar oogleden voelden niet langer aan alsof onzichtbare gewichten ze omlaag hielden en de dichte mist in haar hoofd was opgetrokken, grotendeels dan toch. Zahra ademde diep in, waarna ze de lucht langzaam tussen haar uiteengeweken lippen liet ontsnappen. Langzaam bewoog ze haar handen, wiebelde ze met haar tenen. Het eerste dat haar opviel, was dat ze niet langer op de harde ondergrond lag. In plaats daarvan kriebelde er iets tegen haar gezicht. Ze plantte haar handen naast haar bovenlichaam op de grond en begroef haar vingers tussen de sprietjes. Was het gras? 
Een gesmoorde kreun ontsnapte aan haar lippen op het moment dat ze haar bovenlichaam van de grond duwde, tot ze rechtop zat. Kaelah wilde haar ogen openen, maar kneep ze onmiddellijk dicht tegen het daglicht dat haar omringde. Het was fijn dat ze niet langer in het donker zat, maar ze wist nog niet zeker of ze daar blij mee moest zijn of dat het haar angst aan zou moeten jagen dat ze buiten was. Niet voordat ze wist wat ze hier deed of hoe ze hier gekomen was. 
De gaten in haar geheugen frustreerden haar. De herinneringen lagen net voorbij het randje van haar gedachten. Zo dichtbij, maar tegelijkertijd nét onbereikbaar. En hoe harder ze probeerde om erbij te komen, des te verder leken ze zich te verwijderen.
Knipperend probeerde Zahra te wennen aan het felle licht, maar uiteindelijk dwong ze zichzelf om haar ogen open te houden - dat was de snelste manier waarop haar pupillen eraan zouden wennen. 
Langzaam begon zich om haar heen een beeld van de omgeving af te tekenen. Het gras en mos waarop ze lag, ruwe boomstammen die statig en recht omhoog rezen en een diepgroen bladerdak droegen, de bewolkte lucht die zich daarachter aftekende. 
En de mensen.
Ze lagen verspreid tussen de bomen, als gevallen bladeren uitgespreid over de mossige ondergrond. Sommigen bewogen, loom en verdwaasd, een paar stonden er al overeind. Anderen lagen er zo roerloos bij dat Zahra bijna bang was dat ze niet meer leefden. Het enige dat haar de zekerheid gaf dat zij nog wel in leven waren, was de wetenschap dat dode mensen niet nuttig waren voor een leger. Met het zien van de mensen, drupten de eerste herinneringen terug haar hoofd in. Het aanmeldingsproces, de talloze formulieren met vragen die ze in had moeten vullen, het tekenen van het contract. Ze herinnerde zich dat het haar was opgevallen dat er geen begindatum op had gestaan - wanneer zouden ze naar de arena gebracht worden? - maar haar vraag daarover was onbeantwoord gebleven. 
De eerste test, besefte ze, terwijl ze een lok haar uit haar gezicht streek. Niet weten wat je te wachten staat, de onzekerheid dat er ieder moment iets kan gebeuren. Haar laatste wakkere momenten waren wazig in haar geheugen, maar ze kon zich nog herinneren dat twee breedgeschouderde mannen een busje uit waren gesprongen toen ze na haar werk naar huis liep. Zonder enige aankondiging had de één haar bij haar armen vastgegrepen, terwijl de ander een injectienaald in haar hals had leeggespoten. 
Zacht gleden haar vingertoppen langs haar hals. Er was niets meer te voelen. Hoe lang was ze in slaap geweest? 

Het duurde lang voordat de anderen wakker werden. Te lang. Hoewel zijn eigen gedachten nog niet helemaal helder waren, was zijn lichaam er klaar voor om op pad te gaan. En zelfs als het dat niet was geweest, had hij onmiddellijk willen vertrekken. Een instinct dat hij had overgehouden aan zijn jaren in het leger - de vijand was immers vrijwel nooit zo aardig om je de tijd te gunnen bij te komen. 
Daarom frustreerde het Dimitri des te meer dat hij nu gebonden was aan de mensen die in zijn team zaten. Team Delta, als hij de kleine tatoeage die op zijn pols was gezet moest geloven. Dat betekende dat zij het vierde team waren dat in de arena was gedropt. 
Arena voelde niet als het juiste woord om de omgeving waar hij zich bevond mee te omschrijven. Het mos dat een dikke deken op de bosgrond vormde, de statige naaldbomen die zich hoog boven zijn hoofd uitstrekten en de frisse, zuivere lucht, die hij maar niet diep genoeg in kon ademen. Achter hem sloop een brede rivier geruisloos door het landschap en af en toe meende hij zelfs een vogel te horen. Alles hier voelde… levend. Niet zo benauwd als de immense stad waar hij was opgegroeid, of het kleine appartementje waar hij ruim drie jaar in huisarrest had gezeten. 
Het voelde niet als een arena hier. Het voelde als vrijheid. 
Langzaam maar zeker begon er meer beweging te komen in de andere lichamen die op de grond lagen. Dimitri had al geteld - vier vrouwen en zes mannen, inclusief hijzelf. Zijn eerste ingeving was geërgerd te zijn vanwege het feit dat bijna de helft van het team uit vrouwen bestond, maar hij had geleerd die gedachte niet zomaar toe te laten. Hij was genoeg sterke vrouwen tegengekomen in zijn carrière. Bovendien leek het hem niet dat de regering enkel op spierkracht had geselecteerd, maar ook op intellect of andere vaardigheden die ze mogelijk nuttig achtten. 
En, zo stelde hij zichzelf gerust, degenen die niet sterk of capabel genoeg waren, vielen vanzelf af. 
‘Zooo, dat is nog eens wat anders dan wolkenkrabbers.’ 
Een jongeman die een tijdje geleden al wat beweging had vertoond, was eindelijk wakker genoeg om zijn ogen te openen. Hij verwoordde precies de gedachte die Dimitri had gehad toen hij wakker werd. De jongeman wreef nog een tikkeltje verdwaasd over zijn achterhoofd, waarna hij overeind kwam. Zijn bewegingen waren soepel. Soepeler dan zijn eigen, dat moest Dimitri hem nageven. Zijn spieren voelden nog enigszins stram van het lange liggen op een oncomfortabele ondergrond. 
‘Welkom in de arena,’ merkte hij op, wat de aandacht van de jongen trok. Hij draaide zich naar Dimitri toe, nam hem een seconde lang in zich op voor hij knikte. 
‘James,’ introduceerde hij zich kort. 
Dimitri knikte terug en vertelde hem zijn eigen naam, waarna zijn blik terugging naar de andere personen en vervolgens naar de drie rugtassen die aan zijn voeten stonden. Een soort overlevingspakket, zou hij het noemen. Er zat van alles in de drie tassen - een paar vuurwapens, messen, een verbanddoos. Praktische dingen zoals draad en een aansteker, maar ook wat blikken eten en flesjes water. Genoeg om één, misschien twee dagen mee door te komen. Met tien mensen in een team hadden ze zonder moeite meer dan drie tassen kunnen dragen, maar dit was een duidelijke boodschap van de regering: ze moesten zichzelf zien te redden. 


Marlee
Landelijke ster



De anderen die langzaam wakker werden konden van geluk spreken dat hun zintuigen rustig leken te wennen aan het onbekende terrein. Voor Rowin was het anders; in één klap schrok ze wakker uit een slaap wat niet echt een slaap was, en rolde ze direct op haar zij om direct haar volledige maaginhoud uit te braken. Het gevangeniseten, de reis hier naartoe, het slaapmiddel dat ze haar hadden gegeven, het was te veel voor haar lichaam. Gelukkig was ze door het uit te spugen direct af van het weeïge gevoel dat in haar maag had gehangen vanaf het moment dat ze haar de injectie hadden toegediend. Ze had niet echt het gevoel dat ze al die tijd volledig bewusteloos was geweest. Ze had stemmen gehoord, bewegingen gevoeld, de vreemde lucht van deze omgeving weten op te nemen. Ze had alleen niet de kracht en de energie gehad om daadwerkelijk wakker te worden of erop te reageren.
Nu ze dat wel had en haar ogen moest dichtknijpen tegen het felle zonlicht, keek ze recht in het gezicht van een blondine die haar met een vies gezicht aanstaarde. ‘Ew,’ bracht zij uit. ‘Kijk dan de andere kant op!,’ snauwde Rowin direct toe. Ze hield haar blik nog even op de blondine gericht; ze zag er niet echt uit als het type dat zou overleven in de wildernis van deze arena. Haar kleren waren van goede stof en kwaliteit en haar haren zaten nog veel te netjes in model. Als ze al vies wegkeek van braaksel dan zou ze nog zeker meer struikelblokken tegenkomen tijdens deze test.
Gauw krabbelde Rowin daarna overeind en strekte even haar rug. Ze voelde zich nog steeds niet helemaal fit. Haar spieren deden pijn, haar maag voelde niet helemaal hersteld, en bovendien was ze mentaal uitgeput. Alle beelden van de voorgaande dagen stonden nog vers op haar geheugen geprint. De opstand, de demonstraties, de speciale eenheid die binnen no time een einde wist te maken aan de rebellen – want zo werden ze gezien. Rowin had altijd haar mening durven uitspreken en stond ook bekend om dat ze haar mond niet liet dichtsnoeren. Ze durfde zich te verzetten tegen onrecht en dat had haar meermaals in de problemen gebracht. De overheid deerde zulke uitingen niet. Alleen was het nog nooit zo erg geweest als nu; ze hadden haar de keuze gegeven tussen de arena en een plaatselijke executie. Eerst geloofde ze dat niet, ze wilden haar bang maken. Maar toen een jongen naast haar hardop uitsprak niet onder de indruk te zijn van die dreigingen, werd dat beantwoord met een kogel door zijn voorhoofd. Ze rilde bij die gedachte. Rowin wilde er liever niet aan terugdenken. Ze had te veel dingen meegemaakt om te lang stil te staan bij het verleden, dat durfde ze niet, ze verdrong het.
Ze liet daarom haar blik over de omgeving glijden, en over de mensen met wie ze omringd was. Ze kon wel wennen aan de levendige natuur om haar heen, compleet het tegenovergestelde van wat ze gewend was in de drukke stad waarin ze was opgegroeid. Ze ademde de frisse lucht diep in en liet haar blik over het uitgestrekte landschap onder haar voeten glijden. Haar hele leven had ze niks anders gewild dan deze vrijheid proeven, maar nu ze hier stond voelde het toch een tikkeltje angstaanjagender dan ze verwacht had. Misschien was dat omdat ze zich op onbekend terrein bevond, of omdat elk obstakel zo in elkaar gezet was om hun alsnog uit te roeien. Alleen de sterksten konden overleven. Alleen de sterksten waren nadien nog te gebruiken als elite soldaten.
‘Is er water?,’ ze voegde zich bij de groep die zich rondom de rugtassen had verzameld en doorzocht vlug de inhoud totdat ze een flesje in haar handen had. Al was het alleen maar om de nare smaak uit haar mond te spoelen.
Pas toen keek ze op naar de jongens die er al stonden te wachten tot de rest bij zou komen. ‘Oh. Ik ben Rowin,’ stelde ze zichzelf voor, terwijl ze observerend naar haar groepsgenoten keek.

Door twee sterke armen werd hij hardhandig tegen de muur gedrukt waarna een plens ijskoud water over zijn hoofd heen werd gegooid. Hoestend opende hij zijn ogen toen hij een hand tegen zijn keel geklemd voelde en zijn schedel tegen de bakstenen achter hem klapte. ‘Weet je zeker dat het hem is?’ – Hij voelde hoe zijn lichaam werd omgedraaid en zijn shirt omlaag werd getrokken om de getatoeëerde initialen in zijn nek te tonen. Op dat moment had hij de energie niet meer om tegen te stribbelen.  ‘N, A , F, Nicolas Aidan Falconer. Het is ‘m, 100 procent, kolonel.’ Hij werd weer met zijn rug tegen de muur geduwd om de kolonel aan te kijken. ‘Al bedacht wat je gaat doen met het geld?,’ beet Nicolas gewaagd toe. Hij wist dat er een enorme prijs op zijn hoofd stond. Als antwoord kreeg hij een verwachte, rake stoot in zijn gezicht. Nicolas kreunde, en spuugde bloed op de grond. De afgelopen dagen was hij lang genoeg gemarteld in de hoop dat hij meer informatie prijs zou geven over zijn slachtoffers en met wie hij samenwerkte. Nicolas had wijs zijn mond gehouden, maar het kon voor zijn straf niet meer uitmaken hoeveel moorden er op zijn naam bijkwamen; zijn situatie was al uitzichtloos na alles wat hij gedaan had. Al wist hij niet hoeveel martelingen hij nog aan kon voordat ze hem mentaal compleet gebroken hadden. ‘Neem hem mee terug naar de kelder.’ De plek waar de hel op aarde tot leven kwam. De plek waar ze hem met allerlei mogelijke gereedschappen en verschillende manieren tot de bijna-dood hadden gedreven. Nicolas begon bij het horen daarvan tegen te spartelen. ‘Nee, nee, niet meer!’ Hij wist zich los te rukken door één van de mannen een flinke hoek uit te delen en daarna bovenop de ander te springen. Hij gaf hem twee stoten in zijn gezicht voor hij zijn schedel met beide handen beetgreep en zijn duimen in zijn oogkassen drukte. Al duurde het niet lang voordat hij aan zijn keel achteruitgetrokken werd en volledig bond en blauw getrapt werd. ‘Er is nog maar één plek waar ze jou willen hebben. Naar de hel ermee.’ Plotseling zag hij de kolonel in één beweging een grote injectienaald in zijn hals duwen. Na een paar seconde begon alles al zwart te worden.

Op dat moment had Nicolas gedacht dat hij doodging. Naar de hel ermee. Naar de hel ermee. Die zin bleef hij tig keer in zijn hoofd herhalen. Er was nog maar één plek waar hij welkom was. Een moordenaar was hij. Het voelde alsof hij daadwerkelijk naar de hel was gestuurd. Zijn lichaam deed op alle mogelijke plekken pijn en hij verdiende het.
Hij hoorde vaag stemmen op de achtergrond maar hij kon het niet helemaal thuisbrengen. Was hij dood? Plotseling voelde hij iemand aan zijn arm schudden, wat hem regelrecht terug naar de werkelijkheid bracht. Terug naar de martelingen. Terug in leven, zodat ze hem opnieuw de dood in konden jagen. In een flits opende hij zijn ogen en greep zijn belager met twee stevige handen beet om er bovenop te springen. Voor hij het wist, had hij de brunette op de grond geslingerd en een hand stevig om haar keel dichtgeklemd. Het koste hem enkele seconden voor hij in haar onschuldige ogen keek en zich realiseerde dat ze totaal geen kwaad bedoelde. Hij wist niet waar hij wel was, maar het was alles behalve de martelkamer die hij verwacht had.
‘Fuck! Fuck,’ zei hij tegelijkertijd hij haar losliet. Hij staarde naar zijn eigen handen, haast in ongeloof wat hij zojuist gedaan had, terwijl hij zijn omgeving langzaam begon op te nemen. Fuck. Waar was hij? Hij schraapte zijn keel. ‘Sorry. Niks persoonlijks,’ zei hij tegen de brunette onder hem, terwijl hij nu ook overeind kwam. Hij wreef ongemakkelijk een hand door zijn haar. Fuck, het kon nog erger, besefte hij toen hij zag dat ze niet alleen waren.
Daynty
Internationale ster



Hoewel haar spieren alles behalve betrouwbaar aanvoelden, krabbelde Zahra overeind van de grond. Het was verleidelijk om in het gras te blijven liggen, haar hoofd nog iets langer op het zachte mos te laten rusten tot de slaap was weggetrokken uit haar lichaam. Maar dat kon niet, niet als ze een goede indruk op de anderen wilde maken, waarvan de meesten inmiddels overeind stonden. Ze had al een misprijzende blik te pakken van één van de mannen, die tegen een boom aan geleund stond alsof hij al uren wakker was en niet langer het geduld had om te wachten. Het zien van zijn afgetrainde lichaam drukte haar bovendien met haar neus op een ander feit: zij was hier niet voor haar kracht of omdat ze zo goed kon vechten. Het kon niet anders dan dat de mensen verantwoordelijk voor de selectie haar gekozen hadden vanwege haar kennis. En Zahra moest toegeven dat ze zich onmiddellijk vertrouwd voelde in deze natuurlijke omgeving. 
Haar benen maakten een paar wankele passen op de onregelmatige ondergrond voor ze haar evenwicht vond. ‘Dat spul dat ze ons in hebben gespoten is wel intens zeg’, mompelde ze tegen de persoon vlakbij haar. De jongen glimlachte enkel kort, zo kort dat ze bijna afvroeg of het niet gewoon een ongecontroleerd spiertrekje was geweest. Zijn blik schoot onmiddellijk terug naar de omgeving, naar de anderen. Zahra schatte in dat hij iets jonger was dan zijzelf, de jongste van de groep misschien wel. Ze meende hem even geleden hebben horen zeggen dat hij Nathan heette, maar hij had zo zacht gepraat dat ze niet zeker wist of ze het goed had gehoord. De man tegen de boom had zich voorgesteld als Dimitri en degene die naast hem stond was James. Een ander meisje dat net wakker was geworden, stelde zich voor als Rowin. Dan waren er nog twee blondines van wie Zahra nu al wist dat het een hele opgave ging worden om ze uit elkaar te houden. Esmeè en Celeste leken wel een kloon van elkaar. 
‘Ik ben Zahra’, introduceerde ze zichzelf, al betwijfelde ze of iedereen haar enigszins schorre stem gehoord had. Ze stapte naar voren en bukte zich om ook een flesje water uit één van de tassen te pakken. 
‘Doe er zuinig mee’, klonk een barse stem boven haar. Ze wierp een schichtige blik om Dimitri, die zich vervolgens tot de groep richtte. ‘Eén flesje water voor iedereen, meer drinken is er niet.’ 
Terwijl Zahra de dop van het flesje draaide, gleed haar blik naar de rivier achter hen. Het water stroomde traag door het landschap. Zelfs vanaf een klein afstandje kon ze de rotsen op de bodem zien. Het zag er drinkbaar uit. Ieder die er niet twee keer over na zou denken, zou het zonder erbij stil te staan drinken, maar zijzelf was daar toch iets voorzichtiger in. Waarschijnlijk wist ze meer over rivieren dan de meeste anderen uit het team en ze had meer dan eens meegemaakt dat iets dat drinkbaar leek, dat achteraf toch niet bleek te zijn. 
‘Daarover gesproken’, ging Dimitri verder. ‘In deze tassen zitten een paar spullen die we kunnen verdelen. Wapens, vooral.’
Zahra nam een laatste slok van het water, hoe graag ze het flesje ook in één keer leeg wilde drinken, en keek naar de tassen. Het woord wapens klonk haar niet erg aanlokkelijk in de oren, maar de gezichten van enkele van de anderen lichtten onmiddellijk op bij het horen ervan. 
‘Moeten we niet even wachten tot iedereen wakker is?’ Ze knikte naar één persoon die nog nagenoeg bewegingloos op de grond lag. 
‘Het is hier geen hotel waar mensen op hun gemak uit kunnen slapen’, grauwde een man waarvan Zahra de naam niet had meegekregen. Hij oogde iets ouder dan de rest, zeker ergens in de dertig, schatte ze. Maar dat was niet hetgeen dat hij opviel - het was de kille blik in zijn ogen die haar rillingen bezorgde, of wellicht de tatoeages die zijn hele armen bedekten. Hoe dan ook, hij zag er niet bepaald vriendelijk uit. 
‘Kijk of je hem wakker kan krijgen.’ Dimitri reageerde voordat zijzelf haar stem terug gevonden had om tegen de man in te gaan. ‘Anders gaan we zonder hem verder.’ 
Zahra klemde haar kaken op elkaar om een opmerking in te slikken. Ze waren een team, hoe konden ze er nu al aan denken om mensen buiten te sluiten? Ze hurkte naast het roerloze lichaam van de man neer. Heel even was ze bang dat het verdovende middel hem misschien fataal was geworden, maar gelukkig ging zijn borstkas nog gestaag op en neer.
Zahra legde een hand op zijn arm en schudde hem zachtjes heen en weer. Geen reactie. Nog een keer schudde ze aan zijn arm, wat harder dit keer. En nu kwam er wel een reactie. 
Voor ze met haar ogen kon knipperen, schoot de man rechtop en duwde hij haar op de grond. Instinctief greep ze naar de hand die zich als een klauw om haar keel klemde, terwijl ze verdwaasd met haar ogen knipperde. 
‘Laat me los’, bracht ze enigszins moeizaam uit zodra ze de schrik te boven was. Met haar vingers probeerde ze de hand om haar keel weg te pulken, maar zijn greep was zo sterk als een bankschroef. Pas na een paar seconden leek de man zich te realiseren dat ze geen kwaad in zin had. Zahra zag zijn ogen groter worden en zijn wenkbrauwen naar elkaar toe bewegen in een zowel verraste als verwarde uitdrukking. 
‘Maakt… niet uit’, reageerde ze op zijn verontschuldiging, hoewel haar woorden niet heel overtuigend klonken. Ze fronste en klopte wat plukjes mos van haar kleren af. ‘Ik hoop alleen niet dat je iedereen zo begroet.’

De namen duizelden hem nu al. Sommige bleven gemakkelijk in zijn hoofd hangen, zoals die van James of Seth, de man die onder de tatoeages zat en vrijwel vanaf het moment dat hij wakker was geworden een tamelijk afschrikwekkende uitdrukking op zijn gezicht had gehad. Dimitri vond het moeilijk om de man in te schatten, maar hij had het zou hem niets verbazen als hij een crimineel was. Het was hem bekend dat ook gevangenen zich voor Starfall aan hadden kunnen melden, hoewel het ook niet bepaald een verrassing zou zijn als de regering eveneens gevangenen onvrijwillig in het project had gedrukt om maar van ze af te zijn. In ieder geval was Seth iemand om in de gaten te houden, al deelden ze wel het ongeduld om op pad te gaan. Dimitri wist niet hoeveel tijd er verstreken was vanaf het moment dat hij wakker was geworden - de horloge die hij om had gehad toen ze hem kwamen halen was verdwenen - maar het moest zeker een half uur zijn. En iedere minuut die ze hier verspilden aan wakker worden, waren ze kwetsbaar. De rivier achter hen vormde een welkome barrière, maar tegelijkertijd was de omgeving hier zo wijds dat het hem klein en nietig liet voelen. En dat haatte hij. Deze omgeving was zo anders dan de stad, dan de gebouwen die mijlenver reikten of de dorre vlakten daaromheen. Natuur was niet iets dat daar bestond, of niet iets dat toegankelijk was in ieder geval. Het beetje dat er over was gebleven na de verwoestende oorlog enkele eeuwen geleden, was vrijwel alleen bestemd voor onderzoekers die naargeestig probeerden het te herstellen. 
Het ontwaken van het laatste teamlid was zacht gezegd… opmerkelijk. In een reflex spande Dimitri zijn spieren al aan om in te grijpen, maar hij wist de neiging te onderdrukken. Het was niet optimaal als de man meteen één van zijn teamleden vermoordde - zover zou Dimitri het ook niet laten komen - maar het was interessant om te zien wat zich afspeelde. Wat duidelijk was, was dat de man een andere omgeving had verwacht. Op zijn reflexen kon Dimitri in ieder geval niets aanmerken. Het liet hem zich afvragen waar de man zo geleerd had te bewegen. Er was duidelijk iets van geoefendheid in te zien.
‘Goed, nu we allemaal wakker zijn…’ Dimitri maakte zich los van de boom en hurkte neer bij de tas met wapens. ‘We hebben wat om te verdelen. Wie kan er met een pistool omgaan?’ Hij trok de tas open, zodat de anderen ook konden zien wat erin zat. Er waren vijf vuurwapens, waarvan hij er al eentje geclaimd had. Geringschattend keek hij op naar de anderen. Het frustreerde hem dat hij ze niet kende, dat hij geen idee had van wat hun vaardigheden waren en of het geven van een pistool aan iemand een voordeel voor hun team betekende of juist een gevaar.
‘Wapens zijn mijn specialiteit.’ Seth stapte naar voren en stak zijn hand uit. Alleen al de gretige grijns op het gezicht van de man maakte dat Dimitri er niet bepaald om stond te springen hem een pistool te geven. Bovendien kon iedereen beweren dat ze om konden gaan met een wapen, puur zodat ze er eentje kregen en niet van de anderen afhankelijk hoefden te zijn. 
‘Oké, we gaan het anders doen,’ besloot Dimitri. ‘Jij, wat was je naam ook alweer?’ 
Een jongen die er tot nu toe stilletjes bij had gestaan, alsof hij het liefst verdween tegen de achtergrond, keek geschrokken op. ‘N-Nathan’, stamelde hij. 
‘Nathan, raap een aantal van die dingen op.’ Dimitri knikte naar de dennenappels die op het mos lagen. ‘Leg ze op die omgevallen boom daar. De vier mensen die het beste raak schieten, krijgen een wapen.’ 


Marlee
Landelijke ster



Rowin bleef wijselijk zwijgend toekijken terwijl ze haar groepsgenoten observeerde. Tegen de boom aan leunde Dimitri, die zichzelf gelijk al als een leidend type opstelde. Naast hem stond James, bij wie ze niet echt verwachtingen had. Bij Seth integendeel, alleen zijn blik al jaagde haar de stuipen op het lijf. Van zijn gesnauw werd ze niet echt beter, en ze was niet de enige. Ook Zahra, tegen wij hij zijn mond als eerste had opengetrokken leek er even van stil te vallen. Gelukkig nam Dimitri de bovenhand, die haar dirigeerde om de jongen op de grond wakker te schudden. Al ging dat niet zonder problemen. Met grote ogen keek ze toe hoe de jongen in één beweging Zahra onder hem wierp en haar begon te wurgen. Geschrokken keek ze naar de mannen bij de boom, in afwachting of zij zouden ingrijpen. Ze zag wel Dimitri zijn spieren aanspannen, evenals James, maar beide leken ze nog niet echt in actie te komen. Maar alvorens ze er wat van kon zeggen leek de jongeman bij zinnen te komen en liet hij Zahra verschrikt los. Hij leek zelfs nog even moeite te hebben om te beseffen wat er zojuist gebeurd was voor hij zich langzaam bij de groep sloot. Wat ongemakkelijk sloeg Rowin haar armen over elkaar toen de jongen zich voorstelde als Nic. In ieder geval zag hij er niet uit als de jongen waarmee je ruzie wou hebben.
Dimitri stelde voor hoe ze de wapens gingen verdelen, maar daar trok Rowin al snel haar twijfels bij. Ze had direct wel door dat hij het zo wou doen omdat hij geen wapen in de handen van Seth wilde drukken. Maar met zijn dennenappel-idee was ze het niet helemaal eens. Daarom schraapte ze even haar keel om de aandacht van de groep te trekken maar haar blik was op Dimitri gericht. ‘Juist. Zuinig doen met water maar wel ammunitie verspillen aan dennenappels?’ Bovendien was het haar niet ontgaan dat hijzelf al een van de vijf wapens had geclaimd. Dus hij hoefde zich niet te bewijzen aan de rest van de groep? ‘Heb jij een beter idee dan?’ Het was Celeste die haar toesnauwde, of misschien Esmeè, want ze wist de twee nu al niet meer te onderscheiden. ‘Uh, ja. Wie wil eigenlijk allemaal een wapen?’ Ze keek naar degenen die hun hand omhoog hadden. Alleen Zahra, Nathan, en Dimitri die al een wapen had bleven staan zoals ze stonden. Daarom liep Rowin naar de boom toe waar ze drie korte, en vier lange takjes van de grond raapte. ‘Iedereen met een langer takje krijgt een wapen,’ deelde ze mee. Haar blik kruiste even met die van Dimitri. Ze vond het zelf ook niet echt een goed idee dat Seth eentje in zijn handen zou krijgen, alleen de grijns op zijn gezicht al bij het zien van de vuurwapens wist ze dat hij niet te vertrouwen was. Maar daar had ze wel een oplossing voor. Want zo angstaanjagend als hij eruitzag, gokte ze erop dat hij niet erg veel hersencellen had. Of daar in ieder geval niet veel gebruik van maakte.
Ze begon daarom bij de tweeling. Een van hun trok een kort stokje, de ander een lange, waardoor ze direct een vijandige blik met elkaar uitwisselden alsof ze er binnen de kortste keren ruzie om gingen maken. ‘Jullie kunnen delen. Om de beurt dragen,’ zei Rowin, eerder op plagende toon voor ze verder liep. Haar opmerking werd niet erg gewaardeerd aan de blikken van de tweeling te zien. Vervolgens ging ze naar Nic en James. Beide mannen trokken een langer stokje. Daarna liep ze naar de jongen die zichzelf had voorgesteld als Clint. Net als Nathan leek hij net erg spraakzaam. Voor hij het stokje pakte drukte hij zijn bril verder op zijn neus en ze zag dat zijn handen een beetje trilden toen hij het stokje pakte. Was hij bang? Kon hij wel met een wapen overweg? Ze zag dat hij het langere stokje pakte. Het was in ieder geval beter dan dat Seth een in zijn handen kreeg. Seth bleef als enige over, en er was nog een wapen te verdelen was. Ze stapte op hem af, die haar een grimmige blik toewierp voor hij naar de stokjes keek. Een van de stokjes leek iets langer uit te steken dan de andere, en zoals ze verwacht had greep Seth zonder te twijfelen dit stokje uit haar hand. ‘Dat is pech,’ zei ze, terwijl ze haar andere hand opende en het langere stokje liet zien. Het laatste wapen was dus voor haar. ‘Hé! Dat is oneerlijk, je speelt vals!’ Zodra Seth tegen begon te sputteren draaide Rowin zich vlug om en greep het wapen uit de tas in het voorbijgaan. Ze had wel verwacht dat Seth zo zou reageren, maar ze wilde niet direct degene zijn met wie hij ruzie had. Daarom negeerde ze hem wijselijk.
Het vuurwapen voelde een beetje onwennig aan in haar handen. Het was niet de eerste keer dat ze een pistool in haar handen had. Sterker nog, als kind was ze ermee opgegroeid; haar vader die destijds bij de politie zat had ervoor gezorgd dat al zijn kinderen wisten hoe ze met een wapen moesten omgaan. De kennis die haar vader haar had bijgegeven als kind zijnde kon ze hier gebruiken, ze wist hoe ze met een wapen moest omgaan, ze kon zichzelf verdedigen, en bovenal had ze geleerd niet snel geïntimideerd te raken van mannen zoals Seth of zelfs Dimitri. Ze was opgegroeid in een mannenhuis, en ze had zich als enige vrouw geleerd staande te houden in een wereld gedomineerd door mannen. In een groep met zes mannen waarvan het merendeel al alfagedrag begon te vertonen zou dat nog van pas komen.

In het donker had Nicolas net zo lang voor de pub gewacht totdat Bancroft vanzelf weer naar buiten was gekomen. Aan hem was te zien dat hij zich inmiddels volledig had klem gezopen – wat het alleen maar makkelijker maakte voor Nicolas. In het voorbijgaan knikte hij hem nietsvermoedend toe. ‘You smoke?,’ vroeg Nicolas, terwijl hij een nieuwe sigaret uit zijn zak haalde, nog zoekend naar een aansteker. Bancroft wierp hem een achterdochtige blik toe voor hij antwoordde en zijn wantrouwen was terecht. ‘Not for many years, young man.’ Hij deed aanstalten om door te lopen. ‘You will now.’ Nicolas keek hem met dreigende ogen aan terwijl hij plotseling het vlijmscherpe mes tevoorschijn haalde en in zijn rug duwde. ‘Move,’ commandeerde hij op dwingende toon terwijl hij hem de pub voorbij duwde. Bancroft leek eerst te willen tegenstribbelen, ‘You’ve got the wrong one,’ mompelde hij, struikelend over zijn voeten. Als antwoord prikte Nicolas het mes verder in zijn rug. ‘I don’t,’ gromde hij terwijl ze een steegje inliepen. Bancroft leek te begrijpen waar dit heen ging en draaide zich plotseling om en probeerde Nicolas in het gezicht te meppen. Zijn stoten ontweek hij zonder moeite, waarna hij de man bij zijn keel greep en tegen de muur aan smeet. ‘If it is money that you want I can give it to you,’ bracht hij stotterend uit, maar daarin was Nicolas niet geïnteresseerd. Hij lachte zelfs schamper om het voorstel. ‘If it was that easy you should’ve given it to your wife and family.’ Hij zag een flits van schok en verbijstering in de ogen van Bancroft, maar daarna woede die zich uitte in het wild heen en weer slaan. Door de onverwachtse, wilde bewegingen kreeg Nicolas een rake klap in zijn gezicht maar algauw greep hij Bancroft weer beet bij zijn keel en duwde hem forst tegen de muur. Deze keer drukte hij het vlijmscherpe randje van zijn mes tegen de slagader in zijn hals. ‘She sends you her regards,’ siste hij. De laatste blik van Bancroft bestond uit angst en ongeloof. Hij deed nog een poging Nicolas van zich af te duwen, maar in één snelle beweging trok Nicolas het mes langs zijn keel waarna bloed uit zijn lichaam begon te sijpelen. Hij liet het lichaam met een doffe klap langs de muur op de grond vallen. Een beetje teleurgesteld was hij dat Bancroft niet meer had tegengestribbeld. Maar de man was oud en dronken, hij had niet veel verwacht. Hij veegde het mes af aan de jas van zijn slachtoffer, en overwoog om zelf nog een drankje te doen in de pub voor hij huiswaarts zou gaan. Maar toen plots hoorde hij boven hem het bekende, ratelende lawaai boven hem, en terwijl hij omhoogkeek volgden de spotlights waarmee de helikopter over de grond scheen. ‘What the fuck,’ vloekte hij. Hoe hadden ze hem kunnen traceren? Hoe wisten ze dat hij hier was? Binnen no time begon hij in actie te komen toen hij sirenes hoorde opduiken in de verte. Plotseling bevond hij zich in een razendsnelle kloppenjacht van de politie en werd hij van alle kanten in de val gelokt. Wegrennen had bijna geen zin, maar één ding wist hij zeker; hij was opgezet.




Wijselijk had hij zich voorgesteld als Nic. Nic was voorlopig prima. Hij was niet persé bang voor de reactie als mensen erachter zouden komen wie hij werkelijk was. Het kon hem zelfs weinig schelen wat anderen over hem vonden. Toch leek het hem voorlopig beter voor het groepsdynamiek dat ze niet wisten een gruwelijke moordenaar in de groep te hebben. Want dat was hij. Nicolas Falconer, de naam in combinatie met zijn foto had meermaals in de kranten gestaan, was over het journaal verspreid, op posters afgedrukt en door de hele stad opgehangen. Gelukkig was hij nu niet heel erg herkenbaar, bond en blauw geslagen, zijn gezicht en bovenlichaam verminkt door de martelingen. Hij trok zijn capuchon verder over zijn hoofd, terwijl hij schichtig de groep bekeek. Ergens wist hij wel dat vroeg of laat iemand zijn ware identiteit zou ontdekken, maar voorlopig bleef hij het liefst op de achtergrond.
Wel nam hij wijselijk het vuurwapen in zijn handen en stopte deze achter bij zijn broek in. In de tas zag hij meer bruikbare materialen, waaronder enkele messen. Dat was zijn specialiteit. Hij greep zonder te vragen een van de messen uit de tas, en liet het mes tussen zijn vingers cirkelen voor hij het in zijn zak stopte. ‘Ik draag wel een rugzak,’ deelde hij mee, terwijl hij de tas over zijn schouder zwaaide. Hij wierp nog even een blik op Zahra, wie hij zojuist bijna gewurgd had. Hij wist niet hoe lang hij zijn vingers om haar keel had geklemd, schijnbaar niet erg lang want niemand had ingegrepen en het leek nog goed met haar te gaan. Niet dat het hem anders wat had kunnen schelen, hij was hiervoor zichzelf, niet om vrienden te maken. En dat liet hij graag merken.
Daynty
Internationale ster



De man die haar tegen de grond had gedrukt, stelde zich voor als Nic eens hij de verwarring te boven was. Waar sommige van de andere namen haar geheugen alweer waren ontglipt, zou Zahra zijn naam zeker niet vergeten, al was het alleen maar om de doffe pijn in haar rechterschouder, die door zijn actie op een boomwortel was geklapt. Niet dat ze van plan was te laten merken dat ze pijn had. 
Terwijl de groep discussieerde over het verdelen van de wapens, gluurde ze vanuit haar ooghoeken naar Nic. Hij had de capuchon van zijn vest over zijn hoofd getrokken, waardoor zijn gezicht deels aan haar blik onttrokken werd. Zahra vroeg zich af wat hij wilde verbergen: zijn identiteit of de kneuzingen in zijn gezicht? Wat het ook was, nu was niet het juiste moment om ernaar te vragen. En ze betwijfelde of hij het soort persoon was bij wie zo’n vraag op wat voor moment dan ook wel een verstandige keuze was. 
Zahra hield zich afzijdig bij het gemorrel over de vuurwapens, hoewel ze ergens blij was dat ze haar schietkunsten - of het gebrek daaraan - niet hoefde te vertonen. De enige wapens die ze ooit van dichtbij gezien had, waren die van de handhavers die altijd in grote getalen in de steden en bij het onderzoekscentrum te vinden waren. En die was ze zorgvuldig uit de weg gegaan. Verder had ze nog nooit een pistool vastgehad, laat staan dat ze wist hoe zoiets werkte. 
Dat zou ze aan iemand moeten vragen, bedacht ze zich, terwijl ze toekeek hoe de anderen een stokje trokken. Van de mensen die een vuurwapen wisten te bemachtigen, leek Rowin haar nog het meest benaarderbaar met zo’n verzoek. Dimitri kwam nors over en ze betwijfelde of hij het geduld zou hebben. De blondine van de tweeling keek zo hooghartig uit haar ogen dat Zahra betwijfelde of zij zich zou willen verlagen om het haar te leren, als Celeste zelf wel eens wist hoe ze het pistool moest gebruiken. James was enigszins onpeilbaar en het trillen van Clints handen, dat Zahra zelfs vanaf haar plek nog kon zien, verraadde dat hij ook niet helemaal vertrouwd was met het koele metaal. Dan bleef naast Rowin alleen Nic nog over en hij had… niet bepaald een goede eerste indruk achtergelaten. 
Ondanks dat ze zich met een vuurwapen toch geen raad zou hebben geweten, voelde ze zich kwetsbaar zonder enig verdedigingsmiddel. Er zaten een aantal gevechtsmessen in één van de tassen, zag ze toen Nic er zonder te vragen eentje uitpakte. De manier waarop hij het mes even tussen zijn vingers liet draaien, was onheilspellend soepel. Voor nog iemand de kans had ook een mes te pakken, had hij de tas al van de grond getrokken en over zijn schouder geslingerd. Verwrongen beet Zahra op de binnenkant van haar lip. Ze wist evenmin hoe ze een mes als wapen kon gebruiken, maar het bij zich dragen ervan zou haar toch een iets veiliger gevoel geven, zodat ze niet volkomen machteloos was als er iets gebeurde. Dat betekende echter dat ze Nic erom zou moeten vragen en dat was niet iets waar ze om stond te springen. Aan de andere kant, wat moest hij met zoveel messen? Hij kon ze nooit allemaal tegelijk gebruiken. Hij zou er haar ook eentje moeten gunnen. Echter, omdat ze geen idee had of hij het type was dat meeging in dat soort logica, bukte ze zich eerst om het laatste flesje water uit een andere tas te pakken. Hij was als laatste wakker geworden, waardoor hij er nog niet eentje had kunnen bemachtigen. Het gaf haar een pressiemiddel, mocht dat nodig zijn, hoewel Zahra er niet helemaal over uit was of dit een slimme zet van haar was of een hele domme. Daar ging ze vanzelf achter komen. 
‘Dus’, zei ze tegen Nic terwijl Seth tegen Rowin aan het tieren was over de oneerlijkheid van de verdeling. ‘Zou ik ook een mes mogen? Zodat ik me de volgende keer als iemand me naar de keel vliegt ook kan verdedigen.’ Ze lachte kleintjes om en hield kort het flesje water omhoog. ‘In ruil voor drinken?’

Dimitri had zijn ogen samengeknepen toen Rowin tegen zijn idee voor het verdelen van de wapens in was gegaan. Het beviel hem niet dat Seth zomaar een kans zou hebben om een wapen te bemachtigen op puur geluk. Maar aan de andere kant, als Dimitri zijn plan had gevolgd en Seth ineens een goede schutter bleek te zijn, zou hij ook aan een wapen zijn gekomen. Toch zou dat hem in ieder geval een indruk hebben gegeven van de vaardigheden die iedereen had met een pistool. Nu was dat iets waar hij enkel naar kon gissen en die onwetendheid beviel hem niet. 
Het was heel verleidelijk om tegen Rowins voorstel in te gaan, dat was dan ook zijn eerste ingeving. Er zat genoeg munitie in de tassen, wat ze niet bepaald een lichtgewicht maakte. Maar aangezien hij er niet op zat te wachten onmiddellijk in een discussie te belanden, knikte hij kort en liet hij haar haar gang gaan. Zwijgend keek Dimitri toe hoe ze een paar takjes verzamelde en iedereen langsging, behalve de twee die het aanbod vooraf al af hadden geslagen. Dimitri registreerde automatisch hun gezichten in zijn geheugen - die twee wisten niet hoe ze met een vuurwapen om moesten gaan en het zou hem iets verbazen als beiden daarnaast geen gevechtservaring hadden. Ze waren zwakke punten in het team, al bleef hij zichzelf eraan herinneren dat zij wellicht andere vaardigheden toe te voegen hadden. 
Het verbaasde hem weinig dat Seth meteen begon te protesteren toen hij een kort takje trok. Dimitri wist niet of de anderen op hadden gelet, maar hij had het vermoeden dat Rowin de takjes zo gerangschikt had dat ze had geweten dat zijzelf een lange en Seth een korte zou trekken. Het verraste hem, maar tegelijkertijd beviel het hem dat Rowin kennelijk meer was dan enkel een mooie verschijning. 
‘Hé, ik zei dat het niet eerlijk was!’ Seth, die wijselijk door haar werd genegeerd, stapte naar voren en greep naar haar arm. Het kon ook haast niet anders dan dat hij dit niet zomaar over zich heen zou laten komen. 
Dimitri stapte naar voren en blokkeerde het pad van de man voor hij Rowin vast kon grijpen. Wat wilde hij doen? Het wapen uit haar handen trekken? Dat zou een domme zet zijn van hem, gezien Rowin degene was met een vuurwapen. 
‘Dat wicht speelt vals!’ tierde Seth, die hem aan de kant wilde duwen. Dimitri zette zijn voeten steviger op de bosgrond en gaf de man een harde, niet mis te verstane duw terug. 
‘Houd je handen thuis’, waarschuwde hij. ‘We kunnen vast nog wel ergens wapens vinden en dat ben je de eerste die aan de beurt is. En kijk eens om je heen.’ Dimitri gebaarde naar hun omgeving. ‘Zie jij ergens iemand op wie je dat wapen kan gebruiken?’
Seths ogen vernauwden en Dimitri zag hem twijfelen of hij hem aan zou vliegen of niet. Uiteindelijk nam de man het enige wijze besluit. Hij bromde iets onverstaanbaars, waarna hij zijn rug naar de anderen toe keerde. 
Dimitri keek nog even naar hem alvorens zich terug tot de anderen te richten. ‘Nu dit is geregeld’, zei hij met een blik op Rowin die haar duidelijk maakte dat hij nog steeds niet waardeerde wat ze had gedaan, ondanks dat het goed was afgelopen. ‘Kunnen we eindelijk weg hier.’ Hij trok de tweede rugzak van de grond. ‘Is er nog iemand die een tas wil dragen?’ 
Marlee
Landelijke ster



Hoewel Rowin niet verwacht had dat Seth dit zomaar zou laten varen, vond ze zijn reactie wel aardig overdreven. Hij had zelfs bijna haar arm vastgegrepen, als Dimitri het pad niet geblokkeerd had. Al wist ze niet of ze hem daarvoor moest bedanken of op hem moest foeteren, ze was prima in staat om haar eigen ruzies uit te zoeken. Al was dat nu niet meer nodig, nadat Dimitri hem de les gelezen had leek hij zich met tegenzin erbij neer te leggen. Een andere keuze had hij ook niet.
Ondertussen ging Dimitri verder over de rugtassen terwijl hij haar nog een veelzeggende blik toewierp. Ze sloeg haar armen over elkaar en trok uitdagend een wenkbrauw op. Schijnbaar beviel het hem niet dat ze hem in de rede was gevallen en tegen zijn idee was ingegaan. Hij nam graag de leiding dus, concludeerde ze. Als hij dacht vanaf nu alles voor de groep te bepalen dan had hij bij haar de verkeerde, en dat zou ze laten merken ook.
‘Ik draag de tas wel,’ hoorde ze James zeggen, waardoor ze haar blik even afwende. Fijn. Ze was helemaal klaar om te gaan. Ze zag Nathan en Clint op een kaart kijken die ze uit de laatste tas hadden gegrist samen met een kompas. Ze mocht toch hopen dat zij wisten waar ze mee bezig waren want Rowin zelf kon voor geen meter kaart lezen. Hoewel ze niet dacht dat het heel moeilijk kon zijn, had ze totaal geen gevoel voor richting en zeker in deze natuur wist ze dat ze snel zou verdwalen als zij de kaart in handen had. Het enige wat ze haar hele leven had gezien was de stad met hoge gebouwen en verharde wegen, en bovendien miljoenen mensen om de weg te vragen mocht dat nodig zijn. Hier moest ze maar goed opletten dat ze de groep bijhield anders was ze binnen de kortste keren de weg kwijt.
Ook de tweeling leek klaar om te vertrekken. ‘En, padvinders. Weten we de weg al?,’ Het was Celeste haar zeurende stem waarvan Rowin direct een geërgerde zucht liet ontsnappen. Gelukkig leken Nathan en Clint op dat moment de kaart uit te vogelen terwijl ze de wegwezen. Omdat Rowin niet de hele weg het gezeurd van de tweeling wilde aanhoren stapte ze stevig naar voren zodat ze achter de twee mannen kwam te lopen. In het voorbijgaan van Seth was zijn nijdige blik niet te missen. ‘Jou krijg ik nog wel,’ hoorde ze hem grommen. Rowin balde haar handen tot vuisten terwijl ze hem een cynisch lachje toewierp. ‘Ik zou het niet proberen,’ waarschuwde ze hem. Leek hij soms te vergeten dat zij degene was met het vuurwapen of dacht hij echt dat zij of de groep zelfs zoiets zou laten gebeuren? Haar bang krijgen lukte hem in ieder geval niet, althans, niet banger dan dat zijn blik haar al maakte. Van zijn bedreigingen werd ze niet echt anders.

‘He’s about 5 ft 10, dark eyes, brown hair, wavy beard, probably in his mid-fifties. You’ll find him in a pub called The Raven. Name’s Laurens Bancroft.’ Nicolas knikte bedachtzaam terwijl hij de informatie op nam van zijn slachtoffer die avond. Onder de tafel maakte hij keer op keer dezelfde krachtige beweging. In zijn rechterhand een van zijn messen, in zijn linker de slijpsteen. Aan de andere kant zat Raquel, zij deelde hem de opdrachten uit.
‘What’d he do?’ Het kon hem eigenlijk weinig schelen wat zijn slachtoffers gedaan hadden dat anderen hem dood wilden. Als de prijs die hij ervoor kreeg maar hoog genoeg was stelde hij geen vragen.
‘He’s a banker, living his best senior years drinking and fucking away. Abandoned his wife after she discovered his affair with a younger mistress.’ Nicolas trok zijn wenkbrauwen op, kon niet geloven dat iemand zo ver zou gaan uit jaloezie of wraak. ‘And?,’ vroeg hij daarom. ‘And divorced, disinherited her and the kids, basically to make them go completely bankrupt. Twist is, those documents are only legally binding after 48 hours so, you have exactly 6,5 hours left to do the job. Make it quick.’ Nicolas knikte bedachtzaam. Dat was niet moeilijk. Bancroft klonk als een dronkaard, en bovendien was hij oud, in dat geval zou het makkelijk worden.
Raquel schoof de bruine envelop over de tafel die Nicolas nonchalant in zijn zak stopte. Daarna forceerde ze een glimlach en stond op uit haar stoel. ‘Oh and Falconer. Can you do it less… Messy? Pictures of your last job were all over the news, they doubled the price on your head!’ Nicolas kreeg een waarschuwende blik toegeworpen waarop hij enkel grimaste. Raquel had gelijk. De foto’s van zijn vorige moord waren gruwelijk en de pers had ze groot genoeg op elke mogelijke plek weten te verspreiden. Het was haast onmogelijk dat er nog iemand in de stad was die het bloedbad van zijn vorige moord niet gezien had. ‘Good,’ zei hij, terwijl hij nog altijd venijnig doorging met het slijpen van zijn messen. ‘That means they’re running scared.’


Nadat hij zich had voorgesteld, waren er, tot zijn opluchting, geen mensen die hem vragen stelden of zelfs maar vragen stelden. Seth en Rowin hadden het veel te druk om uit te vechten wie recht had op het laatste vuurwapen, zelfs Dimitri bemoeide zich ermee. Ondertussen pakten twee andere jongens de kaart al uit de tas om de weg te bepalen. In die tijd stak Nicolas zijn handen in zijn zakken met zijn blik op de oneindige natuur gericht. Hij moest toegeven dat het landschap nog mooier was dan welke plek in Europa dan ook waar hij ooit geweest was. Het gras leek groener, de lucht voelde schoner, alles leek meer te leven. Het was voor het eerst dat hij ook écht eens diep inademde en uitademde, en durfde te genieten van de frisse lucht. Al was dat moment voor zichzelf al gauw verpest zodra hij de stem van Zahra naast hem hoorde.
‘Als ik je had willen wurgen had ik dat wel gedaan,’ hij wierp haar een kille blik toe. Aan haar reactie daarnet had hij wel gemerkt dat een mes haar niet had kunnen redden mocht ze dat bedoelen. Ze had niet echt teruggevochten en daardoor betwijfelde hij ook direct of ze wel wist hoe ze met een mes moest omgaan. Ze had immers haar hand ook niet opgestoken voor een vuurwapen.
Toch trok hij de rugzak van zijn schouder om een mes te pakken. Immers had hij ook niet echt een reden om te weigeren, hij had er genoeg. In ruil daarvoor nam hij het flesje water van haar aan waarna hij heel even zijn blik op haar gezicht liet rusten. Ze zag er veel te onschuldig uit om in deze groep thuis te horen, vond hij. Al had ze dan vast wel andere verborgen talenten die haar waardevol voor de groep maakten.
‘Zahra. Probeer jezelf niet ermee te snijden hé,’ waarschuwde hij haar, terwijl hij het mes in haar handen legde.
Daynty
Internationale ster



De kille blik die Nic haar gaf, in combinatie met zijn woorden, lieten een huivering langs haar rug glijden. Ze twijfelde er geen moment aan dat hij in staat zou zijn haar daadwerkelijk te wurgen als hij dat wilde. Ze kon de druk van zijn vingers om haar keel nog voelen. Daarnaast besefte ze heel goed dat zij niet bepaald het persoon was dat bedreigend overkwam als ze een mes vasthad. Als zijn onbedoelde aanval haar al zo uit het veld had geslagen, hoe zou ze dan ooit haar mannetje kunnen staan in een echt gevecht? Haar broer had haar een paar verdedigingstechnieken geleerd, trucjes die ze toe kon passen om een aanvaller lang genoeg bezig te houden voor een ordehandhaver om in te grijpen. Maar dat was in de stad, waar de ordehandhavers van het leger nooit ver weg waren. Hier was ze aangewezen op zichzelf en haar teamleden, van wie ze geen idee had tot in hoeverre die hun eigen leven zouden riskeren om haar te redden. Zahra was zich er pijnlijk van bewust dat ze tot nu toe bijster weinig toe had gevoegd. 
Ze voelde Nics ogen op haar branden toen ze hem het flesje water overhandigde en haar hand ophield om het mes aan te nemen. Standvastig sloeg ze haar ogen naar hem op en trotseerde ze zijn blik, niet van plan om te laten blijken dat ze zich wel degelijk door hem geïntimideerd voelde. Hij torende bijna een kop boven haar uit, zijn spieren waren niet te missen en hij had een vuurwapen én een hele verzameling messen, waarvan het leek alsof hij wél wist wat hij ermee aan moest. 
‘Ik zal mijn best doen’, snoof ze terwijl ze het mes aannam. Zijn opmerking maakte onomstotelijk duidelijk dat hij al wist dat ze niet met een mes kon vechten. ‘Maar een les in hoe ik het dan wel kan gebruiken zou behulpzamer zijn dan zo’n bijdehante opmerking.’ Met opgetrokken wenkbrauwen keek ze hem aan, een tikkeltje uitdagend bijna, waarna ze het mes wegstopte en zich richtte op wat de rest van de groep aan het overleggen was. Clint en Nathan hadden een kaart ergens vandaan gehaald en haar vingers prikten om er ook op mee te kijken. Kaarten lezen - kaarten die geen plattegrond van stedelijk gebied waren - en de natuurlijke omgeving lezen behoorden tot haar specialiteiten, maar voor nu liet ze de twee mannen gaan. Het klonk alsof ze de kaart goed uitgevogeld hadden. Ze zou later wel vragen of ze er ook eens een blik op mocht werpen. 
Met Nathan, Clint en de kaart voorop en vlak daarachter Dimitri kwam de groep in beweging. Zahra besloot zich een beetje achteraan op te houden, zodat ze onder het lopen rustig de tijd had om elk detail van de omgeving in haar op te nemen zonder dat er mensen in haar nek liepen te hijgen. Blijkbaar was ze niet de enige die er zo over dacht, want Nics stilzwijgende gedaante voegde zich bij haar in de rust van de achterhoede. 
Een tijdlang liep ze in stilte door, verzonken in haar eigen gedachten en fascinatie over de sprankelende groene kleur die het bos hier had. Maar na een tijdje begon de nieuwsgierigheid terug haar hoofd in te sluipen. Waar kwamen de kneuzingen op Nics gezicht vandaan? Sommige anderen hadden eveneens een blauwe plek hier of een schram daar, maar Nic was een heel ander verhaal. Zijn kneuzingen konden niet alleen komen van het moment dat hij van de straat was geplukt - of waar hij ook vandaan was gehaald. Sommige blauwe plekken hadden al een gelige kleur, had Zahra kunnen zien toen hij haar tegen de grond gedrukt had. Dat betekende dat de kneuzingen al een stuk ouder waren dan de één, twee dagen die ze in slaap waren geweest. 
Zahra kon het niet helpen - de nieuwsgierigheid won het van het waarschuwende stemmetje in haar dat zei dat ze hem beter met rust kon laten. 
‘Die blauwe plekken in je gezicht’, begon ze terwijl ze een blik opzij wierp naar Nic. ‘Hoe kom je daaraan?’ Ze begroef haar handen in de zakken van haar vest. ‘Heb je er last van?’

Nathan en Clint draaiden hun rug naar de rivier toe en wezen, al overleggend met elkaar, naar verschillende richtingen, die stuk voor stuk dieper het bos in leidden. Uiteindelijk leken ze het eens te worden over één van de richtingen. Dimitri kon enkel hopen dat ze wisten wat ze aan het doen waren. Niet dat hij zelf beter overweg kon met kaartlezen - niet met een papieren kaart in ieder geval. Hij was uit het leger gewend altijd met de nieuwste technologie te werken. Het was geen verrassing dat hier in de wijde omgeving geen technologie te bekennen was, wat betekende dat hij op zijn zintuigen zou moeten vertrouwen. 
Om enigszins in de gaten te kunnen houden waar ze heen gingen en te zien wat er op hun pad lag, stapte hij tussen een paar andere mensen door naar voren, zodat hij achter Nathan en Clint kwam te lopen. Achter hem hoorde hij Seth iets brommen tegen Rowin, die zich niet lang daarna bij hem voegde vooraan de groep. 
Met een opgetrokken wenkbrauw wierp Dimitri een blik opzij naar haar. ‘Ben je altijd zo goed in vrienden maken?’ Voor hij wegkeek, liet hij zijn blik taxerend langs haar heen glijden. Ze keek kalmpjes voor zich uit, ogenschijnlijk niet onder de indruk van Seths dreigement, zelfs al zag de man eruit alsof hij dat dreigement met zijn hele wezen meende. Het was of heel dom van de man - hij had immers niet eens een wapen - of hij overschatte zichzelf of onderschatte Rowin. Ze leek met haar tengere gestalte een makkelijk slachtoffer en Dimitri vond het moeilijk om te peilen of ze in een gevecht net zo goed haar mannetjes kon staan als met woorden. 
Dimitri wierp een blik over zijn schouder om te controleren of Seth buiten gehoorafstand was, waarna hij zijn stem dempte tegen Rowin. ‘Maar hij had wel gelijk. Het trekken van die takjes ging niet helemaal eerlijk, niet op het laatst in ieder geval.’ Hij keek haar even aan voor hij zwakjes grijnsde. ‘Je hebt het goed aangepakt,’ knikte hij goedkeurend. ‘Die man hoort geen wapen in handen te krijgen.’
Dimitri ontweek een paar uitstekende boomwortels en haakte zijn duimen achter de banden van de rugtas. Het zware gewicht op zijn rug en schouders voelde op een vreemde manier vertrouwd aan. Na zijn ontslag en het zich voortslepende proces had hij niet gedacht dit ooit nog een keer te kunnen voelen. 
Hij keek naar de ruggen van Nathan en Clint, die voortdurend op de kaart keken en met het kompas prutsten. Het leken Dimitri twee rustige types, mensen die zich meer op de achtergrond hielden. Hij keek weer opzij naar Rowin. ‘Wat denk jij van de rest?’ vroeg hij haar. Er zat genoeg afstand tussen Nathan en Clint voor hen en de rest achter hen dat hun gesprek tussen hen kon blijven. Aangezien ze Seth op een soortgelijke manier had ingeschat als Dimitri, was hij benieuwd wat ze dacht over de rest van de groep. Eén persoon in het bijzonder had zijn aandacht. Over zijn schouder wierp hij een blik naar achteren. Nic liep helemaal achteraan, zijn gezicht nog steeds schuilgaand in de schaduwen van zijn capuchon. Er was iets aan hem dat Dimitri het gevoel gaf dat hij hem eerder had gezien, maar hij had nog niet de kans gehad om de man lang genoeg in zich op te kunnen nemen om de herinnering erbij te vinden.


Marlee
Landelijke ster



Nicolas had niet echt een reactie verwacht van Zahra. Zijn actie had direct een blijvende eerste indruk achtergelaten in de groep waarvan het voor de meeste mensen duidelijk was dat ze hem met rust moesten laten, én dat ze hem zeker niet moesten uitdagen. Hij had ook niet verwacht dat iemand dat nog zou proberen. Daarom schoten zijn ogen terug naar Zahra toen ze uitdagend op zijn opmerking inging, en keek haar onderzoekend aan. Ze probeerde zich groot te houden voor hem, om maar niet te laten zien dat ze zich geïntimideerd voelde, maar daar prikte Nicolas direct doorheen. Alsof hij de angst kon ruiken die ze verborgen hield. ‘Zie ik er soms behulpzaam uit?,’ kaatste hij terug, al verwachte hij geen antwoord want het was een retorische vraag. Hij had geen interesse in de groep getoond en dat was opzettelijk, want dat had hij ook niet. Het kon hem dus ook niet schelen wie er wel of niet kon vechten, en hij voelde ook niet de behoefte om daar verandering in te brengen. Daar zat bovendien niks in voor hem.
Zodra Nathan en Clint begonnen te lopen sloot hij wijs aan achter in de groep, waar de anderen niet te veel op hem zouden letten. Hij stak zijn handen in zijn zakken en trok zijn hoofd verder terug in zijn capuchon. De zon scheen inmiddels vel op hen neer, maar hij wist dat dat niet de enige reden was voor zijn barstende hoofdpijn. Sinds hij was opgepakt en meerdere dagen achter elkaar de martelingen had doorstaan was er nog geen moment geweest dat hij in de spiegel kon kijken om te zien hoe erg zijn lichaam eraan toe was. Maar hij kon er wel vanuit gaan dat het niet niks was. Dat was niet alleen aan de zeurende pijn te voelen maar ook aan de reactie van anderen te zien. Zelfs Zahra kon haar nieuwsgierigheid naar de blauwe plekken in zijn gezicht niet voor zich houden. Tot nu toe hadden ze een poos in stilte naast elkaar gelopen, wat voor Nicolas nog te doen was. Hij had ook niet de behoefte om te praten. Daarom beet hij geërgerd op zijn tong bij het horen van haar vraag. Waarom toonde ze zulke interesse in hem? Had hij haar nog niet genoeg afgeschrikt vanaf het moment dat ze hem wakker had geschud? Maakte zijn houding niet genoeg duidelijk dat hij verder niks met de groep te maken wilde hebben en dat ze hem ook beter met rust konden laten?
‘Wist je dat elke militaire basis een martelkamer heeft? Dat ze eerlijk zijn en voor gerechtigheid staan is allemaal een grote leugen. Ze trekken het vel levend van je lichaam als ze denken dat je iets verbergt.’ Hij wierp een blik op Zahra om te zien of ze al genoeg gehoord had. ‘En de restanten gooien ze bij het grofvuil. Als ze gehoord hebben wat ze willen horen natuurlijk. Anders gaan ze net zolang door totdat je wenst dat je dood bent.’ Er waren meerdere momenten geweest waarop hij wilde dat dat zo was. Dat was dan ook het doel van de martelingen; ze gingen zo lang door totdat je wenste dat je dood was, iedereen had immers een breaking-point.
‘Genoeg gehoord?,’ vragend keek hij naar Zahra, zijn blik nog even kil als voorheen. Hij kon doen alsof hij niet meer herinnerde wat er was gebeurd, of een leugen verzinnen zodat ze zou ophouden met vragen stellen. Maar daar beide had hij niet zoveel zin in. Hij had geen eens zin om te doen alsof hij aardig was, ze had toch immers al wel gemerkt dat hij allesbehalve was.

Rowin stapte geconcentreerd door, ze wilde zich niet laten afleiden door Seth’s dreigementen waarvan ze totaal niet onder de indruk was. Maar zodra Dimitri haar een vraag stelde keek ze hem even met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘De meeste mensen die ik ontmoet dreigen niet direct mij iets aan te doen,’ kaatste ze terug. Waarom zou ze ook vrienden willen zijn met iemand zoals Seth? Hij leek haar totaal niet betrouwbaar, volgens mij twijfelde die man niet eens om iemand iets aan te doen als hem dat uitkwam.
Maar zodra hij over het trekken van de takjes begon beet ze even op haar lip, alsof ze zich betrapt voelde. Dimitri had het goed gezien, misschien was hij wel de enige die het was opgevallen, maar Rowin had niet graag een wapen willen uitdelen aan Seth. Daarover waren ze het in ieder geval eens, en ze kon een klein lachje niet onderdrukken toen ze hem goedkeurend zag grijnzen. ‘Precies. Die kans ging ik hem ook niet geven,’ gaf ze toe. Ze kon Seth moeilijk inschatten, wie weet was hij hartstikke goed met een wapen in zijn handen, in dat geval had hij er dus wel eentje gekregen als het aan Dimitri lag. Om nog maar te zwijgen over het feit dat iedereen zichzelf moest bewijzen, en Dimitri op een of andere reden niet?
Verder was dat dan ook het enige nadeel; op zijn manier had ze tenminste kunnen inschatten hoe goed de rest met een wapen overweg kon. Al vond ze dat nu nog niet echt belangrijk, daar kon ze ook op andere manieren achter komen. Daarom bestudeerde ze Dimitri nu voor het eerst met nieuwsgierige ogen. De manier waarop hij stevig doorstapte en zijn duimen om de rugtas klemde bevestigde wel iets van enige militaire ervaring. Vanaf het begin had hij iets autoritairs uitgestraald, en de groep luisterde naar zijn aanwijzingen. Ze durfde te wedden dat hij die positie gewend was, en dat graag zo hield.
Op zijn volgende vraag trok ze even haar schouders op. Tot dusver had ze er nog niet echt achter kunnen komen wat de anderen voor sterke en zwakke punten hadden. De meesten leken haar wel oké, al waren haar een paar dingen bijgebleven. Clint zijn trillende handen bijvoorbeeld, ze wist niet of ze op hem kon rekenen wanneer het erop aankwam. Dan was er de tweeling, aan wie ze zich vanaf het begin gestoord had. Maar wie weet hadden zij nog wel verborgen talenten die later van pas zouden komen. En dan was er nog Nic, de eerste die daadwerkelijk iemand bij de keel had gegrepen, al was het onbewust geweest. Ze wierp een korte blik over haar schouder. Hij liep achteraan in de groep met de capuchon ver over zijn hoofd. Tot haar verbazing waagde Zahra zich toch naast hem te lopen. ‘Hem vertrouw ik niet,’ concludeerde ze toen ze zag dat Dimitri zijn blik op dezelfde persoon had gericht. ‘De tweeling, meh, geen idee. Zahra is wel oké, net als de jongens,’ ze knikte even naar Nathan en Clint die voor hen liepen. Misschien was niet iedereen even goed in vechten, er waren waarschijnlijk zelfs mensen in de groep die werkelijk geen flauw benul hadden. Maar er waren nog zoveel andere talenten die ze konden gebruiken als ze wilden overleven. Je zou hier dan ook niet zomaar neergezet worden als je niet had toe te voegen aan de groep. Dacht ze. Want bij het zien van Seth en Nic twijfelde ze of dat niet gewoon criminelen waren die geen plek verdienden in de gevangenis. Zijzelf had zich immers ook niet vrijwillig opgegeven.
‘Maar waarom ben jij hier en wat deed je hiervoor?,’ vroeg ze hem tenslotte. Ze had wel een beeld van hem maar ze wilde graag weten of die klopte. Tot nu toe leek hij wel te vertrouwen, maar ze bleef altijd op haar hoede.
Daynty
Internationale ster



Ondanks dat zijn gezicht deels werd verborgen door zijn capuchon zag Zahra een spiertje in zijn kaak vertrekken. Ze perste haar lippen op elkaar en keek vlug voor zich uit, veinzend dat ze de ergernis op zijn gelaat niet gezien had. Ergens besefte ze dat het wellicht niet netjes was om hem zo direct naar zijn verwondingen te vragen, maar de nieuwsgierigheid drukte haar zorgvuldige kant wel vaker naar de achtergrond. Bovendien zou ze niet doorvragen als hij aan zou geven dat het haar niets aan ging of dat hij het er niet over wilde hebben - hoewel dat de nieuwsgierigheid er enkel groter op zou maken. Het ging haar er verder vooral om of hij er veel last van had. Dat kon haast niet anders. Zijn gezicht zag er behoorlijk gehavend uit en ze vroeg zich af of degene die hem dit aan had gedaan het enkel bij het bewerken van zijn gezicht had gelaten of dat andere delen van zijn lichaam eveneens werden ontsierd door blauwe plekken. 
Zahra focuste zich op het pad voor haar, voor zover dat er was, terwijl ze luisterde naar Nics antwoord op haar vraag. Door de deken van mos die de bosgrond bedekte, leek de ondergrond relatief vlak, maar onder het mos gingen verraderlijke boomwortels en keien schuil. Ze zat er niet op te wachten om haar enkels al op de eerste dag te verzwikken. 
Onder het luisteren ging ze automatisch langzamer lopen. Militaire martelkamers, mensen levend villen. Op momenten als deze haatte ze haar levendige verbeeldingsvermogen, dat gretig aan de slag ging met de beelden die zich opdrongen bij Nics woorden. Wat moest een mens in godsnaam doen om terecht te komen in een militaire martelkamer? Zahra keek kort opzij naar hem. Hij was gehavend, maar hij zag er in ieder geval niet uit alsof hij levend gevild was. Niet voor zover zij kon zien, althans. 
‘Zijn ze bij jou ook zo ver gegaan?’ Soms kon ze zich wel voor haar hoofd slaan voor de vragen die eruit kwamen voor ze erover na had gedacht. Toch nam Zahra deze vraag niet terug, want ze was wel degelijk benieuwd naar het antwoord. ‘Dat je wenste dat je dood was?’ Ze nam aan dat Nic het wel aan zou geven als hij hier niet op ging antwoorden, of als ze haar mond moest houden over dit onderwerp. Maar hoe meer hij haar op afstand hield, hoe intrigerender ze hem zou vinden. 
‘Ja,’ mompelde ze. ‘Ik heb genoeg gehoord.’ Peinzend keek ze naar Nic, die nu iets schuin voor haar liep. De rugzak die hij op zijn rug had gehesen, zag er redelijk goed gevuld uit. Er moest nog meer in zitten dan een mooie verzameling messen. Met een beetje geluk was de overheid zo aardig geweest om hen ook wat medische spullen mee te geven. Ze hoopte het - anders was ze bang dat ze wellicht echt niets toe te voegen had aan dit team. 
‘Als je er last van hebt,’ zei ze, aangezien hij die vraag van haar onbeantwoord had gelaten, 'kan ik later kijken of ik er iets aan kan doen. Misschien zit er wel een EHBO-doos in een van de rugzakken.’

Dimitri luisterde naar Rowins gedachten over de andere teamleden. Af en toe knikte hij bevestigend, met name toen ze haar eerste indruk van Nic deelde. Ze vertrouwde hem niet - dat was een aardige manier om het te omschrijven. Dimitri wist niet of het wantrouwen was dat Nic bij hem opriep, maar er was wel… iets. Iets aan hem waar Dimitri niet goed zijn vinger op kon leggen. 
‘Ik had het idee dat hij me bekend voorkwam,’ zei hij na een korte aarzeling tegen Rowin. Hij was er niet zo happig op om al zijn gedachten te delen met iemand die hij nauwelijks kende, maar wilde hij ooit iets van vertrouwen scheppen binnen de groep dan zou hij daar zelf ook iets van moeten geven. ‘Maar ik heb het niet goed kunnen zien door de capuchon.’
Hij wilde zijn gedachten er niet teveel door laten afleiden, maar Dimitri wist dat hij erover na zou blijven denken tot hij wist waar die vlaag van herkenning vandaan kwam. Tot hij wist waar hij Nics gezicht kon plaatsen. Had hij wellicht ook in het leger gezeten? De manier waarop hij Zahra naar de keel was gevlogen bij het wakker worden, sprak in ieder geval wel van gevechtservaring. Ervaring die goed genoeg was om zelfs zo vlak na het ontwaken in een fractie van een seconde in aanvalsmodus te zijn. Toch gaf Nics gebrek aan toenadering tot het team Dimitri twijfels of hij een militair was of was geweest. 
Hij knikte instemmend op Rowins verdere oordeel over de andere groepsleden. Zahra, Nathan en Clint leken inderdaad oké, hoewel hij benieuwd was wat zij voor onmisbaars toe te voegen hadden aan het team. Dat was overigens een vraag die hij zich ook bij Seth stelde.
Rowin haar volgende vraag overviel hem een beetje. Hijzelf was eveneens nieuwsgierig naar de reden waarom iedereen hier was, maar het leek hem niet dat iedereen het kon waarderen als hij daar rechtuit naar vroeg. Maar Rowin had daar kennelijk geen enkel probleem mee - ergens kon hij die directheid wel waarderen, hoewel hij een antwoord op haar vraag liever achterwege liet. Hij wist echter dat hij dat niet kon doen. Hij had niet het idee dat ze het zo gemakkelijk zou laten rusten. 
‘Hiervoor was ik militair,’ antwoordde hij. ‘Luitenant.’ Hoewel hij die positie twee jaar geleden was kwijtgeraakt, was hij er nog steeds trots op. En iedere keer als hij het benoemde, welde het gevoel van woede jegens de militaire top en de regering opnieuw in hem op. Hij had orders van hoog op de rangorde in de wind geslagen - met goede reden - en dat had hem een oneervol ontslag opgeleverd, evenals een rechtzaak die zich oneindig lang voort leek te slepen. Het was toch meer een schijnproces, dat wist iedereen. Alleen die dingen vertelde hij Rowin niet.
Voor het gemak negeerde Dimitri het andere deel van haar vraag. ‘En hoe ben jij hier terecht gekomen?’


Marlee
Landelijke ster



Voor een poos had Nic zijn donkere ogen in afwachting op Zahra gericht. Hoe ze struikelde over zijn woorden, vooral toen hij over de martelkamers begon, hij kon daardoor een venijnig glimlachje niet voorkomen. Het kon niet anders dan dat zij de martelingen levendig voor zich zag, althans, aan haar uitdrukking te zien. Toen ze zich hardop afvroeg of ze bij hem ook zo ver waren gegaan snoof hij spottend. ‘Half de tijd dacht ik dat ik dood was. Half de tijd weet je niet meer wat werkelijkheid is, en wat niet. Het maakt de pijn verdraaglijker.’ Waarom hij nog op haar inging, wist hij zelf ook niet. Normaal was Nicolas een man van weinig woorden. Mensen stelden hem geen vragen, en wanneer ze dat wel deden, was één blik vaak al genoeg om ze het zwijgen toe te leggen. Nu rolden de woorden over zijn lippen voor hij er zelf erg in had, en zodra hij dat besefte staarde hij weer strak voor zich uit. Hij was hier niet om vrienden te maken, of zijn leed uit het verdelen met iemand anders te delen. Als er iemand achter kwam wie hij écht was, zouden ze hem op een hele andere manier aankijken. Dan kon hij zijn plek binnen de groep wel vergeten. Daarom kon hij zich beter afzijdig houden.
‘Ik heb je hulp niet nodig,’ snauwde hij haar daarna af, toen hij zichzelf eraan herinnerde wie hij was. Of meer, wat hij was. Een meedogenloze moordenaar, een man zonder eer en zonder hart. Een schande voor de samenleving. Met zijn handen in zijn zak streek hij zijn vingers langs het vlijmscherpe mes. Zijn hele leven was gedoemd. Niet toen hij als kind een wapen in handen werd gedrukt of toen hij op zijn veertiende zijn eerste kill maakte. Niet vanaf het moment dat hij zijn moeder voor zijn eigen ogen zag sterven aan de handen van zijn eigen vader. Hij was geboren in chaos, had het bloed van een moordenaar. Zijn voorouders waren al even verrot vanbinnen als dat hij was; hij viel niet meer te redden. ‘Als je slim bent, blijf je uit mijn buurt,’ bromde hij waarschuwend naar Zahra. Waarom ze in de eerste instantie al aardig tegen hem had gedaan, begreep hij sowieso niet. Niks aan zijn uitstraling zag er vriendelijk of open uit. Nicolas was allesbehalve benaderbaar en dat wilde hij graag zou houden.


W.I.P.
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld