Paran0id schreef:
Dat ze zo haar verhaal had om te vertellen, was hem al duidelijk geworden vanaf het begin. Het leek hem sterk dat ze gewoon uit verveling haar toevlucht had gezocht in de gevaarlijke straten van de stad. Het zou eerder een daad uit onnozelheid of een kinderachtige beslissing zijn, die ze had genomen, zodra ze zomaar alles achter zich zou hebben gelaten voor een leven als deze. Nee, hij betwijfelde of ze werkelijk een van die vele aandachtzoekers was, maar het maakte zijn oordeel niet veel beter. Zoals hij ervan overtuigd was, had ze nog andere keuzes gehad dan enkel de dwang om verder te moeten in de buitenlucht met geen bezittingen of waarde. Het uitspreken liet hij echter achter zich, geweten dat het niet meer dan onbeschoft was om het openbaar te maken hoe dom ze was geweest.
"Sorry to hear that," kwam al mompelend voort uit zijn stilte. "They should've known better." De gedachte aan zijn eigen familie ging als vanzelf door zijn hoofd, gemaakt dat voor even alle geluiden om hem heen vervaagden. Hoe het met zijn broer zou zijn was een vraag zonder antwoord. Van zijn vader had hij nooit meer gehoord, op wat verhalen in de buitenwijken na, en zijn gedaante was nergens opgedoken in de mensenmassa. Ze waren hem vast vergeten, had hij hemzelf wijsgemaakt, al had hij het bewijs er niet voor. Hij mocht allang blij zijn dat hij er weg had weten te komen.
Bij het horen van haar naam, vormden zijn lippen zich onverwachts in een glimlach. Zo klein en ondoordacht, toch genoeg om even te laten blijken dat hij het waardeerde om haar bij een naam te kunnen noemen, in plaats van te gokken hoe hij haar zich moest herinneren. "Nice to meet you, Mia." Een zachte nagalm van zijn stem ging door de steeg. Een schor geluid dat bijbleef naarmate hij langer in een vermoeidheid verzonken was; het gaf hem de uitstraling van een woedend man, zelfs wanneer hij het misschien niet zo bedoelde. De stugge gloed van zijn ogen was iets gewoons voor hem en was niet zijn schuld geweest, mocht hij het elke keer vertonen in het bijzijn van anderen. Een uiterlijk kenmerk dat overduidelijk geërfd was van zijn 'geliefde' vader.
"I'm Raiden," ging hij verder. "But you can call me Christmas. Whatever you want, I don't care." Traag reikte zijn hand weer naar zijn mond, waar een nieuw frietje in verdween om zijn honger te stillen. Waardering bezat hij zeker, nu ze hem ergens mee geholpen had zonder zijn vraag om het te krijgen. Wellicht was het daarom dat hij nog even besloot stil te zitten. Zijn gedaante tegenover dat van haar te laten zien, weg te laten uit de schaduwen van de nacht om zich te verbergen, de slaap te pakken in de nabijheid van niets anders dan de sterren aan de hemel. Hij zuchtte.
"No, not really. You'd better sleep with one eye open."