Amarynthia schreef:
De dagen die volgden waren lang en eenzaam. Twijfels beknelden haar, zorgen groeiden. Meerdere keren per dag gingen haar gedachten uit naar Nathan, de jongen die warme gevoelens bij haar teweegbracht. De persoon die haar pijn verdoofde, die negatieve emoties kon laten verdwijnen alsof ze er nooit waren geweest.
In gedachten verzonken zat ze achter haar harp. Haar vingers gleden over de snaren. Zacht en ongepland, een onbekende melodie creërend. De rustige noten ontspanden haar. Ze had niet door hoe gespannen ze was, tot ze muziek begon te maken. Ondanks dat, waren haar gedachten nog altijd bij haar problemen. Haar verdriet, woede en angst sijpelden door in de muzieknoten, een weerspiegeling van haar ziel.
Nathan zou haar haten. Hij zou haar verachten als hij wist dat ze zich vrijwillig had opgegeven als huurling. De exacte reden was zelfs voor haarzelf een raadsel. Waarschijnlijk was het ook niet terug te brengen naar slechts een reden, maar waren het meerdere oorzaken die ertoe hadden geleid. Het vluchten van haar emoties, het willen ervaren van macht.
Abrupt stopten haar vingers.
Een zacht gestommel had haar aandacht gewekt, had haar laten stoppen met het bespelen van de harp. Haar hart leek te stoppen met kloppen. Ze ving zijn blik, niet in staat zich te kunnen bewegen. De jongen in de deurpost leek eveneens gegrepen door het wederzien. Zijn hand leunde op het houten kozijn. Zijn lippen zakten van elkaar, maar het duurde enkele seconden voordat er geluid uit kwam.
‘Dat was prachtig.’ Zijn stem was hees, alsof hij gegrepen was door emoties. Er was iets mis. Er was meer aan de hand en Kayra vreesde voor het ergste.
Ze moest haarzelf inhouden. Het liefst stormde ze op hem af om hem een knuffel te geven, om zijn warmte opnieuw te mogen ervaren. Ze was bang dat als ze dat deed, ze ontroostbaar zou zijn. In plaats daarvan kwam ze met voorzichtige voetstappen dichtbij. ‘Wat is er aan de hand?’ Haar stem klonk sterker dan ze had verwacht, en ze was er dankbaar voor.
Nathan zuchtte en wierp zijn blik op de grond. ‘Het spijt me… Ik wilde je eerder bezoeken.’
‘Je bent er nu,’ suste ze hem. Hoewel ze haar woorden meende, betekende dat niet dat het haar acties van afgelopen week zou kunnen veranderen. Wat betekende het dat hij hier nu was? Feit bleef dat zijn vader het niet eens was met hun samenzijn, evenals het feit dat Kayra’s bloed nu verbonden was met het huurlingcontract.
‘Ik weet dat het moeilijk voor je geweest moet zijn.’ Hij keek haar aan, onderzocht haar, alsof er iets mis moest zijn.
‘Ik heb je gemist.’ Haar stem was slechts een zachte fluistering, maar Nathan had de woorden gehoord en zijn blik verzachte. Hij doorbrak de kleine afstand tussen hen en nam haar stevig in zijn armen.
‘Ik heb jou ook gemist.’
Kayra voelde haar keel dichtknijpen, tranen brandde in haar ogen. Ze voelde zich klein en kwetsbaar in zijn armen, maar tegelijkertijd voelde ze zich veilig. Ze wist dat Kayra zichzelf misschien beter kon verdedigen in een gevecht dan Nathan, wat vooral kwam doordat Kayra geen genade zou tonen en Nathan het beste in de mensheid zag. Genade die hij haar had getoond, zelfs nadat ze een pijl op hem gericht had. En toch voelde ze zich veiliger in zijn armen, dan wanneer ze alleen was. Een gevoel van geborgenheid, warmte.
Hij liet haar los en ving haar blik op. ‘Ik heb me zorgen om je gemaakt. Ben je oké?’
Daar kon ze geen eerlijk antwoord op geven. Hij leek zich al schuldig genoeg te voelen, hij hoefde niet te weten hoe zwaar de week voor haar was geweest. Hij hoefde al helemaal niet te weten van haar uitje naar de bar. Maar ze wilde ook niet tegen hem liegen. Hij verdiende de waarheid, ook al zou dat hem bij haar wegdrijven. Niet nu, later. ‘Nu jij er bent wel,’ antwoordde ze daarom. Niet gelogen, ook niet de complete waarheid. ‘En jij? Leah?’
Zijn blik stond triest. Kayra voelde een knoop in haar maag. Er was inderdaad iets aan de hand, Nathan was duidelijk van slag. ‘Kayra… Ik moet je wat vertellen.’
De dagen die volgden waren lang en eenzaam. Twijfels beknelden haar, zorgen groeiden. Meerdere keren per dag gingen haar gedachten uit naar Nathan, de jongen die warme gevoelens bij haar teweegbracht. De persoon die haar pijn verdoofde, die negatieve emoties kon laten verdwijnen alsof ze er nooit waren geweest.
In gedachten verzonken zat ze achter haar harp. Haar vingers gleden over de snaren. Zacht en ongepland, een onbekende melodie creërend. De rustige noten ontspanden haar. Ze had niet door hoe gespannen ze was, tot ze muziek begon te maken. Ondanks dat, waren haar gedachten nog altijd bij haar problemen. Haar verdriet, woede en angst sijpelden door in de muzieknoten, een weerspiegeling van haar ziel.
Nathan zou haar haten. Hij zou haar verachten als hij wist dat ze zich vrijwillig had opgegeven als huurling. De exacte reden was zelfs voor haarzelf een raadsel. Waarschijnlijk was het ook niet terug te brengen naar slechts een reden, maar waren het meerdere oorzaken die ertoe hadden geleid. Het vluchten van haar emoties, het willen ervaren van macht.
Abrupt stopten haar vingers.
Een zacht gestommel had haar aandacht gewekt, had haar laten stoppen met het bespelen van de harp. Haar hart leek te stoppen met kloppen. Ze ving zijn blik, niet in staat zich te kunnen bewegen. De jongen in de deurpost leek eveneens gegrepen door het wederzien. Zijn hand leunde op het houten kozijn. Zijn lippen zakten van elkaar, maar het duurde enkele seconden voordat er geluid uit kwam.
‘Dat was prachtig.’ Zijn stem was hees, alsof hij gegrepen was door emoties. Er was iets mis. Er was meer aan de hand en Kayra vreesde voor het ergste.
Ze moest haarzelf inhouden. Het liefst stormde ze op hem af om hem een knuffel te geven, om zijn warmte opnieuw te mogen ervaren. Ze was bang dat als ze dat deed, ze ontroostbaar zou zijn. In plaats daarvan kwam ze met voorzichtige voetstappen dichtbij. ‘Wat is er aan de hand?’ Haar stem klonk sterker dan ze had verwacht, en ze was er dankbaar voor.
Nathan zuchtte en wierp zijn blik op de grond. ‘Het spijt me… Ik wilde je eerder bezoeken.’
‘Je bent er nu,’ suste ze hem. Hoewel ze haar woorden meende, betekende dat niet dat het haar acties van afgelopen week zou kunnen veranderen. Wat betekende het dat hij hier nu was? Feit bleef dat zijn vader het niet eens was met hun samenzijn, evenals het feit dat Kayra’s bloed nu verbonden was met het huurlingcontract.
‘Ik weet dat het moeilijk voor je geweest moet zijn.’ Hij keek haar aan, onderzocht haar, alsof er iets mis moest zijn.
‘Ik heb je gemist.’ Haar stem was slechts een zachte fluistering, maar Nathan had de woorden gehoord en zijn blik verzachte. Hij doorbrak de kleine afstand tussen hen en nam haar stevig in zijn armen.
‘Ik heb jou ook gemist.’
Kayra voelde haar keel dichtknijpen, tranen brandde in haar ogen. Ze voelde zich klein en kwetsbaar in zijn armen, maar tegelijkertijd voelde ze zich veilig. Ze wist dat Kayra zichzelf misschien beter kon verdedigen in een gevecht dan Nathan, wat vooral kwam doordat Kayra geen genade zou tonen en Nathan het beste in de mensheid zag. Genade die hij haar had getoond, zelfs nadat ze een pijl op hem gericht had. En toch voelde ze zich veiliger in zijn armen, dan wanneer ze alleen was. Een gevoel van geborgenheid, warmte.
Hij liet haar los en ving haar blik op. ‘Ik heb me zorgen om je gemaakt. Ben je oké?’
Daar kon ze geen eerlijk antwoord op geven. Hij leek zich al schuldig genoeg te voelen, hij hoefde niet te weten hoe zwaar de week voor haar was geweest. Hij hoefde al helemaal niet te weten van haar uitje naar de bar. Maar ze wilde ook niet tegen hem liegen. Hij verdiende de waarheid, ook al zou dat hem bij haar wegdrijven. Niet nu, later. ‘Nu jij er bent wel,’ antwoordde ze daarom. Niet gelogen, ook niet de complete waarheid. ‘En jij? Leah?’
Zijn blik stond triest. Kayra voelde een knoop in haar maag. Er was inderdaad iets aan de hand, Nathan was duidelijk van slag. ‘Kayra… Ik moet je wat vertellen.’