marlee schreef:
Arwin staarde even bedenkelijk naar Maeyra toen ze aangaf niet te kunnen slapen. Dat was niet zo vreemd, gezien wat ze vannacht had meegemaakt. Vooral om het feit dat ze zelf in de nacht was meegenomen, en geen wachter dat had kunnen voorkomen. Hij kon zich voorstellen dat opnieuw in slaapkomen dan moeilijk zou zijn. Al was helemaal niet slapen misschien nog beter dan akelige dromen die moeilijke te waren onderscheiden van de echte wereld. Nachtmerries die zo echt leken, dat zelfs nu nog hij erg op zijn hoede was.
Het raakte hem lichtjes, toen ze aangaf zich zorgen te hebben gemaakt om hem. Sinds zijn ouders er niet meer waren, had hij eigenlijk geen familie of naasten die zich om hem zouden bekommeren. Er was niemand die om hem zou rouwen als hij vannacht zijn leven had moeten geven, en in zijn ogen was dat ook beter zo. Nadat zijn vader was gestorven, had hij het hartverscheurende leed van zijn moeder met eigen ogen gezien, en hij wist dat niets in de wereld haar leegte zou kunnen opvullen. Die pijn wilde hij niemand aandoen, en hield daarom bewust iedereen op afstand die dichterbij probeerde te komen. Zijn hart en leven had hij al aan Elesiya, zijn land, gegeven. Hij vocht voor zijn koninkrijk, en op een dag zou hij sterven voor zijn koninkrijk. ‘Je hoeft mij niet te bedanken,’ antwoorde hij daarom als vanzelfsprekend, maar aan haar blik te zien wist hij dat ze het écht meende. ‘Maar ik waardeer het,’ zei hij daarom zachtjes.
Daarna liet Arwin haar de les te spellen door hem te wijzen op zijn verwondingen. Eerder was hij er erg makkelijk vanaf gekomen dat het niet zo ernstig was, maar nu hij hier doodziek op bed lag kon hij er moeilijk over liegen. Zeker niet nu ze al wist van de monnikskap. Bij het horen van die naam schoten zijn ogen naar die van Maeyra. Het was een detail wat hij graag verborgen had willen houden, vooral voor haar. Het zou namelijk alleen maar meer vragen opwekken, omdat gif een middel was dat werd gebruikt enkel door vrouwen, zwakkelingen, of de heidenen. Wat ze vanavond met eigen ogen had gezien, zou al genoeg vragen bij haar oproepen die Arwin liever niet wilde beantwoorden. Donkere magie was iets wat rondhing in het Ovaichewoud, maar wat ze tot nu toe altijd buiten de dikke muren van het kasteel hadden weten te houden. Geen wonder, want het was ten strengste verboden om deze duistere krachten ter sprake te brengen, laat staan ze te gebruiken.
‘Ik heb erger meegemaakt,’ bracht hij daarom uit, maar Maeyra’s observerende blik kon hij niet ontwijken. ‘De nacht doorkomen is cruciaal. Maar dit geneest wel.’ Het was overigens waar, dat hij erger had meegemaakt. Botbreuken, verwondingen, hij had vaak en veel langer op bed moeten blijven liggen. Een litteken meer of minder deed Arwin niet zo veel. De genezer had vooral laten blijken dat hij zich meer zorgen had gemaakt over de vergiftiging, en hij had hem horen zeggen dat hij Arwin daarom weinig overlevingskans gaf. Echter hoefde hij dat niet met Maeyra te delen. Zij hoefde zich niet meer zorgen te maken om hem dan ze al deed, hij was slechts een lijfwacht, makkelijk vervangbaar.
‘Hebben ze jouw lijfwachten verdubbeld? Je bent hier niet alleen gekomen, toch?,’ vroeg hij daarna. Haar veiligheid was nog steeds belangrijker dan zijn eigen gezondheid. Het zou hem niet verbazen als het nog een tweede keer lukte om het kasteel binnen te dringen. Zeker nu hij, naar zeggen van de twee belagers, een ritueel had verstoord. Het voelde alsof hij daarmee een doelwit van zichzelf had gemaakt, of nog erger, dat ze het nog steeds gemunt hadden op Maeyra. Dat haar oom, Saevar, hierachter zat was schokkend, maar niet verbazend. Althans, niet voor Arwin. Hij en Saevar klikten sowieso niet, vanaf het begin, zeker nadat Arwin erachter kwam dat Saevar degene was die een slechte invloed had op de koning zijn beslissingen. Als een duivel zat hij op zijn schouder, en kwam hij met de meest meedogenloze oplossingen, die koning Lavare voor lief nam omdat het zijn broer was. Arwin zelf had de koning meerdere malen gewaarschuwd dat deze wrede aanpak hem in de problemen zou brengen, maar het was meer een familieprobleem waar Arwin zich niet in moest mengen. Nu was het te laat. Nu had Saevar het te ver gedreven.
‘Ik zal morgen met de koning spreken,’ zei Arwin beslist over haar vader. Ten eerste wilde hij weten wat voor straf hij Saevar ging opleggen. Daarnaast moest hij hem waarschuwen voor wat er komen ging. Dit was nog niet over, Saevar had de duistere magie erbij betrokken, en Arwin wist dat dat voor nog meer problemen zou gaan zorgen.
‘Je bent sterk, Maeyra. Niet iedereen kan doorstaan wat jij hebt meegemaakt. Maar je moet mij beloven daar met niemand over te praten. Het is erg gevaarlijk, begrijp je dat?’ Hij nam haar hand steviger beet, terwijl hij haar nu waarschuwend aankeek. Het kon niet gebeuren dat deze informatie bij de verkeerde personen terecht kwam. Er was niemand binnen deze muren die hij volledig vertrouwde, en niemand die mocht weten welke banden hij zelf had met de duistere magie. Het was niet de bedoeling dat Maeyra daar getuige van had moeten zijn, maar nu ze dat wel was, kon hij het niet gebruiken dat zij haar mond voorbijpraatte.